< Return to Video

De verrassende logica van baby's

  • 0:01 - 0:03
    Mark Twain vatte een van de meest
  • 0:03 - 0:06
    fundamentele problemen
    van de cognitieve wetenschap samen
  • 0:06 - 0:08
    in deze quote.
  • 0:08 - 0:11
    Hij zei: "Er is iets fascinerends
    aan de wetenschap.
  • 0:11 - 0:15
    Zo'n enorme opbrengst uit speculatie
  • 0:15 - 0:18
    met zo'n geringe investering in feiten."
  • 0:18 - 0:20
    (Gelach)
  • 0:20 - 0:23
    Twain maakte een grapje,
    maar hij heeft wel gelijk.
  • 0:23 - 0:26
    Er is iets fascinerends
    aan wetenschap.
  • 0:26 - 0:30
    Uit een paar botten kunnen we
    het bestaan van dinosaurussen afleiden,
  • 0:31 - 0:35
    uit spectraallijnen het ontstaan
    van interstellaire gas- en stofwolken,
  • 0:35 - 0:38
    uit fruitvliegjes
  • 0:38 - 0:41
    de kenmerken van erfelijkheid
  • 0:41 - 0:46
    en uit gereconstrueerde beelden
    van bloed dat door het brein stroomt,
  • 0:46 - 0:50
    of, in mijn geval, uit het gedrag
    van heel jonge kinderen
  • 0:50 - 0:53
    proberen we iets af te leiden
    over de fundamentele werking
  • 0:53 - 0:55
    van de menselijke cognitie.
  • 0:56 - 1:00
    In mijn lab, bij TU Massachusetts'
    afdeling cognitieve neurowetenschappen,
  • 1:00 - 1:04
    heb ik de afgelopen tien jaar
    gewerkt met het vraagstuk
  • 1:04 - 1:08
    hoe kinderen zo snel en zo veel
    kunnen leren van zo weinig.
  • 1:09 - 1:12
    Want wat zo fascinerend is
    aan de wetenschap,
  • 1:12 - 1:15
    is ook fascinerend aan kinderen.
  • 1:15 - 1:18
    Namelijk, om het iets milder
    te zeggen dan Mark Twain,
  • 1:18 - 1:22
    hun vermogen om snel en nauwkeurig
    rijke en abstracte conclusies te trekken
  • 1:22 - 1:27
    uit schaarse en vage data.
  • 1:28 - 1:31
    Ik zal jullie twee voorbeelden geven.
  • 1:31 - 1:33
    Het eerste heeft te maken
    met generalisatie,
  • 1:33 - 1:36
    en het tweede met causale verbanden.
  • 1:36 - 1:38
    Ook al zal ik het vooral
    over mijn eigen werk hebben,
  • 1:38 - 1:42
    dit werk is geïnspireerd door,
    en te danken aan, een vakgebied.
  • 1:42 - 1:46
    Ik ben alle mentors, collega's en mensen
    met wie ik heb samengewerkt dankbaar.
  • 1:47 - 1:50
    Laten we beginnen met het probleem
    van generalisatie.
  • 1:51 - 1:55
    Een kleine hoeveelheid data generaliseren
    is dagelijkse kost in de wetenschap.
  • 1:55 - 1:57
    We peilen een kleine fractie
    van de kiesgerechtigden
  • 1:57 - 2:00
    en voorspellen de uitkomst
    van landelijke verkiezingen.
  • 2:00 - 2:04
    We kijken hoe een handvol patiënten
    reageert op een klinische behandeling
  • 2:04 - 2:07
    en we brengen een medicijn op de markt.
  • 2:07 - 2:12
    Maar dit werkt alleen als de proefpersonen
    willekeurig worden gekozen.
  • 2:12 - 2:14
    Als ze op een of andere manier
    zijn geselecteerd --
  • 2:14 - 2:16
    stel dat we alleen mensen
    in steden peilen,
  • 2:16 - 2:21
    of dat er in onze klinische testen
    van medicijnen voor hartziektes
  • 2:21 - 2:23
    alleen mannen meedoen,
  • 2:23 - 2:26
    dan kunnen de resultaten niet
    veralgemeend worden.
  • 2:26 - 2:30
    Dus wetenschappers willen weten of
    het om een willekeurige steekproef gaat,
  • 2:30 - 2:32
    maar wat heeft dat te maken met baby's?
  • 2:33 - 2:37
    Baby's moeten constant
    kleine hoeveelheden data generaliseren.
  • 2:37 - 2:40
    Ze zien een paar badeendjes
    en leren dat die drijven,
  • 2:40 - 2:44
    of een paar ballen en leren
    dat die stuiteren.
  • 2:44 - 2:47
    Zo krijgen ze verwachtingen
    over eenden en ballen
  • 2:47 - 2:50
    die ze zullen overdragen
    op badeenden en ballen
  • 2:50 - 2:51
    voor de rest van hun leven.
  • 2:51 - 2:55
    En dit soort generalisaties die baby's
    moeten maken over eenden en ballen
  • 2:55 - 2:57
    moeten ze over bijna alles maken:
  • 2:57 - 3:01
    schoenen en schepen en zegellak
    en kool en koningen.
  • 3:02 - 3:05
    Kan het baby's iets schelen
    of het luttele bewijs dat ze zien
  • 3:05 - 3:09
    representatief is
    voor een grotere populatie?
  • 3:10 - 3:12
    Laten we eens kijken.
  • 3:12 - 3:13
    Ik laat jullie twee filmpjes zien
  • 3:13 - 3:16
    van twee verschillende condities
    van een experiment.
  • 3:16 - 3:18
    Omdat jullie maar twee filmpjes zien,
  • 3:18 - 3:20
    zien jullie ook maar twee baby's.
  • 3:20 - 3:24
    Twee verschillende baby's vertonen
    uiteraard ontelbare verschillen.
  • 3:24 - 3:27
    Maar dit zijn natuurlijk voorbeelden
    uit twee groepen baby's,
  • 3:27 - 3:29
    en de verschillen die je ziet
  • 3:29 - 3:35
    zijn representatief voor de verschillen
    per groep voor beide condities.
  • 3:35 - 3:38
    In elk filmpje zie je
    een baby die waarschijnlijk
  • 3:38 - 3:41
    precies doet wat je van een baby verwacht.
  • 3:41 - 3:45
    We kunnen baby's nou een keer niet nog
    wonderlijker maken dan ze al zijn.
  • 3:46 - 3:48
    Maar het meest wonderlijke volgens mij,
  • 3:48 - 3:50
    en daar moet je hier op letten,
  • 3:50 - 3:53
    is het verschil tussen de twee condities,
  • 3:53 - 3:57
    want het enige verschil
    tussen de beide filmpjes
  • 3:57 - 4:00
    is het statistische bewijs
    dat de baby's in acht nemen.
  • 4:01 - 4:05
    We laten de baby's een doos
    met blauwe en gele ballen zien,
  • 4:05 - 4:09
    en mijn toenmalige student,
    nu collega in Stanford, Hyowon Gweon,
  • 4:09 - 4:12
    pakt drie blauwe ballen achter elkaar
    uit die doos,
  • 4:12 - 4:15
    en telkens als ze een bal pakt,
    knijpt ze erin
  • 4:15 - 4:18
    en piept de bal.
  • 4:18 - 4:20
    En voor een baby is dat
    zoiets als een TED-talk.
  • 4:20 - 4:22
    Beter wordt het niet.
  • 4:22 - 4:25
    (Gelach)
  • 4:27 - 4:31
    Waar het om gaat, is dat het eenvoudig
    is om drie blauwe ballen achter elkaar
  • 4:31 - 4:33
    te pakken uit een doos
    met vooral blauwe ballen.
  • 4:33 - 4:35
    Dat kun je met ogen dicht doen.
  • 4:35 - 4:38
    Het zou goed een willekeurige
    steekproef kunnen zijn.
  • 4:38 - 4:42
    En als je willekeurig dingen
    uit een doos haalt en ze piepen,
  • 4:42 - 4:45
    dan piept misschien wel
    alles wat in de doos zit.
  • 4:45 - 4:48
    Dus misschien zouden baby's verwachten
    dat de gele ballen ook piepen.
  • 4:48 - 4:51
    Aan de gele ballen zitten echter
    grappige stokjes,
  • 4:51 - 4:54
    dus zouden baby's er ook andere dingen
    mee kunnen doen.
  • 4:54 - 4:55
    Ze kunnen ermee rammelen of slaan.
  • 4:55 - 4:58
    Laten we kijken wat de baby doet.
  • 5:01 - 5:04
    (Video) Hyowon Gweon: Kijk eens?
    (Bal piept)
  • 5:05 - 5:08
    Zag je dat?
    (Bal piept)
  • 5:08 - 5:11
    Wat mooi!
  • 5:13 - 5:15
    Kijk eens naar deze?
  • 5:15 - 5:17
    (Bal piept)
  • 5:17 - 5:19
    Wow.
  • 5:22 - 5:24
    Laura Schulz: Ik zei het toch.
    (Gelach)
  • 5:24 - 5:28
    (Video) HG: Kijk eens naar deze?
    (Bal piept)
  • 5:28 - 5:33
    Kijk, Clara, deze is voor jou.
    Speel er maar mee.
  • 5:40 - 5:44
    (Gelach)
  • 5:44 - 5:47
    LS: Ik hoef niets meer te zeggen, toch?
  • 5:47 - 5:50
    Oké, het is leuk dat baby's
    eigenschappen generaliseren
  • 5:50 - 5:52
    van blauwe naar gele ballen,
  • 5:52 - 5:55
    en het is indrukwekkend dat baby's
    kunnen leren door te imiteren,
  • 5:55 - 5:58
    maar die dingen wisten we al heel lang.
  • 5:58 - 6:00
    De echt interessante vraag is
  • 6:00 - 6:03
    wat er gebeurt als we baby's meermaals
    exact hetzelfde laten zien.
  • 6:03 - 6:07
    En we weten dat het exact hetzelfde is,
    want we hebben een geheim vakje
  • 6:07 - 6:09
    waar we de ballen uit halen.
  • 6:09 - 6:12
    Het enige dat we veranderen,
    is de zichtbare populatie
  • 6:12 - 6:15
    waar het bewijs vandaan komt.
  • 6:15 - 6:19
    Deze keer laten we de baby's
    drie blauwe ballen zien
  • 6:19 - 6:22
    uit een doos met vooral gele ballen,
  • 6:22 - 6:23
    en wat denk je?
  • 6:23 - 6:26
    Je kunt niet willekeurig
    drie blauwe ballen achter elkaar
  • 6:26 - 6:29
    uit een doos met
    vooral gele ballen pakken.
  • 6:29 - 6:32
    Het is niet aannemelijk dat je
    ze dan willekeurig gekozen hebt.
  • 6:32 - 6:38
    Dat resultaat suggereert dat Hyowon
    misschien expres de blauwe ballen pakte.
  • 6:38 - 6:40
    Misschien is er iets speciaals
    aan de blauwe ballen.
  • 6:41 - 6:44
    Misschien piepen alleen de blauwe ballen.
  • 6:44 - 6:46
    Laten we kijken wat de baby doet.
  • 6:46 - 6:49
    (Video) HG: Kijk eens?
    (Bal piept)
  • 6:51 - 6:53
    Kijk eens naar deze?
    (Bal piept)
  • 6:53 - 6:59
    Oh, dat was leuk. Kijk?
    (Bal piept)
  • 6:59 - 7:03
    Hier, deze is voor jou om mee te spelen.
    Toe maar, speel er maar mee.
  • 7:06 - 7:12
    (Gerommel)
    (Gelach)
  • 7:15 - 7:18
    LS: Jullie hebben net twee baby's
    van 15 maanden gezien
  • 7:18 - 7:20
    die totaal verschillend reageerden,
  • 7:20 - 7:23
    enkel gebaseerd op de waarschijnlijkheid
    van de proef die ze zagen.
  • 7:23 - 7:26
    Hier zijn de resultaten
    van het experiment:
  • 7:26 - 7:28
    Op de verticale as zie je
    het percentage baby's
  • 7:28 - 7:31
    dat in de bal kneep, per conditie.
  • 7:31 - 7:35
    En je ziet: baby's generaliseren
    het bewijs eerder
  • 7:35 - 7:38
    als het representatief lijkt te zijn
    voor de populatie
  • 7:38 - 7:41
    dan wanneer het bewijs
    duidelijk gekozen is.
  • 7:41 - 7:44
    En dit leidt tot een leuke voorspelling:
  • 7:44 - 7:49
    stel dat je maar één blauwe bal pakt
    uit de doos met vooral gele.
  • 7:49 - 7:53
    Drie blauwe ballen achter elkaar uit een
    gele doos pakken is onwaarschijnlijk,
  • 7:53 - 7:55
    maar je kunt wel toevallig
    één blauwe bal pakken.
  • 7:55 - 7:57
    Dat is geen onwaarschijnlijke steekproef.
  • 7:57 - 7:59
    En als je willekeurig iets
    uit een doos pakt
  • 7:59 - 8:03
    en dat piept, misschien dat
    alles in die doos dan wel piept.
  • 8:04 - 8:08
    Dus ook al zien de baby's
    veel minder bewijs voor het piepen,
  • 8:08 - 8:11
    en veel minder voorbeelden om na te doen
  • 8:11 - 8:14
    in deze conditie met één bal
    dan in de conditie die je net zag,
  • 8:14 - 8:18
    wij voorspelden dat meer baby's
    in de ballen zouden knijpen,
  • 8:18 - 8:21
    en dat is precies wat er gebeurde.
  • 8:21 - 8:25
    Dus baby's van 15 maanden vinden,
    net als wetenschappers,
  • 8:25 - 8:28
    het van belang of bewijs
    uit een willekeurige steekproef komt.
  • 8:28 - 8:32
    En dat passen ze toe als ze verwachtingen
    over de wereld scheppen:
  • 8:32 - 8:34
    wat piept en wat niet,
  • 8:34 - 8:37
    wat te ontdekken en wat te negeren.
  • 8:38 - 8:40
    Ik zal nu een ander voorbeeld laten zien,
  • 8:40 - 8:43
    over het probleem van causaal redeneren.
  • 8:43 - 8:46
    En het begint met het verwarrende bewijs
  • 8:46 - 8:47
    waar we allemaal over beschikken,
  • 8:47 - 8:49
    namelijk dat we deel uitmaken
    van de wereld.
  • 8:49 - 8:53
    Misschien lijkt jullie dat geen probleem,
    maar zoals meestal,
  • 8:53 - 8:55
    is het alleen een probleem
    als er iets mis gaat.
  • 8:55 - 8:57
    Neem bijvoorbeeld deze baby.
  • 8:57 - 8:59
    Hij heeft een probleem:
  • 8:59 - 9:01
    hij wil dat dit speeltje werkt
    en dat lukt niet.
  • 9:01 - 9:04
    Ik laat een paar seconden
    van het filmpje zien.
  • 9:09 - 9:11
    Er zijn twee mogelijkheden:
  • 9:11 - 9:14
    misschien doet hij iets fout,
  • 9:14 - 9:18
    of misschien is het speeltje kapot.
  • 9:18 - 9:20
    Dus in het volgende experiment
  • 9:20 - 9:24
    geven we de baby's
    een heel klein beetje statistisch bewijs
  • 9:24 - 9:26
    dat een van de hypotheses ondersteunt
  • 9:26 - 9:30
    en we kijken of baby's dat kunnen
    gebruiken in hun beslissingen
  • 9:30 - 9:31
    over wat ze moeten doen.
  • 9:31 - 9:33
    Dit is wat we deden:
  • 9:34 - 9:37
    Hyowon probeert het speeltje en het werkt.
  • 9:37 - 9:40
    Daarna probeer ik het twee keer
    en beide keren lukt het niet,
  • 9:40 - 9:44
    Hyowon probeert het nog een keer
    en het werkt.
  • 9:44 - 9:47
    En dit is ongeveer hoe het meestal gaat
    tussen mij en mijn studenten
  • 9:47 - 9:50
    met de meeste technologische dingen.
  • 9:50 - 9:53
    Maar waar het hier om gaat is
    dat het enigszins bewijst
  • 9:53 - 9:57
    dat het niet aan het speeltje ligt,
    maar aan de persoon.
  • 9:57 - 9:59
    Sommige mensen krijgen
    dit speeltje aan de praat,
  • 9:59 - 10:00
    en andere niet.
  • 10:01 - 10:04
    Wanneer de baby het speeltje krijgt,
    heeft hij een keuze.
  • 10:04 - 10:06
    Zijn moeder zit naast hem,
  • 10:06 - 10:10
    dus hij kan het meteen aan haar geven
    en de persoon veranderen.
  • 10:10 - 10:13
    Maar er ligt ook nog speeltje
    op het kleed,
  • 10:13 - 10:16
    dus hij kan het kleed naar zich
    toe trekken en het speeltje veranderen.
  • 10:16 - 10:19
    Kijk maar wat de baby doet.
  • 10:19 - 10:23
    (Video) HG: Twee, drie, go!
    (Muziek)
  • 10:23 - 10:26
    LS: Een, twee, drie, go!
  • 10:26 - 10:33
    Arthur, ik probeer het nog een keer.
    Een, twee drie, go!
  • 10:34 - 10:36
    HG: Arthur, ik probeer het nog eens, oké?
  • 10:36 - 10:41
    Een, twee, drie, go!
    (Muziek)
  • 10:42 - 10:43
    Kijk eens! Ken je deze speeltjes nog?
  • 10:43 - 10:47
    Zie je ze? Ik leg deze hier neer
  • 10:47 - 10:49
    en deze geef ik aan jou.
  • 10:49 - 10:51
    Speel er maar mee.
  • 11:11 - 11:16
    LS: Ja, Laura, maar natuurlijk houden
    baby's van hun moeder.
  • 11:16 - 11:18
    Baby's geven hun moeder het speeltje
  • 11:18 - 11:20
    als het niet werkt.
  • 11:20 - 11:24
    Dus het gaat er ook hier weer om
    wat er gebeurt
  • 11:24 - 11:27
    als we de statistische data
    een beetje veranderen.
  • 11:27 - 11:31
    Deze keer zien de baby's het speeltje
    wel en niet werken in dezelfde volgorde,
  • 11:31 - 11:33
    maar we veranderen de distributie
    van het bewijs.
  • 11:33 - 11:38
    Deze keer lukt het Hyowon één keer wel
    en één keer niet, en mij ook.
  • 11:38 - 11:43
    En dit suggereert dat het niet uitmaakt
    wie het probeert, het speeltje is kapot.
  • 11:43 - 11:45
    Het doet het niet altijd.
  • 11:45 - 11:47
    Ook nu heeft de baby weer een keuze.
  • 11:47 - 11:51
    Haar moeder zit naast haar,
    dus ze kan de persoon veranderen
  • 11:51 - 11:54
    en er is nog een speeltje op het kleed.
  • 11:54 - 11:55
    Kijk maar wat ze doet.
  • 11:55 - 12:00
    (Video) HG: Twee, drie, go!
    (Muziek)
  • 12:00 - 12:05
    Nog een keer. Een, twee, drie, go!
  • 12:05 - 12:07
    Hmm.
  • 12:08 - 12:11
    LS: Laat mij eens proberen, Clara.
  • 12:11 - 12:15
    Een, twee, drie, go!
  • 12:15 - 12:17
    Hmm, nog een keer.
  • 12:17 - 12:23
    Een, twee, drie, go!
    (Muziek)
  • 12:23 - 12:25
    HG: Ik leg deze hier neer,
  • 12:25 - 12:27
    en deze geef ik aan jou.
  • 12:27 - 12:31
    Speel er maar mee.
  • 12:46 - 12:51
    (Applaus)
  • 12:53 - 12:55
    LS: Dit zijn de resultaten:
  • 12:55 - 12:58
    op de verticale as zie je de distributie
  • 12:58 - 13:00
    van de keuzes voor de beide condities,
  • 13:00 - 13:05
    en je ziet dat de verdeling van de keuzes
    die kinderen maken
  • 13:05 - 13:08
    afhangt van het bewijs dat ze zien.
  • 13:08 - 13:10
    Dus in het tweede jaar van hun leven,
  • 13:10 - 13:12
    kunnen baby's wat statistische data
    gebruiken
  • 13:12 - 13:16
    om te kiezen tussen twee
    fundamenteel verschillende manieren
  • 13:16 - 13:17
    om je te gedragen:
  • 13:17 - 13:20
    hulp vragen en op verkenning gaan.
  • 13:22 - 13:25
    Ik heb jullie net twee
    experimenten laten zien
  • 13:25 - 13:29
    van de honderden in dit gebied
    die vergelijkbare dingen aantonen.
  • 13:29 - 13:31
    Het echt cruciale punt
  • 13:31 - 13:36
    is dat het vermogen van kinderen om rijke
    conclusies te trekken uit weinig data
  • 13:36 - 13:42
    de grondslag is van hoe mensen leren.
  • 13:42 - 13:46
    Kinderen hebben maar een paar voorbeelden
    nodig om een nieuw apparaat te begrijpen.
  • 13:46 - 13:51
    Ze leren over nieuwe causale verbanden
    van maar een paar voorbeelden.
  • 13:52 - 13:57
    Ze leren zelfs nieuwe woorden,
    in dit geval in Amerikaanse gebarentaal.
  • 13:57 - 13:59
    Ik wil afsluiten met twee punten.
  • 14:00 - 14:04
    Als je mijn vakgebied, de neurocognitieve
    wetenschappen, hebt gevolgd
  • 14:04 - 14:06
    in de afgelopen paar jaar,
  • 14:06 - 14:08
    dan zullen drie grote ideeën
    je zijn opgevallen.
  • 14:08 - 14:12
    Het eerste is dat dit het tijdperk
    is van de hersenen.
  • 14:12 - 14:15
    En inderdaad, er zijn indrukwekkende
    ontdekkingen gedaan in neurowetenschap:
  • 14:15 - 14:19
    het localiseren van functioneel specifieke
    gebieden van de cortex,
  • 14:19 - 14:21
    het doorzichtig maken
    van de hersenen van muizen,
  • 14:21 - 14:25
    neuronen activeren met licht.
  • 14:25 - 14:27
    Een tweede groot idee
  • 14:27 - 14:31
    is dat dit het tijdperk is van veel data
    en machinaal leren,
  • 14:31 - 14:34
    en machinaal leren lijkt te zorgen
    voor een revolutie in ons begrip
  • 14:34 - 14:39
    van alles, van sociale netwerken
    tot epidemiologie.
  • 14:39 - 14:42
    Naarmate vragen opgelost raken
    rond het begrip van de omgeving
  • 14:42 - 14:44
    en natuurlijke taalverwerking
  • 14:44 - 14:47
    kan het ons misschien iets leren
    overmenselijke cognitie.
  • 14:48 - 14:50
    En het laatste grote idee
  • 14:50 - 14:53
    is dat het misschien wel goed is
    dat we zoveel over de hersenen leren
  • 14:53 - 14:55
    en toegang hebben tot zoveel data,
  • 14:55 - 14:58
    want als we aan onszelf zijn overgelaten,
  • 14:58 - 15:01
    dan zijn mensen feilbaar:
    we nemen een kortere weg,
  • 15:01 - 15:05
    we vergissen ons, we maken fouten,
  • 15:05 - 15:08
    we zijn partijdig,
    en op ontelbaar veel manieren
  • 15:08 - 15:11
    begrijpen we de wereld verkeerd.
  • 15:13 - 15:16
    Ik denk dat dit allemaal
    belangrijke ideeën zijn,
  • 15:16 - 15:20
    die ons veel vertellen over de mensheid,
  • 15:20 - 15:23
    maar ik heb jullie vandaag
    een heel ander verhaal verteld.
  • 15:24 - 15:28
    Een verhaal over het verstand
    in plaats van over hersens,
  • 15:28 - 15:31
    en vooral over het soort berekeningen die
  • 15:31 - 15:33
    het menselijk verstand kan maken,
  • 15:33 - 15:35
    op basis van rijke,
    gestructureerde kennis
  • 15:35 - 15:39
    en het vermogen om van een kleine
    hoeveelheid data te leren,
  • 15:39 - 15:43
    van het bewijs van enkele voorbeelden.
  • 15:44 - 15:49
    In de kern is het een verhaal
    over hoe we van jongs af aan
  • 15:49 - 15:53
    tot aan de meest indrukwekkende prestaties
  • 15:53 - 15:57
    van onze cultuur,
  • 15:57 - 15:59
    de wereld wél begrijpen.
  • 16:00 - 16:06
    Het menselijk verstand leert natuurlijk
    niet alleen van kleine hoeveelheden data.
  • 16:06 - 16:08
    Ons verstand kan nieuwe ideeën bedenken.
  • 16:09 - 16:12
    Ons verstand onderzoekt en ontdekt,
  • 16:12 - 16:17
    en het creëert kunst, literatuur,
    poëzie en theater.
  • 16:17 - 16:21
    En met het menselijk verstand
    kunnen we voor andere mensen zorgen:
  • 16:21 - 16:24
    de ouderen, jongeren, zieken.
  • 16:25 - 16:27
    We kunnen ze zelfs genezen.
  • 16:28 - 16:31
    In de komende jaren zullen we
    technologische innovaties zien,
  • 16:31 - 16:34
    die mijn eigen verbeelding te boven gaan,
  • 16:34 - 16:37
    maar het is zeer onwaarschijnlijk
  • 16:37 - 16:42
    dat we in onze tijd iets zullen zien
    wat ook maar enigszins lijkt
  • 16:42 - 16:47
    op het calculerende vermogen van een kind.
  • 16:47 - 16:52
    Door te investeren in deze doortastende
    lerenden en hun ontwikkeling,
  • 16:52 - 16:55
    in baby's en kinderen
  • 16:55 - 16:56
    en moeders en vaders
  • 16:56 - 16:59
    en verzorgers en leraren
  • 16:59 - 17:03
    op dezelfde manier als we investeren
    in onze andere fantastische, mooie vormen
  • 17:03 - 17:06
    van techniek en design,
  • 17:06 - 17:09
    dromen we niet alleen
    van een betere toekomst,
  • 17:09 - 17:12
    maar maken we er plannen voor.
  • 17:12 - 17:14
    Dank je wel.
  • 17:14 - 17:17
    (Applaus)
  • 17:18 - 17:22
    Chris Anderson: Laura, dank je wel.
    Ik heb nog een vraag voor je.
  • 17:22 - 17:25
    Ten eerste, dit is onderzoek
    is krankzinnig.
  • 17:25 - 17:28
    Ik bedoel, wie doet er nou
    zo'n experiment? (Gelach)
  • 17:29 - 17:31
    Ik heb dit een paar keer gezien,
  • 17:31 - 17:34
    en ik geloof nog steeds niet
    dat het echt is,
  • 17:34 - 17:37
    maar anderen hebben soortgelijke
    experimenten gedaan; het klopt.
  • 17:37 - 17:39
    De baby's zijn echt zulke genieën.
  • 17:39 - 17:42
    LS: Ze zien er heel indrukwekkend uit
    in onze experimenten,
  • 17:42 - 17:45
    maar let maar eens op hoe ze
    er in het echt uitzien.
  • 17:45 - 17:46
    Eerst is het een baby.
  • 17:46 - 17:48
    Achttien maanden later praat het met je,
  • 17:48 - 17:51
    de eerste woordjes beperken zich niet
    tot dingen als bal of eend,
  • 17:51 - 17:54
    ze zeggen ook dingen als "op"
    wat verwijst naar verdwijning,
  • 17:54 - 17:56
    of "oh-oh", als iets per ongeluk gebeurt.
  • 17:56 - 17:58
    Hij moet zoveel kunnen.
  • 17:58 - 18:00
    Hij moet veel meer kunnen
    dan wat ik heb laten zien.
  • 18:00 - 18:02
    Ze zijn de hele wereld aan het ontdekken.
  • 18:02 - 18:05
    Een vierjarige kan over bijna alles
    met je praten.
  • 18:05 - 18:07
    (Applaus)
  • 18:07 - 18:10
    CA: En als ik het goed begrijp,
    is jouw andere punt
  • 18:10 - 18:13
    dat er de afgelopen jaren
    zo vaak is gezegd dat ons verstand
  • 18:13 - 18:15
    maar eigenzinnig en gebrekkig is,
  • 18:15 - 18:18
    de gedragseconomie
    en al die theorieën daarachter,
  • 18:18 - 18:20
    dat we niet rationeel zijn.
  • 18:20 - 18:24
    Jij legt juist de nadruk
    op hoe buitengewoon,
  • 18:24 - 18:29
    dat er echte genialiteit is
    die wordt ondergewaardeerd.
  • 18:29 - 18:31
    LS: Deze quote uit de psychologie
  • 18:31 - 18:33
    is van sociaal psycholoog Solomon Asch;
  • 18:33 - 18:36
    hij zei dat de fundamentele taak
    van de psychologie is om
  • 18:36 - 18:39
    de sluier van vanzelfsprekendheid
    weg te nemen.
  • 18:39 - 18:43
    We maken elke dag ontelbaar veel meer
    beslissingen waaruit blijkt
  • 18:43 - 18:44
    dat we de wereld begrijpen.
  • 18:44 - 18:47
    Je kent objecten en hun eigenschappen.
  • 18:47 - 18:50
    Je kent ze als ze verstopt zijn.
    Je kent ze in het donker.
  • 18:50 - 18:51
    Je kunt door ruimtes lopen.
  • 18:51 - 18:54
    Je kunt erachter komen wat andere mensen
    denken. Je kunt met ze praten.
  • 18:54 - 18:57
    Je kunt navigeren. Je kent cijfers.
  • 18:57 - 19:00
    Je kent causale verbanden.
    Je kan moreel redeneren.
  • 19:00 - 19:02
    Je doet het vanzelf, dus we zien het niet,
  • 19:02 - 19:05
    maar zo begrijpen we de wereld,
    en dat is een wonderbaarlijke
  • 19:05 - 19:07
    en moeilijk te begrijpen prestatie.
  • 19:07 - 19:10
    CA: Ik vermoed dat er mensen
    in het publiek zijn die
  • 19:10 - 19:12
    een beeld hebben van
    technologische ontwikkeling,
  • 19:12 - 19:15
    die het er niet mee eens zijn
    dat er nooit in ons leven
  • 19:15 - 19:18
    een computer zal doen
    wat een driejarig kind kan doen,
  • 19:18 - 19:21
    maar wat hier in ieder geval uit blijkt
  • 19:21 - 19:25
    is dat onze apparaten nog heel veel
    kunnen leren van onze peuters.
  • 19:26 - 19:29
    LS: Ja dat denk ik wel.
    Machinaal leren zit hier vast ook.
  • 19:29 - 19:34
    Je moet natuurlijk nooit
    tegen baby's of chimpansees
  • 19:34 - 19:37
    of techniek zijn, enkel uit principe,
  • 19:37 - 19:42
    maar het gaat niet alleen
    om een verschil in kwantiteit,
  • 19:42 - 19:44
    het is een verschil in aard.
  • 19:44 - 19:46
    We hebben ontzettend slimme computers,
  • 19:46 - 19:48
    en ze doen ongelooflijk
    geavanceerde dingen,
  • 19:48 - 19:51
    vaak met gigantisch veel data.
  • 19:51 - 19:54
    Mensen doen iets heel anders
  • 19:54 - 19:58
    en ik denk dat het de gestructureerde,
    hiërarchische aard van onze kennis is,
  • 19:58 - 20:00
    wat een echte uitdaging blijft.
  • 20:00 - 20:03
    CA: Laura Schulz, mooi om
    over na te denken. Dank je wel.
  • 20:03 - 20:06
    LS: Bedankt.
    (Applaus)
Title:
De verrassende logica van baby's
Speaker:
Laura Schulz
Description:

Hoe leren baby's zo veel van zo weinig, zo snel? In een amusante talk vol experimenten laat cognitief wetenschapper Laura Schulz zien hoe onze kleintjes beslissingen nemen op basis van een verrassend sterk gevoel voor logica, ver voordat ze kunnen praten.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
20:18

Dutch subtitles

Revisions