< Return to Video

Binnenkort genezen we ziektes met een cel, niet met een pil

  • 0:01 - 0:05
    Ik wil met jullie praten
    over de toekomst van de geneeskunde.
  • 0:05 - 0:09
    Maar voordat ik dat doe,
    wil ik het even hebben over het verleden.
  • 0:09 - 0:13
    Gedurende een groot deel van de recente
    geschiedenis van de geneeskunde,
  • 0:13 - 0:17
    hebben we nagedacht
    over ziekte en behandeling
  • 0:17 - 0:20
    in termen van een heel eenvoudig model.
  • 0:20 - 0:23
    In feite is het model zo eenvoudig
  • 0:23 - 0:26
    dat je het zou kunnen
    samenvatten in zes woorden:
  • 0:26 - 0:30
    krijg ziekte, neem pil, dood iets.
  • 0:31 - 0:36
    De reden dat dit model zo dominant is,
  • 0:36 - 0:38
    is natuurlijk de antibiotica-revolutie.
  • 0:38 - 0:42
    Misschien weten jullie het niet,
    maar toevallig vieren we
  • 0:42 - 0:46
    het honderdste jaar van de invoering
    van antibiotica in de Verenigde Staten.
  • 0:46 - 0:48
    Maar jullie weten wel
  • 0:48 - 0:52
    dat dat een totale ommekeer bracht.
  • 0:53 - 0:57
    Plots was daar een stof,
    hetzij uit de natuurlijke wereld
  • 0:57 - 0:59
    of kunstmatig gesynthetiseerd
    in een laboratorium,
  • 1:00 - 1:03
    die door je lichaam stroomde,
  • 1:03 - 1:06
    zijn doel vond,
  • 1:06 - 1:07
    zich eraan vastklikte -
  • 1:07 - 1:09
    een microbe of een deel van een microbe -
  • 1:10 - 1:13
    om dan als een sleutel in een slot
  • 1:13 - 1:17
    op een uitgelezen
    precieze manier in te grijpen.
  • 1:18 - 1:22
    Een ziekte die daarvoor nog dodelijk was -
  • 1:22 - 1:25
    longontsteking, syfilis, tuberculose -
  • 1:25 - 1:29
    werd nu ziekte die te genezen
    of te behandelen was.
  • 1:30 - 1:32
    Je krijgt een longontsteking,
  • 1:32 - 1:34
    je neemt penicilline,
  • 1:34 - 1:35
    je doodt de microbe
  • 1:35 - 1:37
    en je geneest van de ziekte.
  • 1:38 - 1:41
    Dit idee was zo verleidelijk
  • 1:41 - 1:46
    en de metafoor van slot en sleutel
    en iets doden was zo krachtig,
  • 1:46 - 1:48
    dat het door de hele biologie raasde.
  • 1:48 - 1:50
    Het was een transformatie als geen ander.
  • 1:52 - 1:55
    De laatste 100 jaar
  • 1:55 - 1:58
    hebben we geprobeerd om dat model
    steeds weer toe te passen
  • 1:58 - 2:01
    op niet-besmettelijke ziekten,
  • 2:01 - 2:04
    chronische ziekten zoals diabetes,
    hoge bloeddruk en hartziekte.
  • 2:05 - 2:09
    Dat werkte,
    maar gedeeltelijk.
  • 2:09 - 2:11
    Ik toon het even.
  • 2:11 - 2:14
    Als je het hele universum bekijkt
  • 2:14 - 2:17
    van alle chemische reacties
    in het menselijk lichaam,
  • 2:17 - 2:20
    elke chemische reactie
    waartoe je lichaam in staat is,
  • 2:20 - 2:24
    dan denken de meeste mensen dat
    dat in de orde van een miljoen is.
  • 2:24 - 2:25
    Laten we zeggen: één miljoen.
  • 2:25 - 2:27
    Nu kan je vragen:
  • 2:27 - 2:29
    hoeveel of welk gedeelte van die reacties
  • 2:29 - 2:31
    kan daadwerkelijk aangepakt worden
  • 2:31 - 2:36
    door de hele farmacopee,
    de gehele medicinale chemie?
  • 2:36 - 2:38
    Dat aantal is 250.
  • 2:40 - 2:42
    De rest bestaat uit chemische duisternis.
