< Return to Video

Hoe laten we het Zelf sterven - is God goed?

  • 0:02 - 0:03
    (Halve gong)
  • 0:07 - 0:13
    (Gong)
  • 0:35 - 0:38
    Beste Thay, mijn naam is Frances.
  • 0:39 - 0:43
    Mijn ouders gaven me die naam
    naar Franciscus van Assisi.
  • 0:45 - 0:48
    Thay, we zijn allemaal
    een voortzetting van jou
  • 0:49 - 0:53
    en ik heb beloofd te volgen
    wat je ons hebt geleerd.
  • 0:54 - 0:57
    Vooral wat je ons gisteren
    over de gong hebt verteld.
  • 0:57 - 1:03
    Misschien zullen we ontwaken
  • 1:03 - 1:06
    en anderen helpen te ontwaken
  • 1:06 - 1:10
    en het pad van angst en verdriet
    overstijgen.
  • 1:13 - 1:14
    (Zucht)
  • 1:18 - 1:21
    Dat is... mijn gelofte
  • 1:23 - 1:34
    en ik weet dat het pad niet gemakkelijk zal zijn,
  • 1:34 - 1:37
    We hebben geleerd over ongedwongenheid,
  • 1:37 - 1:42
    we hebben geleerd over aandacht
    met inzicht.
  • 1:42 - 1:46
    Ik weet dat het ontbinden van het zelf
    de oplossing is.
  • 1:47 - 1:50
    Door het ontbinden van het zelf
    kan ongedwongenheid ontstaan.
  • 1:51 - 1:53
    Maar tegelijkertijd,
  • 1:53 - 1:55
    om een gelofte waar te maken
  • 1:55 - 1:58
    moeten we door brandende
    beslissingen heen gaan,
  • 1:58 - 2:00
    brandend, net zoals een vlam.
  • 2:00 - 2:04
    Ik moet beslissingen nemen die tegen
    de collectieve energie ingaan.
  • 2:04 - 2:08
    Ik zie ook dat ik mijn eigen lijden
    aan het omvormen ben.
  • 2:08 - 2:11
    En ook het lijden van mijn ouders.
  • 2:13 - 2:19
    De manier waarop ik dit nu al doe,
    en zal blijven doen...
  • 2:19 - 2:22
    is... I bid tot God en tot de Godin in me.
  • 2:22 - 2:28
    Het lichaam van de ware kosmische natuur
    is buiten me
  • 2:28 - 2:31
    maar ook binnen in me.
  • 2:31 - 2:38
    Maar stel dat alles ontstaat uit noodzaak.
  • 2:42 - 2:46
    Volgens mij komt alles voort
    vanuit Gods plan,
  • 2:47 - 2:50
    dat wil zeggen dat alles goed is.
  • 2:50 - 2:53
    Ik word bang, ik word depressief,
    ik word ziek.
  • 2:54 - 2:56
    Het is een zegen.
  • 2:56 - 2:59
    Als ik gezond word, een Sangha krijg,
    als ik jou instructies krijg,
  • 3:00 - 3:03
    is dat een zegen.
  • 3:03 - 3:07
    Dus volgens mij komt alles niet gewoon
    uit noodzaak voort.
  • 3:07 - 3:12
    Ik zie het als een pad van mededogen.
  • 3:12 - 3:16
    En alles komt voort vanuit mededogen.
  • 3:16 - 3:19
    (Zuster) Beste Thay, beste Sangha,
  • 3:19 - 3:23
    onze vriendin Frances is genoemd naam
  • 3:24 - 3:26
    de monnik Franciscus van Assisi.
  • 3:27 - 3:29
    Eerst en vooral zei ze tegen Thay
  • 3:29 - 3:33
    hoe geïnspireerd ze was door zijn
    instructies over de gong gisteren.
  • 3:33 - 3:36
    Ze heeft zichzelf beloofd
  • 3:36 - 3:39
    om Thay te volgen en zich zijn praktijk
    echt meester te maken
  • 3:39 - 3:43
    en om zich de inzichten uit
    de Gāthā (verzen) eigen te maken
  • 3:43 - 3:46
    om haar eigen angsten en leed
    te overstijgen.
  • 3:47 - 3:50
    Het eerste deel van haar vraag is:
  • 3:50 - 3:53
    Hoe kan ze dat doen,
    met zo'n sterke gelofte,
  • 3:53 - 3:56
    zonder een te sterke nadruk
    te leggen op zichzelf.
  • 3:57 - 4:03
    Hoe kan ze haar gelofte waarmaken
    om de moeilijkheden in haar leven
  • 4:03 - 4:05
    op te lossen, om zichzelf heel te maken.
