-
[FRANS]
Waar gaat de geest heen,
wanneer ze het lichaam verlaat?
-
[ENGELS]
Waar gaat de geest heen,
wanneer ze het lichaam verlaat?
-
Veel mensen stellen zich het lichaam
voor als een huis,
-
en de geest als iemand
die in het huis is.
-
En die persoon kan het huis
in- en uitgaan.
-
Ook vele volwassenen geloven dat.
-
Ze geloven dat we de geest
uit het lichaam kunnen halen,
-
en het lichaam uit de geest.
-
Ze geloven dat lichaam en geest
op zichzelf staande dingen zijn,
-
dat lichaam en geest
twee aparte dingen zijn.
-
Maar dat is niet waar.
-
Niet alleen de Boeddha, maar vele wijzen
en wetenschappers, weten dat dat fout is.
-
Lichaam en geest zijn geen
aparte dingen.
-
Als er geen lichaam is, is er geen geest
en omgekeerd.
-
Het is zoals dit blad papier.
-
Dit is de linkerkant.
-
En dit is de rechterkant.
-
En de linker- en rechterkant
hebben elkaar nodig om er te zijn.
-
Als links er niet is,
kan rechts er ook niet zijn.
-
Je kan de linkerkant niet weghalen
van de rechter.
-
Je kan niet zeggen: "Breng de rechterkant
naar Bordeaux."
-
"En breng de linker naar Parijs."
-
Dat is niet mogelijk.
-
Dus lichaam uit geest halen
en omgekeerd, is onmogelijk.
-
In het boeddhisme heet dat 'inter-zijn'.
-
We willen samen zijn.
-
Alleen kan je niet zijn,
je moet 'inter-zijn' met de ander.
-
We kunnen dromen dat we
ons lichaam verlaten
-
en naar ons lichaam kijken.
Maar dat kan enkel in een droom.
-
De geest kan het lichaam niet verlaten
en ergens anders heen gaan,
-
want de geest is niet
iets afzonderlijks.
-
Dus als iets in het lichaam gebeurt,
beïnvloedt dat de geest.
-
En als iets in de geest gebeurt,
dan gebeurt het ook in lichaam.
-
Dus de geneeskunde weet
dat we voor het lichaam moeten zorgen
-
om voor de geest te zorgen
en omgekeerd.
-
Dit is een heel moeilijke vraag.
We moeten veel leren om haar te begrijpen.
-
Toen ik 16 was, begon ik al
met dit te leren.
-
Alles wat we zien, ons lichaam,
een huis, een boom, de sterren,
-
alles wat we zien
is het voorwerp van onze geest.
-
Dat is ingewikkeld! Hoe kon een 16-jarige
dit begrijpen? Maar hij moest het leren.
-
Dit huis, deze berg, die ster,
zijn niet afgescheiden van onze geest.
-
Ze zijn het voorwerp van onze geest.
Dat is onze enige zekerheid.
-
Alles hangt af van onze geest.
-
Je denkt misschien dat dit boek niet
onze geest is.
-
Maar het is er deel van.
Het is het voorwerp van onze geest.
-
Nu kunnen we alvast leren dat
lichaam en geest niet gescheiden zijn.
-
Ze zijn met elkaar verbonden,
zonder de ene kan de andere er niet zijn,
-
zoals links en rechts,
zoals boven en onder.
-
Morgen spreken we over
wanneer het lichaam uit elkaar valt,
-
wanneer het lichaam niet meer werkt.
Het lichaam wordt levenloos.
-
Waar is de geest dan?
-
Waar is ze naartoe?
Dat is een heel interessante vraag.
-
We hoeven het antwoord
niet direct te vinden.
-
We kunnen de vraag zo laten
en beginnen zoeken en zoeken.
-
Dit is een heel interessant onderwerp.
Zoek het antwoord niet te gretig.
-
Tijdens het leren, ontdekken we
vele interessante dingen
-
over de band tussen lichaam en geest.
Kunnen lichaam en geest sterven?
-
Is het mogelijk dat iemand
tot niets wordt.