< Return to Video

Evaluating with function notation | Functions and their graphs | Algebra II | Khan Academy

  • 0:00 - 0:01
    .
  • 0:00 - 0:02
    In deze video wil ik een paar voorbeelden
  • 0:02 - 0:04
    van functies behandelen.
  • 0:04 - 0:07
    Veel studenten vinden functies lastig
  • 0:07 - 0:09
    maar ik denk dat wanneer je het doorkrijgt
  • 0:09 - 0:11
    je zult zien dat het eigenlijk behoorlijk
  • 0:11 - 0:12
    eenvoudig is.
  • 0:12 - 0:14
    En je achteraf denkt,
  • 0:14 - 0:15
    was dat alles?
  • 0:15 - 0:17
    Een functie is slechts
  • 0:17 - 0:20
    een associatie tussen twee variabelen.
  • 0:20 - 0:26
    Wanneer je zegt dat y gelijk is aan een functie van x
  • 0:26 - 0:28
    betekent dat, geef me een x.
  • 0:28 - 0:32
    Je kan je voorstellen dat de functie als het ware de x opeet.
  • 0:32 - 0:34
    Je stopt een x in de functie.
  • 0:34 - 0:36
    De functie is slechts een set regels.
  • 0:36 - 0:39
    Die zegt, oh, met die x associeer ik
  • 0:39 - 0:41
    een bepaalde waarde van y.
  • 0:41 - 0:43
    Stel het voor als een soort van doos.
  • 0:43 - 0:46
    Stel het voor als een soort van doos.
  • 0:46 - 0:48
    Dat is een functie.
  • 0:48 - 0:54
    Als ik het een waarde geef, x, geeft het me
  • 0:54 - 0:57
    een andere waarde, y.
  • 0:57 - 0:58
    Klinkt misschien abstract.
  • 0:58 - 0:59
    Wat zijn deze x en y?
  • 0:59 - 1:03
    Misschien heb ik een functie -- ik maak er dit van.
  • 1:03 - 1:04
    Stel ik definieer een functie als volgt.
  • 1:04 - 1:06
    Stel ik definieer een functie als volgt.
  • 1:06 - 1:12
    For elke x die je me geeft, maak ik 1 als
  • 1:12 - 1:14
    x gelijk is aan -- ik weet niet -- 0.
  • 1:14 - 1:19
    Ik maak 2 als x gelijk is aan 1.
  • 1:19 - 1:21
    En anders maak ik 3.
  • 1:21 - 1:25
    En anders maak ik 3.
  • 1:25 - 1:29
    Nu hebben we gedefinieerd wat er in de doos gebeurt.
  • 1:29 - 1:32
    Dus laten we de doos eromheen tekenen.
  • 1:32 - 1:34
    Dit is onze doos.
  • 1:34 - 1:36
    Dit is gewoon een willekeurige functie definitie
  • 1:36 - 1:38
    maar hopelijk helpt het je begrijpen wat er
  • 1:38 - 1:40
    gebeurt met een functie.
  • 1:40 - 1:48
    Dus als ik x gelijk maak aan -- als ik x gelijk kies aan 7,
  • 1:48 - 1:52
    waar zal f van x gelijk aan zijn?
  • 1:52 - 1:56
    Waar zal f van 7 gelijk aan zijn?
  • 1:56 - 1:58
    Dus ik stop 7 in de doos.
  • 1:58 - 2:00
    Je kan het zien als een soort computer.
  • 2:00 - 2:03
    De computer kijkt naar de x en naar de regels.
  • 2:03 - 2:04
    En zegt, OK. x is 7.
  • 2:04 - 2:06
    Dus x is niet 0. x is niet 1.
  • 2:06 - 2:08
    Dan ga ik naar het andere scenario.
  • 2:08 - 2:10
    Dus ik spuug er een 3 uit.
  • 2:10 - 2:12
    Dus f van 7 is gelijk aan 3.
  • 2:12 - 2:15
    We schrijven f van 7 is gelijk aan 3.
  • 2:15 - 2:19
    Waar f de naam is van deze functie, deze set regels,
  • 2:19 - 2:21
    deze associatie, deze ... wat je
  • 2:21 - 2:22
    het maar wilt noemen.
  • 2:22 - 2:24
    Als je het een 7 geeft, maakt het een 3.
  • 2:24 - 2:27
    Als je f een 7 geeft, maakt het een 3.
  • 2:27 - 2:31
    Wat is f van 2?
  • 2:31 - 2:35
    Dat betekend dat in plaats van x is gelijk aan 7, geef ik het
  • 2:35 - 2:36
    een x gelijk aan 2.
  • 2:36 - 2:39
    Dan zal de computer in de functie zeggen
  • 2:39 - 2:43
    OK, even kijken, als x gelijk is aan 2.
  • 2:43 - 2:44
    Nee, ik ben nog steeds in het andere scenario.
  • 2:44 - 2:46
    X is niet 0 of 1.
  • 2:46 - 2:51
    Dus f van x is weer gelijk aan 3.
  • 2:51 - 2:53
    Dus f van x is weer gelijk aan 3.
  • 2:53 - 2:57
    Dus f van 2 is ook gelijk aan 3.
  • 2:57 - 3:03
    Wat gebeurd er nu als x gelijk is aan 1?
  • 3:03 - 3:05
    Dan zal het dit gewoon vervangen.
  • 3:05 - 3:08
    Dus f van 1.
  • 3:08 - 3:10
    Het zal naar z'n regels kijken.
  • 3:10 - 3:12
    Oh kijk, x is gelijk aan 1.
  • 3:12 - 3:13
    Dan kan ik deze regel hier gebruiken.
  • 3:13 - 3:16
    Dus als x gelijk is aan 1 spuug ik een 2 uit.
  • 3:16 - 3:19
    Dus f van 1 zal gelijk zijn aan 2.
  • 3:19 - 3:22
    Ik spuug f van 1 uit, wat gelijk is aan 2 in deze situatie.
  • 3:22 - 3:24
    Een functie is niet meer dan dat.
  • 3:24 - 3:29
    Laten we met dat in gedachte wat van deze voorbeelden behandelen.
  • 3:29 - 3:32
    Er staat: voor elk van de volgende functies,
  • 3:32 - 3:35
    evalueer deze verschillende functies
  • 3:35 - 3:38
    -- dat zijn de verschillende dozen die ze gemaakt hebben --
  • 3:38 - 3:39
    bij deze verschillende punten.
  • 3:39 - 3:43
    Eerst deel a. Ze definiëren de doos.
  • 3:43 - 3:48
    f van x is gelijk aan -2x + 3.
  • 3:48 - 3:52
    Gevraagd is wat er gebeurd als f gelijk is aan -3.
  • 3:52 - 3:54
    Nou, f is gelijk aan -3, dat vertelt me
  • 3:54 - 3:55
    wat doe ik met x?
  • 3:55 - 3:57
    Wat moet ik maken?
  • 3:57 - 4:00
    Overal waar ik een x zie, vervang ik die met -3.
  • 4:00 - 4:02
    Dus het is -2.
  • 4:02 - 4:05
    -- Laat het me zo doen dat je exact ziet wat ik doe.
  • 4:05 - 4:07
    Die -3, die schrijf ik in deze gewaagde kleur. --
  • 4:07 - 4:13
    Het is -2 keer -3, plus 3.
  • 4:13 - 4:16
    Let op, overal waar een x stond heb ik -3 geschreven.
  • 4:16 - 4:19
    Ik weet wat de zwarte doos zal maken.
  • 4:19 - 4:22
    Dat is gelijk aan -2 keer -3
  • 4:22 - 4:26
    is 6, plus 3, wat gelijk is aan 9.
  • 4:26 - 4:29
    Dus f van -3 is gelijk aan 9.
  • 4:29 - 4:32
    En f van 7?
  • 4:32 - 4:36
    Ik doe het zelfde nogmaals. f van -- deze schrijf ik in
  • 4:36 - 4:43
    het geel -- f van 7 is -2
  • 4:43 - 4:48
    keer 7, plus 3.
  • 4:48 - 4:50
    keer 7, plus 3.
  • 4:50 - 4:55
    Dus dit is gelijk aan -14 plus 3, wat gelijk is
  • 4:55 - 4:57
    aan -11.
  • 4:57 - 5:04
    Je stopt erin -- ik zal het duidelijk zeggen -- je stopt een 7
  • 5:04 - 5:11
    in onze functie f en het zal -11 uitspugen.
  • 5:11 - 5:13
    Dat is wat dit hier ons zojuist vertelde.
  • 5:13 - 5:15
    Dit is de regel.
  • 5:15 - 5:18
    Dit is gelijk aan wat ik hierboven deed.
  • 5:18 - 5:21
    Dit is de regel van onze functie.
  • 5:21 - 5:24
    Laten we de volgende twee doen.
  • 5:24 - 5:25
    Ik sla deel b over, die kan je doen voor je plezier.
  • 5:25 - 5:26
    Ik sla deel b over, die kan je doen voor je plezier.
  • 5:26 - 5:30
    Ik zal hierna deel c doen, om tijd te besparen.
  • 5:30 - 5:33
    Nu hebben we een f van 0.
  • 5:33 - 5:34
    Deze doe ik gewoon met één kleur.
  • 5:34 - 5:35
    Ik denk dat je het idee al door krijgt. f van 0.
  • 5:35 - 5:38
    Overal waar we een x zien, schrijven we een 0.
  • 5:38 - 5:40
    Dus -2 keer 0, plus 3.
  • 5:40 - 5:43
    Dus -2 keer 0, plus 3.
  • 5:43 - 5:44
    Dat wordt gewoon een 0.
  • 5:44 - 5:47
    Dus f van 0 is 3.
  • 5:47 - 5:49
    Nog een laatste. f van z.
  • 5:49 - 5:52
    Ze willen het abstract houden.
  • 5:52 - 5:53
    Ik zal het met kleuren aangeven.
  • 5:53 - 5:56
    Dus f van z.
  • 5:56 - 5:59
    Ik geef z een andere kleur.
  • 5:59 - 6:01
    f van z.
  • 6:01 - 6:06
    Overal waar we een x zagen
  • 6:06 - 6:08
    vervangen we die met een z.
  • 6:08 - 6:09
    -2.
  • 6:09 - 6:12
    In plaats van een x, schrijven we een z.
  • 6:12 - 6:14
    Hier schrijven we een oranje z.
  • 6:14 - 6:20
    -2 keer z, plus 3.
  • 6:20 - 6:24
    Dat is ons antwoord. f van z is -2z plus 3.
  • 6:24 - 6:28
    Haal onze doos voor de geest, de functie f.
  • 6:28 - 6:38
    Stop er een z in en je krijgt eruit
  • 6:38 - 6:43
    -2 keer de waarde van z, plus 3.
  • 6:43 - 6:45
    Meer staat er niet.
  • 6:45 - 6:48
    Het is wat abstracter, maar exact hetzelfde idee.
  • 6:48 - 6:52
    Laten we deel c doen.
  • 6:52 - 6:53
    Ik wis eerst dit.
  • 6:53 - 6:56
    Ik kom ruimte tekort.
  • 6:56 - 6:59
    Even deze zaken wissen.
  • 6:59 - 7:03
    Even deze zaken wissen.
  • 7:03 - 7:04
    We doen deel c.
  • 7:04 - 7:05
    Ik sla deel b over.
  • 7:05 - 7:08
    Die kan je zelf doen.
  • 7:08 - 7:11
    Deel b.
  • 7:11 - 7:13
    Gegeven, dit is onze functie definitie
  • 7:13 - 7:17
    Sorry, ik zei dat we deel c zouden doen.
  • 7:17 - 7:19
    Dit is onze functie definitie.
  • 7:19 - 7:26
    f van x is gelijk aan 5 keer 2, -x, gedeeld door 11.
  • 7:26 - 7:29
    We gebruiken deze verschillende waardes van x, deze verschillende
  • 7:29 - 7:33
    inputs in onze functie.
  • 7:33 - 7:40
    Dus f van -3 is gelijk aan 5 keer 2, min -- overal waar
  • 7:40 - 7:42
    we een x zien, schrijven we een -3.
  • 7:42 - 7:46
    2 min -3, gedeeld door 11.
  • 7:46 - 7:49
    Dat is gelijk aan 2 plus 3.
  • 7:49 - 7:51
    Is gelijk aan 5.
  • 7:51 - 7:53
    Je krijgt 5 keer 5, gedeeld door 11.
  • 7:53 - 7:57
    Is gelijk aan 25/11.
  • 7:57 - 7:58
    De volgende.
  • 7:58 - 8:00
    f van 7.
  • 8:00 - 8:07
    Voor deze tweede functie, f van 7 is gelijk aan
  • 8:07 - 8:11
    5 keer 2, min -- nu schrijven we voor x een 7.
  • 8:11 - 8:14
    2 min 7, gedeeld door 11.
  • 8:14 - 8:16
    Waar is dit gelijk aan?
  • 8:16 - 8:18
    2 min 7 is -5.
  • 8:18 - 8:24
    5 keer -5 is -25/11
  • 8:24 - 8:27
    Als laatste, nou er zijn er nog twee. f van 0.
  • 8:27 - 8:35
    Dat is gelijk aan 5 keer 2, min 0. Dus gewoon 2.
  • 8:35 - 8:36
    5 keer 2 is 10.
  • 8:36 - 8:39
    Dus dat is gelijk aan 10/11.
  • 8:39 - 8:40
    Nog een.
  • 8:40 - 8:42
    f van z.
  • 8:42 - 8:43
    Overal waar we een x zien, vervangen
  • 8:43 - 8:44
    we die met een z.
  • 8:44 - 8:50
    Het is gelijk aan 5 keer 2, min z, gedeeld door 11.
  • 8:50 - 8:51
    En dat is onze uitkomst.
  • 8:51 - 8:52
    We kunnen de 5 verdelen.
  • 8:52 - 8:57
    Het is hetzelfde als 10 min 5z, gedeeld door 11.
  • 8:57 - 9:00
    We kunnen dit zelfs schrijven in de standaard vorm.
  • 9:00 - 9:06
    Het is hetzelfde als -5/11 z, plus 10/11.
  • 9:06 - 9:07
    Deze zijn allemaal gelijk.
  • 9:07 - 9:10
    Maar dat is waar f van z gelijk aan is.
  • 9:10 - 9:12
    Nu.
  • 9:12 - 9:16
    Een functie, stelden we, als je me een waarde voor x geeft,
  • 9:16 - 9:16
    krijg je een uitkomst.
  • 9:16 - 9:19
    Ik geef je een f van x.
  • 9:19 - 9:23
    Dus als dit onze functie is, je geeft me een x,
  • 9:23 - 9:27
    het maakt een f van x.
  • 9:27 - 9:30
    Het kan slechts 1 f van x maken per x.
  • 9:30 - 9:33
    Er bestaat geen functie die twee uitkomsten van
  • 9:33 - 9:35
    een x kan maken.
  • 9:35 - 9:38
    Dus er bestaat geen functie -- dit zou een ongeldige
  • 9:38 - 9:43
    functie definitie zijn -- f van x is gelijk aan 3 als
  • 9:43 - 9:45
    x gelijk is aan 0.
  • 9:45 - 9:49
    Of het is gelijk aan 4 als x gelijk is aan 0.
  • 9:49 - 9:53
    Want in deze situatie weten we niet wat f van 0 is.
  • 9:53 - 9:54
    Waar is het gelijk aan?
  • 9:54 - 9:56
    Als x gelijk is aan 0 zou het 3 moeten zijn, of --
  • 9:56 - 9:57
    je weet het niet.
  • 9:57 - 9:58
    Je weet het niet.
  • 9:58 - 9:58
    Je weet het niet.
  • 9:58 - 10:02
    Dit is geen functie hoewel het erop lijkt.
  • 10:02 - 10:03
    Dit is geen functie hoewel het erop lijkt.
  • 10:03 - 10:08
    Dit is geen functie hoewel het erop lijkt.
  • 10:08 - 10:12
    Er bestaan geen twee waardes f van x voor een x waarde.
  • 10:12 - 10:16
    Welke van deze grafieken zijn functies?
  • 10:16 - 10:18
    Om daar achter te komen, kijk naar een waarde van x
  • 10:18 - 10:22
    -- maakt niet uit welke -- Ik heb precies een waarde f van x.
  • 10:22 - 10:25
    Hier is y gelijk aan f van x.
  • 10:25 - 10:29
    Ik heb precies een -- voor deze x
  • 10:29 - 10:31
    dit hier is mijn y.
  • 10:31 - 10:33
    Je kan een verticale lijn test doen.
  • 10:33 - 10:36
    Trek een verticale lijn -- dat is dus voor
  • 10:36 - 10:38
    een bepaalde x waarde.
  • 10:38 - 10:42
    Die laat zien dat ik maar één y waarde heb op dat punt.
  • 10:42 - 10:44
    Dus dit is een geldige functie.
  • 10:44 - 10:46
    Elke verticale lijn die je trekt kruist de grafiek
  • 10:46 - 10:48
    maar een keer.
  • 10:48 - 10:50
    Dus dit is een geldige functie.
  • 10:50 - 10:52
    En nu deze.
  • 10:52 - 10:54
    Ik trek een verticale lijn, laten we zeggen
  • 10:54 - 10:55
    op dit punt hier.
  • 10:55 - 10:59
    Voor deze x zijn er twee
  • 10:59 - 11:01
    mogelijke waardes f van x.
  • 11:01 - 11:05
    f van x can deze waarde zijn, of deze.
  • 11:05 - 11:05
    Toch?
  • 11:05 - 11:08
    We kruizen de grafiek tweemaal.
  • 11:08 - 11:09
    Dus dit is geen functie.
  • 11:09 - 11:11
    We doen wat ik hier beschreef.
  • 11:11 - 11:15
    Voor een bepaalde x vinden we twee mogelijke y waardes
  • 11:15 - 11:17
    die gelijk kunnen zijn aan f van x.
  • 11:17 - 11:19
    Dus dit is geen functie.
  • 11:19 - 11:21
    Hier, hetzelfde.
  • 11:21 - 11:22
    Trek een verticale lijn hier.
  • 11:22 - 11:25
    Je kruist de grafiek tweemaal.
  • 11:25 - 11:26
    Dit is geen functie.
  • 11:26 - 11:31
    Je definieert twee mogelijke y waardes voor één x waarde.
  • 11:31 - 11:31
    Nu deze functie.
  • 11:31 - 11:33
    Die ziet er vreemd uit.
  • 11:33 - 11:35
    Als een soort van vinkje.
  • 11:35 - 11:37
    Maar elke verticale lijn die je trekt kruist
  • 11:37 - 11:39
    de grafiek maar een keer.
  • 11:39 - 11:40
    Dus dit is een geldige functie.
  • 11:40 - 11:43
    Voor elke x is er maar een associatie met y.
  • 11:43 - 11:46
    Of maar een associatie met f van x.
  • 11:46 - 11:49
    Ik hoop dat je dit nuttig vond.
Title:
Evaluating with function notation | Functions and their graphs | Algebra II | Khan Academy
Description:

more » « less
Video Language:
English
Team:
Khan Academy
Duration:
11:49

Dutch subtitles

Revisions