Vanaf welk moment gaan kinderen geven om de mening van anderen?
-
0:00 - 0:02Neem eens een momentje
-
0:02 - 0:05om stil te staan
bij welke kleding je nu draagt. -
0:06 - 0:09Ik heb een diepzinnige,
filosofische vraag voor je. -
0:09 - 0:12Waarom dragen we nu
niet allemaal comfortabele pyjama's? -
0:12 - 0:13(Gelach)
-
0:13 - 0:15Ik ben een psychologe
en geen helderziende, -
0:15 - 0:18al denken veel mensen
dat dit hetzelfde is. -
0:18 - 0:22Ik durf te wedden dat je reactie
iets is in de trant van: -
0:22 - 0:24men verwacht dat ik geen pyjama
in het openbaar draag, -
0:24 - 0:27of: ik wil niet dat mensen denken
dat ik een slons ben. -
0:28 - 0:32Het feit dat we allemaal
business casual gekleed zijn -
0:32 - 0:34en niet onze favoriete
joggingbroek dragen, -
0:34 - 0:36is niet stom toevallig.
-
0:36 - 0:40In plaats daarvan laat het twee
belangrijke menselijke eigenschappen zien. -
0:41 - 0:44De eerste is dat we ons bewust zijn
van wat andere mensen belangrijk vinden, -
0:44 - 0:47zoals wat ze zullen
goedkeuren of afkeuren, -
0:47 - 0:50zoals het dragen van een pyjama
naar dit soort gelegenheden. -
0:50 - 0:54De tweede is dat we deze informatie
gebruiken om ons gedrag te sturen. -
0:55 - 0:57In tegenstelling tot veel andere soorten
-
0:57 - 1:01passen mensen hun gedrag aan
in de aanwezigheid van anderen -
1:01 - 1:02om goedkeuring te verdienen.
-
1:03 - 1:05We besteden veel tijd
aan het aanbrengen van make-up, -
1:05 - 1:08het kiezen van de juiste foto
en Instagramfilter, -
1:08 - 1:11en aan ideeën verzinnen
die de wereld zullen veranderen -
1:11 - 1:13in minder dan 140 tekens.
-
1:14 - 1:17Dat we ons zorgen maken
over hoe anderen ons beoordelen, -
1:17 - 1:19is een belangrijk onderdeel
van menselijk zijn. -
1:19 - 1:22Ondanks dat het een belangrijke
menselijke eigenschap is, -
1:22 - 1:25weten we relatief weinig
over wanneer en hoe -
1:25 - 1:27we gaan geven om de mening van anderen.
-
1:28 - 1:31Dit is een belangrijke vraag
die veel onderzoek vereist. -
1:31 - 1:34De eerste stap in
het beantwoorden van deze vraag -
1:34 - 1:36is onderzoeken op welk punt
in de ontwikkeling -
1:36 - 1:39we gevoelig worden
voor de beoordelingen van anderen. -
1:39 - 1:42Ik heb de afgelopen vier jaar
aan de Emory Universiteit bestudeerd -
1:42 - 1:46hoe een kind dat er
geen probleem mee heeft -
1:46 - 1:48om in haar rompertje
door de supermarkt te lopen, -
1:48 - 1:51een volwassene wordt die bang is
om in het openbaar te spreken -
1:51 - 1:54uit angst om negatief
beoordeeld te worden. -
1:54 - 1:56(Gelach)
-
1:56 - 1:58Dit is meestal het moment
waarop mensen me vragen: -
1:58 - 2:01"Hoe onderzoek je deze vraag precies?
-
2:01 - 2:03Baby's kunnen toch niet praten?"
-
2:04 - 2:06Als mijn man hier had gestaan,
-
2:06 - 2:08zou hij je zeggen dat ik baby's interview,
-
2:08 - 2:13omdat hij liever niet zegt dat zijn vrouw
experimenten op kinderen uitvoert. -
2:13 - 2:15(Gelach)
-
2:15 - 2:19Feitelijk ontwerp ik
experimenten voor kinderen, -
2:19 - 2:21normaal gesproken
in de vorm van spelletjes. -
2:21 - 2:24Ontwikkelingspsycholoog
Dr. Philippe Rochat en ik -
2:24 - 2:27ontwierpen een 'spel'
genaamd 'De Robottaak' -
2:27 - 2:30om te ontdekken wanneer
kinderen gevoelig worden -
2:30 - 2:32voor de beoordeling van anderen.
-
2:32 - 2:37De robottaak stelt het moment vast
waarop kinderen, net zoals volwassenen, -
2:37 - 2:40hun gedrag strategisch aanpassen
wanneer anderen toekijken. -
2:41 - 2:44We lieten kinderen
tussen de 14 en 24 maanden oud zien -
2:44 - 2:46hoe ze een speelgoedrobot
konden activeren. -
2:46 - 2:49We lieten daarbij
onze waardering blijken, -
2:49 - 2:51positief door te zeggen:
"Wow, dat is geweldig!" -
2:51 - 2:54of negatief door te zeggen:
"Oh, oh. Oeps, oh nee", -
2:54 - 2:56na de afstandsbediening
gebruikt te hebben. -
2:56 - 2:58Na de speelgoeddemonstratie
-
2:58 - 3:00lieten we de kinderen
met de afstandsbediening spelen -
3:00 - 3:02en keken we naar hen
-
3:02 - 3:05of draaiden we ons om en deden
alsof we een tijdschrift lazen. -
3:05 - 3:08Het idee was dat
als kinderen van 24 maanden -
3:08 - 3:11daadwerkelijk gevoelig zijn
voor de beoordeling van anderen, -
3:11 - 3:14dat hun gebruik van de knoppen
beïnvloed zou worden -
3:14 - 3:16niet alleen door of ze
al dan niet bekeken werden, -
3:16 - 3:19maar ook door de waardering
die de onderzoeker had geuit -
3:19 - 3:21over hun gebruik van de afstandsbediening.
-
3:21 - 3:22Hier is een voorbeeld:
-
3:22 - 3:26we verwachtten dat ze meer
zouden spelen met de positieve knop -
3:26 - 3:27als ze geobserveerd werden,
-
3:27 - 3:31maar de negatieve afstandsbediening
zouden onderzoeken als niemand keek. -
3:32 - 3:36Om dit goed vast te leggen voerden we
het onderzoek op drie manieren uit. -
3:36 - 3:39De eerste manier onderzocht hoe baby's
zouden omgaan met een nieuw speeltje -
3:39 - 3:42als er geen waardering
of uitleg gegeven werden. -
3:42 - 3:44We lieten baby's zien
hoe ze de robot aan konden zetten, -
3:44 - 3:46maar kenden geen waardering toe
-
3:46 - 3:49en vertelden hen niet dat ze
met de knop konden spelen, -
3:49 - 3:52waardoor een voor hen
onduidelijke situatie ontstond. -
3:52 - 3:53In het tweede onderzoek
-
3:53 - 3:58bouwden we de twee waarderingen in,
een positieve en een negatieve. -
3:58 - 4:02In het laatste onderzoek hadden we twee
onderzoekers en een afstandsbediening. -
4:02 - 4:05Een onderzoeker reageerde negatief
tegenover de afstandsbediening en zei: -
4:05 - 4:07"Bah, het speelgoed bewoog."
-
4:07 - 4:10De andere onderzoeker
reageerde positief en zei: -
4:10 - 4:12"Jee, het speelgoed bewoog."
-
4:12 - 4:15Hier zie je hoe de kinderen reageerden
in de verschillende situaties. -
4:15 - 4:18In het eerste onderzoek,
de onduidelijke situatie, -
4:18 - 4:21kijk ik nu naar het kind.
-
4:21 - 4:24Ze lijkt niet erg geïnteresseerd
in de afstandsbediening. -
4:25 - 4:26Toen ik me omdraaide --
-
4:27 - 4:29nu is ze klaar om te spelen.
-
4:29 - 4:30(Gelach)
-
4:32 - 4:34Nu kijk ik niet naar het kind.
-
4:34 - 4:35Ze is heel erg gefocust.
-
4:35 - 4:36Ik draai me om.
-
4:38 - 4:39(Gelach)
-
4:39 - 4:41Ze deed helemaal niets, toch?
-
4:43 - 4:45Het tweede onderzoek heeft twee knoppen --
-
4:45 - 4:48voor een positieve
of een negatieve waardering. -
4:48 - 4:50Ik kijk nu naar het kind.
-
4:50 - 4:52De oranje afstandsbediening
is de negatieve waardering. -
4:53 - 4:56Ze kijkt om zich heen,
kijkt naar mij, hangt wat rond. -
4:56 - 4:58Dan draai ik me om ...
-
5:00 - 5:01(Gelach)
-
5:03 - 5:05Daar ging ze voor.
-
5:08 - 5:09Ik kijk niet naar het kind.
-
5:09 - 5:12Hij wil dat zijn moeder
ermee speelt, toch? -
5:12 - 5:13Hij neemt de veilige weg.
-
5:14 - 5:15Ik draai me om ...
-
5:16 - 5:18(Gelach)
-
5:18 - 5:20Hij deed ook helemaal niets.
-
5:24 - 5:26Hij voelt zich ongemakkelijk.
-
5:26 - 5:27(Gelach)
-
5:27 - 5:29Iedereen kent die zijdelingse blik, toch?
-
5:30 - 5:32Onderzoek drie, twee onderzoekers,
een afstandsbediening. -
5:32 - 5:35De onderzoeker die
negatief reageerde op de knop, -
5:35 - 5:37kijkt nu naar het kind.
-
5:37 - 5:41Ze voelt zich ongemakkelijk, ze weet niet
wat ze moet doen, steunt op haar moeder. -
5:44 - 5:47En dan gaat ze zich omdraaien,
-
5:47 - 5:50zodat de onderzoeker
die positief reageerde naar haar kijkt. -
5:52 - 5:54De kust is veilig -- nu kan ze spelen.
-
5:54 - 5:55(Gelach)
-
5:55 - 5:57Zoals de gegevens al deden vermoeden,
-
5:57 - 6:00ontdekten we dat hoe de kinderen
op de knop drukten -
6:00 - 6:02inderdaad werd beïnvloed
door de waardering -
6:02 - 6:05en de instructies van de onderzoeker.
-
6:05 - 6:07Omdat in het eerste onderzoek
de kinderen niet wisten -
6:07 - 6:10wat positief of wat negatief
gewaardeerd zou worden, -
6:10 - 6:12kozen ze meestal voor de veiligste weg
-
6:12 - 6:15en wachtten tot ik weggedraaid was
om op de knop te drukken. -
6:15 - 6:16De kinderen in onderzoek twee
-
6:16 - 6:20drukten duidelijk vaker
op de positieve knop als ik naar ze keek. -
6:20 - 6:22Maar zodra ik me omdraaide,
-
6:22 - 6:25gingen ze onmiddellijk
met de negatieve afstandsbediening spelen. -
6:25 - 6:27In een controleonderzoek
-
6:27 - 6:30waar we geen waardering
aan de afstandsbedieningen toekenden, -
6:30 - 6:33maar alleen zeiden: "Oh, wauw",
na op een knop gedrukt te hebben, -
6:33 - 6:37gebruikten de kinderen de knoppen
gelijk in beide omstandigheden, -
6:37 - 6:40wat suggereert dat de waarderingen
die we de afstandsbedieningen gaven -
6:40 - 6:43in het vorige onderzoek
het gedrag beïnvloedden. -
6:43 - 6:44Ten slotte
-
6:44 - 6:48drukten de kinderen in onderzoek drie
vaker op een afstandsbediening -
6:48 - 6:52als de onderzoeker die
er positief over was naar hen keek, -
6:52 - 6:55in tegenstelling tot de onderzoeker
die zich er negatief over uitliet. -
6:56 - 6:57Het is niet toevallig
-
6:57 - 7:00dat kinderen rond deze leeftijd
voor het eerst schaamte beginnen te tonen -
7:01 - 7:04in situaties die een negatieve
beoordeling kunnen uitlokken, -
7:04 - 7:05zoals zichzelf in de spiegel zien
-
7:05 - 7:07en een plekje op hun neus opmerken.
-
7:07 - 7:10Vergelijkbaar met spinazie
tussen je tanden zien als volwassene. -
7:10 - 7:11(Gelach)
-
7:11 - 7:14Wat kunnen we concluderen
op basis van deze resultaten? -
7:14 - 7:18Behalve het feit dat baby's
eigenlijk heel erg stiekem zijn. -
7:18 - 7:19(Gelach)
-
7:19 - 7:22Van jongs af aan zijn kinderen,
net als volwassenen, -
7:22 - 7:26gevoelig voor hoe we voorwerpen
en gedragingen waarderen. -
7:26 - 7:30Ze gebruiken deze waardering
om hun gedrag te sturen. -
7:30 - 7:32Bewust of onbewust
-
7:32 - 7:35delen we continu waarden
met de mensen om ons heen. -
7:36 - 7:39Ik bedoel dan niet waarden
als 'wees aardig' of 'niet stelen', -
7:39 - 7:41hoewel dat zeker waarden zijn.
-
7:41 - 7:45Ik bedoel dat we anderen, en vooral
onze kinderen, continu laten zien -
7:45 - 7:49wat leuk, waardevol
en lovenswaardig is en wat niet. -
7:49 - 7:50En heel vaak
-
7:51 - 7:53doen we dit zonder het op te merken.
-
7:54 - 7:57Psychologen bestuderen gedrag om de inhoud
van onze gedachten te verkennen, -
7:57 - 8:00omdat ons gedrag vaak onze overtuigingen,
-
8:00 - 8:03onze waardes en verlangens reflecteren.
-
8:03 - 8:06Hier in Atlanta geloven we
allemaal in hetzelfde. -
8:07 - 8:09Dat Coca Cola beter is dan Pepsi.
-
8:09 - 8:11(Applaus)
-
8:11 - 8:15Dit kan te maken hebben met het feit
dat Coca Cola in Atlanta is uitgevonden. -
8:15 - 8:16Hoe dan ook
-
8:17 - 8:20wordt dit geloof uitgedrukt in het feit
dat de meeste mensen voor Coke kiezen. -
8:21 - 8:23Op dezelfde manier
-
8:23 - 8:24brengen wij een waarde over
-
8:24 - 8:26als we vooral meisjes complimenteren
-
8:26 - 8:29met hun mooie haar of hun mooie jurk
-
8:29 - 8:31en jongens met hun intelligentie.
-
8:31 - 8:35Of wanneer we kiezen om snoep te geven
in plaats van voedzaam eten -
8:35 - 8:37als beloning voor goed gedrag.
-
8:37 - 8:40Volwassenen en kinderen
zijn ongelofelijk effectief -
8:40 - 8:43in het oppikken van waarden
uit deze subtiele gedragingen. -
8:43 - 8:47Dit zal vervolgens
hun eigen gedrag gaan vormen. -
8:47 - 8:49Het onderzoek dat ik vandaag
met jullie deelde, -
8:49 - 8:53suggereert dat deze vaardigheid
zeer vroeg in de ontwikkeling ontstaat, -
8:53 - 8:55nog voordat we een zin kunnen uitspreken
-
8:55 - 8:57of zelfs zindelijk zijn.
-
8:57 - 9:00Het wordt een onlosmakelijk deel
van wie we worden. -
9:01 - 9:02Voordat ik ga,
-
9:03 - 9:05wil ik jullie uitnodigen
om na te denken over de waardes -
9:05 - 9:08die we uitdragen in dagelijkse interacties
-
9:08 - 9:12en hoe deze waardes het gedrag
van de mensen om je heen kunnen vormen. -
9:12 - 9:15Welke waarde wordt
bijvoorbeeld uitgedragen -
9:15 - 9:18als we langer naar
onze telefoon glimlachen -
9:18 - 9:20dan naar andere mensen?
-
9:21 - 9:25Overweeg eens hoe je eigen gedrag
is gevormd door de mensen om je heen -
9:25 - 9:27op manieren die je
misschien nooit gezien hebt. -
9:28 - 9:30Terugkomend op ons simpele voorbeeld:
-
9:30 - 9:32heb je echt liever Coca Cola dan Pepsi?
-
9:32 - 9:36Of is deze voorkeur ontstaan
door wat mensen om je heen vonden? -
9:36 - 9:39Ouders en leerkrachten
hebben het voorrecht -
9:39 - 9:41om het gedrag van kinderen te vormen.
-
9:42 - 9:44Het is belangrijk om te onthouden
-
9:44 - 9:48dat we door de waarden die we in simpele
dagelijkse interacties uitdragen -
9:48 - 9:52allemaal het vermogen hebben om het gedrag
van mensen om ons heen te vormen. -
9:52 - 9:54Dank jullie wel.
-
9:54 - 9:58(Applaus)
- Title:
- Vanaf welk moment gaan kinderen geven om de mening van anderen?
- Speaker:
- Sara Botto
- Description:
-
Op basis van haar eigen onderzoek naar de ontwikkeling van jonge kinderen onderzoekt psychologe Sara Valencia Botto wanneer (en hoe) kinderen hun gedrag beginnen aan te passen in de aanwezigheid van anderen -- en ze verkent wat dit betekent voor de waarden die we overbrengen in onze dagelijkse interacties. (Let op de schattige beelden van stiekeme peuters.)
- Video Language:
- English
- Team:
closed TED
- Project:
- TEDTalks
- Duration:
- 10:11
![]() |
Peter van de Ven edited Dutch subtitles for When do kids start to care about other people's opinions? | |
![]() |
Peter van de Ven approved Dutch subtitles for When do kids start to care about other people's opinions? | |
![]() |
Peter van de Ven accepted Dutch subtitles for When do kids start to care about other people's opinions? | |
![]() |
Peter van de Ven edited Dutch subtitles for When do kids start to care about other people's opinions? | |
![]() |
Esther van Driel edited Dutch subtitles for When do kids start to care about other people's opinions? | |
![]() |
Esther van Driel edited Dutch subtitles for When do kids start to care about other people's opinions? | |
![]() |
Esther van Driel edited Dutch subtitles for When do kids start to care about other people's opinions? | |
![]() |
Esther van Driel edited Dutch subtitles for When do kids start to care about other people's opinions? |