< Return to Video

9 mythen over de psychologie ontmaskerd

  • 0:01 - 0:04
    Over je IQ, je algemene intelligentie,
    heb je zeker al gehoord
  • 0:04 - 0:05
    maar wat is je Psy-Q?
  • 0:05 - 0:07
    Hoeveel weet je over wat je drijft,
  • 0:07 - 0:11
    en hoe goed ben je in het voorspellen
    van het gedrag van andere mensen
  • 0:11 - 0:12
    of zelfs je eigen gedrag?
  • 0:12 - 0:15
    Hoeveel van wat je denkt te weten
    over de psychologie is er mis?
  • 0:15 - 0:19
    Laten we de top 10 mythen
    van de psychologie eens afgaan.
  • 0:19 - 0:22
    Je hebt waarschijnlijk gehoord
    dat als het gaat om psychologie
  • 0:22 - 0:25
    mannen van Mars en vrouwen
    van Venus lijken te komen.
  • 0:25 - 0:28
    Maar waarin verschillen
    mannen en vrouwen echt?
  • 0:28 - 0:30
    Laat ons eens kijken naar iets
  • 0:30 - 0:31
    waarin mannen en vrouwen
    echt verschillen
  • 0:31 - 0:33
    en wat psychologische
    sekseverschillen
  • 0:33 - 0:35
    op dezelfde schaal uitzetten.
  • 0:35 - 0:37
    Eén ding waarop ze
    echt verschillen,
  • 0:37 - 0:39
    is hoe ver ze een bal
    kunnen gooien.
  • 0:39 - 0:41
    Als we kijken
    naar de mannen,
  • 0:41 - 0:43
    zien we een zogenaamde
    normale verdeling.
  • 0:43 - 0:45
    Weinig mannen gooien
    een bal echt ver,
  • 0:45 - 0:47
    en ook weinig helemaal niet ver.
  • 0:47 - 0:48
    De meesten halen een gemiddelde.
  • 0:48 - 0:50
    Vrouwen laten dezelfde verdeling zien,
  • 0:50 - 0:52
    maar het verschil is heel groot .
  • 0:52 - 0:55
    In feite gooit de gemiddelde man
    een bal verder
  • 0:55 - 0:57
    dan ongeveer 98%
    van alle vrouwen.
  • 0:57 - 1:00
    Hoe zien nu enkele
    psychologische sekseverschillen
  • 1:00 - 1:03
    er uit op dezelfde
    gestandaardiseerde schaal?
  • 1:03 - 1:04
    Elke psycholoog
    zal je vertellen dat
  • 1:04 - 1:07
    mannen beter ruimtelijk
    inzicht hebben dan vrouwen
  • 1:07 - 1:09
    - kaartlezen bijvoorbeeld, -
    en dat is waar,
  • 1:09 - 1:11
    maar hoe groot is dat verschil?
  • 1:11 - 1:15
    Klein. De lijnen liggen zo dicht
    bij elkaar dat ze bijna overlappen.
  • 1:15 - 1:19
    In feite is de gemiddelde vrouw
    beter dan 33% van de mannen,
  • 1:19 - 1:21
    en natuurlijk,
    als dat 50% zou zijn,
  • 1:21 - 1:23
    zouden de twee geslachten
    exact gelijk zijn.
  • 1:23 - 1:27
    Het is de moeite waard
    gezien dit verschil en het volgende
  • 1:27 - 1:30
    zowat de grootste psychologische
    sekseverschillen zijn,
  • 1:30 - 1:31
    ooit ontdekt in de psychologie.
  • 1:31 - 1:32
    Hier komt het volgende.
  • 1:32 - 1:35
    Elke psycholoog zegt
    dat vrouwen beter zijn
  • 1:35 - 1:36
    in taal en grammatica dan mannen.
  • 1:36 - 1:39
    Hier de prestaties
    op de gestandaardiseerde grammaticatest.
  • 1:39 - 1:41
    Daar de vrouwen.
    Daar de mannen.
  • 1:41 - 1:45
    Vrouwen zijn gemiddeld beter,
    maar de lijnen liggen zo dicht bij elkaar
  • 1:45 - 1:48
    dat 33% van de mannen beter zijn
    dan de gemiddelde vrouw.
  • 1:48 - 1:50
    Als het weer 50% zou zijn,
  • 1:50 - 1:52
    zou dat complete gendergelijkheid
    betekenen.
  • 1:52 - 1:55
    Niet echt een geval
    van Mars en Venus.
  • 1:55 - 1:57
    Eerder iets als Mars en Snickers:
  • 1:57 - 2:02
    in principe hetzelfde, maar de een
    misschien iets nootachtiger dan de ander.
  • 2:02 - 2:04
    Ik zal niet zeggen welke.
  • 2:04 - 2:06
    Nu zijn jullie opgewarmd.
  • 2:06 - 2:09
    We doen de beroemde
    Rorschach-inktvlektest.
  • 2:09 - 2:12
    Je ziet waarschijnlijk twee beren
    of twee mensen of zoiets.
  • 2:12 - 2:14
    Maar wat denk je dat ze doen?
  • 2:14 - 2:17
    Steek je hand op als je denkt
    dat ze gedag zeggen.
  • 2:17 - 2:19
    Niet veel mensen. Oké.
  • 2:19 - 2:21
    Handen op als je denkt
    dat ze een high-five doen.
  • 2:21 - 2:23
    Oké.
    Wie denkt dat ze vechten?
  • 2:23 - 2:25
    Een paar mensen daar.
  • 2:25 - 2:28
    Oké, dus denken dat
    ze hallo zeggen of high-fiven,
  • 2:28 - 2:30
    betekent dat je
    vriendelijk bent.
  • 2:30 - 2:31
    Als je denkt dat ze vechten,
  • 2:31 - 2:34
    ben je eerder een naar,
    agressief iemand.
  • 2:34 - 2:35
    Je bent of een minnaar
    of een vechter.
  • 2:35 - 2:37
    Wat dacht je van deze?
  • 2:37 - 2:40
    Over deze wordt niet gestemd.
    Bij 3 roept iedereen wat hij ziet.
  • 2:40 - 2:43
    Een, twee, drie.
    (Publiek roept)
  • 2:43 - 2:45
    Ik hoorde 'hamster'.
    Wie zei hamster?
  • 2:45 - 2:47
    Dat was zeer verontrustend.
  • 2:47 - 2:48
    Een man daar zei hamster.
  • 2:48 - 2:52
    Nou, je zou een soort
    tweebenige dieren moeten zien,
  • 2:52 - 2:54
    en ook hun spiegelbeeld.
  • 2:54 - 2:57
    Als je dat niet deed,
    dan betekent dit dat je moeite hebt
  • 2:57 - 3:02
    met het verwerken van complexe situaties.
  • 3:02 - 3:04
    Maar dat betekent het helemaal niet.
  • 3:04 - 3:06
    Rorschach inktvlektests
    zijn in principe waardeloos
  • 3:06 - 3:09
    bij het diagnosticeren
    van de persoonlijkheid.
  • 3:09 - 3:11
    Ze worden niet meer gebruikt.
  • 3:11 - 3:14
    Bij een recente studie bleek
    dat wanneer je
  • 3:14 - 3:16
    persoonlijkheden van mensen
    gaat diagnosticeren
  • 3:16 - 3:18
    met de Rorschach inktvlektest,
  • 3:18 - 3:20
    schizofrenie werd gediagnosticeerd
  • 3:20 - 3:23
    bij ongeveer 1/6 van klaarblijkelijk
    volkomen normale deelnemers.
  • 3:23 - 3:26
    Als je op deze test
    niet zo goed presteert,
  • 3:26 - 3:29
    ben je misschien
    niet erg visueel ingesteld.
  • 3:29 - 3:31
    Nog een snelle quiz
    om dat uit te vinden.
  • 3:31 - 3:35
    Bij het maken van een taart,
    - dus weer handen omhoog -
  • 3:35 - 3:38
    geef je dan de voorkeur
    aan een receptenboek met foto's?
  • 3:38 - 3:40
    Ja, een paar mensen.
  • 3:40 - 3:42
    Dat een vriend je begeleidt?
  • 3:42 - 3:45
    Of begin je ermee
    en je ziet wel wat ervan komt?
  • 3:45 - 3:47
    Nogal wat mensen daar.
  • 3:47 - 3:48
    Oké, dus als je A zegt,
  • 3:48 - 3:50
    dan betekent dit dat je visueel leert,
  • 3:50 - 3:54
    je leert het best wanneer de informatie
    visueel wordt gepresenteerd.
  • 3:54 - 3:57
    Als je B zei,
    betekent het dat je auditief leert,
  • 3:57 - 4:00
    dat je het best leert wanneer informatie
    auditief aan je wordt gepresenteerd.
  • 4:00 - 4:03
    Als je C zei, leer je kinesthetisch,
  • 4:03 - 4:06
    je leert het best als je erin vliegt
    en dingen doet met je handen.
  • 4:06 - 4:09
    Behalve, natuurlijk,
    zoals je al hebt geraden,
  • 4:09 - 4:12
    dat dit niet zo is, omdat de hele zaak
    een complete mythe is.
  • 4:12 - 4:15
    Leerstijlen zijn verzonnen,
    er is geen wetenschappelijk bewijs.
  • 4:16 - 4:19
    In goed gecontroleerde
    experimentele studies
  • 4:19 - 4:21
    krijgen leerlingen materiaal
    voorgeschoteld
  • 4:21 - 4:24
    hetzij in hun favoriete stijl
    of een tegengestelde stijl.
  • 4:24 - 4:25
    Het maakt geen verschil
  • 4:25 - 4:28
    in de hoeveelheid informatie
    die ze vasthouden.
  • 4:28 - 4:29
    Als je er één seconde over nadenkt,
  • 4:29 - 4:31
    is het gewoon duidelijk
    dat dit waar is.
  • 4:31 - 4:34
    Het is duidelijk
    dat het beste presentatieformaat
  • 4:34 - 4:37
    niet van jou afhangt,
    maar van wat je probeert te leren.
  • 4:37 - 4:39
    Kun je een ​​auto leren besturen
  • 4:39 - 4:41
    door gewoon naar iemand te luisteren
  • 4:41 - 4:44
    zonder enige kinesthetische ervaring?
  • 4:44 - 4:47
    Kun je stelsels van vergelijkingen
    in je hoofd oplossen
  • 4:47 - 4:48
    zonder ze op te schrijven?
  • 4:48 - 4:50
    Kun je leren voor je architectuurexamens
  • 4:50 - 4:54
    door een interpretatieve dans
    als je kinesthetisch leert?
  • 4:54 - 4:56
    Nee, je moet
    het presentatieformaat aanpassen
  • 4:56 - 5:00
    aan het te leren materiaal, niet aan jou.
  • 5:00 - 5:02
    Ik weet dat velen
    van jullie A-level studenten zijn
  • 5:02 - 5:04
    die onlangs je GCSE-resultaten
    hebben gekregen.
  • 5:04 - 5:07
    Als het niet helemaal was
    waarop je had gehoopt,
  • 5:07 - 5:09
    dan is dat niet echt
    de schuld van je leerstijl,
  • 5:09 - 5:13
    maar iets dat je de schuld
    zou kunnen geven, zijn je genen.
  • 5:13 - 5:17
    Een recente studie
    aan het University College London
  • 5:17 - 5:19
    toonde aan dat 58% van de variatie
  • 5:19 - 5:22
    tussen verschillende studenten
    en hun GCSE-resultaten
  • 5:22 - 5:24
    te danken was aan genetische factoren.
  • 5:24 - 5:27
    Dat klinkt zeer nauwkeurig,
    hoe kunnen we dat zo zeggen?
  • 5:27 - 5:31
    Als we de relatieve bijdragen
  • 5:31 - 5:33
    van genen en milieu willen ontrafelen,
  • 5:33 - 5:35
    kunnen we een tweelingenstudie doen.
  • 5:35 - 5:39
    Identieke tweelingen delen
    100% van hun omgeving
  • 5:39 - 5:41
    en 100% van hun genen,
  • 5:41 - 5:44
    terwijl niet-identieke tweelingen
    100% van hun omgeving delen,
  • 5:44 - 5:48
    maar net als elke broer en zus,
    slechts 50% van hun genen.
  • 5:48 - 5:49
    Door te vergelijken hoe
  • 5:49 - 5:52
    GCSE-resultaten overeenkomen
    bij identieke tweelingen
  • 5:52 - 5:54
    versus niet-identieke tweelingen,
  • 5:54 - 5:55
    en wat slimme wiskunde,
  • 5:55 - 5:59
    krijgen we een idee hoeveel variatie
    en prestaties van het milieu afhangen
  • 5:59 - 6:01
    en hoeveel van de genen.
  • 6:01 - 6:05
    Het blijkt dat voor 58%
    te wijten is aan de genen.
  • 6:05 - 6:09
    Dit is niet om het harde werk
    van jou en je docenten te ondermijnen.
  • 6:09 - 6:12
    Als je GCSE-resultaten
    niet de verhoopte waren,
  • 6:12 - 6:14
    dan kan je altijd proberen
    de schuld te geven
  • 6:14 - 6:16
    aan je ouders,
    of tenminste aan hun genen.
  • 6:16 - 6:19
    Iets waar je de schuld
    niet moet op stoten,
  • 6:19 - 6:22
    is dat je via de linkerhersenhelft
    of de rechterhersenhelft leert,
  • 6:22 - 6:23
    want ook dat is een mythe.
  • 6:23 - 6:26
    De mythe zegt
    dat de linker hersenhelft logisch is,
  • 6:26 - 6:27
    goed met vergelijkingen als deze,
  • 6:27 - 6:32
    en de rechter hersenhelft creatiever is,
    beter bij dingen als muziek.
  • 6:32 - 6:34
    Dit is een mythe,
    want voor bijna alles wat je doet
  • 6:34 - 6:37
    praten alle delen
    van je hersenen met elkaar,
  • 6:37 - 6:41
    zelfs voor alledaagse dingen
    als het hebben van een normaal gesprek.
  • 6:41 - 6:44
    Een van de redenen waarom deze mythe
    het heeft overleefd,
  • 6:44 - 6:46
    is dat er een beetje waarheid in zit.
  • 6:46 - 6:48
    Een verwante versie van deze mythe is
  • 6:48 - 6:51
    dat linkshandige mensen creatiever
    zijn dan rechtshandigen.
  • 6:51 - 6:55
    Dat is ergens logisch, want je hersenen
    controleren de tegenovergestelde handen,
  • 6:55 - 6:56
    dus bij linkshandigen is
  • 6:56 - 6:58
    de rechterkant van de hersenen
  • 6:58 - 7:00
    iets actiever dan de linkerkant.
  • 7:00 - 7:03
    En we dachten dat de rechterzijde
    creatiever was.
  • 7:03 - 7:04
    Het is niet vanzelfsprekend
  • 7:04 - 7:07
    dat linkshandigen creatiever zijn
    dan rechtshandigen.
  • 7:07 - 7:10
    Wat waar is, is dat tweehandige mensen,
  • 7:10 - 7:13
    of mensen die beide handen
    voor allerlei taken gebruiken,
  • 7:13 - 7:16
    creatievere denkers zijn
    dan éénhandigen.
  • 7:16 - 7:18
    Tweehandig impliceert
  • 7:18 - 7:21
    dat beide zijden van de hersenen
    veel met elkaar praten,
  • 7:21 - 7:24
    wat lijkt samen te gaan
    met flexibel denken.
  • 7:24 - 7:26
    De mythe van de creatieve linkshandige
  • 7:26 - 7:28
    vloeit voort uit het feit
    dat tweehandig zijn
  • 7:28 - 7:31
    vaker voor komt bij linkshandigen
    dan bij rechtshandigen.
  • 7:31 - 7:35
    Er zit wat waarheid in het idee
    van de creatieve linkshandige,
  • 7:35 - 7:36
    maar niet veel.
  • 7:36 - 7:38
    Een andere gekende mythe is
  • 7:38 - 7:41
    is dat we slechts 10%
    van onze hersenen gebruiken.
  • 7:41 - 7:42
    Weeral een ​​mythe.
  • 7:42 - 7:45
    Bij bijna alles wat we doen,
    zelfs de gewoonste dingen,
  • 7:45 - 7:47
    gebruiken we bijna al onze hersenen.
  • 7:47 - 7:51
    Dat gezegd zijnde,
    is het natuurlijk waar
  • 7:51 - 7:55
    dat de meesten hun denkkracht
    niet zo goed benutten als zou kunnen.
  • 7:55 - 7:58
    Wat kunnen we doen
    om ons intellect te stimuleren?
  • 7:58 - 8:01
    Misschien een mooi
    stukje Mozart beluisteren.
  • 8:01 - 8:03
    Heb je ooit gehoord
    van het Mozart-effect?
  • 8:03 - 8:06
    Luisteren naar Mozart
    zou je slimmer maken
  • 8:06 - 8:08
    en je prestaties
    op IQ-tests verbeteren.
  • 8:08 - 8:10
    Ook in deze mythe
  • 8:10 - 8:14
    zit er een kern van waarheid.
  • 8:14 - 8:16
    Uit de oorspronkelijke studie bleek
  • 8:16 - 8:19
    dat wie een paar minuten
    naar Mozart luisterde
  • 8:19 - 8:22
    het beter deed
    op een erop volgende IQ-test
  • 8:22 - 8:25
    dan wie gewoon in stilte had gezeten.
  • 8:25 - 8:29
    Maar een follow-up studie
    vergeleek mensen die van Mozart hielden
  • 8:29 - 8:31
    met een groep fans
  • 8:31 - 8:33
    van de horrorverhalen
    van Stephen King.
  • 8:33 - 8:37
    Ze lieten de muziek
    of de verhalen horen.
  • 8:37 - 8:39
    De Mozartliefhebbers
  • 8:39 - 8:42
    kregen een grotere IQ-boost
    van Mozart dan van de verhalen,
  • 8:42 - 8:45
    maar de verhalenliefhebbers
  • 8:45 - 8:47
    kregen een grotere IQ-boost
  • 8:47 - 8:49
    van de verhalen van Stephen King.
  • 8:49 - 8:52
    De waarheid is dat het luisteren
    naar iets waar je van geniet
  • 8:52 - 8:55
    je wat opkrikt
    en je een tijdelijke IQ-boost geeft
  • 8:55 - 8:57
    voor een beperkt aantal taken.
  • 8:57 - 8:59
    Luisteren naar Mozart
  • 8:59 - 9:01
    of Stephen King-verhalen
  • 9:01 - 9:05
    gaat je op de lange termijn
    niet slimmer maken.
  • 9:05 - 9:07
    Een andere versie van de Mozartmythe
  • 9:07 - 9:10
    is dat het luisteren naar Mozart
  • 9:10 - 9:12
    je niet alleen slimmer,
    maar ook gezonder maakt.
  • 9:12 - 9:14
    Helaas lijkt dit zelfs niet te kloppen
  • 9:14 - 9:18
    voor iemand die bijna elke dag
    naar de muziek van Mozart luisterde,
  • 9:18 - 9:19
    namelijk Mozart zelf.
  • 9:19 - 9:22
    Hij leed aan gonorroe, pokken, artritis,
  • 9:22 - 9:27
    en, waarvan de meeste mensen denken
    dat het zijn dood werd, syfilis.
  • 9:27 - 9:30
    Mozart had misschien
    wat voorzichtiger moeten zijn
  • 9:30 - 9:33
    bij het uitkiezen
    van zijn seksuele partners.
  • 9:33 - 9:35
    Maar hoe kiezen we een partner?
  • 9:35 - 9:39
    Sociologen verspreiden wel eens de mythe
  • 9:39 - 9:42
    dat onze voorkeuren
    voor een romantische partner
  • 9:42 - 9:44
    een product van onze cultuur zijn,
  • 9:44 - 9:45
    dat ze zeer cultureel bepaald zijn.
  • 9:45 - 9:47
    Maar de feiten loochenen dit.
  • 9:47 - 9:49
    Een beroemde studie ondervroeg mensen
  • 9:49 - 9:52
    uit [37] verschillende culturen
    over de hele wereld,
  • 9:52 - 9:53
    van Amerikanen tot Zoeloes,
  • 9:53 - 9:55
    over wat ze zochten in een partner.
  • 9:55 - 9:58
    In elke cultuur over de hele wereld
  • 9:58 - 10:02
    hechtten mannen meer waarde aan fysieke
    aantrekkelijkheid bij een partner
  • 10:02 - 10:03
    dan wel vrouwen,
  • 10:03 - 10:06
    en in elke cultuur hechtten vrouwen
    ook meer dan mannen belang
  • 10:06 - 10:09
    aan ambitie
    en hogere carrièrevooruitzichten.
  • 10:09 - 10:11
    In elke cultuur hadden mannen ook
  • 10:11 - 10:13
    liever vrouwen
    die jonger dan zijzelf waren,
  • 10:13 - 10:16
    gemiddeld 2,66 jaar.
  • 10:16 - 10:17
    In elke cultuur
  • 10:17 - 10:21
    gaven vrouwen de voorkeur aan mannen
    die ouder waren dan zijzelf,
  • 10:21 - 10:23
    gemiddeld 3,42 jaar.
  • 10:23 - 10:27
    vandaar 'Iedereen zoekt een vaderfiguur'.
  • 10:27 - 10:29
    Van scoren bij een partner
  • 10:29 - 10:33
    gaan we naar scoren in basketbal
    of voetbal of wat je sport ook is.
  • 10:33 - 10:37
    De mythe is dat sporters reeksen
    van doelpunten kennen,
  • 10:37 - 10:40
    ‘hot-hand streaks’ in de VS,
    ‘purple patches’ in Engeland,
  • 10:40 - 10:42
    waardoor ze gewoon niet kunnen missen,
    zoals deze kerel hier.
  • 10:42 - 10:46
    Maar als je het patroon
    van treffers en missers
  • 10:46 - 10:48
    statistisch gaat analyseren,
  • 10:48 - 10:50
    blijkt de volgorde
    bijna altijd willekeurig.
  • 10:50 - 10:53
    Je hersenen creëren patronen
    uit de willekeur.
  • 10:53 - 10:54
    Als je een muntje opgooit,
  • 10:54 - 10:58
    gaat er altijd wel eens toevallig
    een reeksje van kop of munt opduiken.
  • 10:58 - 11:01
    De hersenen zien patronen
    zelfs als er geen zijn.
  • 11:01 - 11:03
    We zien deze reeksen
    en kennen ze betekenis toe.
  • 11:03 - 11:06
    We zeggen:
    "Ja, hij is vandaag echt in vorm,"
  • 11:06 - 11:09
    terwijl je eigenlijk
    hetzelfde patroon zou krijgen
  • 11:09 - 11:11
    met toevallige treffers en missers.
  • 11:11 - 11:15
    Een uitzondering hierop
    zijn strafschoppen.
  • 11:15 - 11:17
    Een recente studie
    naar strafschoppen in het voetbal
  • 11:17 - 11:20
    toont aan dat spelers
    van landen
  • 11:20 - 11:23
    met een zeer slechte staat
    van strafschoppen,
  • 11:23 - 11:25
    zoals bijvoorbeeld Engeland,
  • 11:25 - 11:27
    de neiging hebben om sneller te zijn
  • 11:27 - 11:29
    met trappen dan landen
    met een beter record,
  • 11:29 - 11:32
    met als vermoedelijk gevolg
    meer kans om te missen.
  • 11:32 - 11:34
    Dat roept de vraag op
  • 11:34 - 11:35
    of er een manier is waarop we
  • 11:35 - 11:38
    de prestaties van mensen
    kunnen verbeteren.
  • 11:38 - 11:39
    Je zou kunnen denken aan
  • 11:39 - 11:42
    mensen straffen voor hun missers
    en kijken of ze daar beter van worden.
  • 11:42 - 11:46
    Dit idee, namelijk dat straf
    prestaties kan verbeteren,
  • 11:46 - 11:48
    is wat de deelnemers
    dachten dat ze testten
  • 11:48 - 11:51
    in Milgrams beroemde
    leer- en strafexperiment.
  • 11:51 - 11:54
    Mogelijk heb je daar van gehoord
    als psychologiestudent.
  • 11:54 - 11:57
    Het verhaal gaat
    dat de deelnemers bereid waren
  • 11:57 - 12:00
    fatale elektrische schokken te geven
    aan een collega-deelnemer
  • 12:00 - 12:02
    voor een fout beantwoorde vraag,
  • 12:02 - 12:05
    alleen maar omdat dat moest
    van iemand in een witte jas.
  • 12:05 - 12:07
    Maar dit verhaal is een mythe
    om drie redenen.
  • 12:07 - 12:12
    Ten eerste en meest cruciaal was
    de laboratoriumjas niet wit, maar grijs.
  • 12:12 - 12:16
    Ten tweede werd de deelnemers
    vóór het onderzoek verteld
  • 12:16 - 12:19
    en eraan herinnerd
    telkens ze een bezwaar opperden,
  • 12:19 - 12:22
    dat, hoewel pijnlijk,
    de schokken niet fataal waren
  • 12:22 - 12:25
    en al helemaal
    geen permanente schade veroorzaakten.
  • 12:25 - 12:27
    Ten derde gaven deelnemers
    de schokken niet
  • 12:27 - 12:29
    alleen maar omdat iemand
    in de labjas het hen zegde.
  • 12:29 - 12:32
    Toen ze na de studie
    werden geïnterviewd,
  • 12:32 - 12:34
    zeiden alle deelnemers
    dat ze sterk geloofden
  • 12:34 - 12:38
    dat de leren-en-strafstudie een waardevol
    wetenschappelijk doel diende
  • 12:38 - 12:40
    met blijvende voordelen voor de wetenschap
  • 12:40 - 12:46
    in tegenstelling tot de momentane
    niet-fatale hinder voor de deelnemers.
  • 12:47 - 12:50
    Ik heb nu ongeveer 12 minuten gesproken,
  • 12:50 - 12:52
    en je hebt waarschijnlijk
    naar me zitten luisteren,
  • 12:52 - 12:55
    terwijl je mijn spraakpatronen
    en lichaamstaal analyseerde
  • 12:55 - 12:58
    en proberen uit te zoeken of je
    wat ik zeg serieus moet nemen,
  • 12:58 - 13:00
    of ik de waarheid vertelde, of loog.
  • 13:00 - 13:03
    Maar dan ben je daar
    waarschijnlijk niet in geslaagd.
  • 13:03 - 13:05
    We denken dat
    we een leugenaar kunnen doorhebben
  • 13:05 - 13:08
    door zijn lichaamstaal en spraakpatronen.
  • 13:08 - 13:10
    Maar honderden psychologische tests
    hebben bewezen
  • 13:10 - 13:12
    dat ieder van ons,
    ook politiemensen,
  • 13:12 - 13:14
    slechts bij toeval leugens
    kunnen ontdekken
  • 13:14 - 13:16
    door middel van lichaamstaal
  • 13:16 - 13:18
    en verbale patronen.
  • 13:18 - 13:20
    Interessant genoeg
    is er één uitzondering:
  • 13:20 - 13:22
    tv-oproepen voor vermiste familieleden.
  • 13:22 - 13:25
    Het is vrij makkelijk te voorspellen
    of de familieleden vermist zijn
  • 13:25 - 13:28
    en of dat de oproepende familieleden
    hen zelf vermoord hebben.
  • 13:28 - 13:32
    Onoprechte oproepers zullen eerder
    hun hoofd schudden, wegkijken
  • 13:32 - 13:33
    en spraakfouten maken,
  • 13:33 - 13:35
    terwijl oprechte oproepers eerder
  • 13:35 - 13:38
    de hoop zullen uitdrukken
    dat de persoon veilig zal terugkeren
  • 13:38 - 13:40
    en brutale taal vermijden.
  • 13:40 - 13:44
    Ze zullen bijvoorbeeld eerder zeggen
    "van ons weggenomen" dan "vermoord."
  • 13:44 - 13:47
    Tijd om te stoppen.
  • 13:47 - 13:50
    Maar toch
    vertel ik je in 30 seconden
  • 13:50 - 13:53
    nog de overkoepelende mythe
    van de psychologie.
  • 13:53 - 13:56
    De mythe dat de psychologie gewoon
  • 13:56 - 13:58
    een verzameling interessante theorieën is
  • 13:58 - 14:01
    die allemaal iets nuttigs zeggen
    en iets te bieden hebben.
  • 14:01 - 14:04
    Wat ik hoop te hebben aangetoond,
  • 14:04 - 14:05
    is dat dit niet waar is.
  • 14:05 - 14:08
    We moeten
    psychologische theorieën beoordelen
  • 14:08 - 14:10
    door te kijken naar hun voorspellingen.
  • 14:10 - 14:13
    Of luisteren naar Mozart
    je slimmer maakt,
  • 14:13 - 14:16
    of dat je beter leert als informatie
  • 14:16 - 14:18
    wordt gepresenteerd
    in de gewenste leerstijl.
  • 14:18 - 14:22
    Hoe dan ook zijn het allemaal
    toetsbare empirische voorspellingen.
  • 14:22 - 14:24
    De enige manier om
    vooruitgang te boeken,
  • 14:24 - 14:25
    is deze voorspellingen controleren
  • 14:25 - 14:28
    in goed gecontroleerde
    experimentele studies.
  • 14:28 - 14:31
    Alleen op die manier
    kunnen we hopen te ontdekken
  • 14:31 - 14:34
    welke van deze theorieën
    goed onderbouwd zijn
  • 14:34 - 14:37
    en welke, zoals al die waarover
    ik het vandaag had, mythen zijn.
  • 14:37 - 14:38
    Dankjewel.
  • 14:38 - 14:42
    (Applaus)
Title:
9 mythen over de psychologie ontmaskerd
Speaker:
Ben Ambridge
Description:

Hoeveel van wat je denkt over je hersenen is eigenlijk verkeerd? In sneltreinvaart overloopt Ben Ambridge 10 populaire ideeën over de psychologie waarvan werd aangetoond dat ze verkeerd waren - en vertelt al doende een paar verrassende waarheden over de manier waarop onze hersenen echt werken.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
14:55
  • Removed some subtitles (2:02 - 3:39 in the original) as per TED's request and adjusted the sync accordingly.

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions