< Return to Video

Het principe van animatie: de kunst van timing (tijdsbepaling) en spacing (ruimtebepaling) - TED-Ed

  • 0:07 - 0:11
    Norman McLaren, 20ste-eeuwse pionier
    van de animatietechniek, zei ooit:
  • 0:11 - 0:14
    'Animatie gaat niet over
    bewegende tekeningen,
  • 0:14 - 0:16
    maar over getekende bewegingen.
  • 0:16 - 0:18
    Wat er gebeurt tussen de frames is belangrijker
  • 0:18 - 0:20
    dan wat er binnen een frame staat.'
  • 0:20 - 0:23
    Wat bedoelde hij?
  • 0:23 - 0:24
    Om beweging te suggereren,
  • 0:24 - 0:27
    moet een object zich verplaatsen.
  • 0:27 - 0:30
    Als dat na verloop van tijd niet gebeurt,
  • 0:30 - 0:32
    zal het lijken of het object stilstaat.
  • 0:32 - 0:34
    De relatie tussen het verstrijken van de tijd
  • 0:34 - 0:37
    en wat er gedurende die tijd verandert,
  • 0:37 - 0:40
    is de kern van iedere kunstvorm
    die tijd als basis heeft.
  • 0:40 - 0:43
    Of het nu gaat om muziek, dans of film.
  • 0:43 - 0:45
    Het spelen met snelheid en verandering
  • 0:45 - 0:47
    tussen de frames is de geheime alchemie
  • 0:47 - 0:51
    waarmee animatie de illusie van leven creëert.
  • 0:51 - 0:53
    Bij animatie gaan we uit van
    twee fundamentele principes:
  • 0:53 - 0:55
    Bij animatie gaan we uit van
    twee fundamentele principes:
  • 0:55 - 0:57
    timing (tijdsbepaling)
    en spacing (ruimtebepaling).
  • 0:57 - 0:59
    Om de relatie daartussen te illustreren,
  • 0:59 - 1:02
    nemen we een tijdloos voorbeeld: de stuiterbal.
  • 1:02 - 1:05
    Timing kun je zien als
    de snelheid - het tempo - van een actie.
  • 1:05 - 1:07
    Timing kun je zien als
    de snelheid - het tempo - van een actie.
  • 1:07 - 1:09
    Timing kun je zien als
    de snelheid - het tempo - van een actie.
  • 1:09 - 1:10
    De snelheid van een actie wordt bepaald
    door het aantal frames.
  • 1:10 - 1:14
    De snelheid van een actie wordt bepaald
    door het aantal frames.
  • 1:14 - 1:16
    Hoe meer frames er nodig zijn,
  • 1:16 - 1:17
    hoe langer de actie op het scherm duurt,
  • 1:17 - 1:21
    en hoe langzamer de actie dus zal zijn.
  • 1:21 - 1:23
    Hoe minder frames er nodig zijn,
  • 1:23 - 1:25
    hoe minder beeldtijd wordt gebruikt
  • 1:25 - 1:29
    en hoe sneller de actie wordt.
  • 1:29 - 1:31
    Timing gaat niet alleen over snelheid,
    maar ook over ritme.
  • 1:31 - 1:33
    Timing gaat niet alleen over snelheid,
    maar ook over ritme.
  • 1:33 - 1:35
    Een drumbeat of melodie bestaat alleen
  • 1:35 - 1:36
    als er een liedje wordt gespeeld.
  • 1:36 - 1:38
    Zo bestaat de timing van een actie
    alleen op het moment zelf.
  • 1:38 - 1:40
    Zo bestaat de timing van een actie
    alleen op het moment zelf.
  • 1:40 - 1:41
    Met andere woorden;
  • 1:41 - 1:45
    iets heeft bijvoorbeeld
    6 frames nodig, 18 frames, enzovoort.
  • 1:45 - 1:47
    Maar om het goed te kunnen begrijpen,
    moet je het toepassen
  • 1:47 - 1:48
    Maar om het goed te kunnen begrijpen,
    moet je het toepassen
  • 1:48 - 1:51
    op het moment dat het gebeurt.
  • 1:51 - 1:53
    De timing van een actie hangt af
    van de context van de scène
  • 1:53 - 1:54
    De timing van een actie hangt af
    van de context van de scène
  • 1:54 - 1:57
    en wat je wilt overbrengen.
  • 1:57 - 1:59
    Hoe wordt de actie veroorzaakt en waarom?
  • 1:59 - 2:01
    Kijken we naar ons voorbeeld.
  • 2:01 - 2:03
    Waardoor stuitert een bal?
  • 2:03 - 2:04
    De actie die we hier zien, ontstaat uit
    de interactie van fysieke krachten.
  • 2:04 - 2:07
    De actie die we hier zien, ontstaat uit
    de interactie van fysieke krachten.
  • 2:07 - 2:09
