< Return to Video

Breuken vergelijken 2

  • 0:02 - 0:07
    Gebruik <, >, = 0m de breuken 21/28
  • 0:07 - 0:13
    en 6/9 te vergelijken. We kunnen dit op verschillende manieren doen.
  • 0:13 - 0:16
    Het makkelijkste is als ze dezelfde
  • 0:16 - 0:19
    noemer hebben, dan kunnen we de tellers vergelijken.
  • 0:19 - 0:23
    Helaas hebben we niet dezelfde noemers
  • 0:23 - 0:26
    Wat we kunnen doen, we kunnen overeenkomstige noemers zoeken
  • 0:26 - 0:27
    voor beide breuken en beide breuken converteren
  • 0:27 - 0:30
    zodat we dezelfde noemers hebben en de
  • 0:30 - 0:33
    tellers vergelijken. Of nog eenvoudiger, we kunnen
  • 0:33 - 0:36
    ze vereenvoudigen en het dan proberen.
  • 0:36 - 0:45
    Zo, 21/28, ze zijn beide deelbar door 7.
  • 0:45 - 0:49
    laten we de teller en de noemer door 7 delen
  • 0:49 - 0:57
    21 delen door 7 en 28 delen door 7.
  • 0:57 - 1:01
    aangezien we ze beide door 7 delen, veranderen we niet
  • 1:01 - 1:03
    de waarde van de breuk 21 ÷ 7=3
  • 1:03 - 1:07
    28÷7=4.
  • 1:07 - 1:13
    Dus 21/8=3/4
  • 1:13 - 1:16
    Laten we hetzelfde doen voor 6/9
  • 1:16 - 1:18
    6 en 9 zijn beide deelbaar door 3
  • 1:18 - 1:22
    Dus laten we 6 en 9 beide delen door 3
  • 1:22 - 1:27
    6÷3=2
  • 1:27 - 1:31
    9÷3=3
  • 1:31 - 1:35
    21/28=3/4
  • 1:35 - 1:42
    6/9=2/3
  • 1:42 - 1:46
    Dus kunnen we 3/4 en 2/3 met elkaar vergelijken
  • 1:46 - 1:52
    Het voordeel om het zo te doen, het is nu makkelijker om
  • 1:52 - 1:57
    gezamenlijke noemers te vinden dan voor 28 en 9
  • 1:57 - 2:00
    waarvoor we grote getallen moesten vermenigvuldigen
  • 2:00 - 2:02
    Nu hebben we kleinere getallen.
  • 2:02 - 2:05
    De gemeenschappelijke noemer van 3/4 en 2/3 is de kleinste gemene deler
  • 2:05 - 2:10
    van 4 en 3.
  • 2:10 - 2:14
    4 en 3 delen geen priemfactoren
  • 2:14 - 2:18
    dus de kleinste gemene deler van 4 en 3 is het product van de twee getallen
  • 2:20 - 2:22
    3/4 = /12
  • 2:22 - 2:25
    2/3=/12
  • 2:25 - 2:29
    Ik kreeg 12 door 3 en 4 te vermenigvuldigen omdat ze geen
  • 2:29 - 2:31
    gemeenschappelijke factoren hebben. Een andere manier om te denken is
  • 2:31 - 2:35
    priemontbinding van 4 = 2x2
  • 2:35 - 2:39
    3 is al een priemgetal, dus priemontbinding
  • 2:39 - 2:41
    van 3 is 3.
  • 2:41 - 2:47
    Het getal dat alle priemfactoren heeft van 4 en 3 is 2,2 en 3
  • 2:47 - 2:54
    2x2x3=12. Dit is hoe we de kleinste gemene deler krijgen
  • 2:54 - 3:05
    om van 4 naar 12 te gaan, moet je met 3 vermenigvuldigen
  • 3:05 - 3:08
    We vermenigvuldigen noemer met 3 om 12 te krijgen
  • 3:08 - 3:14
    We moeten de teller met 3 vermenigvuldigen
  • 3:14 - 3:16
    3x3=9
  • 3:16 - 3:18
    Om van 3 naar 12 te gaan, vermenigvuldigen we de noemer met 4
  • 3:18 - 3:22
    We moeten ook de teller met 4 vermenigvuldigen
  • 3:22 - 3:26
    4x2=8
  • 3:26 - 3:34
    21/28=3/4=9/12
  • 3:34 - 3:41
    6/9=2/3=8/12
  • 3:41 - 3:45
    Welke van deze is de grootste breuk
  • 3:45 - 3:49
    Aangezien we een gemeenschappelijke noemer hebben, moeten we
  • 3:49 - 3:51
    naar de teller kijken. We weten dat 9>8
  • 3:51 - 4:11
    Dus, 21/28>6/9
  • 4:11 - 4:13
    And we zijn klaar.
  • 4:13 - 4:15
    Een andere manier om dit te doen is
  • 4:15 - 4:18
    om het niet te simplificeren. Laten we het voor de lol doen
  • 4:18 - 4:32
    Als we het niet simplificeren 21/28 en 6/9
  • 4:32 - 4:39
    kleinste gemeenschappelijke deler van 28 en 9
  • 4:39 - 4:49
    priemontbinding van 28 = 2x2x7
  • 4:49 - 4:51
    priemontbinding van 9 = 3x3
  • 4:51 - 4:57
    De kleinst gemeenschappelijke deler van 28 en 9 moet 2x2x3x3x7 bevatten
  • 4:57 - 5:06
    Wat gelijk staat aan 28x9 = 252
  • 5:06 - 5:34
    De gemeenschappelijke noemer wordt 252
  • 5:34 - 5:45
    Om van 28 naar 252 te komen moeten we
  • 5:45 - 5:49
    28 vermenigvuldigen met 9 ; 28 x 9
  • 5:49 - 5:54
    Dus moeten we ook de teller met 9 vermenigvuldigen
  • 5:54 - 6:04
    21x9 = 189
  • 6:04 - 6:08
    Om van 9 naar 252 te komen
  • 6:08 - 6:10
    moeten we met 28 vermenigvuldigen.
  • 6:10 - 6:15
    Dus moeten we de teller met 28 vermenigvuldigen
  • 6:15 - 6:24
    6x28 = 168
  • 6:24 - 6:45
    Dus nu hebben we een gemeenschappelijke deler
  • 6:45 - 6:48
    en kunnen we de tellers vergelijken.
  • 6:48 - 6:55
    189 > 168
  • 6:55 -
    Dus 21/28>6/9
Title:
Breuken vergelijken 2
Description:

u2_l1_t5_we2 Breuken vergelijken

more » « less
Video Language:
English
Duration:
07:08
dvanderlubbe added a translation

Dutch subtitles

Revisions