-
(Halve gong)
-
(Gong)
-
Beste Thay,
beste Sangha,
-
Mijn vraag gaat over bewustzijn.
-
Ik vraag me of je ons iets kan vertellen
-
over het nut of het belang van dromen
terwijl we slapen?
-
Over dromen?
-
Als we ons de droom kunnen herinneren,
-
kan dat zeer behulpzaam zijn.
-
Want sommige dromen
zijn zoals andere gebeurtenissen,
-
ze hebben betekenis.
-
Soms zijn we verbaasd
-
omdat we daar gedurende de dag
helemaal niet aan hebben gedacht.
-
En toch, 's nachts,
komt dat tevoorschijn, als een verassing.
-
Misschien proberen ons lichaam, onze
geest, onze voorouders ons iets te leren.
-
Misschien wil een voorouder dat we
een probleem nader bekijken.
-
Veronderstel dat je in een land leeft
waar oorlog heerst.
-
Mensen, kinderen genieten vrede.
-
De hele dag spreek je over vrede en
help je mensen om vredevol te leven.
-
En 's nachts zie je jezelf
in een oorlogssituatie.
-
En ren je naar een bom toe.
-
En je word in het leger opgenomen
en je word wakker.
-
Je kan je dat niet voorstellen.
-
Dus als je je deze droom herinnert,
-
dan zie je dat er een reden moet zijn
dat je die droom net vandaag krijgt.
-
Misschien geniet je van de vrede
in je land
-
maar ben je je niet bewust van wat er
buiten je land gaande is.
-
En mensen blijven weglopen
van alle bombardementen.
-
Kinderen en volwassen
blijven maar sterven.
-
We zouden dus niet alleen van de vrede
moeten genieten
-
maar we zouden iets moeten ondernemen.
-
We zouden een beetje moeten lijden.
-
Dat heeft een soort van energie,
-
we hebben modder nodig
om lotus bloemen te kunnen kweken.
-
En dat is waarom ik denk dat iedere droom
zijn eigen boodschap heeft.
-
We kunnen die boodschap
van onze dromen ontvangen.
-
Ook gedurende de tijd dat we niet
aan het slapen zijn,
-
zien we zulke beelden, plotseling.
-
Ze komen allemaal uit de diepte
van ons bewustzijn.
-
Er moet een reden voor zijn.
-
Ze kunnen on herinneren
aan ons eigen leed.
-
In de praktijk van het aandachtig eten,
-
wanneer je in de rij staat, te wachten
tot je voedsel aangeboden krijgt,
-
beoefen je aandachtig ademen,
-
je kijkt rond je,
-
en je ziet dat je in een heel mooie
omgeving bent.
-
Je hebt broeders en zusters
in de praktijk.
-
En je kan oefenen op aandachtig ademen,
aandachtig wandelen.
-
Het is allemaal zo mooi.
-
En je geniet van de atmosfeer
en de energie van vrede.
-
En wanneer je wat eten op je bord legt,
-
zeg je: "Nu is mijn bord leeg,
-
maar binnen een paar minuten
zal het vol liggen met heerlijk voedsel."
-
En tegeljkertijd
-
realiseer je je dat kinderen in de derde
wereld, in een land in oorlog,
-
gebroken borden vasthouden
-
en uren en uren moeten wachten,
met een leeg bord in hun handen.
-
Plots ontstaat een gevoel van mededogen
en is er wat leed.
-
Het geluk is dat, in een mum van tijd,
we hier iets goeds kunnen uithalen.
-
Het leed ontstaat doordat kinderen
op straat moeten leven,
-
wachtend op eten
dat ze niet zullen krijgen.
-
Dat leed is hulpvaardig,
maakt ons goede mensen.
-
Dus, contact maken met leed is goed.
-
Daarom spreken we over
het goede van lijden.
-
Alles zit zo in elkaar,
-
een droom is gemaakt
van niet-droom elementen.
-
En ons leed, ons geluk is hetzelfde.
-
(Halve gong)
-
(Gong)