-
Dit hier is een plaatje van een Airbus A380 vliegtuig,
-
en ik vroeg me af
-
Hoe lang heeft dit vliegtuig nodig om op te stijgen?
-
En heb ik zijn snelheid om op te stijgen opgezocht,
-
en de waarde die ik vond was 280 km/u.
-
En om dit een als snelheid te gebruiken,
-
moeten we ook een richting aangeven,
-
not alleen een waarde.
-
Dus de richting is in de richting van de startbaan.
-
Dus dat is de positieve richting.
-
Als we het dus over versnelling hebben,
-
dan gaan we ervan uit dat het in de richting is,
-
de lengterichting van de startbaan.
-
Ik heb ook de waarde opgezocht,
-
ik heb het een beetje vereenvoudigd,
-
omdat het niet een puur
-
constante versnelling zal zijn.
-
Maar laten we zeggen:
-
van het moment dat de piloot zegt,
-
"We stijgen op" tot het moment dat het echt opstijgt,
-
heeft het vliegtuig een constante versnelling.
-
De motoren zijn in staat om een constante versnelling te leveren.
-
Versnelling van 1,0 m/s per seconde
-
Dus na elke seconde,
-
kan het één m/s sneller gaan
-
dan het ging
-
aan het begin van die seconde.
-
Of, anders gezegd:
-
1,0 m/s per seconde,
-
dit kan ook geschreven worden als:
-
1,0 m/s^2
-
Ik vind dat iets meer intuïtief,
-
iets mooier om op te schrijven.
-
Dus laten we dit gaan uitzoeken.
-
Dus het eerste
-
waar we een antwoord op proberen te vinden, is:
-
Hoe lang duurt het tot het vliegtuig opstijgt?
-
Dat is de vraag die we proberen te beantwoorden.
-
En om dit te beantwoorden,
-
moet ik in mijn hoofd,
-
tenminste de eenheden goed zetten.
-
Dus hier,
-
hebben we onze versnelling
-
in termen van meters en seconden,
-
of seconden in het kwadraat.
-
En hier,
-
Hebben we de opstijg-snelheid
-
in termen van kilometers en uren.
-
Dus laten we ten eerst alvast
-
deze opstijg-snelheid omzetten in m/s,
-
dan wordt het wellicht simpeler
-
om deze vraag te beantwoorden.
-
Dus als we 280 km/u hebben,
-
hoe zetten we dat om in m/s?
-
Laten we eerst naar km/s converteren.
-
We willen nu dus van dat "uur" af zien te komen.
-
En de beste manier om dat te doen:
-
als we een "uur"
-
in de deler hebben,
-
willen we een "uur" in de noemer,
-
en willen we een "seconde" in de deler.
-
Dus, waar vermenigvuldigen we dit mee?
-
Of wat zetten we vóór
-
de "uren" en "seconden"?
-
Dus er zijn in 1 uur 3600 seconden.
-
60 seconden in een minuut,
-
60 minuten in een uur
-
En dus is 1 van de grotere eenheid
-
gelijk aan 3600 van de kleinere eenheid.
-
Dus kunnen we daarmee vermenigvuldigen,
-
En als we dat doen,
-
Dan vallen de "uren" tegen elkaar weg.
-
En krijgen we 280 gedeeld door 3600
-
kilometers per seconde.
-
Maar ik wil al mijn berekeningen in één keer doen,
-
dus laten we ook de conversie van
-
kilometers naar meters doen.
-
Dus nogmaals,
-
we hebben kilometers in de noemer,
-
en nu willen we kilometers in de deler.
-
Dus dat valt tegen elkaar weg.
-
En we willen meters in de noemer.
-
En wat is de kleinere eenheid?
-
Dat zijn meters, en we hebben 1.000 meters
-
voor elke kilometer.
-
And als je dat gaat vermenigvuldigen,
-
dat zullen de kilometers tegen elkaar wegvallen,
-
en dan hou je over
-
280 keer 1.000 samen over 3600.
-
En de eenheden die we overhouden zijn:
-
meters per seconde.
-
Laat ik nu mijn vertrouwde TI-85 pakken
-
en het echt uitrekenen.
-
Dus we hebben 280 * 1.000,
-
wat natuurlijk 280.000 is,
-
maar laat ik dat delen door 3600.
-
En het geeft me 77.7 met herhalende 7.
-
En het lijkt erop dat ik 2 significant cijfers had
-
in elke van deze oorspronkelijke waarden,
-
ik had hier 1,0,
-
niet 100% duidelijk hoeveel
-
significante cijfers ik hier had
-
Was die waarde afgerond
-
op de dichtstbijzijnde 10 kilometer,
-
of was het precies 280 km/u?
-
Om veilig te zijn,
-
neem ik aan dat het afgerond is
-
op de dichtstbijzijnde 10 kilometer,
-
dus we hebben hier maar 2 significante cijfers.
-
Dus moeten we ook maar 2 significante cijfers
-
in ons antwoord hebben,
-
dus laten we dit afronden naar 78 m/s.
-
Dus dit zal 78 m/s zijn,
-
wat erg snel is!
-
Voor dit toestel om op te stijgen,
-
in iedere seconde die voorbijgaat,
-
moet het 78 meter afleggen,
-
ongeveer 3/4 de lengte van een voetbalveld
-
elke seconde.
-
Maar dat is niet het antwoord dat we zoeken,
-
we willen weten hoe lang het duurt
-
tot we kunnen gaan opstijgen.
-
Dit kunnen we best uit ons hoof doen,
-
als je er even over nadenkt.
-
De versnellign is 1 m/s per seconde,
-
dat wil zeggen:
-
na elke seconde,
-
gaat het vliegtuig 1 m/s sneller.
-
Dus, als je met snelheid 0 begint,
-
en dan na 1 seconde,
-
zal het 1 m/s gaan.
-
Na 2 seconden,
-
zal het 2 m/s gaan.
-
Na 3 seconden,
-
zal het 3 m/s gaan.
-
Dus hoe lang tot het 78 m/s gaat?
-
Ja, dat zal 78 seconden duren.
-
Het duurt 78 seconden, of grofweg
-
een minuut en 18 seconden.
-
En om dit te controleren,
-
met onze definitie van versnelling,
-
laten we zeggen,
-
denk even aan versnelling,
-
wat een vector grootheid is,
-
en alle richtingen
-
waar we het nu over hebben
-
zijn in de richting,
-
deze righting van de startbaan.
-
De versnelling is gelijk aan
-
verandering in snelheid over verandering in tijd.
-
En we proberen dit op te lossen voor:
-
hoeveel tijd is er nodig,
-
oftewel de verandering in tijd.
-
Laten we dat dus nu doen.
-
Laten we beide kanten vermenigvuldigen met
-
de verandering in tijd.
-
Dan krijg je Δt * versnelling
-
is gelijk aan
-
verandering in snelheid.
-
And om dit voor verandering in tijd op te lossen,
-
delen we beide kanten door versnelling,
-
dan krijg je de verandering in tijd.
-
Ik zou hier verder kunnen gaan,
-
maar ik wil gewoon deze ruimte
-
op het bord hier gebruiken.
-
Ik heb verandering in tijd
-
is gelijk aan
-
verandering in snelheid
-
gedeeld door versnelling.
-
In in dit geval,
-
wat is onze verandering in snelheid?
-
Nou, we beginnen met de snelheid,
-
of we nemen aan dat we beginnen
-
met een snelheid van 0 m/s,
-
en we gaan dit opvoeren naar 78 m/s
-
dus onze verandering in snelheid is
-
die 78 m/s.
-
Dus dis is gelijk,
-
in ons geval.
-
78 m/s is onze verandering in snelheid.
-
Ik neem de eindsnelheid,
-
78 m/s,
-
en trek ervan af
-
de beginsnelheid,
-
die 0 m/s is,
-
en dan krijg je dit
-
gedeeld door versnelling,
-
gedeeld door 1 m/s per seconde,
-
oftewel 1 m/s^2.
-
Dus het numerieke deel is vrij eenvoudig.
-
Je hebt 78 gedeeld door 1,
-
wat gewoon 78 is,
-
en dan de eenheden, je hebt:
-
meters per seconde,
-
en dan als je dat deelt door m/s^2,
-
dan is dat hetzelfde als vermenigvuldigen met
-
seconden in het kwadraat per meter.
-
Akkoord?
-
Door iets delen is hetzelfde
-
als vermenigvuldigen met het omgekeerde,
-
en day kun je ook met eenheden doen.
-
Dan zien we
-
dat de meters tegen elkaar wegvallen,
-
en dan sec^2 gedeeld door seconden
-
dan hou je gewoon seconden over.
-
Dus ook hier krijgen we 78 seconden.
-
Iets meer dan een minuut om op te stijgen.