< Return to Video

final webinaire 2024

  • 0:00 - 0:05
    Hoe leren dove kinderen lezen?
    Vertaling Sibylle Fonzé
  • 0:06 - 0:11
    "École et Surdité" en haar ervaringen omtrent tweetalig en inclusief onderwijs.
  • 0:11 - 0:15
    Illustraties
    Kibo
  • 0:16 - 0:20
    Goeiedag iedereen.
    Ik ben Magaly Ghesquière.
  • 0:21 - 0:27
    Ik ben een tweetalige lerares en werk
    sinds 25 jaar bij Sainte-Marie de Namur.
  • 0:29 - 0:33
    Daar lopen horende en dove leerlingen
    samen school.
  • 0:34 - 0:37
    Gedurende de voorbije 25 jaar
    heb ik niet altijd dezelfde functie gehad.
  • 0:38 - 0:41
    Eerst haalde ik mijn lerarendiploma
    voor het lager onderwijs
  • 0:41 - 0:45
    alsook het Frans Belgische Gebarentaal
    certificaat (UF12).
  • 0:48 - 0:52
    Vanaf de opstart van de tweetalige klassen,
    werkte ik als kleuterjuf gedurende vier jaar.
  • 0:53 - 0:58
    Dan was ik de klastitularis in het eerste
    en tweede leerjaar gedurende acht jaar.
  • 0:59 - 1:01
    Daarna nam ik afstand van deze functie
    en richtte ik me op het onderzoek.
  • 1:03 - 1:07
    Nu heb ik drie functies: ten eerste ben ik
    de coordinator van de tweetalige klassen
  • 1:07 - 1:13
    in het kleuter en het lager onderwijs, en werk samen
    met het team, de leerlingen en hun ouders.
  • 1:13 - 1:15
    Ik coördineer het allemaal
    en ondersteun de directeur.
  • 1:17 - 1:21
    Daarnaast, voer ik onderzoeken uit.
    Momenteel richt ik me op de leesvaardigheden
  • 1:21 - 1:23
    van dove leerlingen,
    maar niet meer bij de jongsten.
  • 1:23 - 1:27
    Dit heb ik al gedaan en
    er werd een boek hierover uitgegeven.
  • 1:27 - 1:33
    Nu focus ik me op de dove tieners.
    Ik onderzoek hun leervoortgang
  • 1:33 - 1:37
    in verband met het lezen en schrijven.
    met als doel hen beter te ondersteunen.
  • 1:37 - 1:40
    Dit is het onderzoek die ik nu uitvoer.
  • 1:41 - 1:49
    Ten derde, geef ik nog altijd lessen
    samen met mijn dove collega Sibylle Fonzé.
  • 1:49 - 1:53
    Haar moedertaal is de Frans Belgische
    Gebarentaal en de mijne is het Frans.
  • 1:53 - 1:58
    Samen bieden we een complementair aanpak
    in onze tweetalige lessen waar leerlingen
  • 1:58 - 2:02
    leren met beide talen te werken
    gelijkaardig aan de vertalingslessen.
  • 2:02 - 2:05
    Deze lessen worden gegeven vanaf
    het eerste leerjaar in het lager onderwijs
  • 2:05 - 2:09
    tot het zesde leerjaar
    in het middelbaar onderwijs.
  • 2:09 - 2:14
    Hoe werden de tweetalige klassen
    25 jaar geleden opgericht?
  • 2:14 - 2:18
    Het begon met horende ouders
    van dove kinderen
  • 2:18 - 2:23
    die geen geschikte school in Namen
    vonden voor doven.
  • 2:23 - 2:27
    Ze wouden hun kind in een gewone school niet
    laten integreren wegens isolement en
  • 2:27 - 2:31
    de dichtste gespecialiseerde school was ver
    gelegen met een matige onderwijskwaliteit.
  • 2:33 - 2:37
    Daarom besloten ze het in Namen
    op te richten.
  • 2:37 - 2:44
    Deze ouders hebben de vereniging
    "École et Surdité" 25 jaar geleden opgericht.
  • 2:44 - 2:48
    Deze vereniging verleent nu nog steun
    aan de school door fondsenwerving,
  • 2:48 - 2:51
    bevordert de reflecties rond de pedagogie
    van tweetalig onderwijs, en
  • 2:51 - 2:55
    biedt dagelijks ondersteuning aan de school
    en zijn directeur. Dit ondersteuningswerk
  • 2:55 - 2:59
    is waardevol want zonder de vereniging
    zou de school het niet kunnen.
  • 3:00 - 3:07
    Naast beide organisaties, is er ook de
    Universiteit van Namen en haar LSFB-Lab.
  • 3:08 - 3:12
    Ze werken alledrie samen sinds 25 jaar al.
  • 3:14 - 3:20
    Het thema van de video van vandaag gaat over
    hoe doven leren lezen.
  • 3:21 - 3:25
    Denken jullie dat er maar één methode is
    die geschikt is voor doven?
  • 3:25 - 3:29
    Nee. Er zijn er meerdere wegens de nood
    aan aanpassingen voor de verschillende
  • 3:29 - 3:34
    profielen van doven zodanig iedere van hen
    kan leren lezen en schrijven.
  • 3:36 - 3:43
    Vandaar is het belangrijk voor mij
    om eerst uitleg te geven over het werkkader
  • 3:43 - 3:47
    van Sainte-Marie en het context
    waarin deze school zich bevindt.
  • 3:47 - 3:53
    Dit heeft invloed op ons manier van werken en
    de sterke princiepen die we volgen.
  • 3:54 - 3:58
    De structuur en het context waarin jullie jullie
    bevinden zijn verschillend van ons,
  • 3:58 - 4:01
    bijgevolg is het niet mogelijk om heel ons aanpak
    direct bij jullie toe te passen.
  • 4:01 - 4:04
    Het is dus belangrijk om ons context goed
    te begrijpen om daarna na te denken
  • 4:04 - 4:08
    hoe het in jullie context kan toegepast worden.
  • 4:09 - 4:13
    Ik ga nu jullie vertellen over de principes
    van Sainte-Marie.
  • 4:13 - 4:17
    Daarin licht ik ook toe over de verschillende
    profielen van doven zodanig ik later
  • 4:17 - 4:23
    de geschikte leesmethode bij de start
    voor iedere van hen kan uitleggen.
  • 4:26 - 4:32
    Jullie zullen merken dat deze principes
    een belangrijke rol spelen op jullie werk
  • 4:32 - 4:37
    en de pedagogische methoden aangepast
    voor de leerlingen. Ze beïnvloeden ons werk.
  • 4:37 - 4:42
    Er zijn er drie:
    ten eerste, de tweetaligheid,
  • 4:42 - 4:45
    ten tweede, de inclusie, en
    ten derde,
  • 4:45 - 4:49
    het gelijkwaardig onderwijs dat verstrekt
    wordt aan zowel horende als dove leerlingen.
  • 4:50 - 4:57
    Ik ga nu uitgebreid uitleggen over ieder principe.
  • 5:00 - 5:04
    De tweetaligheid.
  • 5:04 - 5:08
    Ik zal eerst toelichten over
    het algemeen concept van tweetaligheid,
  • 5:08 - 5:12
    daarna over de doelstelling van tweetaligheid
    gehanteerd bij Sainte-Marie.
  • 5:12 - 5:20
    Het reden is dat dovenscholen verklaren dezelfde
    doelstelling van tweetaligheid na te strijven
  • 5:20 - 5:28
    maar bij nader inzien, merkt men dat
    de toepassing ervan anders
  • 5:28 - 5:32
    wordt bekeken en aangepakt bij iedere dovenschool.
  • 5:33 - 5:38
    Daarom is het belangrijk om de doelstelling
    van de tweetaligheid
  • 5:38 - 5:42
    bij Sainte-Marie goed toe te lichten.
  • 5:43 - 5:56
    Als we aan mensen in het algemeen vragen
    wat een tweetalige persoon kan doen
  • 5:56 - 6:07
    men antwoordt meestal dat een persoon
    die tweetalig is beheerst perfect beide talen
  • 6:07 - 6:13
    en beide talen staan op gelijke voet
    in alle hun modaliteiten (spreken, enz).
