-
Laten we het hebben over hypertensie.
-
Hypertensie betekent in principe
hoge bloeddruk.
-
We kunnen het onderverdelen in groepen.
Laten we mijn bloeddruk van 115/75 nemen.
-
En ik teken deze grafiek,
-
waar ik de bloeddruk aan deze kant zet
en tijd aan deze kant.
-
Laten we zeggen dat
mijn bloeddruk zoiets doet
-
waar de piek 115 is,
-
is dit de systolische bloeddruk.
-
en ik zei dat het laagste punt 75 is.
-
Dat was mijn diastolische bloeddruk.
-
Iedereen heeft een andere bloeddruk,
dus laten we ze in groepen delen.
-
Daarvoor teken ik enkele lijnen.
-
-
In het bruin mijn systolische bloeddruk.
-
En de diastolische
aan de andere kant.
-
We gaan ze naast elkaar zetten
-
en ik zal proberen om ze van
dezelfde grootte te maken.
-
Stel dit is een erg hoge druk.
-
Dit zou 200 zijn en dit wordt allemaal
in millimeters kwik uitgedrukt (200 mmHg).
-
Onderaan zou het nul bedragen.
-
We maken ze gelijk.
-
Dat betekent dat het hier
100 zou bedragen.
-
Dit zou ongeveer
-
120 zijn, 140, 160 en 180.
-
Ik ga hetzelfde hier doen,
dit bedraagt ongeveer 100.
-
Behalve dat ik nu naar de andere kant ga.
-
Laten we zeggen dat dit 80 is
en dit is 60, 40 en 20.
-
Misschien is het niet zo goed getekend,
maar je begrijpt het achterliggende idee.
-
Dit is mijn lijn met het getal erboven.
De systolische heb ik hoger getekend
-
dan de diastolische omdat de systolische
druk altijd groter is dan de diastolische.
-
Dat is de reden waarom ik het heb
gescheiden, maar je kan je indenken dat
-
deze getallen omhoog gaan
en deze naar beneden gaan.
-
Ik teken ze niet allemaal voluit.
-
Laten we zeggen dat mijn bloeddruk 115 is.
Dit is de systolische druk.
-
Laten we die eerst doen.
Waar zou dat horen?
-
Wel, op deze lijn met het getal erboven
zou 115 hier ergens zijn.
-
Alles lager dan 120 is
eigenlijk in de groene zone
-
en dit gaat door tot onderaan bij nul.
-
Zeg dat mijn systolische druk 97 of 103 is,
dan zou dat beiden in de groene zone zijn.
-
Wat ik daarmee bedoel
is dat ik geen hypertensie zou hebben.
-
Dus dat is een veilig gebied voor
je bloeddruk, in termen van hypertensie.
-
Nu de diastolische druk.
-
De diastolische druk is
het lage bereik van de bloeddruk.
-
Dus deze getallen gaan lager zijn.
-
Hier wordt alles lager dan 80
beschouwd in de groene zone.
-
Onder 80 is waar je je wilt bevinden.
-
Ik wil heel precies zijn,
ik wil niet zeggen dat
-
een bloeddruk van 5 goed zou zijn.
-
Ik bedoel dat je geen hypertensie hebt,
dus je hebt geen hoge bloeddruk.
-
En dat is heel anders
dan een lage bloeddruk hebben.
-
Dus momenteel de groene zone
in termen van hoge bloeddruk.
-
Laten we nu zeggen dat mijn systolische
bloeddruk iets hoger zou zijn,
-
laten we zeggen tussen 120 en 140,
hier ergens.
-
Dan ben ik in de gele zone
en de gele zone betekent dat
-
ik geen hypertensie heb,
maar ik ben er wel naar op weg.
-
En dit zou "Pre-hypertensie" zijn.
-
Aan de andere kant, de diastolische kant,
gebruiken we 90 als een breekpunt.
-
Dus ik zal 90 noteren
en alles tussen 80 en 90 zou
-
in de gele zone zijn.
Dat is de "Pre-hypertensie" zone.
-
Dat is pre-hypertensie.
Dus je bent er nog steeds niet.
-
Opnieuw in termen van hoge bloeddruk,
je wil geen hoge bloeddrukken.
-
Maar als je daar bent,
als je hoger dan 140 hebt,
-
dan heb je hypertensie.
Dat is deze zone hier.
-
Vooral van 140 tot 160 wordt beschouwd
als fase 1 van hypertensie.
-
Voor de diastolische bloeddruk wordt
90 tot 100 beschouwd als fase 1.
-
Als je hoger dan 160 hebt
voor je systolische bloeddruk
-
Hoger dan 160, zelfs hoger dan 200,
dus laten we zeggen dat je 201 hebt,
-
dat zou fase 2 zijn.
-
Je kan zien dat hoe hoger je gaat,
hoe hoger je fasecijfer is.
-
En hetzelfde geldt voor deze kant
(diastolische bloeddruk).
-
Wanneer je een heel hoge diastolische
bloeddruk hebt, ruim boven 100,
-
dan zou je in fase 2 zitten
van hypertensie.
-
Helemaal tot hier beneden,
dus dit is fase 2.
-
Dus ik ga snel enkele
voorbeelden aan jullie tonen.
-
Dus laten we zeggen, dat ik die in een
andere kleur aanduid, in de kleur geel.
-
Wanneer je als systolische bloeddruk 145
hebt en je diastolische bloeddruk is 87.
-
145 is daar en 87 (Ik ga het in dezelfde
kleur aanduiden om consequent te blijven)
-
145 is hier en 87 is daar.
-
Je systolische bloeddruk bevindt zich in
fase 1 van hypertensie en je diastolische
bloeddruk is in pre-hypertensie.
-
Dus als je je in verschillende fases
bevindt voor de diastolische en de
systolische bloeddruk,
-
dan is de regel dat je
de hoogste fase gebruikt.
-
In dit geval is fase 1 hoger, dus deze
persoon zou in fase 1 beschouwd worden
-
Ik kan nog één voorbeeld geven,
om zeker te zijn dat je het begrijpt.
-
Ik zal de volgende in het rood aanduiden.
-
Dus laten we zeggen dat je
126 over 101 hebt.
-
Bij deze persoon is 126 eigenlijk hier en
101 is net boven 100, dat staat hier.
-
Deze persoon heeft een pre-hypertensie als
je enkel kijkt naar de systolische waarde,
-
maar eigenlijk bevindt deze persoon zich
in fase 2 van hypertensie als je kijkt
naar de diastolische waarde.
-
Dus globaal zal het fase 2 zijn
-
want volgens de regel
kies je de hoogste fase.
-
Zo zoek je uit in welke fase van
hypertensie iemand zich bevindt.