< Return to Video

Hebben hersenen een geslacht? | Catherine Vidal | TEDxParis 2011

  • 0:15 - 0:17
    Hebben hersenen een geslacht?
  • 0:17 - 0:21
    Dat is een fundamentele vraag
  • 0:21 - 0:23
    die eenieder zich stelt.
  • 0:23 - 0:26
    De eerste mythe:
    vrouwen hebben kleinere hersenen
  • 0:26 - 0:30
    dan mannen, dus zouden ze
    minder intelligent zijn.
  • 0:30 - 0:33
    Dit idee komt uit de 19e eeuw,
  • 0:33 - 0:37
    de hoogtijdagen van de craniometrie
  • 0:37 - 0:40
    toen dokters onderzoek deden
    naar het verband tussen
  • 0:40 - 0:44
    de grootte van de schedel, het gewicht
    van de hersenen en intelligentie.
  • 0:44 - 0:46
    Het moet gezegd worden dat
    voor de meesten van hen
  • 0:46 - 0:49
    het absoluut duidelijk en natuurlijk was
  • 0:49 - 0:51
    dat mannen grotere hersenen
    hebben dan vrouwen,
  • 0:51 - 0:53
    blanken grotere dan zwarten
  • 0:53 - 0:55
    en bazen grotere dan arbeiders.
  • 0:55 - 0:58
    Een groot verdediger van deze stellingen
  • 0:58 - 1:00
    was de Franse arts Paul Broca
  • 1:00 - 1:04
    die een verschil van 150 gram
    heeft gemeten in het gemiddelde gewicht
  • 1:04 - 1:06
    van hersenen van mannen en vrouwen.
  • 1:06 - 1:09
    Het gemiddelde gewicht
    bij mannen is 1,350 kilogram
  • 1:09 - 1:10
    en bij vrouwen 1,200 kilogram.
  • 1:10 - 1:16
    In 1861 heeft Broca verklaard:
    "We vroegen ons af of
  • 1:16 - 1:19
    de beperkte omvang van de hersenen
    van de vrouw niet uitsluitend afhangt
  • 1:19 - 1:22
    van de omvang van haar lichaam,
    maar men moet niet vergeten dat
  • 1:22 - 1:25
    de vrouw gemiddeld
    minder intelligent is dan de man."
  • 1:25 - 1:29
    Maar, hoe dan ook,
  • 1:29 - 1:31
    de vraag naar het verband
  • 1:31 - 1:35
    tussen de omvang van de hersenen
    en intelligentie is niet aan de orde
  • 1:35 - 1:37
    omdat dit verband feitelijk niet bestaat.
  • 1:37 - 1:40
    Wij weten dit dankzij een aantal
    beroemde mannen, geen vrouwen,
  • 1:40 - 1:43
    die hun brein aan
    de wetenschap hebben geschonken.
  • 1:43 - 1:46
    Bijvoorbeeld,
    een eminent figuur als Anatole France had
  • 1:46 - 1:50
    een brein dat een kilo woog,
    Toergenjev had 2 kilo hersenen,
  • 1:50 - 1:54
    en wat Einstein betreft, die had kleine
    hersenen van slechts 1,250 kilogram,
  • 1:54 - 1:57
    dus in dezelfde orde van grootte
    als vrouwelijke hersens.
  • 1:57 - 2:00
    Nog een misvatting:
    vrouwen zijn beter in staat
  • 2:00 - 2:03
    om meerdere dingen tegelijk te doen
    omdat de communicatie
  • 2:03 - 2:06
    tussen beide hersenhelften bij hen
    beter ontwikkeld is dan bij mannen.
  • 2:06 - 2:09
    Zoals bekend kunnen zij beter multitasken.
  • 2:09 - 2:13
    Dit idee komt voort uit een studie
    die gepubliceerd is in 1982,
  • 2:13 - 2:16
    op basis van 20 hersenen
    bewaard in formaline
  • 2:16 - 2:19
    waarbij het corpus callosum,
    de hersenbalk,
  • 2:19 - 2:21
    hier rood omcirkeld,
    dus de bundel van vezels
  • 2:21 - 2:24
    die de verbinding vormt
    tussen beide hersenhelften
  • 2:24 - 2:27
    bij vrouwen dikker was dan bij mannen
  • 2:27 - 2:30
    en daardoor misschien
    beter geschikt voor communicatie.
  • 2:30 - 2:33
    Maar sinds 1982 is er veel gebeurd:
  • 2:33 - 2:36
    veel technologische vooruitgang
  • 2:36 - 2:38
    met name nieuwe technieken
  • 2:38 - 2:42
    op het gebied van neuroimaging, zoals MRI,
    die ons eindelijk in staat stellen
  • 2:42 - 2:46
    om een droom te verwezenlijken, namelijk
    het bestuderen van een levend brein
  • 2:46 - 2:48
    in plaats van hersenen op sterk water.
  • 2:48 - 2:50
    En als we ze naast elkaar leggen,
  • 2:50 - 2:53
    alle studies naar het corpus callosum
    sinds de introductie van MRI,
  • 2:53 - 2:55
    dan zien we dat er geen verschil is
  • 2:55 - 2:57
    tussen mannen en vrouwen
  • 2:57 - 2:58
    in de dikte van de hersenbalk.
  • 2:58 - 3:00
    Nog een derde mythe:
  • 3:00 - 3:02
    "Vrouwen hebben een gave voor taal
  • 3:02 - 3:05
    want zij gebruiken beide hersenhelften
    bij het praten."
  • 3:05 - 3:07
    Waar komt dat idee vandaan?
  • 3:07 - 3:11
    Dat komt uit een studie uit 1994,
  • 3:11 - 3:15
    een onderzoek met MRI
    tijdens een taaltest waaruit bleek
  • 3:15 - 3:19
    dat mannen bij de test gebruik maakten
    van slechts een hersenhelft,
  • 3:19 - 3:21
    en vrouwen beide helften activeerden.
  • 3:21 - 3:24
    Deze intrigerende studie, uitgevoerd
    op 19 mannen en vrouwen,
  • 3:24 - 3:27
    heeft vele onderzoekers
    aangezet tot een poging
  • 3:27 - 3:29
    om dit resultaat te reproduceren.
  • 3:29 - 3:32
    En als men nu
  • 3:32 - 3:37
    al deze studies samenvoegt,
    gepubliceerd tussen 1995 en 2009,
  • 3:37 - 3:41
    uitgevoerd op een totaal
    van 700 mannen en vrouwen,
  • 3:41 - 3:45
    dan ziet men dat er statistisch gezien
    geen verschil is
  • 3:45 - 3:46
    tussen mannen en vrouwen
  • 3:46 - 3:49
    in de verdeling van de taalgebieden.
  • 3:49 - 3:52
    Bij bestudering van
    een groot aantal proefpersonen
  • 3:52 - 3:56
    is er geen verschil meer
    tussen de geslachten.
  • 3:56 - 3:58
    We zullen nu gaan zien waarom dat zo is.
  • 3:58 - 4:02
    We nemen als voorbeeld een MRI-onderzoek
    waarbij aan de proefpersonen
  • 4:02 - 4:04
    werd gevraagd een som
    uit te rekenen met het hoofd,
  • 4:04 - 4:07
    iets waar ze allemaal toe in staat waren.
  • 4:07 - 4:10
    Men kan zien dat er
    binnen de groep vrouwen
  • 4:10 - 4:13
    een grote variabiliteit bestaat
  • 4:13 - 4:16
    in de verdeling van de hersengebieden
  • 4:16 - 4:18
    die gebruikt worden tijdens de berekening.
  • 4:18 - 4:20
    Dezelfde variabiliteit doet zich voor
  • 4:20 - 4:22
    binnen de groep mannen.
  • 4:22 - 4:26
    Uiteindelijk, om tot eenzelfde resultaat
    te komen bij het hoofdrekenen
  • 4:26 - 4:30
    gebruikt elk individu een eigen methode
    om de hersenen te activeren.
  • 4:30 - 4:34
    Er bestaan vele verschillende strategieën
  • 4:34 - 4:37
    om een berekening
    uit te voeren in het hoofd.
  • 4:37 - 4:41
    Daarom is de variabiliteit
    die men waarneemt
  • 4:41 - 4:44
    tussen individuen van hetzelfde geslacht
    gelijk aan of zelfs groter dan
  • 4:44 - 4:47
    die tussen de geslachten.
  • 4:48 - 4:52
    En dan nog cliché: het verschil
    in geestelijk vermogen
  • 4:52 - 4:53
    van mannen en vrouwen
  • 4:53 - 4:55
    zou een biologische oorsprong hebben.
  • 4:55 - 4:58
    Er zijn inderdaad een aantal testen
  • 4:58 - 5:00
    waarbij vrouwen beter worden geacht.
  • 5:00 - 5:03
    Zoals bij testen
    met visuele waarneming van details,
  • 5:03 - 5:07
    waarbij men, in dit geval, twee
    identieke huizen moet herkennen.
  • 5:08 - 5:12
    En vrouwen zijn ook beter
    in testen met verbale vlotheid
  • 5:12 - 5:15
    waarbij men zoveel mogelijk woorden
    moet noemen die beginnen
  • 5:15 - 5:16
    met dezelfde letter.
  • 5:16 - 5:19
    Dit alles is nog niet erg ingewikkeld.
  • 5:19 - 5:22
    Wat mannen betreft:
    die zijn beter, of zouden beter zijn,
  • 5:22 - 5:25
    bij testen met mentale rotatie
  • 5:25 - 5:27
    van een object in
    de driedimensionale ruimte.
  • 5:28 - 5:31
    Ze zijn ook beter
    in het streven naar een doel.
  • 5:31 - 5:34
    Laat ons eens nadenken over de betekenis
  • 5:34 - 5:36
    van deze verschillen in prestatie.
  • 5:36 - 5:39
    De vraag kan worden gesteld:
    zijn deze aangeboren of aangeleerd?
  • 5:39 - 5:43
    Men ziet dat deze verschillen
  • 5:43 - 5:46
    pas waarneembaar zijn
    vanaf de adolescentie
  • 5:46 - 5:49
    en dat ze verdwijnen door te leren.
  • 5:49 - 5:52
    We kunnen dus aannemen dat het onderwijs
  • 5:52 - 5:56
    en de cultuur een grote rol spelen
    bij het ontstaan van deze verschillen.
  • 5:56 - 5:58
    Er is nog een belangrijke factor,
  • 5:58 - 6:00
    en dat betreft de context
  • 6:00 - 6:03
    waarbinnen de betreffende testen
    worden uitgevoerd.
  • 6:03 - 6:07
    Neem bijvoorbeeld nogmaals die
    beroemde test met mentale rotatie
  • 6:07 - 6:12
    in drie dimensies, waarbij men
    moet aangeven of de getoonde objecten
  • 6:12 - 6:14
    hetzelfde of verschillend zijn.
  • 6:14 - 6:18
    Als men deze aan een schoolklas voorlegt
  • 6:18 - 6:22
    en de leraar zegt dat
    de test over geometrie gaat,
  • 6:22 - 6:25
    dan zullen de jongens
    een beetje beter zijn dan de meisjes.
  • 6:25 - 6:30
    Als de leraar de test echter aankondigt
    als een tekenoefening,
  • 6:30 - 6:33
    dan halen jongens en meisjes
    een gelijke score.
  • 6:33 - 6:35
    Dat is een interessant resultaat
  • 6:35 - 6:40
    waaruit blijkt dat de uitkomsten
    van de test beïnvloed worden
  • 6:40 - 6:43
    door gevoel van eigenwaarde
    en genderstereotypen.
  • 6:46 - 6:49
    Nog een voorbeeld, uit Amerika,
  • 6:49 - 6:52
    over prestatieverschillen
    tussen meisjes en jongens bij wiskunde.
  • 6:52 - 6:57
    Een groot statistisch onderzoek uit 1990,
    met tien miljoen leerlingen,
  • 6:57 - 7:01
    heeft uitgewezen dat jongens,
    gemiddeld genomen,
  • 7:01 - 7:03
    iets beter scoren
    bij wiskundetesten dan meisjes.
  • 7:03 - 7:06
    Volgens sommigen komt dit
  • 7:06 - 7:08
    doordat meisjes geen
    wiskundeknobbel hebben.
  • 7:09 - 7:13
    Maar in 2008 is dit onderzoek
    nogmaals uitgevoerd
  • 7:13 - 7:17
    en deze keer waren de uitkomsten
    voor jongens en meisjes gelijk.
  • 7:17 - 7:20
    We zien dus dat in twintig jaar tijd
    de prestatieverschillen bij wiskunde
  • 7:20 - 7:23
    tussen jongens en meisjes verdwenen zijn.
  • 7:23 - 7:26
    Hieruit blijkt dus dat deze verschillen
    door opvoeding en onderwijs
  • 7:26 - 7:30
    en niet door biologie verklaard worden.
  • 7:30 - 7:32
    Nu kan men zich de vraag stellen:
  • 7:32 - 7:35
    "Welke invloed heeft onderwijs
    op de hersenen?"
  • 7:36 - 7:40
    Ons menselijk brein bestaat uit
    honderd miljard neuronen
  • 7:40 - 7:42
    die met elkaar in contact staan
  • 7:42 - 7:47
    via een biljard kleine verbindingen.
  • 7:47 - 7:52
    Negentig procent van deze verbindingen
    wordt echter na de geboorte gevormd.
  • 7:52 - 7:55
    En het is de wijze waarop
    deze verbindingen worden gelegd,
  • 7:55 - 7:59
    en dus de netwerken
    van neuronen worden gevormd,
  • 7:59 - 8:03
    die sterk wordt beïnvloed
    door opvoeding en cultuur.
  • 8:03 - 8:06
    Een eerste voorbeeld: in de hersenen
    van professionele pianisten,
  • 8:06 - 8:09
    en dit geldt ook voor violisten,
    dat kan ik u verzekeren,
  • 8:09 - 8:13
    ziet men op de MRI een verdikking
  • 8:13 - 8:17
    in die hersengebieden die zowel
    de motoriek van de vingers
  • 8:17 - 8:20
    als het gehoor regelen.
  • 8:20 - 8:24
    Deze verdikkingen zijn het gevolg van
    de aanmaak van extra verbindingen
  • 8:24 - 8:27
    tussen de neuronen en ze zijn evenredig
  • 8:27 - 8:32
    aan de tijd die men als kind heeft besteed
    aan het leren pianospelen.
  • 8:32 - 8:35
    Men gebruikt de term neuroplasticiteit
  • 8:35 - 8:38
    voor het beschrijven
    van dit vermogen van de hersenen
  • 8:38 - 8:42
    om zich te vormen
    al naar gelang de ervaring.
  • 8:42 - 8:45
    Nog een voorbeeld
    van neurale plasticiteit bij volwassenen.
  • 8:45 - 8:48
    Men vraagt aan studenten van begin twintig
  • 8:48 - 8:51
    om te leren jongleren met drie ballen.
  • 8:51 - 8:53
    Al na drie maanden ziet men
  • 8:53 - 8:57
    verdikkingen van de hersenschors
    in die gebieden
  • 8:57 - 9:00
    die de motoriek en het zicht regelen.
  • 9:00 - 9:02
    En wat ook uit dit experiment blijkt,
  • 9:02 - 9:05
    is dat zodra de studenten stoppen
    met hun jongleeroefeningen
  • 9:05 - 9:09
    die verdikte gebieden
    weer beginnen te krimpen.
  • 9:09 - 9:14
    Sterker nog, bij experimenten
    met wat oudere mensen, begin zestig,
  • 9:14 - 9:18
    ziet men hetzelfde verschijnsel
    van verdikking als bij jongeren.
  • 9:19 - 9:21
    Dat is een hele geruststelling,
  • 9:21 - 9:25
    het laat zien dat de neurale plasticiteit
    niet vergaat met de leeftijd.
  • 9:26 - 9:28
    En dan is er nog een bijzonder voorbeeld
  • 9:28 - 9:31
    van de plasticiteit van het brein.
  • 9:31 - 9:35
    Het betreft hier een man van 44 jaar,
    getrouwd, vader van twee kinderen,
  • 9:35 - 9:37
    die een geheel normaal
    werkzaam leven leidde.
  • 9:37 - 9:40
    Hij had last van een verzwakt been.
  • 9:40 - 9:43
    Daarom heeft men hem onder de MRI gelegd.
  • 9:43 - 9:48
    Zo ontdekte men tot stomme verbazing
    dat zijn schedel was gevuld met vocht
  • 9:48 - 9:52
    en dat zijn hersenen
    waren teruggebracht tot een dunne laag
  • 9:52 - 9:54
    aan de binnenkant van de schedel.
  • 9:54 - 9:56
    Toen is men vragen gaan stellen.
  • 9:56 - 10:00
    En wat bleek, deze man had
    bij zijn geboorte een waterhoofd.
  • 10:00 - 10:06
    Er was een drain aangelegd om overtollig
    vocht uit de hersenen af te voeren,
  • 10:06 - 10:08
    maar deze was verstopt.
  • 10:08 - 10:11
    Uiteindelijk heeft het vocht
  • 10:11 - 10:13
    de hersenen
    tegen de schedelwand weggedrukt.
  • 10:13 - 10:17
    Dit heeft geen probleem veroorzaakt
    in het leven van de patiënt,
  • 10:17 - 10:20
    die dan ook niks in de gaten had.
  • 10:20 - 10:24
    En nu dat u
    alles weet over neuroplasticiteit,
  • 10:24 - 10:27
    die er voor zorgt dat
    de structuur en het functioneren
  • 10:27 - 10:30
    van de hersenen zich aanpast aan
    ieders persoonlijke levensverhaal,
  • 10:30 - 10:32
    kunt u ook begrijpen waarom
  • 10:32 - 10:35
    wij allemaal verschillende hersenen
    hebben, onafhankelijk van ons geslacht.
  • 10:35 - 10:38
    Wat we echter allemaal gemeen hebben,
  • 10:38 - 10:41
    is die cerebrale cortex,
    met zijn plasticiteit,
  • 10:41 - 10:44
    die zover ontwikkeld is
    in de loop van de evolutie
  • 10:44 - 10:48
    dat deze zich moest opvouwen
    om in de hersenpan te passen.
  • 10:49 - 10:52
    Hier ziet u, aan de linkerkant,
    echte hersenen
  • 10:52 - 10:56
    en rechts, een computermodel
    van de hersenen,
  • 10:56 - 11:00
    dat men virtueel kan ontvouwen.
  • 11:00 - 11:02
    En ik kan het u laten zien.
  • 11:03 - 11:06
    Hier onthul ik de hersenen
  • 11:06 - 11:08
    of eigenlijk de schedel.
  • 11:09 - 11:11
    Ik open deze schedel
  • 11:11 - 11:13
    en ik ontvouw de cerebrale cortex
  • 11:13 - 11:17
    die twee vierkante meter groot is,
    en drie millimeter dik.
  • 11:17 - 11:21
    Het is dankzij deze cortex
    dat wij allemaal, mannen en vrouwen,
  • 11:21 - 11:26
    kunnen redeneren, denken, dromen
    en ons een voorstelling kunnen maken
  • 11:26 - 11:27
    van de toekomst van de mensheid.
  • 11:27 - 11:29
    Dank jullie wel.
  • 11:29 - 11:34
    (Applaus)
Title:
Hebben hersenen een geslacht? | Catherine Vidal | TEDxParis 2011
Description:

Catherine Vidal ontmantelt de misvattingen en vooroordelen over de hersenen om terug te keren naar de feiten.

more » « less
Video Language:
French
Team:
closed TED
Project:
TEDxTalks
Duration:
11:38

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions