< Return to Video

Sarah-Jayne Blakemore: De geheimen van het adolescente brein

  • 0:01 - 0:04
    Vijftien jaar geleden werd in brede kring aangenomen
  • 0:04 - 0:06
    dat de hersenen zich het meest ontwikkelden
  • 0:06 - 0:09
    tijdens de eerste levensjaren.
  • 0:09 - 0:11
    Destijds was het niet mogelijk
  • 0:11 - 0:14
    om in een levend menselijk brein te kijken
  • 0:14 - 0:17
    en zijn ontwikkeling te volgen over een langere periode.
  • 0:17 - 0:20
    Door de vooruitgang in de hersenscantechnologie
    in de afgelopen tien jaar
  • 0:20 - 0:22
    Door de vooruitgang in de hersenscantechnologie
    in de afgelopen tien jaar,
  • 0:22 - 0:25
    zoals magnetic resonance imaging (MRI),
  • 0:25 - 0:28
    konden neurowetenschappers beginnen kijken
    in levende
  • 0:28 - 0:30
    menselijke hersenen van elke leeftijd.
  • 0:30 - 0:33
    Ze volgen veranderingen
    in hersenstructuur en -functie.
  • 0:33 - 0:37
    Met structurele MRI nemen we een snapshot,
  • 0:37 - 0:40
    een foto met een hoge resolutie, van de binnenkant
  • 0:40 - 0:43
    van levende hersenen.
    We kunnen vragen stellen zoals:
  • 0:43 - 0:46
    hoeveel grijze massa bevatten de hersenen?
  • 0:46 - 0:48
    Hoe verandert dat als je ouder wordt?
  • 0:48 - 0:51
    Daarnaast gebruiken we functionele MRI (fMRI)
  • 0:51 - 0:55
    om een video te maken van hersenactiviteit,
  • 0:55 - 0:57
    als testpersonen een bepaalde taak uitvoeren
  • 0:57 - 1:00
    zoals denken of voelen of iets waarnemen.
  • 1:00 - 1:03
    Veel laboratoria wereldwijd zijn betrokken bij dit
  • 1:03 - 1:05
    onderzoek, en we beschikken nu over een rijk
  • 1:05 - 1:09
    en gedetailleerd beeld van de ontwikkeling
    van levende menselijke hersenen.
  • 1:09 - 1:12
    Dit beeld heeft ingrijpend veranderd hoe we denken
  • 1:12 - 1:15
    over de ontwikkeling van menselijke hersenen.
  • 1:15 - 1:17
    Die ontwikkeling stopt niet in je vroege jeugd.
  • 1:17 - 1:20
    Je hersenen blijven zich ontwikkelen
  • 1:20 - 1:24
    tot je in de dertig bent.
  • 1:24 - 1:28
    Adolescentie wordt gedefinieerd als
    de levensperiode die begint
  • 1:28 - 1:32
    met de biologische, hormonale en fysieke veranderingen tijdens de puberteit,
  • 1:32 - 1:36
    en die eindigt op de leeftijd dat een individu
  • 1:36 - 1:39
    een stabiele, onafhankelijke rol
    in de samenleving verwerft.
  • 1:39 - 1:41
    (Gelach)
  • 1:41 - 1:44
    Dat kan lang duren. (Gelach)
  • 1:44 - 1:47
    Een van de hersengebieden
    die het meest dramatisch verandert
  • 1:47 - 1:50
    tijdens de adolescentie is de prefrontale cortex.
  • 1:50 - 1:53
    Dit is een model van de menselijke hersenen
  • 1:53 - 1:56
    en dit is de prefrontale cortex, helemaal vooraan.
  • 1:56 - 1:58
    De prefrontale cortex is een interessant gebied.
  • 1:58 - 2:02
    Het is proportioneel veel groter in mensen dan
  • 2:02 - 2:05
    in welke ander soort ook,
    en het is betrokken bij een hele serie
  • 2:05 - 2:08
    complexe cognitieve functies
    zoals het nemen van beslissingen,
  • 2:08 - 2:11
    plannen maken, zoals wat je morgen gaat doen,
  • 2:11 - 2:13
    of volgende week, of volgend jaar.
    Voorkomen
  • 2:13 - 2:16
    van ongepast gedrag, zoals iets heel grofs zeggen
  • 2:16 - 2:19
    of iets heel doms doen.
  • 2:19 - 2:21
    Het is ook betrokken bij sociale interactie,
  • 2:21 - 2:24
    het begrijpen van andere mensen, en bij zelfbewustzijn.
  • 2:24 - 2:27
    MRI-studies die kijken naar de ontwikkeling
    van dit gebied
  • 2:27 - 2:29
    laten een dramatische ontwikkeling zien
  • 2:29 - 2:32
    tijdens de adolescentie.
  • 2:32 - 2:35
    Als je bijvoorbeeld kijkt
    naar het volume van grijze massa,
  • 2:35 - 2:40
    van 4- tot 22-jarigen, is er een toename
  • 2:40 - 2:42
    tijdens de kinderjaren, te zien in deze grafiek
  • 2:42 - 2:46
    Het bereikt een piek tijdens de vroege adolescentie.
  • 2:46 - 2:49
    De pijlen geven de piek in het volume
    van de grijze massa aan
  • 2:49 - 2:52
    in de prefrontale cortex.
    Je ziet die piek bij jongens
  • 2:52 - 2:56
    een paar jaar later dan bij meisjes.
  • 2:56 - 2:58
    Waarschijnlijk komt dit omdat jongens gemiddeld
  • 2:58 - 3:00
    enkele jaren later puberen dan meisjes.
  • 3:00 - 3:03
    Tijdens de adolescentie is er een opvallende afname
  • 3:03 - 3:06
    van het volume van grijze massa
    in de prefrontale cortex.
  • 3:06 - 3:08
    Dat klinkt misschien niet goed, maar eigenlijk
  • 3:08 - 3:11
    is het een heel belangrijk ontwikkelingsproces,
  • 3:11 - 3:15
    omdat grijze massa cellichamen en verbindingen
  • 3:15 - 3:19
    tussen cellen bevat, de synapsen.
  • 3:19 - 3:21
    De volumereductie van grijze massa
  • 3:21 - 3:24
    werd toegeschreven aan het 'snoeien' van synapsen,
  • 3:24 - 3:27
    dus het elimineren van ongewenste synapsen.
  • 3:27 - 3:30
    Dit is een heel belangrijk proces,
    deels afhankelijk
  • 3:30 - 3:33
    van de omgeving waarin dier of mens zich bevindt.
  • 3:33 - 3:36
    De actieve synapsen worden versterkt,
  • 3:36 - 3:38
    en de inactieve synapsen
  • 3:38 - 3:41
    in die specifieke omgeving worden gesnoeid.
  • 3:41 - 3:43
    Enigszins vergelijkbaar met
    het snoeien van een rozenstruik.
  • 3:43 - 3:46
    Je snoeit de zwakkere takken weg zodat
  • 3:46 - 3:49
    de overblijvende, belangrijke takken,
    sterker kunnen worden.
  • 3:49 - 3:53
    Dit proces dat hersenweefsel heel precies afstemt
  • 3:53 - 3:56
    op de specifieke omgeving van de soort,
  • 3:56 - 3:58
    vindt plaats in de prefrontale cortex en
    in andere hersengebieden
  • 3:58 - 4:02
    tijdens de menselijke adolescentie.
  • 4:02 - 4:06
    Een tweede lijn van onderzoek naar veranderingen
  • 4:06 - 4:09
    in adolescente hersenen
    doen we met functionele MRI.
  • 4:09 - 4:12
    We kijken dan naar hersenactiviteit
    op verschillende leeftijden.
  • 4:12 - 4:14
    Ik geef je een voorbeeld uit mijn lab.
  • 4:14 - 4:17
    Wij zijn geïnteresseerd in het sociale brein,
  • 4:17 - 4:21
    het netwerk van hersengebieden
    dat we gebruiken om anderen
  • 4:21 - 4:23
    te begrijpen en met hen te communiceren.
  • 4:23 - 4:27
    Ik laat je nu een foto zien van een voetbalwedstrijd
  • 4:27 - 4:32
    die twee aspecten toont
    van de werking van je sociale brein.
  • 4:32 - 4:33
    Dus dit is een voetbalwedstrijd. (Gelach)
  • 4:33 - 4:36
    Michael Owen miste een goal
    en ligt op de grond.
  • 4:36 - 4:38
    Het eerste aspect van het sociale brein
  • 4:38 - 4:41
    is goed te zien op de foto: hoe automatisch
  • 4:41 - 4:44
    en instinctief emotionele reacties zijn.
  • 4:44 - 4:47
    Vlak nadat Michael Owen zijn doelkans heeft gemist,
  • 4:47 - 4:49
    doet iedereen hetzelfde met zijn armen en gezicht.
  • 4:49 - 4:51
    Zelfs Michael Owen doet hetzelfde met zijn armen,
    terwijl hij over het gras schuift.
  • 4:51 - 4:53
    Zelfs Michael Owen doet hetzelfde met zijn armen,
    terwijl hij over het gras schuift.
  • 4:53 - 4:55
    Hij heeft waarschijnlijk dezelfde gezichtsuitdrukking.
  • 4:55 - 4:57
    De enigen die dit niet doen,
  • 4:57 - 5:01
    zijn de jongens in het geel achterin. -- (Lacht) --
  • 5:01 - 5:03
    Ik denk dat ze op de verkeerde plek
    in het stadion zitten.
  • 5:03 - 5:05
    Zij hebben een andere sociaal-emotionele reactie,
  • 5:05 - 5:08
    die we meteen herkennen.
    Dat is het tweede aspect
  • 5:08 - 5:12
    van het sociale brein:
  • 5:12 - 5:15
    hoe goed we zijn in het aflezen
    van andermans gedrag,
  • 5:15 - 5:18
    hun acties, hun gebaren, hun gezichtsuitdrukkingen
  • 5:18 - 5:22
    tonen de onderliggende emoties en mentale staat.
  • 5:22 - 5:23
    Je hoeft het deze jongens niet te vragen.
  • 5:23 - 5:26
    Je hebt een goed beeld wat ze voelen
  • 5:26 - 5:28
    en denken op dit moment.
  • 5:28 - 5:30
    Dat onderzoeken we in mijn lab.
  • 5:30 - 5:34
    We halen adolescenten en volwassenen naar mijn lab
  • 5:34 - 5:36
    voor een hersenscan.
    We geven ze een opdracht
  • 5:36 - 5:40
    waarbij ze moeten nadenken over andere mensen,
    hun gedachten,
  • 5:40 - 5:42
    hun gemoedstoestand en emoties.
    Een van de bevindingen
  • 5:42 - 5:45
    die telkens terugkomt, ook in andere labs in de wereld,
  • 5:45 - 5:48
    is onderdeel van de prefrontale cortex:
  • 5:48 - 5:52
    de mediale prefrontale cortex,
    blauw gekleurd op de dia.
  • 5:52 - 5:54
    Deze ligt midden in de prefrontale cortex,
  • 5:54 - 5:57
    op de middellijn van je hoofd.
  • 5:57 - 6:00
    Dit gebied is actiever bij adolescenten als ze
  • 6:00 - 6:02
    sociale beslissingen nemen en nadenken over anderen,
  • 6:02 - 6:05
    dan bij volwassenen.
    Hier een meta-analyse
  • 6:05 - 6:08
    van negen verschillende onderzoeken
    op dit gebied in de wereld.
  • 6:08 - 6:11
    Alle onderzoeken laten hetzelfde zien:
  • 6:11 - 6:14
    activiteit in de mediale prefrontale cortex
  • 6:14 - 6:17
    neemt af tijdens de adolescentie.
  • 6:17 - 6:19
    Dit komt mogelijk omdat
    adolescenten en volwassenen
  • 6:19 - 6:22
    een verschillende mentale benadering hebben,
    een verschillende
  • 6:22 - 6:25
    cognitieve strategie
    voor het nemen van sociale beslissingen.
  • 6:25 - 6:29
    We onderzoeken dit in gedragsstudies.
  • 6:29 - 6:31
    We halen mensen naar het lab
  • 6:31 - 6:33
    en geven ze een gedragsopdracht.
  • 6:33 - 6:36
    Hier nog een voorbeeld van
    het soort opdrachten in mijn lab.
  • 6:36 - 6:39
    Stel je voor dat je deelnemer bent
    in één van onze experimenten.
  • 6:39 - 6:41
    Je komt het lab binnen
  • 6:41 - 6:44
    en ziet deze geautomatiseerde taak.
  • 6:44 - 6:46
    Bij deze taak zie je een rek.
  • 6:46 - 6:49
    Op sommige plekken zie je een voorwerp,
  • 6:49 - 6:52
    en je ziet ook dat er een man achter staat
  • 6:52 - 6:56
    Sommige voorwerpen kan hij niet zien.
  • 6:56 - 6:58
    Ze zijn afgesloten van zijn blikveld
  • 6:58 - 7:01
    met een grijs stuk hout.
  • 7:01 - 7:04
    Dit is hetzelfde rek vanuit zijn gezichtspunt.
  • 7:04 - 7:08
    Hij kan maar een paar voorwerpen zien,
  • 7:08 - 7:10
    terwijl jij er veel meer kunt zien.
  • 7:10 - 7:12
    Het is jouw taak om voorwerpen te verplaatsen.
  • 7:12 - 7:15
    De regisseur die achter het rek staat
  • 7:15 - 7:17
    zal je aanwijzingen geven.
  • 7:17 - 7:19
    Hij zal je echter niet vragen
    om voorwerpen te verplaatsen
  • 7:19 - 7:23
    die hij niet kan zien.
    Daardoor ontstaat een heel interessante
  • 7:23 - 7:25
    situatie, waarbij er een conflict is
  • 7:25 - 7:28
    tussen jouw perspectief en dat van de regisseur.
  • 7:28 - 7:32
    Stel je voor dat hij aan je vraagt
    om de bovenste truck links te verplaatsen.
  • 7:32 - 7:34
    Er staan drie trucks.
    Instinctief zul je
  • 7:34 - 7:36
    de witte truck nemen, omdat dit de bovenste truck is
  • 7:36 - 7:39
    vanuit jouw perspectief,
    maar dan moet je eraan denken:
  • 7:39 - 7:41
    "O, hij kan die truck niet zien.
  • 7:41 - 7:43
    Hij bedoelt de blauwe truck",
    want dat is de bovenste truck
  • 7:43 - 7:46
    vanuit zijn perspectief.
    Geloof het of niet:
  • 7:46 - 7:49
    normale, gezonde, intelligente volwassenen zoals jij
  • 7:49 - 7:52
    doen dit 50% van de tijd fout.
  • 7:52 - 7:55
    Ze verplaatsen de witte truck
    in plaats van de blauwe truck.
  • 7:55 - 7:58
    We geven deze opdracht
    aan adolescenten en volwassenen,
  • 7:58 - 8:00
    en hebben daarbij ook een controle-situatie,
  • 8:00 - 8:04
    waarbij er geen regisseur is.
    De deelnemers krijgen dan een regel.
  • 8:04 - 8:06
    We zeggen dat we precies hetzelfde gaan doen
  • 8:06 - 8:09
    maar dit keer is er geen regisseur.
  • 8:09 - 8:12
    Nu moet je voorwerpen
    met de donkergrijze achtergrond negeren.
  • 8:12 - 8:15
    Je ziet dat dit precies dezelfde situatie is,
  • 8:15 - 8:17
    maar nu moeten ze onthouden
  • 8:17 - 8:20
    dat ze deze ietwat arbitraire regel toepassen.
  • 8:20 - 8:22
    Met de regisseur erbij, moeten ze onthouden
  • 8:22 - 8:26
    dat ze rekening moeten houden met zijn perspectief
  • 8:26 - 8:30
    voor het leiden van hun gedrag.
  • 8:30 - 8:33
    Ik laat jullie nu het foutenpercentage zien
  • 8:33 - 8:35
    in een groot ontwikkelingsonderzoek.
  • 8:35 - 8:39
    Een onderzoek dat loopt
    vanaf zevenjarige leeftijd tot aan volwassenheid.
  • 8:39 - 8:40
    We zien het foutenpercentage
  • 8:40 - 8:42
    in de volwassen groep in beide condities.
  • 8:42 - 8:45
    Het grijze is de regisseur-aanwezig-conditie,
  • 8:45 - 8:48
    waarin onze intelligente volwassenen 50% fout doen.
  • 8:48 - 8:50
    Ze maken veel minder fouten
  • 8:50 - 8:53
    als er geen regisseur bij aanwezig is,
  • 8:53 - 8:56
    als ze enkel de regel van de
    grijze achtergrond moeten onthouden.
  • 8:56 - 8:58
    Qua ontwikkeling verlopen deze condities
  • 8:58 - 9:01
    op precies dezelfde manier.
    Tussen de late kindertijd
  • 9:01 - 9:03
    en mid-adolescentie is er een verbetering,
  • 9:03 - 9:07
    -- een afname van de fouten -- in beide onderzoeken,
  • 9:07 - 9:08
    in allebei de condities.
  • 9:08 - 9:10
    Maar als je de laatste twee groepen vergelijkt,
  • 9:10 - 9:12
    dus de groep mid-adolescenten
    en de volwassen groep,
  • 9:12 - 9:15
    dan wordt het echt interessant.
    Er is namelijk geen
  • 9:15 - 9:18
    doorlopende verbetering
    in de conditie-zonder-regisseur.
  • 9:18 - 9:21
    Alles wat je nodig hebt voor
  • 9:21 - 9:24
    het onthouden en toepassen van de regel
    lijkt volledig ontwikkeld
  • 9:24 - 9:26
    halverwege de adolescentie,
    maar als je kijkt
  • 9:26 - 9:29
    naar de laatste twee grijze balken, is er nog altijd
  • 9:29 - 9:32
    een aanzienlijke verbetering te zien
    bij de regisseur-aanwezig-conditie
  • 9:32 - 9:34
    tussen mid-adolescentie en volwassenheid.
  • 9:34 - 9:38
    Dit betekent dat de vaardigheid om rekening
  • 9:38 - 9:41
    te houden met het perspectief van anderen --
  • 9:41 - 9:43
    iets dat we overigens dagelijks voortdurend doen --
  • 9:43 - 9:48
    nog in ontwikkeling is van mid- tot late adolescentie.
  • 9:48 - 9:51
    Dus als je een tienerzoon of -dochter hebt
  • 9:51 - 9:53
    en je wel eens denkt dat ze zich
    niet kunnen inleven
  • 9:53 - 9:57
    in anderen... dat klopt helemaal.
    En nu weten jullie ook waarom.
  • 9:57 - 10:00
    Soms lachen we om tieners.
  • 10:00 - 10:04
    Ze worden geparodieerd,
    soms zelfs gedemoniseerd in de media
  • 10:04 - 10:08
    voor hun typische tienergedrag.
    Ze nemen risico's,
  • 10:08 - 10:10
    zijn soms humeurig, zijn op zichzelf gericht.
  • 10:10 - 10:13
    Ik heb een aardige anekdote van een vriend van mij.
  • 10:13 - 10:15
    Hij vertelde wat hem het meest opviel
  • 10:15 - 10:18
    bij zijn dochters voor en na de puberteit:
  • 10:18 - 10:21
    hun niveau van schaamte voor hem.
  • 10:21 - 10:23
    Hij zei: "Als mijn dochter vóór hun puberteit
  • 10:23 - 10:25
    aan het stoeien waren in een winkel, zei ik:
  • 10:25 - 10:27
    'Hou daarmee op, dan zing ik jullie favoriete liedje.'"
  • 10:27 - 10:29
    Ze stopten meteen en hij zong.
  • 10:29 - 10:32
    Na de puberteit werd dát de bedreiging.
  • 10:32 - 10:34
    (Gelach)
  • 10:34 - 10:38
    Het idee alleen al dat hun vader
    in het openbaar zou zingen,
  • 10:38 - 10:40
    was voldoende om zich te gedragen.
  • 10:40 - 10:42
    Vaak vragen mensen aan mij:
  • 10:42 - 10:44
    "Is adolescentie een nieuw verschijnsel?
  • 10:44 - 10:46
    Is het iets dat we kort geleden
    in het Westen hebben uitgevonden?"
  • 10:46 - 10:49
    Het antwoord is: waarschijnlijk niet.
    Er zijn veel
  • 10:49 - 10:52
    historische beschrijvingen van adolescentie die
  • 10:52 - 10:55
    veel lijken op de beschrijvingen
    die we tegenwoordig gebruiken.
  • 10:55 - 10:59
    Er is een beroemd citaat van Shakespeare
    uit 'Winter's Tale',
  • 10:59 - 11:02
    waarin hij adolescentie als volgt beschrijft:
  • 11:02 - 11:04
    "Ik wilde dat er geen leeftijd was tussen tien
  • 11:04 - 11:08
    en drie-en-twintig,
    of dat de jeugd die tijd zou gaan slapen;
  • 11:08 - 11:10
    want ze doen in die periode niets anders
    dan meisjes zwanger maken,
  • 11:10 - 11:16
    oudjes pesten, stelen en vechten." (Gelach)
  • 11:16 - 11:21
    Hij vervolgt: "Dat gezegd zijnde, wie anders dan deze
  • 11:21 - 11:24
    verhitte standjes tussen negentien en twee-en-twintig
  • 11:24 - 11:26
    zou met dit weer op jacht gaan"? (Gelach)
  • 11:26 - 11:29
    Dus bijna 400 jaar geleden
    portretteerde Shakespeare adolescenten
  • 11:29 - 11:32
    op een manier die veel lijkt op
  • 11:32 - 11:35
    hoe we hen tegenwoordig beschrijven.
    Vandaag de dag proberen
  • 11:35 - 11:38
    we echter hun gedrag te begrijpen
    in termen van onderliggende veranderingen
  • 11:38 - 11:40
    die in hun hersenen plaatsvinden.
  • 11:40 - 11:44
    Neem bijvoorbeeld het nemen van risico's.
    We weten dat adolescenten
  • 11:44 - 11:46
    de neiging hebben risico's te nemen.
  • 11:46 - 11:49
    Ze nemen meer risico's dan kinderen
  • 11:49 - 11:51
    of volwassenen, en vooral in gezelschap
  • 11:51 - 11:54
    van hun vrienden. Er is een belangrijke drijfveer
  • 11:54 - 11:57
    om onafhankelijk te worden van je ouders en
  • 11:57 - 12:00
    je vrienden te imponeren tijdens je adolescentie.
  • 12:00 - 12:02
    Nu proberen we dit te begrijpen op niveau van
  • 12:02 - 12:05
    de ontwikkeling van een deel van hun hersenen:
    het limbisch systeem.
  • 12:05 - 12:08
    Ik laat jullie nu het limbisch systeem zien,
    rood gekleurd
  • 12:08 - 12:10
    op de dia, en ook op deze hersenen.
  • 12:10 - 12:13
    Het limbisch systeem bevindt zich diep in de hersenen
  • 12:13 - 12:16
    en is betrokken bij zaken
    als het verwerken van emoties
  • 12:16 - 12:20
    en beloning.
    Het geeft je een gevoel van voldoening
  • 12:20 - 12:23
    wanneer je leuke dingen doet,
    inclusief risico's nemen.
  • 12:23 - 12:25
    Het geeft je een kick bij het nemen van risico's.
  • 12:25 - 12:28
    En deze gebieden in het limbisch systeem
  • 12:28 - 12:32
    blijken bij adolescenten supergevoelig
    voor het beloningsgevoel
  • 12:32 - 12:35
    bij het nemen van risico's,
    in vergelijking met volwassenen.
  • 12:35 - 12:39
    Op hetzelfde moment is de prefrontale cortex
  • 12:39 - 12:41
    die je hier blauw gekleurd ziet,
  • 12:41 - 12:44
    en die ons weerhoudt van het nemen van grote risico's
  • 12:44 - 12:48
    nog erg in ontwikkeling bij adolescenten.
  • 12:48 - 12:51
    Hersenonderzoek heeft aangetoond
    dat de hersenen van adolescenten
  • 12:51 - 12:55
    een diepgaande ontwikkeling doormaken.
  • 12:55 - 12:59
    Dit heeft implicaties voor onderwijs, rehabilitatie
  • 12:59 - 13:03
    en interventie. De omgeving, inclusief het onderwijs,
  • 13:03 - 13:06
    vormen de hersenen van de adolescent
    tijdens zijn ontwikkeling.
  • 13:06 - 13:09
    Toch zijn we relatief nog maar kort bezig met
  • 13:09 - 13:11
    systematisch onderwijs voor tieners
    in de westerse wereld.
  • 13:11 - 13:15
    Alle vier mijn grootouders bijvoorbeeld
    hebben de school verlaten
  • 13:15 - 13:19
    tijdens hun vroege adolescentie. Zij hadden geen keus.
  • 13:19 - 13:22
    Dit geldt nog steeds voor heel veel tieners
  • 13:22 - 13:25
    overal ter wereld.
    Veertig procent van de tieners
  • 13:25 - 13:29
    heeft geen toegang tot middelbare schoolonderwijs.
  • 13:29 - 13:32
    Maar in deze levensperiode kunnen hersenen
  • 13:32 - 13:35
    sterk aangepast en gekneed worden.
  • 13:35 - 13:38
    Het is een fantastische kans om te leren
    en creatief te zijn.
  • 13:38 - 13:41
    Wat soms wordt gezien als
  • 13:41 - 13:43
    het adolescentenprobleem - grote risico's nemen,
    zwakke impulsbeheersing
  • 13:43 - 13:47
    en zelfgerichtheid - moet niet gestigmatiseerd worden.
  • 13:47 - 13:50
    Het geeft gewoon de veranderingen
    in de hersenen weer, die een
  • 13:50 - 13:53
    fantastische mogelijkheid bieden voor onderwijs
  • 13:53 - 13:57
    en sociale ontwikkeling. Bedankt. (Applaus)
  • 13:57 - 14:05
    (Applaus)
Title:
Sarah-Jayne Blakemore: De geheimen van het adolescente brein
Speaker:
Sarah-Jayne Blakemore
Description:

Waarom lijken tieners zoveel impulsiever en zoveel minder zelfbewust dan volwassenen?
De cognitieve neurowetenschapper Sarah-Jayne Blakemore vergelijkt de prefrontale cortex van adolescenten en volwassenen en laat ons zien hoe typisch 'tienergedrag' wordt veroorzaakt door het zich ontwikkelende brein.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
14:26

Dutch subtitles

Revisions