  • 2:42 - 2:48
    In andere woorden, slechts 0,025%
    van alle chemische reacties in het lichaam
  • 2:48 - 2:53
    zijn eigenlijk aan te pakken
    met dit slot-en-sleutelmechanisme.
  • 2:54 - 2:57
    Als je de menselijke fysiologie bekijkt
  • 2:57 - 3:00
    als een uitgestrekt,
    wereldwijd telefoonnetwerk
  • 3:00 - 3:04
    met interactieve knooppunten
    en interactieve lijnen,
  • 3:05 - 3:08
    dan beperkt onze hele medicinale chemie
  • 3:08 - 3:10
    zich tot een klein hoekje
  • 3:10 - 3:13
    ergens aan de rand van dat netwerk.
  • 3:13 - 3:17
    Het is net alsof je
    onze gehele farmaceutische chemie
  • 3:17 - 3:20
    vergelijkt met een telefoniste
    in Wichita, Kansas,
  • 3:20 - 3:24
    die aan ongeveer 10 of 15
    telefoonlijnen zit te sleutelen.
  • 3:25 - 3:27
    Wat doen we met dit idee?
  • 3:28 - 3:31
    Wat als we de aanpak eens omgooiden?
  • 3:32 - 3:35
    In feite blijkt
    dat de natuurlijke wereld
  • 3:35 - 3:41
    ons in de richting stuurt
    om over ziekte te denken
  • 3:41 - 3:42
    op een radicaal andere manier.
  • 3:42 - 3:46
    In plaats van: ziekte, medicijnen, doel.
  • 3:47 - 3:50
    De natuur is hiërarchisch
    opwaarts georganiseerd,
  • 3:50 - 3:52
    niet omlaag, maar omhoog.
  • 3:52 - 3:59
    We beginnen met een zelfregulerende,
    semi-autonome eenheid: de cel.
  • 4:00 - 4:03
    Deze zelfregulerende,
    semi-autonome eenheden
  • 4:03 - 4:08
    leiden tot andere zelfregulerende,
    semi-autonome eenheden: de organen.
  • 4:08 - 4:11
    Die organen vormen
    dan weer dingen als mensen.
  • 4:12 - 4:16
    Deze leven uiteindelijk
    dan weer in omgevingen,
  • 4:16 - 4:19
    die deels zelfregulerend
    en deels semi-autonoom zijn.
  • 4:21 - 4:24
    Wat zo leuk is
    aan dit hiërarchische schema
  • 4:24 - 4:26
    van omhoog bouwen
    in plaats van naar beneden,
  • 4:26 - 4:30
    is dat het ons ook in staat stelt
    om over ziekte na te denken
  • 4:30 - 4:32
    op een enigszins andere manier.
  • 4:32 - 4:35
    Neem een ziekte zoals kanker.
  • 4:36 - 4:37
    Sinds de jaren 1950,
  • 4:37 - 4:40
    hebben we nogal wanhopig geprobeerd
  • 4:40 - 4:43
    om dit slot-en-sleutelmodel
    op kanker toe te passen.
  • 4:43 - 4:46
    We hebben geprobeerd om cellen te doden
  • 4:46 - 4:50
    met verschillende chemotherapieën
    of gerichte therapieën,
  • 4:50 - 4:53
    en, zoals jullie wel weten,
    heeft dat gewerkt.
  • 4:53 - 4:55
    Het werkte voor ziekten als leukemie
  • 4:55 - 4:57
    en voor sommige vormen van borstkanker,
  • 4:57 - 5:01
    maar uiteindelijk stoot je
    tegen een plafond met die aanpak.
  • 5:01 - 5:03
    Pas in de laatste 10 jaar of zo
  • 5:03 - 5:07
    begonnen we eraan te denken
    om het immuunsysteem te gebruiken.
  • 5:07 - 5:10
    Een kankercel groeit immers
    niet in een vacuüm,
  • 5:10 - 5:11
    maar in een menselijk organisme.
  • 5:11 - 5:14
    Misschien kon je die organische capaciteit
    wel gebruiken:
  • 5:14 - 5:17
    mensen hebben een immuunsysteem
    om kanker aan te vallen.
  • 5:17 - 5:19
    Dat leidde tot een aantal
  • 5:19 - 5:22
    van de meest spectaculaire
    nieuwe geneesmiddelen voor kanker.
  • 5:22 - 5:26
    Tenslotte is er nog
    het niveau van het milieu, niet?
  • 5:26 - 5:29
    We denken niet aan kanker
    als het veranderen van het milieu.
  • 5:29 - 5:34
    Maar laat me een voorbeeld geven
    van een intens kankerverwekkende omgeving:
  • 5:34 - 5:36
    een gevangenis.
  • 5:36 - 5:41
    Combineer eenzaamheid,
    depressie, opsluiting
  • 5:41 - 5:43
    en voeg hierbij,
  • 5:43 - 5:46
    opgerold in een klein stukje wit papier,
  • 5:47 - 5:51
    een van de meest potente neurostimulantia
    die we kennen, nicotine,
  • 5:51 - 5:56
    een van de meest krachtige
    verslavende stoffen die je kent,
  • 5:56 - 5:59
    en je hebt een pro-carcinogene omgeving.
  • 6:00 - 6:02
    Maar er bestaan ook
    anti-carcinogene omgevingen.
  • 6:02 - 6:05
    Er zijn pogingen gedaan
    om milieus te creëren,
  • 6:05 - 6:08
    het hormonale milieu voor borstkanker
    veranderen, bijvoorbeeld.
  • 6:08 - 6:10
    We proberen
    het metabole milieu te veranderen
  • 6:10 - 6:12
    voor andere vormen van kanker.
  • 6:12 - 6:14
    Of neem een andere ziekte,
    zoals depressie.
  • 6:14 - 6:17
    Alweer naar boven werkend,
  • 6:17 - 6:21
    hebben we sinds de jaren 1960 en 1970
    opnieuw wanhopig geprobeerd
  • 6:21 - 6:25
    moleculen uit te schakelen
    die tussen zenuwcellen werken -
  • 6:25 - 6:27
    serotonine, dopamine -
  • 6:27 - 6:29
    om depressie op die manier te genezen.
  • 6:29 - 6:32
    Het werkte,
    maar weer werd een limiet bereikt.
  • 6:33 - 6:36
    Nu weten we dat wat je
    waarschijnlijk echt moet doen:
  • 6:36 - 6:39
    de fysiologie wijzigen
    van het orgaan, de hersenen,
  • 6:39 - 6:41
    ze herbedraden, ze herbouwen.
  • 6:41 - 6:43
    Studie na studie heeft aangetoond
  • 6:43 - 6:45
    dat praattherapie precies dat doet.
  • 6:45 - 6:48
    Studie na studie heeft aangetoond
    dat praattherapie
  • 6:48 - 6:51
    in combinatie met geneesmiddelen, pillen,
  • 6:51 - 6:53
    veel effectiever is dan elk apart.
  • 6:53 - 6:56
    Kunnen we ons
    een meeslepender omgeving indenken
  • 6:56 - 6:57
    om een depressie te veranderen?
  • 6:57 - 7:01
    Kun je de signalen die depressie
    uitlokken, buitensluiten?
  • 7:02 - 7:07
    Alweer omhoogklimmen langs deze
    hiërarchische keten van organisatie.
  • 7:08 - 7:10
    Waar het hier misschien echt om gaat,
  • 7:10 - 7:14
    is niet het medicijn zelf,
    maar een metafoor.
  • 7:14 - 7:16
    In plaats van iets te doden,
  • 7:16 - 7:20
    in het geval van de grote
    chronische degeneratieve ziekten -
  • 7:20 - 7:22
    nierfalen, diabetes,
    hoge bloeddruk, osteoartritis -
  • 7:22 - 7:24
    moeten we misschien eerder
  • 7:24 - 7:27
    naar de metafoor
    van iets te laten groeien.
  • 7:27 - 7:29
    Dat is misschien wel het belangrijkste
  • 7:29 - 7:31
    om ons denken over geneeskunde te herzien.
  • 7:31 - 7:35
    Dat idee van veranderen,
  • 7:35 - 7:37
    van een perceptuele verschuiving,
    als het ware,
  • 7:37 - 7:41
    kwam ongeveer 10 jaar geleden wel
    op een zeer persoonlijke manier bij me op.
  • 7:41 - 7:43
    10 jaar geleden
    - ik ren al bijna mijn hele leven -
  • 7:43 - 7:45
    ging ik op een zaterdagochtend hardlopen.
  • 7:45 - 7:48
    De volgende morgen
    kon ik niet meer bewegen.
  • 7:48 - 7:50
    Mijn rechterknie was opgezwollen,
  • 7:50 - 7:53
    en je kon een onheilspellende geknars
    van bot tegen bot horen.
  • 7:54 - 7:59
    Een van de voordelen van het arts zijn,
    is dat je je eigen MRI’s kan bestellen.
  • 7:59 - 8:03
    Ik had de week erop een MRI,
    en zo zag het eruit.
  • 8:03 - 8:07
    De meniscus van kraakbeen tussen het bot
  • 8:07 - 8:11
    was helemaal gescheurd
    en het bot zelf was verbrijzeld.
  • 8:11 - 8:13
    Voordat je medelijden met me krijgt,
  • 8:13 - 8:15
    geef ik een paar feiten.
  • 8:15 - 8:19
    Als ik een MRI zou nemen
    van elke persoon in dit publiek,
  • 8:19 - 8:21
    dan zou 60% van jullie tekenen vertonen
  • 8:22 - 8:24
    van bot- en kraakbeendegeneratie
    zoals hier.
  • 8:24 - 8:28
    85 procent van alle vrouwen
    op de leeftijd van 70
  • 8:28 - 8:31
    zou matige tot ernstige
    kraakbeendegeneratie vertonen.
  • 8:31 - 8:33
    50 tot 60% van de mannen in het publiek
  • 8:33 - 8:35
    zou ook dergelijke tekenen vertonen.
  • 8:35 - 8:37
    Dit is dus een veel voorkomende ziekte.
  • 8:37 - 8:39
    Een tweede voordeel van het arts zijn,
  • 8:39 - 8:42
    is dat je kunt gaan experimenteren
    op je eigen kwalen.
  • 8:42 - 8:44
    Ongeveer 10 jaar geleden zijn we begonnen,
  • 8:44 - 8:47
    we brachten dit proces naar het lab,
  • 8:47 - 8:49
    en begonnen met eenvoudige experimenten,
  • 8:49 - 8:51
    om degeneratie mechanisch
    proberen op te lossen.
  • 8:51 - 8:56
    We injecteerden chemicaliën
    in de knieholtes van dieren
  • 8:56 - 8:59
    om te proberen
    de kraakbeendegeneratie te keren.
  • 8:59 - 9:03
    Een korte samenvatting van een zeer lang
    en pijnlijk proces:
  • 9:03 - 9:05
    het draaide op niets uit.
  • 9:05 - 9:06
    Er gebeurde niks.
  • 9:07 - 9:12
    Ongeveer zeven jaar geleden hadden we
    een onderzoeksstudent uit Australië.
  • 9:12 - 9:13
    Het leuke van Australiërs is
  • 9:13 - 9:17
    dat ze gewoon zijn om de wereld
    op zijn kop te bekijken.
  • 9:17 - 9:18
    (Gelach)
  • 9:18 - 9:22
    Dan suggereerde: "Misschien is
    het helemaal geen mechanisch probleem.
  • 9:22 - 9:26
    Ook geen chemisch probleem.
    Misschien is het een stamcelprobleem."
  • 9:27 - 9:30
    Met andere woorden:
    hij had twee hypothesen.
  • 9:30 - 9:33
    Nummer één, er bestaat zoiets
    als een skeletstamcel -
  • 9:34 - 9:37
    die het hele gewervelde skelet opbouwt:
  • 9:37 - 9:40
    bot, kraakbeen en de vezelachtige
    elementen van het skelet,
  • 9:40 - 9:42
    net zoals er een stamcel zit in het bloed,
  • 9:42 - 9:44
    en een stamcel in het zenuwstelsel.
  • 9:44 - 9:46
    Ten tweede,
    misschien is de degeneratie
  • 9:46 - 9:48
    of het disfunctioneren van deze stamcellen
  • 9:48 - 9:50
    de oorzaak van osteochondrale arthritis,
  • 9:50 - 9:52
    die veel voorkomende kwaal.
  • 9:52 - 9:55
    Het kwam er dus op neer
    dat we op zoek waren naar een pil
  • 9:55 - 9:57
    terwijl we eigenlijk
    een cel moesten zoeken.
  • 9:57 - 10:00
    We veranderden onze modellen,
  • 10:00 - 10:03
    en begonnen te zoeken
    naar skelet-stamcellen.
  • 10:04 - 10:06
    Om weer een lang verhaal kort te maken,
  • 10:06 - 10:09
    ongeveer vijf jaar geleden
    vonden we deze cellen.
  • 10:10 - 10:12
    Ze leven in het skelet.
  • 10:12 - 10:15
    Hier is een schema
    en een echte foto van een ervan.
  • 10:15 - 10:17
    Het witte spul is bot,
  • 10:17 - 10:20
    en deze rode kolommen en de gele cellen
  • 10:20 - 10:23
    zijn cellen die zijn ontstaan
    uit één soort skelet-stamcel -
  • 10:24 - 10:27
    kolommen van kraakbeen,
    kolommen van bot uit één soort cel.
  • 10:27 - 10:30
    Deze cellen zijn fascinerend.
    Ze hebben vier eigenschappen.
  • 10:30 - 10:34
    Ten eerste: ze leven
    waar we ze verwachten.
  • 10:34 - 10:36
    Net onder het oppervlak van het bot,
  • 10:36 - 10:38
    onder het kraakbeen.
  • 10:38 - 10:41
    Zelfs in de biologie gaat het om
    locatie, locatie en locatie.
  • 10:41 - 10:45
    Ze bewegen naar de juiste plaatsen
    om er bot en kraakbeen te vormen.
  • 10:45 - 10:46
    Dat is een.
  • 10:46 - 10:48
    Hier een interessante eigenschap:
  • 10:48 - 10:50
    je kunt ze uit het skelet halen
  • 10:50 - 10:53
    en ze in petrischalen
    in het laboratorium kweken.
  • 10:53 - 10:55
    Alles wat ze willen is kraakbeen aanmaken.
  • 10:55 - 10:57
    Bedenk hoe we
    met de beste wil in de wereld
  • 10:57 - 11:00
    geen kraakbeen konden maken?
    Deze cellen willen niets liever.
  • 11:00 - 11:03
    Ze vormen hun eigen laagjes
    kraakbeen om zich heen.
  • 11:03 - 11:06
    Drie: ze zijn ook
    de efficiëntste reparateurs
  • 11:06 - 11:08
    van breuken die we
    ooit zijn tegengekomen.
  • 11:09 - 11:12
    Dit is een klein bot,
    een muisbot dat we braken
  • 11:12 - 11:13
    en vanzelf lieten genezen.
  • 11:13 - 11:16
    Stamcellen repareerden het bot (geel) en
  • 11:16 - 11:19
    het kraakbeen (wit) bijna volledig.
  • 11:19 - 11:23
    Als je ze labelt
    met een fluorescerende kleurstof
  • 11:23 - 11:26
    kan je ze zien als een
    eigenaardig soort cellulaire lijm
  • 11:26 - 11:29
    die een fractuur lokaal komen herstellen
  • 11:29 - 11:31
    en dan stoppen met hun werk.
  • 11:31 - 11:34
    Punt vier is het meest onheilspellende:
  • 11:34 - 11:37
    hun aantal daalt plotsklaps
  • 11:37 - 11:41
    met een factor 10 tot 50,
    als je ouder wordt.
  • 11:42 - 11:44
    Waar het eigenlijk op neerkwam,
  • 11:44 - 11:47
    was dat we in een perceptuele verschuiving
    terecht kwamen.
  • 11:47 - 11:50
    We vertrokken op jacht naar pillen
  • 11:50 - 11:52
    maar we vonden uiteindelijk theorieën.
  • 11:52 - 11:54
    In zekere zin
  • 11:54 - 11:56
    waren we verkocht aan dit idee:
  • 11:56 - 11:59
    cellen, organismen, omgevingen.
  • 11:59 - 12:02
    Want nu dachten we aan botstamcellen,
  • 12:02 - 12:05
    aan artritis in termen
    van een cellulaire ziekte.
  • 12:06 - 12:08
    Dan de volgende vraag:
    zijn er organen?
  • 12:08 - 12:11
    Kan je dit als een weefsel
    buiten het lichaam bouwen?
  • 12:11 - 12:14
    Kun je kraakbeen
    op traumaplaatsen implanteren?
  • 12:14 - 12:16
    En misschien wel het meest interessant:
  • 12:16 - 12:19
    kan je omhoog werken
    en omgevingen creëren?
  • 12:19 - 12:22
    We weten dat oefening bot renoveert,
  • 12:22 - 12:24
    maar ja, niemand van ons gaat oefenen.
  • 12:24 - 12:29
    Kun je dan manieren bedenken om bot
    passief aan te brengen en te verwijderen
  • 12:29 - 12:34
    om degenererend kraakbeen
    te recreëren of te regenereren?
  • 12:34 - 12:37
    Misschien nog interessanter
    en belangrijker:
  • 12:37 - 12:40
    kan je dit model algemener
    buiten de geneeskunde toepassen?
  • 12:40 - 12:44
    Waar het om gaat, zoals ik al zei,
    is niet iets doden,
  • 12:44 - 12:46
    maar iets laten groeien.
  • 12:46 - 12:51
    Dat roept een reeks van de
    meest interessante vragen op
  • 12:51 - 12:55
    over de manier waarop we denken
    over geneeskunde in de toekomst.
  • 12:55 - 12:58
    Kan je medicijn een cel
    en geen pil zijn?
  • 12:59 - 13:00
    Hoe kweken we deze cellen?
  • 13:01 - 13:04
    Wat gaan we doen om kwaadaardige
    groei van deze cellen te stoppen?
  • 13:04 - 13:08
    We hoorden over de problemen
    van het stimuleren van de groei.
  • 13:08 - 13:11
    Kunnen we in deze cellen
    zelfmoordgenen implanteren
  • 13:11 - 13:13
    om ze te laten stoppen met groeien?
  • 13:13 - 13:17
    Kan je geneesmiddel een orgaan zijn
    dat buiten het lichaam is gemaakt
  • 13:17 - 13:19
    en daarna in het lichaam geïmplanteerd?
  • 13:19 - 13:22
    Kan dat de degeneratie wat tegengaan?
  • 13:22 - 13:24
    Wat als dat orgaan geheugen moet hebben?
  • 13:24 - 13:28
    Bij bepaalde ziekten van het zenuwstelsel
    hebben sommige weefsels geheugen.
  • 13:28 - 13:31
    Hoe kunnen we die herinneringen
    terug implanteren?
  • 13:31 - 13:33
    Kunnen we deze weefsels opslaan?
  • 13:33 - 13:36
    Moet elk orgaan voor elk individu
    apart worden ontwikkeld
  • 13:36 - 13:37
    en dan teruggezet?
  • 13:39 - 13:41
    Misschien wel het raadselachtigste:
  • 13:41 - 13:43
    kan je medicijn een omgeving zijn?
  • 13:44 - 13:46
    Kun je een octrooi nemen op een omgeving?
  • 13:47 - 13:52
    In elke cultuur hebben sjamanen
    omgevingen als medicijnen gebruikt.
  • 13:52 - 13:55
    Kunnen we ons dat voorstellen
    voor onze toekomst?
  • 13:56 - 13:59
    Ik heb veel over modellen gesproken.
    Ik begon ermee.
  • 13:59 - 14:03
    Laat me eindigen met wat
    ideeën over het bouwen van modellen.
  • 14:03 - 14:04
    Dat doen wetenschappers.
  • 14:04 - 14:08
    Als een architect een model bouwt,
  • 14:08 - 14:11
    probeert hij of zij je een wereld
    in miniatuur te tonen.
  • 14:11 - 14:14
    Maar als een wetenschapper
    een model bouwt,
  • 14:14 - 14:17
    probeert hij of zij je de wereld
    in metafoor te tonen.
  • 14:18 - 14:21
    Hij of zij probeert om tot een nieuwe
    manier van zien te komen.
  • 14:21 - 14:26
    De eerste is een schaalverschuiving,
    de laatste een perceptuele verschuiving.
  • 14:27 - 14:31
    Antibiotica creëerden
    zo'n grote perceptuele verschuiving,
  • 14:31 - 14:35
    dat onze manier van denken
    over geneeskunde
  • 14:35 - 14:39
    de afgelopen eeuw
    heeft gekleurd en vervormd.
  • 14:40 - 14:45
    Maar we moeten nieuwe modellen bedenken
    voor de geneeskunde van de toekomst.
  • 14:45 - 14:47
    Daar gaat het om.
  • 14:48 - 14:51
    Een populaire gezegde luidt
  • 14:51 - 14:55
    dat we geen transformerende invloed
  • 14:55 - 14:57
    op de behandeling
    van ziekten hebben gehad,
  • 14:57 - 15:00
    omdat onze geneesmiddelen
    niet krachtig genoeg zijn.
  • 15:00 - 15:01
    Dat is gedeeltelijk waar.
  • 15:02 - 15:04
    Maar misschien is de echte reden wel
  • 15:04 - 15:07
    dat onze manieren
    van denken over medicijnen
  • 15:07 - 15:09
    niet krachtig genoeg zijn.
  • 15:09 - 15:12
    Het is zeker waar dat het mooi zou zijn
  • 15:12 - 15:15
    om nieuwe medicijnen te hebben.
  • 15:15 - 15:19
    Maar misschien gaat het wel
    om drie immateriëlere doelen:
  • 15:19 - 15:23
    mechanismen, modellen, metaforen.
  • 15:23 - 15:25
    Dankjewel.
  • 15:25 - 15:32
    (Applaus)
  • 15:34 - 15:37
    Chris Anderson:
    Ik hou echt van deze metafoor.
  • 15:37 - 15:39
    Hoe gaat het koppelen?
  • 15:39 - 15:42
    Er is veel gepraat in technologieland
  • 15:42 - 15:44
    over de personalisatie van de geneeskunde.
  • 15:44 - 15:47
    Met al deze gegevens zal de medische
    behandeling van de toekomst
  • 15:47 - 15:52
    specifiek zijn voor jou,
    jouw genoom, jouw huidige context.
  • 15:52 - 15:55
    Geldt dat ook voor dit model hier?
  • 15:55 - 15:57
    Siddhartha Mukherjee:
    Dat is een zeer interessante vraag.
  • 15:57 - 16:00
    Bij personalisatie van de geneeskunde
  • 16:00 - 16:02
    dachten we vooral aan genomica.
  • 16:02 - 16:05
    Het gen is zo'n dominante metafoor
  • 16:05 - 16:07
    in de hedendaagse geneeskunde
  • 16:07 - 16:09
    dat het genoom volgens ons
  • 16:09 - 16:12
    de personalisering van
    de geneeskunde mogelijk zal maken.
  • 16:12 - 16:15
    Maar natuurlijk is het genoom
    enkel de eerste schakel
  • 16:15 - 16:18
    van een lange keten van 'zijn'.
  • 16:19 - 16:22
    De eerste georganiseerde eenheid
    van die keten van zijn, is de cel.
  • 16:22 - 16:25
    Als we zo gaan werken,
  • 16:25 - 16:28
    moeten we denken aan het personaliseren
    van cellulaire therapieën,
  • 16:28 - 16:32
    vervolgens aan het personaliseren
    van orgaan- of organismale therapieën,
  • 16:32 - 16:35
    en uiteindelijk het personaliseren
    van immersietherapieën voor het milieu.
  • 16:35 - 16:38
    Ik denk dat voor elke fase -
  • 16:38 - 16:41
    je kent die metafoor wel:
    de ene schildpad op de vorige.
  • 16:41 - 16:43
    Hier is het: personalisatie op elk niveau.
  • 16:43 - 16:46
    CA: Dus als je zegt
    dat een geneesmiddel een cel
  • 16:46 - 16:48
    en geen pil kan zijn,
  • 16:48 - 16:50
    praat je mogelijk over je eigen cellen.
  • 16:50 - 16:53
    SM: Absoluut.
    CA: Dus omgezet naar stamcellen,
  • 16:53 - 16:57
    misschien getest op alle soorten
    geneesmiddelen of zoiets, en voorbereid.
  • 16:57 - 17:00
    SM: Er is geen misschien.
    Dit is wat we doen.
  • 17:00 - 17:04
    Dit is wat er gebeurt.
    In feite gaan we langzaamaan,
  • 17:04 - 17:07
    niet weg van genomica,
    maar naar integratie van genomica
  • 17:07 - 17:12
    in wat wij noemen multi-orde,
    semi-autonome, zelfregulerende systemen,
  • 17:12 - 17:15
    zoals cellen, organen en omgevingen.
  • 17:15 - 17:16
    CA: Dank je wel.
  • 17:16 - 17:18
    SM: Met plezier. Bedankt.
Title:
Binnenkort genezen we ziektes met een cel, niet met een pil
Speaker:
Siddhartha Mukherjee
Description:

Een hedendaagse medische behandeling komt neer op zes woorden: krijg ziekte, neem pil, dood iets. Maar dokter Siddhartha Mukherjee wijst de weg naar een totaal andere vorm van genezen.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
17:31

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions