< Return to Video

Vijf beginselen voor buitengewoon wiskundeonderwijs | Dan Finkel | TEDxRainier

  • 0:10 - 0:14
    Een vriend van me vertelde me onlangs
    dat haar zoontje van zes
  • 0:14 - 0:18
    van school was gekomen
    en zei dat hij wiskunde haatte.
  • 0:18 - 0:22
    Dat doet me pijn om te horen,
    want ik hou zo van wiskunde.
  • 0:22 - 0:25
    De schoonheid en de kracht
    van wiskundig denken
  • 0:25 - 0:27
    hebben mijn leven veranderd.
  • 0:27 - 0:30
    Maar ik weet dat veel mensen
    een andere ervaring hebben.
  • 0:30 - 0:33
    Wiskunde kan de hemel zijn of de hel,
  • 0:34 - 0:37
    een opwindende ontdekkingsreis
  • 0:37 - 0:42
    of opsluiting in verveling,
    frustratie en wanhoop.
  • 0:44 - 0:48
    Slecht wiskundig onderwijs
    is zo de norm dat het niet meer opvalt.
  • 0:48 - 0:50
    We verwachten bijna van een wiskundeles
  • 0:50 - 0:55
    dat we er onsamenhangende
    technische regels uit het hoofd leren.
  • 0:56 - 0:58
    En het verrast ons niet
    dat studenten ongemotiveerd zijn,
  • 0:58 - 1:01
    dat ze van school gaan
    met een afkeer van wiskunde,
  • 1:01 - 1:03
    zelfs vastbesloten
    het voor altijd te vermijden.
  • 1:04 - 1:09
    Niet wiskundig onderlegd
    zijn hun carrièremogelijkheden beperkt.
  • 1:09 - 1:13
    En ze worden een eenvoudige prooi
    voor creditcardmaatschappijen,
  • 1:13 - 1:15
    leningverstrekkers, de loterij,
  • 1:16 - 1:17
    (Gelach)
  • 1:18 - 1:21
    of mensen die ze willen verblinden
    met een statistisch feit.
  • 1:22 - 1:25
    Wist je dat als je één enkel
    statistisch feit in een bewering stopt,
  • 1:25 - 1:30
    mensen 92% meer geneigd zijn
    het zonder twijfel te accepteren?
  • 1:30 - 1:33
    (Gelach)
  • 1:34 - 1:36
    Ja, die heb ik zelf verzonnen.
  • 1:36 - 1:37
    (Gelach)
  • 1:37 - 1:43
    En 92% klinkt gewoon indrukwekkend,
    ook al is het compleet verzonnen.
  • 1:43 - 1:44
    En zo werkt het.
  • 1:44 - 1:46
    Als wiskunde ons niet ligt,
  • 1:46 - 1:49
    twijfelen we niet
    aan de autoriteit van getallen.
  • 1:52 - 1:56
    Maar wat er gebeurt
    bij wiskundige vervreemding
  • 1:56 - 1:58
    is nog slechts het halve verhaal.
  • 1:58 - 2:03
    We verspillen onze kans
    om al die levens te verrijken
  • 2:03 - 2:06
    met de schoonheid en kracht
    van wiskundig denken.
  • 2:07 - 2:11
    Ik gaf hierover onlangs een workshop
    en na afloop stak een vrouw haar hand op
  • 2:11 - 2:14
    en zei dat de ervaring
    haar deed voelen -- ik citeer --
  • 2:14 - 2:16
    "als een God."
  • 2:16 - 2:18
    (Gelach)
  • 2:19 - 2:22
    Dat is misschien de beste
    beschrijving die ik ooit hoorde
  • 2:22 - 2:25
    voor hoe wiskundig denken kan aanvoelen,
  • 2:26 - 2:29
    dus we moeten eens onderzoeken
    hoe dat eruit ziet.
  • 2:29 - 2:30
    We kunnen beginnen
  • 2:30 - 2:33
    met de woorden van filosoof
    en wiskundige René Descartes,
  • 2:33 - 2:37
    die beroemd is van het citaat:
    "Ik denk, dus ik ben."
  • 2:38 - 2:41
    Maar Descartes groef dieper
    in het wezen van het denken.
  • 2:41 - 2:44
    Nadat hij had vastgesteld
    dat hij een ding was wat dacht,
  • 2:44 - 2:47
    ging hij verder:
    "Wat is een denkend ding?"
  • 2:48 - 2:52
    Het is iets dat twijfelt,
    begrijpt, bedenkt,
  • 2:52 - 2:56
    dat bevestigt en ontkent, wil en weigert,
  • 2:56 - 2:58
    en dat ook verbeeldt
  • 2:58 - 2:59
    en beschouwt.
  • 3:00 - 3:06
    Dat is het soort denken dat we
    ook in wiskundeklassen nodig hebben.
  • 3:06 - 3:11
    Dus of je nu leraar bent of ouder
    of wie zich ook bezighoudt met educatie,
  • 3:11 - 3:13
    ik bied je deze vijf beginsels
  • 3:13 - 3:19
    om het denken uit te nodigen
    in de wiskunde op school en thuis.
  • 3:21 - 3:24
    Beginsel 1: begin met een vraag.
  • 3:25 - 3:28
    De gemiddelde wiskundeklas
    begint met antwoorden
  • 3:28 - 3:30
    en komt nooit toe
    aan een echte vraag.
  • 3:30 - 3:32
    'Vermenigvuldigen gaat zo. Zeg mij na.
  • 3:32 - 3:34
    Delen gaat zo. Zeg mij na.
  • 3:34 - 3:36
    We zijn erdoorheen. We gaan verder.'
  • 3:36 - 3:39
    Het belangrijke in dit model
    is dat je de stappen onthoudt.
  • 3:39 - 3:44
    Er is geen ruimte voor twijfel,
    verbeelding of tegenwerping,
  • 3:45 - 3:47
    dus er wordt niet echt gedacht.
  • 3:48 - 3:51
    Hoe zou het eruit zien
    als we begonnen met een vraag?
  • 3:51 - 3:55
    Hier zijn bijvoorbeeld
    de getallen 1 t/m 20.
  • 3:55 - 3:58
    Er houdt zich een vraag
    schuil in dit plaatje
  • 3:58 - 4:00
    en nogal opzichtig ook:
  • 4:01 - 4:03
    wat doen die kleuren daar?
  • 4:05 - 4:07
    Intuïtief voel je
    dat er een relatie bestaat
  • 4:07 - 4:10
    tussen de getallen en de kleuren.
  • 4:10 - 4:14
    Misschien is het zelfs mogelijk
    kleuren bij meer getallen te plaatsen.
  • 4:15 - 4:19
    Toch is de betekenis
    van de kleuren onduidelijk.
  • 4:20 - 4:21
    Het is mysterieus.
  • 4:21 - 4:26
    Dus de vraag voelt authentiek
    en onweerstaanbaar.
  • 4:27 - 4:31
    En zoals zovele
    authentieke wiskundige vragen
  • 4:31 - 4:37
    heeft deze een antwoord
    dat zowel mooi als zeer bevredigend is.
  • 4:39 - 4:41
    En dat antwoord ga ik jullie
    natuurlijk niet geven.
  • 4:41 - 4:44
    (Gelach)
  • 4:45 - 4:47
    Ik zie mezelf niet als een wreed persoon,
  • 4:47 - 4:51
    maar jullie niet geven
    wat je wilt, dat lukt me wel.
  • 4:51 - 4:52
    (Gelach)
  • 4:52 - 4:56
    Want ik weet dat als ik
    snel een antwoord geef,
  • 4:56 - 4:59
    ik jullie van de gelegenheid
    beroof iets te leren.
  • 5:00 - 5:03
    Denken gebeurt alleen
    als we tijd hebben om te worstelen.
  • 5:05 - 5:07
    En dat is beginsel 2.
  • 5:08 - 5:11
    Het is niet ongewoon dat studenten
    na de middelbare school
  • 5:11 - 5:16
    geloven dat ieder wiskundig probleem
    binnen 30 seconden kan worden opgelost
  • 5:16 - 5:19
    en dat als ze het antwoord niet weten,
    ze geen wiskundig persoon zijn.
  • 5:20 - 5:22
    Dit is een tekortkoming van het onderwijs.
  • 5:22 - 5:26
    We moeten kinderen leren
    vasthoudend en moedig te zijn,
  • 5:26 - 5:28
    om door te zetten
    wanneer het moeilijk wordt.
  • 5:29 - 5:31
    Doorzettingsvermogen ontwikkel je alleen
  • 5:31 - 5:37
    door studenten tijd te geven
    om te worstelen met echte problemen.
  • 5:37 - 5:41
    Ik nam dit plaatje
    onlangs mee een klaslokaal in
  • 5:41 - 5:43
    en we namen de tijd
    om ermee te worstelen.
  • 5:43 - 5:47
    En hoe meer tijd we namen,
    hoe levendiger het denken werd.
  • 5:48 - 5:49
    De studenten merkten dingen op.
  • 5:49 - 5:51
    Ze hadden vragen.
  • 5:51 - 5:52
    Zoals:
  • 5:52 - 5:56
    "Waarom hebben in die laatste kolom
    alle getallen oranje en blauw?"
  • 5:56 - 6:01
    En: "Betekent het iets dat die groene
    stippen altijd diagonaal lopen?"
  • 6:01 - 6:04
    En: "Wat betekenen
    die kleine witte getallen
  • 6:04 - 6:05
    in de rode segmenten?
  • 6:05 - 6:08
    Is het belangrijk dat dat altijd
    oneven getallen zijn?"
  • 6:09 - 6:12
    Als ze worstelen met een echte vraag
  • 6:12 - 6:16
    verdiepen studenten hun nieuwsgierigheid
    en hun vermogen te observeren.
  • 6:17 - 6:23
    Ze ontwikkelen ook het vermogen
    een risico te nemen.
  • 6:25 - 6:28
    Sommige studenten zagen
    dat ieder even getal oranje had
  • 6:28 - 6:30
    en zij durfden wel een stelling aan:
  • 6:30 - 6:32
    "Oranje moet wel even betekenen."
  • 6:33 - 6:36
    En toen vroegen ze: "Klopt dat?"
  • 6:36 - 6:37
    (Gelach)
  • 6:38 - 6:41
    Dat is een lastig moment als leraar.
  • 6:41 - 6:44
    Een student komt bij je
    met een originele gedachte.
  • 6:45 - 6:47
    En als je het antwoord nou niet weet?
  • 6:49 - 6:54
    Nou, dat is beginsel 3:
    je bent niet de antwoordknop.
  • 6:55 - 7:00
    Leraren, studenten stellen je soms vragen
    waarop je het antwoord niet weet.
  • 7:00 - 7:02
    Dat kan bedreigend aanvoelen.
  • 7:02 - 7:04
    Maar je bent de antwoordknop niet.
  • 7:06 - 7:08
    Student die vragen stellen,
  • 7:08 - 7:10
    zijn een heerlijk iets
    om in je klas te hebben.
  • 7:10 - 7:12
    En als je kunt antwoorden met:
  • 7:13 - 7:16
    'Ik weet het niet.
    Laten we het uitzoeken',
  • 7:16 - 7:18
    dan wordt wiskunde een avontuur.
  • 7:20 - 7:23
    En ouders, datzelfde geldt voor jullie.
  • 7:23 - 7:26
    Als je samen met je kind
    wiskunde zit te doen,
  • 7:26 - 7:28
    hoef je niet overal
    een antwoord op te hebben.
  • 7:29 - 7:32
    Je kunt je kind vragen
    het aan jou uit te leggen,
  • 7:32 - 7:34
    of je kunt proberen
    het samen uit te zoeken.
  • 7:36 - 7:40
    Leer ze dat niet weten
    niet hetzelfde is als falen.
  • 7:40 - 7:43
    Het is de eerste stap naar begrijpen.
  • 7:44 - 7:50
    Dus als die groep me vraagt
    of oranje staat voor 'even',
  • 7:50 - 7:52
    hoef ik ze het antwoord niet te vertellen.
  • 7:52 - 7:55
    Ik hoef het antwoord niet eens te weten.
  • 7:55 - 7:59
    Ik kan een van hen vragen me uit te leggen
    waarom zij denkt dat het zo is.
  • 7:59 - 8:02
    Of we kunnen het idee in de groep gooien.
  • 8:03 - 8:06
    Want als ze weten dat het antwoord
    niet van mij zal komen,
  • 8:06 - 8:09
    zullen ze elkaar moeten overtuigen
    en moeten discussiëren
  • 8:09 - 8:11
    om uit te vinden wat waar is.
  • 8:11 - 8:14
    Dus een student zegt:
    'Kijk, 2, 4, 6, 8, 10, 12.
  • 8:14 - 8:16
    Kijk maar naar alle even getallen,
  • 8:16 - 8:17
    ze hebben allemaal oranje.
  • 8:17 - 8:19
    Wat wil je nog meer?'
  • 8:19 - 8:21
    Een andere student zegt:
    'Maar wacht eens even.
  • 8:21 - 8:22
    Ik snap wat je bedoelt,
  • 8:22 - 8:25
    maar sommige van die getallen
    hebben één oranje stukje
  • 8:25 - 8:27
    en andere twee of drie.
  • 8:27 - 8:29
    Kijk naar 48.
  • 8:29 - 8:32
    Dat heeft vier oranje stukjes.
  • 8:32 - 8:36
    Wil je zeggen dat 48
    vier keer zo even is als 46?
  • 8:36 - 8:38
    Daar moet meer achter zitten.'
  • 8:39 - 8:42
    Door niet de antwoordknop te zijn
  • 8:42 - 8:46
    maak je ruimte voor dit soort
    wiskundige conversatie en debat.
  • 8:46 - 8:49
    En iedereen gaat meedoen,
  • 8:49 - 8:52
    want we zien graag
    dat mensen het oneens zijn.
  • 8:52 - 8:57
    Want wees eerlijk: waar anders
    zie je nog echt hardop denken?
  • 8:57 - 9:01
    Studenten twijfelen, bevestigen,
    ontkennen, begrijpen.
  • 9:02 - 9:06
    En alles wat je als leraar hoeft te doen
    is niet de antwoordknop zijn
  • 9:06 - 9:09
    en 'ja' zeggen tegen hun ideeën.
  • 9:11 - 9:13
    En dat is beginsel 4.
  • 9:14 - 9:16
    Nu is deze wel lastig.
  • 9:16 - 9:19
    Wat als een student tegen je zegt
    dat 2 plus 2 samen 12 is?
  • 9:20 - 9:22
    Dat moet je corrigeren, niet?
  • 9:22 - 9:25
    Het is waar dat we willen
    dat studenten de basisfeiten kennen
  • 9:25 - 9:27
    en hoe je ze moet gebruiken.
  • 9:27 - 9:31
    Maar 'ja' zeggen is niet hetzelfde
    als zeggen: 'Je hebt gelijk.'
  • 9:32 - 9:36
    Je kunt alle ideeën, zelfs verkeerde,
    toelaten tot het debat
  • 9:36 - 9:38
    en 'ja' zeggen tegen
    het recht van je student
  • 9:38 - 9:42
    om aan het wiskundig denken mee te doen.
  • 9:43 - 9:49
    Je idee zonder meer afgewezen zien
    werkt ontmoedigend.
  • 9:49 - 9:53
    Het geaccepteerd, bestudeerd
    en ontkracht zien, voelt als respect.
  • 9:54 - 9:58
    Het is veel overtuigender als je ongelijk
    wordt aangetoond door je klasgenoten,
  • 9:58 - 10:00
    dan dat de leraar zegt dat het fout is.
  • 10:01 - 10:04
    Maar ik kan het nog sterker vertellen.
  • 10:05 - 10:08
    Hoe weet je eigenlijk
    dat 2 plus 2 geen 12 is?
  • 10:09 - 10:12
    Wat als we 'ja' zouden zeggen
    tegen dat idee?
  • 10:13 - 10:14
    Ik weet het niet.
  • 10:14 - 10:16
    Laten we eens kijken.
  • 10:18 - 10:20
    Als 2 plus 2 samen 12 zou zijn,
  • 10:21 - 10:25
    dan zou 2 plus 1 één minder zijn,
    dus dat zou 11 zijn.
  • 10:26 - 10:29
    En dat zou betekenen dat 2 plus 0,
    wat gewoon 2 is, 10 zou zijn.
  • 10:30 - 10:33
    Maar als 2 gelijk is aan 10,
    zou 1 gelijk zijn aan 9
  • 10:33 - 10:35
    en 0 zou 8 zijn.
  • 10:35 - 10:37
    Ik moet toegeven
    dat dit er lelijk uitziet --
  • 10:39 - 10:41
    alsof we de wiskunde hebben gebroken.
  • 10:42 - 10:45
    Maar nu begrijp ik
    waarom dat niet waar kan zijn,
  • 10:46 - 10:47
    door er over na te denken.
  • 10:47 - 10:51
    Als we op een getallenlijn zouden zitten
  • 10:51 - 10:54
    en ik ben bij 0, dan is 8
    acht stappen die kant uit,
  • 10:54 - 10:56
    en ik kan niet acht stappen
    die kant uit doen
  • 10:56 - 10:59
    en weer terug zijn waar ik begon.
  • 11:01 - 11:03
    Tenzij ...
  • 11:03 - 11:04
    (Gelach)
  • 11:05 - 11:07
    het helemaal geen getallenlijn was.
  • 11:08 - 11:11
    Wat als het een getallencirkel was?
  • 11:12 - 11:15
    Dan zou ik na acht stappen
    weer op dezelfde plaats uitkomen.
  • 11:15 - 11:16
    8 zou 0 zijn.
  • 11:16 - 11:19
    Al het oneindige
    aantal getallen op de lijn
  • 11:19 - 11:22
    zouden zijn opgestapeld
    op die acht plekken.
  • 11:23 - 11:25
    En we zijn in een nieuwe wereld.
  • 11:27 - 11:30
    We zijn maar aan het spelen, nietwaar?
  • 11:32 - 11:34
    Maar zo wordt nieuwe wiskunde ontdekt.
  • 11:36 - 11:40
    Wiskundigen bestuderen feitelijk
    al heel lang getallencirkels.
  • 11:40 - 11:43
    Ze hebben een sexy naam en alles:
  • 11:43 - 11:45
    modulaire wiskunde.
  • 11:45 - 11:47
    En de wiskunde klopt niet alleen,
  • 11:47 - 11:49
    ze blijkt ook nog belachelijk handig
  • 11:49 - 11:53
    op gebieden als cryptografie
    en computerwetenschap.
  • 11:53 - 11:55
    Het is feitelijk niet overdreven te zeggen
  • 11:55 - 11:58
    dat je je creditcardnummer
    veilig online kunt gebruiken
  • 11:58 - 12:00
    omdat iemand bereid was te vragen:
  • 12:00 - 12:04
    'Wat als het een getallencirkel was
    in plaats van een getallenlijn?'
  • 12:05 - 12:09
    Dus ja, we moeten leerlingen
    leren dat 2 plus 2 samen 4 is.
  • 12:10 - 12:14
    Maar we moeten ook 'ja' zeggen
    tegen hun ideeën en vragen
  • 12:15 - 12:18
    en de nieuwsgierigheid aanmoedigen
    die we graag bij ze zien.
  • 12:18 - 12:21
    Er is moed voor nodig om te vragen:
    'Wat als 2 plus 2 nu 12 is?'
  • 12:21 - 12:24
    en daar de consequenties
    van te onderzoeken.
  • 12:25 - 12:27
    Er is moed voor nodig om te zeggen:
  • 12:27 - 12:31
    'Wat als de hoeken van een driehoek
    samen geen 180 graden zouden zijn?'
  • 12:31 - 12:34
    of 'Wat als je de wortel
    kon trekken van -1?'
  • 12:35 - 12:38
    of 'Wat als je oneindigheid
    in verschillende maten had?'
  • 12:39 - 12:42
    Maar die moed en die vragen
  • 12:43 - 12:46
    hebben tot enkele van de grootste
    doorbraken in de geschiedenis geleid.
  • 12:47 - 12:50
    Alles wat nodig is,
    is de wil om te spelen.
  • 12:51 - 12:54
    En dat is beginsel 5.
  • 12:55 - 12:58
    Wiskunde gaat niet
    over het volgen van regels.
  • 12:58 - 13:00
    Het gaat over spelen
  • 13:00 - 13:03
    en ontdekken en vechten
    en speuren naar aanknopingspunten
  • 13:03 - 13:05
    en soms dingen breken.
  • 13:06 - 13:09
    Einstein noemde spelen
    de hoogste vorm van onderzoek.
  • 13:10 - 13:14
    En een wiskundeleraar die zijn leerlingen
    laat spelen met wiskunde
  • 13:14 - 13:18
    geeft ze het cadeau van eigenaarschap.
  • 13:19 - 13:20
    Spelen met wiskunde kan voelen
  • 13:20 - 13:23
    als door het bos rennen
    toen je nog een kind was.
  • 13:23 - 13:27
    En ook al liep je op een pad,
    het voelde of het allemaal van jou was.
  • 13:28 - 13:31
    Ouders, als je wil weten
  • 13:31 - 13:34
    hoe je de wiskundige instincten
    van je kinderen moet koesteren,
  • 13:34 - 13:35
    dan is spelen je antwoord.
  • 13:36 - 13:40
    Wat boeken zijn voor lezen,
    is spelen voor wiskunde.
  • 13:40 - 13:43
    En een huis vol blokken
    en puzzels en spelletjes en spel
  • 13:44 - 13:47
    is een huis waar wiskundig
    denken kan floreren.
  • 13:49 - 13:55
    Ik geloof dat we wiskundig denken
    overal kunnen laten floreren.
  • 13:56 - 13:58
    We kunnen ons niet veroorloven
    wiskunde te misbruiken
  • 13:58 - 14:01
    om passieve regelknechten te maken.
  • 14:01 - 14:04
    Wiskunde heeft het in zich
    ons waardevolste wapen te zijn
  • 14:04 - 14:08
    om de volgende generatie mee te leren
    de toekomst het hoofd te bieden
  • 14:08 - 14:12
    met moed, nieuwsgierigheid
    en creativiteit.
  • 14:13 - 14:15
    En als alle studenten een kans krijgen
  • 14:15 - 14:20
    de schoonheid en kracht te ervaren
    van authentiek wiskundig denken,
  • 14:21 - 14:25
    dan zal het wellicht
    niet zo vreemd klinken als ze zeggen:
  • 14:26 - 14:27
    'Wiskunde?
  • 14:28 - 14:31
    Ik hou van wiskunde.'
  • 14:32 - 14:33
    Dankjewel.
  • 14:33 - 14:36
    (Applaus)
Title:
Vijf beginselen voor buitengewoon wiskundeonderwijs | Dan Finkel | TEDxRainier
Description:

In deze verrassende en onderhoudende talk nodigt Dan Finkel ons uit, het leren en onderwijzen van wiskunde speels te benaderen -- en met moed en nieuwsgierigheid.

Deze talk werd gehouden op een TEDx-evenement, in de stijl van de TED-conferenties, maar onafhankelijk georganiseerd door een lokaal team. Meer informatie hierover op http://ted.com/tedx

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDxTalks
Duration:
14:42

Dutch subtitles

Revisions