-
Laten we kijken naar deze klok
-
en kijk of je kunt zien hoe laat het is.
-
Wanneer we naar een klok kijken zien we
-
dat hij twee wijzers heeft. Dat is omdat tijd
-
uit twee delen bestaat.
-
De tijd in uren
-
is één deel
-
Op een klok wordt het uur aangeduid
-
door de kleine wijzer.
-
Het andere gedeelte zijn de minuten.
-
Op een analoge klok als deze
-
worden de minuten aangeduid door de grote wijzer.
-
We gaan eerst naar de uren kijken.
-
Je hebt de kleine wijzer,
-
die staat tussen de zes en de zeven.
-
Dat betekent dat het na zes uur is,
-
maar hij staat nog niet op de zeven.
-
Omdat de kleine wijzer bovenaan begint
-
en rond heeft gedraaid
-
tot voorbij zes uur,
-
maar nog niet bij de zeven.
-
Daarom is het zes uur en een beetje.
-
Zes en 'een beetje'.
-
Het is misschien 6.15 of misschien 6.45
-
De minuten gaan we straks bekijken,
-
maar je weet dat het na zes uur is
-
en nog geen 7 uur.
-
Daarom zet je op de plek voor de uren een 6.
-
Voor de minuten gaan we naar de grote wijzer kijken.
-
die naar dit punt wijst.
-
Ook de minuten beginnen bovenaan
-
en gaan zo helemaal rond.
-
Maar nu is elk van deze kleine stukjes een minuut.
-
Je kunt dus tellen 1, 2, 3, 4, 5
-
en wanneer je op het eerste vierkantje komt,
-
dat is dit vierkantje,
-
zijn we vijf minuten verder.
-
We gaan zo verder
-
Zes, zeven, acht, negen,
-
10 bij de volgende,
-
en misschien zie je het patroon al.
-
Elke keer als je naar één van deze nummers gaat
-
of de vierkantjes, de grotere punten
-
heb je vijf minuten erbij geteld.
-
Dus als je zo doorgaat, dan is dit 15 minuten.
-
Ga door
-
20 minuten
-
Ga door
-
25
-
Je kunt niet helemaal doorgaan tot de 6
-
omdat de grote wijzer hier stopt.
-
Hij is nog niet in dit gedeelte
-
Dus na 25 tel je er telkens eentje bij,
-
dit is een minuut
-
Dan hebben we 25, 26,27
-
de grote wijzer staat nu op het 27e streepje,
-
dat betekent dat het 27 minuten na het uur is.
-
Laten we er nog een proberen.
-
de kleine wijzer staat tussen de vier en de vijf,
-
dat betekent dat het na 4 uur is.
-
Het is een aantal minuten na 4 uur
-
maar het is nog geen vijf uur.
-
Kijk nu eens naar de grote wijzer.
-
De grote wijzer geeft de minuten aan.
-
De grote wijzer is bovenaan begonnen
-
en is voorbij de 5, 10 , 15
-
maar nog niet bij 20
-
daarom ga je terug naar de 15 en telt er telkens eentje bij.
-
16,17,18,19
-
Onze grote wijzer staat op 19
-
Het is dus 19 minuten na vier uur, of 4:19
-
Nu raad ik je aan om de video even op pauze te zetten
-
en kijk of je zelf ziet hoe laat het is
-
Oke, we doen het samen.
-
De kleine wijzer staat tussen de zeven en de acht.
-
Het is dus na zeven uur maar nog geen acht uur,
-
en als je kijkt naar de kleine wijzer dan zie je
-
dat die al ver voorbij de zeven is,
-
het is al bijna 8 uur
-
Kijk je naar de grote wijzer
-
dan zie je dat de grote wijzer al
-
helemaal hier is.
-
Hij staat al weer bijna bovenaan.
-
En de grote wijzer vanaf bovenaan
-
voorbij de 5, 10, 15, 20,
-
25, 30, 35, 40,
-
45, en nog eentje meer op 46 minunten staat
-
46 minuten na 7.
-
De tijd is 7:46