  • 6:13 - 6:16
    Is dit het juiste antwoord? Nee.
  • 6:17 - 6:22
    Wat vertellen onderzoekers in hun publicaties
    rond tweetaligheid dan?
  • 6:23 - 6:29
    Een persoon die tweetalig is
    beheerst meerdere talen
  • 6:29 - 6:38
    maar de graad van beheersing bij iedere
    van deze talen kan niet gelijk en perfect zijn.
  • 6:39 - 6:45
    Het ideaal van tweetaligheid waar men talen
    op perfecte niveau beheren
  • 6:45 - 6:51
    is voor de mens in de praktijk onhaalbaar.
  • 6:51 - 6:59
    Wereldwijd zijn er veel mensen die
    twee of meerdere talen beheerst
  • 6:59 - 7:07
    maar niemand kan twee talen perfect
    beheersen op gelijkwaardig niveau.
  • 7:08 - 7:10
    Waarom?
  • 7:10 - 7:15
    Ik geef een voorbeeld: een persoon die
    tweetalig is in het Spaans en het Engels
  • 7:15 - 7:21
    gebruikt Engels op het werk
    in het domein van informatica
  • 7:21 - 7:24
    en spreekt Spaans thuis
    met zijn hele familie.
  • 7:24 - 7:29
    Die persoon kan in diepte
    over informatica spreken
  • 7:29 - 7:31
    met een rijke lexicon in het Engels
  • 7:31 - 7:36
    maar thuis spreekt hij amper over informatica
    daar er geen nood hiervoor is.
  • 7:36 - 7:41
    Hij zal specifieke termen in het Engels kennen
    maar niet in het Spaans.
  • 7:42 - 7:49
    Trouwens, zal hij thuis zijn Spaanse taalgebruik
    aanpassen tegenover jonge kinderen
  • 7:49 - 7:53
    alsook tegenover oudere mensen.
  • 7:53 - 7:55
    Hij gebruikt daar Spaans
    op een verrijkende manier
  • 7:55 - 7:58
    in verschillende contexten
    en tegenover verschillende mensen.
  • 7:58 - 8:03
    Maar op het werk is er geen variatie,
    hij ontmoet steeds dezelfde personen.
  • 8:03 - 8:07
    Er zijn geen jonge noch oudere
    personen met wie hij kan spreken.
  • 8:08 - 8:14
    Beide situaties hebben invloed op
    de evolutie van zijn talen.
  • 8:17 - 8:21
    Hetzelfde geldt voor de dove leerlingen
    van Sainte-Marie.
  • 8:21 - 8:26
    Inderdaad, sommigen van hen komen
    uit gezinnen van horende mensen
  • 8:26 - 8:32
    waar Frans, de eerste taal, wordt gesproken.
    Het kind kan daar deze taal spreken.
  • 8:33 - 8:37
    Maar het kind gebruikt de gebarentaal nooit
    buiten school.
  • 8:37 - 8:43
    Daarentegen, een dove kind van dove ouders
    die uit een dove familie komt
  • 8:43 - 8:47
    en die zowel jonge als oude doven
    ontmoet zal gebarentaal met hen gebruiken.
  • 8:47 - 8:50
    Op school gebruikt hij ook gebarentaal en
    hoewel hij Frans kan lezen,
  • 8:50 - 8:56
    zal het beperkt zijn wegens weinige
    blootstelling aan deze taal.
  • 8:56 - 9:02
    Hij komt in contact met de Franse taal pas
    wanneer hij het leest maar rondom hem niet.
  • 9:03 - 9:08
    In beide situaties, zien we duidelijk dat elk kind,
    sinds zijn jonge leeftijd, anders evolueert
  • 9:08 - 9:15
    qua tweetaligheid.
    Het gebeurt anders bij ieder van hen.
  • 9:16 - 9:21
    En het is belangrijk om bewust te zijn
    van de verschillende profielen van kinderen
  • 9:21 - 9:25
    naargelang hun levenssituaties en
    familiecontexten.
  • 9:25 - 9:30
    We moeten rekening ervan houden
    in ons werk met deze kinderen en
  • 9:30 - 9:33
    zodanig we onze pedagogische methoden
    kunnen aanpassen bij elk kind.
  • 9:34 - 9:38
    Ik zal later nog verdiepen over
    de verschillenden profielen van de leerlingen.
  • 9:40 - 9:44
    Tweetaligheid bij Sainte-Marie.
  • 9:45 - 9:49
    Wat bevat de doelstelling van tweetaligheid
    bij Sainte-Marie in?
  • 9:51 - 9:54
    Eerst laten we naar dit beeld
    die over balans gaat.
  • 9:55 - 9:59
    Zoals ik het eerder verteld heb,
    dat een tweetalige persoon
  • 9:59 - 10:02
    een perfect evenwicht kan vinden
    tussen twee talen is onmogelijk.
  • 10:02 - 10:08
    Ja, maar we moeten dit beeld
    in ons hoofd houden.
  • 10:08 - 10:11
    We mogen het beoogde doel
    nooit vergeten en
  • 10:11 - 10:15
    we moeten verder proberen
    om zo dichtbij mogelijk te geraken
  • 10:15 - 10:20
    en natuurlijk zonder het te kunnen halen,
    zoals we het al weten.
  • 10:20 - 10:24
    We moeten proberen om leerlingen
    aan te moedigen,
  • 10:24 - 10:27
    door middel van aangepaste
    pedagogische methoden,
  • 10:27 - 10:31
    om samen dit doel na te streven,
  • 10:31 - 10:37
    We moeten hen zo goed mogelijk
    aanzetten tot dit doel.
  • 10:38 - 10:42
    Stel dat we het tegenovergesteld doen:
    we weten dat het onmogelijk is
  • 10:42 - 10:45
    om de perfecte balans te vinden.
  • 10:45 - 10:50
    Dan geven we er geen aandacht voor
    en laten we de leerlingen in de kou staan
  • 10:50 - 10:52
    want sowieso gaan ze het nooit
    kunnen halen.
  • 10:52 - 10:57
    Nee! Het is dus belangrijk
    om dit doel vasthouden.
  • 10:57 - 11:04
    We moeten hen aanmoedigen
    om bij dit doel zo dicht mogelijk te zijn.
  • 11:05 - 11:08
    Dit beeld toont een vrouw
    die volvertrouwen aan het gebaren is.
  • 11:08 - 11:10
    Waarom?
  • 11:10 - 11:19
    Dankzij gebarentaal kunnen mensen
    in een groep, of ze horend of doof zijn,
  • 11:19 - 11:22
    en bij doven met verschillende profielen,
    zoals de ene die spreekt en de andere niet,
  • 11:22 - 11:27
    of de ene die een hoorapparaat draagt
    en de andere die een CI draagt, enz.,
  • 11:27 - 11:31
    ze kunnen allemaal communiceren
    op gelijkwaardige manier.
  • 11:36 - 11:40
    Dit beeld toont een vrouw die schrijft.
    Waarom?
  • 11:41 - 11:46
    Tweetaligheid betekent het beheersen van
    de gebarentaal maar ook de Franse taal.
  • 11:46 - 11:49
    Wat zijn onze verwachtingen omtrent dit laatste?
  • 11:49 - 11:53
    Ten eerste, wat betreft het geschreven Frans,
    zijn er verschillende profielen van doven,
  • 11:53 - 11:57
    of ze spreken of niet,
    of ze hoorapparaten of CI dragen,
  • 11:57 - 12:00
    voor wie gebarentaal de eerste taal
    of de tweede taal is, enz,
  • 12:00 - 12:05
    uiteindelijk kunnen ze allemaal
    het geschreven Frans beheersen.
  • 12:05 - 12:15
    Natuurlijk kan het leerproces en -tempo
    van ieder van hen verschillend zijn.
  • 12:15 - 12:22
    We moeten dus het beoogde doel van
    perfecte balans in onze gedachten houden
  • 12:22 - 12:31
    en dit proberen na te strijven want ze
    kunnen allemaal zo dicht mogelijk te komen.
  • 12:34 - 12:40
    Dit beeld toont een tekstballon.
    Waarom?
  • 12:41 - 12:45
    Tweetaligheid betekent het beheersen van
    gebarentaal en het geschreven Frans
  • 12:45 - 12:50
    maar wat met gesproken Frans?
  • 12:51 - 12:55
    Zoals jullie het al weten,
    bij de verschillende profielen van doven
  • 12:55 - 12:59
    zijn er sommige doven die heel goed
    kunnen spreken, sommigen minder en
  • 12:59 - 13:01
    sommigen helemaal niet.
  • 13:01 - 13:03
    Hoe kunnen we hiermee omgaan?
  • 13:03 - 13:07
    Professionals moeten hen allemaal
    respecteren en
  • 13:07 - 13:14
    hun vaardigheden, of ze geavanceerd
    of matig zijn of ontbreken, verder bevorderen.
  • 13:14 - 13:17
    Ze mogen niet de ene opzij houden
    of de andere weglaten.
  • 13:17 - 13:22
    Bijvoorbeeld, je zegt aan een leerling
    die heel goed spreekt
  • 13:22 - 13:28
    dat hij in de klas moet gebaren
    want het is de dovenmethode
  • 13:28 - 13:30
    en dus is het niet nodig om te spreken.
  • 13:30 - 13:34
    Integendeel! We moeten
    zijn spraakvaardigheid erkennen
  • 13:34 - 13:37
    en hem betrekken door verbindingen maken
    tussen zijn vaardigheden en het geschreven Frans.
  • 13:37 - 13:38
    Zo moedigen we hem aan
    in wat betreft zijn vaardigheden.
  • 13:40 - 13:46
    Nu zijn we met een leerling die niet zo goed
    kan spreken, dus hij heeft al de basis!
  • 13:46 - 13:50
    Daar spelen we in: we moedigen hem aan
    om zijn basisvaardigheden te gebruiken
  • 13:50 - 13:53
    bij het leren van het geschreven Frans door
    associaties maken met wat hij al beheerst.
  • 13:55 - 13:59
    Nu hebben we een leerling die
    niet kan spreken, geen probleem!
  • 13:59 - 14:03
    We kunnen andere methoden gebruiken
    om de taal aan te leren.
  • 14:05 - 14:08
    Het is belangrijk dat de professional
    iedere leerling respecteert.
  • 14:10 - 14:22
    Dit beeld toont twee vogels die zitten
    naast een muis met een snavel en veren.
  • 14:22 - 14:28
    De muis doet de vogels na en is niet op gemak.
    De vogels zijn aan het peinzen over haar.
  • 14:29 - 14:34
    Het illustreert de identiteitsontwikkeling
  • 14:35 - 14:41
    Zoals jullie het weten, wanneer doven groeien
    kampen ze soms met worstelingen
  • 14:41 - 14:44
    in de ontwikkeling van hun identiteit.
  • 14:44 - 14:51
    Maar de tweetaligheid kan hen helpen
    om hun identiteit met gemak te bouwen.
  • 14:55 - 15:01
    Zowel de gebarentaal als het Frans
    zijn verbonden aan een cultuur
  • 15:01 - 15:05
    die de leerlingen moeten aanleren.
  • 15:05 - 15:09
    Het is belangrijk dat ze beide talen en
    hun respectievelijke culturen verwerven
    .
  • 15:09 - 15:13
    voor een harmonieuse
    identiteitsontwikkeling.
  • 15:17 - 15:22
    We moeten, als professionals, hen
    hiermee niet alleen aanmoedigen
  • 15:22 - 15:27
    maar ook beide talen en culturen
    op gelijke voet waarderen.
  • 15:28 - 15:33
    Het reden is dat het aanleren van talen
    en hun culturen die evenwaardig benaderd worden
  • 15:33 - 15:37
    zal de leerling toelaten om de waarden
    van beiden goed te verinnerlijken.
  • 15:37 - 15:41
    Stel dat je, bijvoorbeeld, de ene taal
    en cultuur minder waardeert dan de andere,
  • 15:41 - 15:45
    dan zal de leerling zijn tweetaligheid
    met onzekerheid en frustratie beleven.
  • 15:46 - 15:50
    Vandaar het belang van het aankaarten
    van beiden op gelijkwaardig manier.
  • 15:50 - 15:57
    Bijvoorbeeld: we weten dat geïmplanteerde
    dove kinderen van horende ouders
  • 15:57 - 16:01
    soms met moeilijkheden omtrent
    hun identiteit kampen.
  • 16:03 - 16:09
    Wij, als professionals, moeten hen
    steunen en zoveel mogelijk
  • 16:09 - 16:15
    beide talen en culturen met hen
    op een verrijking manier aanbieden.
  • 16:15 - 16:19
    Dan zullen ze hun identiteit
    beter kunnen ontwikkelen.
  • 16:21 - 16:26
    Ik geef nu een andere voorbeeld:
    een doof kind van dove ouders
  • 16:26 - 16:30
    vanuit een dove familie zal soms
    weerstand tonen tegenover
  • 16:30 - 16:35
    de gesproken taal en anderen oordelen:
    "als je houdt van spreken,
  • 16:35 - 16:39
    dan ben je geen echte dove persoon"
  • 16:39 - 16:43
    Dit is een risico die we, als professionals,
    moeten helpen vermijden door hen
  • 16:43 - 16:47
    aan te leren om elkaar te respecteren
    zoals we het doen bij iedere leerling.
  • 16:47 - 16:51
    We respecteren de diversiteit bij
    de leerlingen en ondersteunen hen
  • 16:51 - 16:53
    in hun identiteitsontwikkelingsproces.
  • 16:59 - 17:03
    Er bestaat geen unieke identiteit die
    gelijkaardig bij iedere dove persoon is
  • 17:03 - 17:08
    want de identiteit wordt gevormd
    door verschillende beïnvloedende aspecten.
  • 17:08 - 17:12
    Of je een meisje of een jongen bent,
    of je horend of doof bent,
  • 17:12 - 17:17
    of je uit een horende of dove familie komt,
    of je volledig doof of slechthorend bent,
  • 17:17 - 17:21
    of je geïmplanteerd bent,
    of je kan spreken of niet,
  • 17:21 - 17:25
    of je houdt van spreken of niet,
    of jouw gezin werkend is of niet,
  • 17:25 - 17:31
    of jouw ouders met een hoge of gemiddelde
    of lage sociaal economische status zijn,
  • 17:31 - 17:32
    enzovoort.
  • 17:32 - 17:37
    Alle deze aspecten hebben invloed
    op de veelzijdige identiteit en
  • 17:37 - 17:42
    vandaar hebben de leerlingen
    zeer verschillende identiteiten.
  • 17:43 - 17:52
    Professionals moeten ieder van hen helpen
    en met respect ondersteunen.
  • 17:54 - 17:58
    Dit beeld toont dat tweetaligheid kan
    beter helpen in de identiteitsontwikkeling
  • 17:58 - 18:03
    met gemak en vertrouwen.
  • 18:05 - 18:09
    De inclusie.
  • 18:11 - 18:15
    Laten we nu de tweede principe bekijken:
    de inclusie.
  • 18:15 - 18:20
    In 2005, toen École et Surdité opgericht werd,
Title:
final webinaire 2024
Video Language:
French
Duration:
45:45
delphinelemaire2024 edited Dutch subtitles for final webinaire 2024
delphinelemaire2024 edited Dutch subtitles for final webinaire 2024
delphinelemaire2024 edited Dutch subtitles for final webinaire 2024
delphinelemaire2024 edited Dutch subtitles for final webinaire 2024
delphinelemaire2024 edited Dutch subtitles for final webinaire 2024
delphinelemaire2024 edited Dutch subtitles for final webinaire 2024
delphinelemaire2024 edited Dutch subtitles for final webinaire 2024
delphinelemaire2024 edited Dutch subtitles for final webinaire 2024
Show all

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions