-
Om het lichaam goed te laten functioneren,
-
moet het pH van ons bloed in een vrij krap bereik blijven.
-
Ons pH, dus de pH van het bloed
-
moet tussen 7,35 en 7,45 liggen.
-
moet tussen 7,35 en 7,45 liggen.
-
Als de pH beneden 7,35 komt,
-
dan word je gediagnosticeerd -
-
er is een grijs gebied,
-
maar dit is zoals het gedefinieerd wordt door de medische gemeenschap,
-
als je pH beneden de 7,35 komt,
-
dan word je gediagnosticeerd met acidose.
-
Je bloed wordt te zuur.
-
Je hebt een te hoge concentratie
-
van waterstof ionen in je bloed,
-
of te hoge hydroxonium concentratie in je bloed.
-
Als de pH van je bloed boven
-
de 7,45 komt, word je gediagnosticeerd met alkalose.
-
Alkalose. Je bloed is te alkalisch.
-
Het wordt te basisch. De waterstof ion concentratie,
-
in je bloed is te laag.
-
in je bloed is te laag.
-
En nu zou je zeggen "Wow, er is echt
-
"een vrij krappe marge. Hoe doet je bloed en je lichaam dat
-
"wanneer er zure moleculen je bloed inkomen.
-
"Of als er basische moleculen je bloed inkomen.
-
"Hoe kan het daarmee omgaan terwijl het de pH
-
"binnen deze marges houdt?"
-
Het antwoord omvat iets dat ook erg bruikbaar is
-
voor het transport van koolstofdioxide in het bloed.
-
En in deze evenwichtsreacties hier,
-
zien we dat koolstofdioxide, wanneer het in je bloed komt,
-
dat voornamelijk uit water bestaat,
-
dus koolstofdioxide in een waterige oplossing zal reageren.
-
En we hebben enzymen die daarbij helpen,
-
het zal reageren om koolzuur te vormen.
-
Ik schrijf het op. Het reageert om koolzuur te vormen,
-
en dat is een zwak zuur.
Dit is koolzuur.
-
Dat kan ontbonden worden om bicarbonaat te vormen.
-
Dat schrijf ik hier op.
-
Bicarbonaat.
-
En een waterstof ion, we weten dat het
-
gebonden is aan een watermolecuul om een hydroxonium ion te vormen.
-
Waarom is dit bruikbaar?
-
Ik zei al, het is onderdeel van
-
het koolstofdioxide transport in het bloed,
-
omdat, volgens verschillende bronnen,
-
ongeveer vijf tot tien procent van je koolstofdioxide
-
kan oplossen in je bloed
-
en dat ongeveer een andere vijf tot tien procent
-
gebonden kan worden aan hemoglobine
-
en op die manier wordt getransporteerd.
-
Maar de meerderheid van dat,
-
moet omgezet worden,
het moet reageren
-
om koolzuur en bicarbonaat te vormen
-
om getransporteerd te kunnen worden.
-
In feite is het meeste van de koolstofdioxide in je bloed
-
in deze vorm.
-
En vooral bicarbonaat.
-
In de bronnen die ik opgezocht heb,
-
wordt 80 tot 90 procent van de koolstofdioxide in je bloed
-
getransporteerd in deze vorm,
-
en vooral als bicarbonaat.
-
Maar dit is niet het onderwerp van deze video:
-
"Wat is een bruikbare manier om koolstofdioxide te transporteren in het bloed."
-
maar dit is hoe het gebeurt.
-
Het onderwerp van deze video is
-
waarom het ook bruikbaar is om de pH van ons bloed binnen de marges te houden.
-
Omdat deze evenwichtsreacties tussen
-
koolstofdioxide, koolzuur en bicarbonaat
-
een buffer systeem is.
-
Dit is een buffer, dit is een buffer systeem.
-
En het woord "buffer" in gewone taal,
-
refereert naar iets dat de impact van iets verzacht,
-
refereert naar iets dat de impact van iets verzacht,
-
het verminderd de schok van iets.
-
En dat is exact wat er hier gebeurt.
-
En bedenk,
-
dit zijn evenwichtsreacties,
-
dit is een zwak zuur, en je kan ze zien als de verschillende
-
bestandsdelen van deze moleculen en ze stuk voor stuk bekijken.
-
Hier heb je koolstof,
-
een koolstof hier,
-
een koolstof daar.
-
Je hebt een, twee, drie zuurstof daar.
-
Je hebt een, twee, drie zuurstof daar.
-
Een, twee, drie zuurstof daar.
-
Je hebt twee waterstof, twee waterstof, twee waterstof.
-
Bedenk wat er gebeurt als je
-
waterstof ionen in het bloed toevoegt.
-
Wat als je waterstof ionen toevoegt,
-
wat gebeurt er dan?
-
Als je meer waterstof ionen toevoegt,
-
als dit hier toeneemt.
-
Laat het me zo zeggen,
-
als je alleen waterstof ionen toevoegt
-
en je hebt niet dit buffer systeem,
-
dan zal je pH toenemen.
-
Je pH gaat naar beneden, en als je dat genoeg doet,
-
dan krijg je acidose.
-
Maar gelukkig hebben we dit buffer systeem.
-
Wanneer je de waterstof ionen concentraties verhoogt,
-
Le Chateliers principe verteld ons,
-
"He, deze evenwichtsreacties
-
"gaan naar links."
-
Dus des te meer waterstof ionen je in het bloed hebt,
-
te meer zullen ze gaan botsen
-
met het bicarbonaat op precies de goede manier
-
om koolzuur te vormen.
-
En met meer koolzuur in je bloed,
-
heb je minder kans dat
-
de koolstofdioxide gaat reageren met water
-
om koolzuur te vormen.
-
Dus als je meer waterstof ionen toevoegt,
-
dan worden ze opgenomen
-
door het bicarbonaat.
-
Deze verzameling van evenwichtsreacties
-
verschuiven naar links.
-
Dus je gaat geen groot effect op het pH krijgen.
-
Hetzelfde geldt, als je een base toevoegt,
-
zeg, je voegt een base toe
-
in het bloed hier.
-
In plaats van het pH te laten stijgen,
-
en je alkalose te geven,
-
wordt de base opgenomen door de waterstof ionen,
-
en terwijl normaal gesproken je pH omhoog zou gaan,
-
heb je deze dingen die gebeuren,
-
waardoor je minder van deze hebt om te reageren
-
waarbij de evenwichtsreactie naar links gaat.
-
Dus de reactie beweegt zich
-
meer en meer naar rechts.
-
Bij deze reactie zal dus steeds meer
-
koolzuurdioxide omgezet worden in koolzuur
-
dat wordt omgezet in bicarbonaat.
-
Dit hele ding gaat meer naar rechts.
-
En het is in staat om tot op zekere hoogte
-
de verloren waterstof ionen te vervangen.
-
Dus dit hier is een buffer systeem.
-
Het help de impact te verminderen, alsof je meer
-
waterstof ionen hebt die het systeem inkomen.
-
Of alsof je iets hebt
-
dat alle waterstof ionen opneemt.
-
Dit systeem is superbelangrijk voor ons,
-
om te kunnen leven.
-
Dat geldt voor alle zoogdieren.