  • 4:06 - 4:10
    Ze weet bijvoorbeeld dat ze, om werkelijk
    angst en leed te overstijgen,
  • 4:10 - 4:13
    brandende beslissingen zal moeten nemen
  • 4:13 - 4:15
    om haar manier van leven te veranderen.
  • 4:15 - 4:20
    Beslissingen die ingaan tegen haar
    omgeving, haar familie en gemeenschap.
  • 4:20 - 4:25
    Hoe kan ze deze gelofte waar maken
    zonder te veel eigenwaarde te krijgen?
  • 4:26 - 4:29
    Het tweede deel van haar vraag is:
  • 4:31 - 4:35
    wanneer ze moeilijkheden in
    haar leven meemaakt,
  • 4:35 - 4:39
    of het nu angst, depressie of ziekte is,
  • 4:39 - 4:43
    ze dit begrijpt als een geschenk van God.
  • 4:43 - 4:46
    Frances is een Christene
  • 4:47 - 4:50
    dus ze ziet dit als een zegen,
  • 4:51 - 4:53
    een deel van Gods plan.
  • 4:59 - 5:01
    Haar vraag is:
  • 5:02 - 5:06
    Ze ziet God zowel binnen als buiten
    zichzelf.
  • 5:07 - 5:12
    Maar is het waar dat God goed is,
    dat alles wat God haar geeft goed is?
  • 5:13 - 5:16
    En dat ze het als goed moet beschouwen?
  • 5:25 - 5:29
    Frances is zich bewust
    dat alles is zoals het moet zijn.
  • 5:29 - 5:33
    Kunnen we Gods wereld zien
    in deze noodzakelijkheden?
  • 5:37 - 5:41
    Je sprak over het oplossen van het zelf.
  • 5:48 - 5:51
    Het sterven van het wezen, de ziel.
  • 5:52 - 5:54
    Ik denk niet dat het zelf
    opgelost moet worden,
  • 5:54 - 5:57
    want er is geen zelf om op te lossen.
  • 5:57 - 5:59
    (Gelach)
  • 6:00 - 6:03
    Het zelf is slechts een beeld,
  • 6:04 - 6:06
    Een verkeerd beeld, een denkbeeld.
  • 6:07 - 6:09
    Het is niet werkelijk.
  • 6:09 - 6:14
    Het is dus niet nodig iets dat niet
    bestaat te laten sterven.
  • 6:17 - 6:20
    We moeten niet proberen ons wezen
    te doden.
  • 6:21 - 6:25
    Maar je kan de illusie oplossen
  • 6:26 - 6:32
    door een diep inzicht te hebben
    in de werkelijkheid.
  • 6:35 - 6:41
    De meditatie over vergankelijkheid
    beoefenen,
  • 6:42 - 6:45
    want alles verandert heel de tijd.
  • 6:46 - 6:51
    En het besef van het zelf bestaat dan niet meer.
  • 6:51 - 6:55
    Want het zelf is oneindig,
  • 6:56 - 6:58
    onveranderlijk.
  • 7:00 - 7:04
    We kunnen de vraag stellen
    of God een ziel is of niet.
  • 7:06 - 7:10
    Het is zeker dat god geen ziel is.
  • 7:12 - 7:16
    Als god een zelf heeft,
    hebben we allemaal ook een zelf.
  • 7:16 - 7:20
    Een grote ziel
    en allemaal kleine zieltjes.
  • 7:26 - 7:31
    Als een ik bestaat, een zelf,
  • 7:32 - 7:36
    dan moet er tegelijkertijd
    ook een niet-ik bestaan.
  • 7:40 - 7:45
    We kunnen uitgaan van het zelf
    als werkelijkheid.
  • 7:46 - 7:51
    Op het conventionele niveau
    van de waarheid,
  • 7:51 - 7:56
    kunnen we spreken over mij... ik en jij,
  • 7:58 - 8:00
    hem en haar,
  • 8:00 - 8:04
    want dat is een praktische benaming.
  • 8:05 - 8:09
    Dat wordt een conventionele
    benaming genoemd.
  • 8:09 - 8:12
    Als we deze conventionele benamingen
    niet hebben,
  • 8:12 - 8:15
    kunnen we niet met elkaar praten,
    niet handelen.
  • 8:17 - 8:21
    Ik, jij, dit en dat...
  • 8:21 - 8:26
    worden allemaal conventionele
    benamingen genoemd.
  • 8:26 - 8:33
    Het probleem is dat we ons bewust moeten zijn dat dat maar conventionele benamingen zijn,
  • 8:33 - 8:35
    en dat we daar eigenlijk vrij van zijn.
  • 8:35 - 8:39
    We kunnen er gebruik van maken,
    maar we zijn er vrij van.
  • 8:40 - 8:46
    En zoals ik zei, zelfs de Boeddha moest
    vrij zijn van de Boeddha.
  • 8:49 - 8:52
    Er was een Zen leraar.
  • 8:52 - 8:55
    in zijn uitleg over de Dharma zei hij:
  • 8:57 - 9:01
    "Ik ben allergisch voor
    het woord Boeddha."
  • 9:01 - 9:03
    (Gelach)
  • 9:04 - 9:06
    "Maar soms moet ik het woord
    Boeddha uitspreken.
  • 9:07 - 9:09
    Maar weet je wat, mijn vrienden?
  • 9:09 - 9:12
    Elke keer ik het woord boeddha uit,
  • 9:12 - 9:14
    moet ik naar het toilet gaan
  • 9:15 - 9:18
    en mijn mond drie keer uitspoelen."
  • 9:18 - 9:19
    (Gelach)
  • 9:20 - 9:22
    Dat is de manier waarop
    Zen meesters praten.
  • 9:22 - 9:24
    (Gelach)
  • 9:24 - 9:27
    Ze willen over vrijheid spreken.
  • 9:27 - 9:30
    Zelfs over vrijheid van de Boeddha.
  • 9:31 - 9:34
    Zen meesters hebben hun eigen maniertjes,
  • 9:35 - 9:38
    en hun maniertjes zijn soms
    zeer uitgesproken.
  • 9:39 - 9:41
    "Ik ben allergisch aan het woord Boeddha.
  • 9:41 - 9:44
    Elke keer dat ik het woord Boeddha
    uitspreek,
  • 9:44 - 9:48
    moet ik naar het toilet gaan
    om mijn mond te spoelen."
  • 9:49 - 9:52
    Dat is niet erg netjes.
  • 9:52 - 9:55
    Het is een zeer krachtige uitspraak.
  • 9:55 - 9:57
    Toen, in die dagen,
  • 9:57 - 10:00
    was er een Zen leerling die opstond
  • 10:01 - 10:03
    en hij zei:
  • 10:04 - 10:06
    "Beste leraar,
  • 10:07 - 10:10
    ik ben ook allergisch aan het woord
    Boeddha.
  • 10:11 - 10:14
    Elke keer dat ik jou het woord Boeddha
    hoor uitspreken,
  • 10:14 - 10:16
    moet ik naar de rivier gaan
  • 10:17 - 10:20
    en mijn oren drie keer uitspoelen."
  • 10:20 - 10:22
    (Gelach)
  • 10:24 - 10:28
    Ik denk dat dat een goed stel
    van leraar en leerling was.
  • 10:28 - 10:29
    (Gelach)
  • 10:30 - 10:33
    Zij zijn vrij van woorden en begrippen.
  • 10:33 - 10:37
    Zelfs van woorden zoals Boeddha of God.
  • 10:38 - 10:40
    Ze zijn vrij van denkbeelden.
  • 10:40 - 10:45
    Want we kunnen Boeddha en God alleen
    begrijpen als concepten
  • 10:45 - 10:49
    en niet als de waarheid, de werkelijkheid.
  • 10:50 - 10:52
    Dus je moet heel erg voorzichtig zijn.
  • 10:54 - 11:00
    Je hebt natuurlijk geleerd over
    de afhankelijke oorsprong van alles.
  • 11:00 - 11:08
    Herinner je het voorbeeld van de wolken.
  • 11:08 - 11:13
    Er zijn vele wolken in de hemel.
  • 11:14 - 11:19
    Deze wolken werken op elkaar in.
  • 11:20 - 11:24
    Ze komen uit elkaar voort.
  • 11:25 - 11:30
    Dat is een zijdelings, horizontaal
    verband,
  • 11:31 - 11:35
    maar we weten ook dat alle wolken
    ontstaan uit de oceaan.
  • 11:35 - 11:39
    Er is dus ook een verticaal verband.
  • 11:40 - 11:43
    Je bent een wolk
    maar je draagt de oceaan in je.
  • 11:44 - 11:46
    Je bent een mens
  • 11:46 - 11:49
    maar je draagt God in je.
  • 11:49 - 11:52
    Dat is een verticaal verband.
  • 11:52 - 11:57
    Er is dus de horizontale uitleg
  • 11:58 - 12:01
    en er is de verticale uitleg.
  • 12:01 - 12:08
    Maar deze moeten niet gezien
    worden als twee verschillend dingen.
  • 12:09 - 12:14
    Wanneer je naar het horizontale kijkt,
    zie je het verticale.
  • 12:14 - 12:18
    Wanneer je naar het verticale kijkt,
    zie je het horizontale.
  • 12:18 - 12:20
    Maat tegelijkertijd moet je
  • 12:20 - 12:25
    het idee horizontaal en
    verticaal vergeten.
  • 12:27 - 12:30
    We hebben geleerd dat...
  • 12:30 - 12:33
    ideeën zoals zijn en niet zijn,
  • 12:34 - 12:37
    goed en slecht, vergeten moeten worden.
  • 12:38 - 12:45
    Want dat is de manier waarop
    ons bewustzijn dingen ervaart.
  • 12:47 - 12:51
    En wanneer je God beschrijft
    als de basis van het zijn,
  • 12:53 - 12:59
    sluit je Hem op, sluit je Haar op
    in een idee,
  • 12:59 - 13:01
    het denkbeeld van zijn.
  • 13:03 - 13:05
    Als God de basis is van het zijn,
  • 13:05 - 13:08
    wie is dan de basis van het niet zijn?
  • 13:09 - 13:14
    We kunnen God dus niet beschouwen
    in termen van zijn en niet zijn.
  • 13:16 - 13:19
    God overstijgt de termen
    zijn en niet zijn.
  • 13:20 - 13:22
    Zoals de Boeddha zei:
  • 13:22 - 13:29
    "Het juiste beeld is een beeld dat
    de ideeën zijn en niet zijn overstijgt."
  • 13:30 - 13:32
    Sterker zelfs,
  • 13:32 - 13:38
    Het juiste beeld is een beeld dat
    de ideeën goed en kwaad overstijgt.
  • 13:39 - 13:45
    Als je zegt dat God heerst over
    het Koninkrijk van het Goede,
  • 13:46 - 13:51
    wie heerst dan over
    het Koninkrijk van het Kwade?
  • 13:52 - 13:58
    Dus God overstijgt de ideeën
    van goed en kwaad.
  • 14:00 - 14:02
    tot je dat werkelijk inziet,
  • 14:02 - 14:07
    kan je Gods plan niet zien,
    Zijn bedoeling.
  • 14:10 - 14:13
    Dus dat betekent dat je geneigd bent
    te zeggen:
  • 14:13 - 14:16
    Als God mededogend is,
  • 14:17 - 14:25
    waarom heeft Hij dan dingen als...
  • 14:25 - 14:33
    de dood, tsunamis, stormen en zo
    gecreëerd?
  • 14:34 - 14:38
    Waarom laat Hij het toe
    dat deze dingen gebeuren.
  • 14:39 - 14:41
    Waanideeën proberen je te zeggen:
  • 14:41 - 14:46
    "Dit is wat je moet leren,
    dit is goed voor je."
  • 14:47 - 14:51
    Maar onze geest is geneigd om te denken
  • 14:51 - 14:56
    dat wat goed is
    niet de oorzaak is van leed.
  • 14:58 - 15:01
    Enkel slechte dingen veroorzaken leed.
  • 15:01 - 15:04
    Dus dat is onze onderscheidende geest .
  • 15:04 - 15:09
    We moeten die onderscheidende geest
    niet gebruiken
  • 15:14 - 15:17
    om te proberen God te begrijpen.
  • 15:19 - 15:22
    Dat is waarom de diepste manier,
  • 15:22 - 15:25
    de wonderlijkste manier
    om het ultieme te bereiken,
  • 15:26 - 15:28
    het laten varen van denkbeelden is.
  • 15:28 - 15:32
    Ook de denkbeelden van
    zijn en niet zijn, goed en kwaad.
  • 15:33 - 15:36
    We hebben geleerd dat voor ālāyavijñāna
    (het alles omvattende bewustzijn)
  • 15:36 - 15:39
    alles een wonder is.
  • 15:39 - 15:41
    Het bevat geen goed of kwaad.
  • 15:42 - 15:44
    Het bevat geen zijn of niet zijn.
  • 15:44 - 15:47
    Alleen onze geest bevat deze ideeën.
  • 15:47 - 15:50
    We zijn verstrikt in deze ideeën.
  • 15:51 - 15:53
    Deze denkbeelden kunnen nuttig zijn.
  • 15:54 - 15:57
    Maar als je erin verstikt raakt,
    raak je verstrikt in leed.
  • 15:59 - 16:01
    (Halve gong)
  • 16:04 - 16:10
    (Gong)
Title:
Hoe laten we het Zelf sterven - is God goed?
Description:

Vragen en antwoorden met Zen Meester Thich Nhat Hanh, Juni 2014.

more » « less
Video Language:
English
Duration:
16:36

Dutch subtitles

Revisions