    De neiging van de bal om
    in beweging te blijven, zijn dynamiek,
  • 2:09 - 2:11
    De neiging van de bal om
    in beweging te blijven, zijn dynamiek,
  • 2:11 - 2:12
    tegenover de constante
    aantrekkingskracht van de aarde.
  • 2:12 - 2:14
    tegenover de constante
    aantrekkingskracht van de aarde.
  • 2:14 - 2:16
    De reikwijdte van deze onzichtbare krachten
    en het gedrag van de bal
  • 2:16 - 2:18
    De reikwijdte van deze onzichtbare krachten
    en het gedrag van de bal
  • 2:18 - 2:22
    hangen af van de fysische
    eigenschappen van de bal.
  • 2:22 - 2:26
    Een golfbal is klein, hard en licht.
  • 2:26 - 2:31
    Een rubberbal is klein, zacht en lichter.
  • 2:31 - 2:36
    Een strandbal is groot, zacht en licht.
  • 2:36 - 2:40
    En een bowlingbal is groot, hard en zwaar.
  • 2:40 - 2:42
    Iedere bal beweegt dus anders,
  • 2:42 - 2:44
    afhankelijk van zijn eigenschappen.
  • 2:44 - 2:50
    Laten we eens kijken of we het visuele ritme
    van de ballen te pakken kunnen krijgen.
  • 2:50 - 2:52
    Iedere bal heeft zijn eigen ritme
    en vertelt daarmee iets over zichzelf
  • 2:52 - 2:53
    Iedere bal heeft zijn eigen ritme
    en vertelt daarmee iets over zichzelf
  • 2:53 - 3:06
    en over de tijd die ervoor nodig is
    om het scherm over te steken.
  • 3:06 - 3:10
    Het visuele ritme van de slagen is de timing.
  • 3:10 - 3:11
    Nu gaan we het stuiteren van de bal animeren
    met een cirkel van tekeningen.
  • 3:11 - 3:15
    Nu gaan we het stuiteren van de bal animeren
    met een cirkel van tekeningen.
  • 3:15 - 3:16
    Hier tekenen we een cirkel.
  • 3:16 - 3:18
    Dat is punt A, het startpunt.
  • 3:18 - 3:22
    Bij punt B laten we hem de grond raken.
  • 3:22 - 3:24
    Het vallen en opstuiteren duurt
    ongeveer een seconde.
  • 3:24 - 3:26
    Het vallen en opstuiteren duurt
    ongeveer een seconde.
  • 3:26 - 3:29
    Dat is de timing.
  • 3:29 - 3:31
    De spacing is de plaatsing van de cirkel
  • 3:31 - 3:34
    in de frames tussen punt A en B.
  • 3:34 - 3:35
    Als we de bewegingen
    in gelijke stappen zouden verdelen,
  • 3:35 - 3:36
    Als we de bewegingen
    in gelijke stappen zouden verdelen,
  • 3:36 - 3:39
    zouden we zoiets krijgen.
  • 3:39 - 3:42
    Dit maakt weinig duidelijk.
  • 3:42 - 3:45
    Is het een stuiterbal of een cirkel op een lift?
  • 3:45 - 3:46
    Kijken we nog eens naar de beelden,
    om te zien wat er gebeurt
  • 3:46 - 3:47
    Kijken we nog eens naar de beelden,
    om te zien wat er gebeurt
  • 3:47 - 3:50
    bij het stuiteren van de verschillende ballen.
  • 3:50 - 3:52
    Na ieder contact met de grond
  • 3:52 - 3:54
    wordt de opwaartse beweging uiteindelijk
    ingehaald door de zwaartekracht
  • 3:54 - 3:56
    wordt de opwaartse beweging uiteindelijk
    ingehaald door de zwaartekracht
  • 3:56 - 3:58
    en wel op het hoogste punt van iedere boog.
  • 3:58 - 3:59
    Als de richting verandert,
    is de beweging het traagst.
  • 3:59 - 4:01
    Als de richting verandert,
    is de beweging het traagst.
  • 4:01 - 4:03
    De opeenvolgende posities
    van de bal liggen dicht bij elkaar.
  • 4:03 - 4:05
    De opeenvolgende posities
    van de bal liggen dicht bij elkaar.
  • 4:05 - 4:07
    De bal wordt sneller als hij gaat vallen
  • 4:07 - 4:08
    en is op zijn snelst
  • 4:08 - 4:10
    als hij de grond nadert en raakt.
  • 4:10 - 4:13
    De posities liggen steeds verder uit elkaar.
  • 4:13 - 4:15
    De verandering van positie tussen de frames
    noemen we spacing (ruimtebepaling).
  • 4:15 - 4:17
    De verandering van positie tussen de frames
    noemen we spacing (ruimtebepaling).
  • 4:17 - 4:18
    Hoe kleiner de verandering,
    hoe langzamer de actie lijkt.
  • 4:18 - 4:21
    Hoe kleiner de verandering,
    hoe langzamer de actie lijkt.
  • 4:21 - 4:23
    Hoe groter de verandering,
    hoe sneller het lijkt.
  • 4:23 - 4:27
    Hoe groter de verandering,
    hoe sneller het lijkt.
  • 4:27 - 4:28
    Voor het vertagen van een actie
  • 4:28 - 4:33
    moet iedere positieverandering
    kleiner zijn dan de vorige.
  • 4:33 - 4:36
    Voor het versnellen van een actie
  • 4:36 - 4:40
    moet iedere volgende verandering groter zijn.
  • 4:40 - 4:42
    Nu gaan we de mechanische spacing
  • 4:42 - 4:43
    van onze animatie veranderen,
  • 4:43 - 4:46
    om na te denken over wat we zojuist zagen.
  • 4:46 - 4:51
    Langzaam bovenaan, snel als hij de grond raakt.
  • 4:51 - 4:53
    Door simpelweg de spacing aan te passen,
  • 4:53 - 4:55
    lukt het om spelenderwijs
  • 4:55 - 4:57
    dynamiek en zwaartekracht te suggereren,
  • 4:57 - 5:00
    waardoor een veel realistischer beweging ontstaat.
  • 5:00 - 5:02
    Als je de timing verandert, maar de spacing niet
  • 5:02 - 5:06
    verschillen de resultaten enorm.
  • 5:06 - 5:08
    In de realiteit wint de zwaartekracht
  • 5:08 - 5:10
    het uiteindelijk altijd van de neiging van de bal
  • 5:10 - 5:13
    om in beweging te blijven.
  • 5:13 - 5:14
    Je ziet dat hier in de steeds
    lager wordende stuiterbogen.
  • 5:14 - 5:17
    Je ziet dat hier in de steeds
    lager wordende stuiterbogen.
  • 5:17 - 5:19
    Wederom is de afname afhankelijk
  • 5:19 - 5:21
    van de eigenschappen van de bal.
  • 5:21 - 5:23
    Hoewel de cirkels even groot zijn,
  • 5:23 - 5:26
    vertelt de manier waarop ze bewegen
  • 5:26 - 5:30
    bij iedere cirkel een ander verhaal.
  • 5:30 - 5:32
    De relatie tussen de principes
  • 5:32 - 5:33
    timing en spacing
  • 5:33 - 5:35
    is op talloze manieren toe te passen
  • 5:35 - 5:40
    en wordt gebruikt bij de animatie
    van alle vormen van actie:
  • 5:40 - 5:44
    een jojo,
  • 5:44 - 5:47
    een klap,
  • 5:47 - 5:50
    een zacht klopje,
  • 5:50 - 5:53
    een duw,
  • 5:53 - 5:57
    een zaag,
  • 5:57 - 6:03
    de baan van de zon langs de hemel,
  • 6:03 - 6:06
    een slinger.
  • 6:06 - 6:08
    Animatie is een kunstvorm,
    met tijd als basis.
  • 6:08 - 6:10
    Het kan de esthetische elementen
    van andere grafische kunsten bevatten,
  • 6:10 - 6:11
    Het kan de esthetische elementen
    van andere grafische kunsten bevatten,
  • 6:11 - 6:13
    zoals illustratie- of schilderwerk,
  • 6:13 - 6:14
    maar het bijzondere van animatie is,
  • 6:14 - 6:16
    dat wat je niet ziet,
    belangrijker is dan wat je wel ziet.
  • 6:16 - 6:19
    dat wat je niet ziet,
    belangrijker is dan wat je wel ziet.
  • 6:19 - 6:20
    Hoe een object er op het eerste gezicht uitziet,
    zegt nog niet zo veel.
  • 6:20 - 6:23
    Hoe een object er op het eerste gezicht uitziet,
    zegt nog niet zo veel.
  • 6:23 - 6:24
    Pas als het beweegt,
    snappen we waar we naar kijken.
  • 6:24 - 6:28
    Pas als het beweegt,
    snappen we waar we naar kijken.
Title:
Het principe van animatie: de kunst van timing (tijdsbepaling) en spacing (ruimtebepaling) - TED-Ed
Description:

Bekijk de hele les: http://ed.ted.com/lessons/animation-basics-the-art-of-timing-and-spacing-ted-ed
Deskundige timing en spacing is wat fantastische animatie meer maakt dan een diashow. TED-Ed demonstreert, door middel van het manipuleren van verschillende stuiterballen,
hoe de kleinste aanpassingen van frame naar frame het verschil kunnen maken.

Les en animatie door TED-Ed.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TED-Ed
Duration:
06:43

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions