< Return to Video

Het verschil tussen de Z-toets en de T-toets

  • 0:01 - 0:03
    Ik wil in deze video er voor zorgen dat we
  • 0:03 - 0:05
    intuitief en ook anders het verschil begrijpen
  • 0:13 - 0:14
    tussen een Z-toets --iets dat ik maar moeilijk
  • 0:14 - 0:20
    uit kan spreken--- en een T-toets
  • 0:20 - 0:24
    Een hoop van wat we doen in dit soort
  • 0:24 - 0:26
    statistiek, is er achter proberen te komen wat
  • 0:26 - 0:29
    de kans is op een bepaald steekproefgemiddelde.
  • 0:29 - 0:30
    Dus wat we aan het doen zijn, in het bijzonder bij een
  • 0:32 - 0:36
    grote steekproef --Wacht, ik teken even een steekproeven-
  • 0:36 - 0:38
    Dus dit is de
  • 0:38 - 0:40
    steekproeven verdeling,
  • 0:44 - 0:48
    Je neemt een bepaald steekproeven-gemiddelde en standaarddeviatie aan.
  • 0:48 - 0:53
    En wat wij gaan doen is dat een verkregen resultaat, laten we zeggen
  • 0:53 - 0:55
    dat we dit steekproefgemiddelde krijgen.
  • 0:55 - 0:57
    We willen uitvinden wat de kans is dat we
  • 0:57 - 1:00
    een resultaat krijgen dat minstens zo extreem is als deze.
  • 1:00 - 1:03
    Dat kan je doen door de kans te vinden van een
  • 1:03 - 1:06
    resultaat onder dit gemiddelde en dat van 1 aftrekken, of
  • 1:06 - 1:08
    gewoon dit gebiedje hier berekenen.
  • 1:08 - 1:12
    En om dat te doen, kijken we hoeveel standaard
  • 1:12 - 1:15
    deviaties we boven het steekproeven-gemiddelde zitten.
  • 1:15 - 1:20
    En hoe we dat doen is dat we ons steekproefgemiddelde nemen, en we
  • 1:20 - 1:26
    trekken daar het steekproeven-gemiddelde van af
  • 1:26 - 1:28
    (of wat we aannemen dat het steekproeven-gemiddelde is, misschien weten we
  • 1:28 - 1:32
    dat wel niet)
  • 1:32 - 1:36
    En dat delen we door de standaarddeviate van de
  • 1:36 - 1:39
    steekproevenverdeling.
  • 1:43 - 1:45
    En dit is hoeveel standaarddeviaties ons steekproefgemiddelde
  • 1:45 - 1:46
    boven het steekproeven-gemiddelde zit.
  • 1:46 - 1:49
    Dat is deze afstand hier.
  • 1:49 - 1:52
    Gewoonlijk weten we ook niet wat dit hier is is.
  • 1:52 - 1:55
    Normaal weet je dat ook niet.
  • 1:55 - 2:01
    En de centrale limiet stelling vertelt ons dat, aangenomen
  • 2:01 - 2:05
    dat onze steekproef groot genoeg is, dat dit ding hier, dit
  • 2:05 - 2:11
    is hetzelfde als -- onze steekproef is
  • 2:11 - 2:16
    hetzelfde als de standaard deviatie van
  • 2:16 - 2:19
    de populatie, gedeeld door de wortel van
  • 2:19 - 2:25
    Dus dit deel van de formule hier kan worden herschreven als
  • 2:25 - 2:30
    het steekproefgemiddelde min het steekproevengemiddelde
  • 2:30 - 2:35
    gedeeld door dit deel hier --
  • 2:35 - 2:36
    gedeeld door het populatiegemiddelde, gedeeld door de wortel
  • 2:36 - 2:39
    van de steekproefgrootte
  • 2:39 - 2:42
    En dit is in essentie de beste maat die we hebben voor
  • 2:42 - 2:46
    hoe veel standaarddeviaties we van een gemiddelde we af zitten.
  • 2:46 - 2:48
    En dit hier, zoals we eerder geleerd hebben, is een
  • 2:50 - 2:52
    Z- score, of als we te maken hebben met echte statistiek, als
  • 2:52 - 2:55
    het afgeleid is van het steekproefgemiddelde, dan noemen we dit een
  • 2:55 - 2:58
    een z-toets.
  • 2:58 - 3:02
    En dat kunnen we opzoeken in een Z-tabel of in een normale
  • 3:02 - 3:05
    verdelingstabel, om te zien wat de kans id op
  • 3:05 - 3:08
    een waarde van deze Z of groter.
  • 3:08 - 3:10
    Dus dan zou je die kans krijgen.
  • 3:10 - 3:12
    Dus wat is de kans op
  • 3:12 - 3:14
    zo'n extreem resultaat?
  • 3:14 - 3:18
    Normaal gezien, en in de afgelopen paar video's hebben we dat ook gezien,
  • 3:18 - 3:24
    weten we ook niet wat de standaarddeviatie van de
  • 3:24 - 3:26
    populatie is.
  • 3:26 - 3:31
    Dus om de z-score te benaderen, om
  • 3:31 - 3:34
    te zeggen wat die ongeveer
  • 3:37 - 3:38
    zal zijn -- ik zal het even opnieuw
  • 3:38 - 3:45
    opschrijven-- We schatten de standaarddeviatie uit de populatie met onze standaarddeviatie
  • 3:45 - 3:48
    uit de steekproef -- ik doe het in een nieuwe kleur --- we gebruiken onze
  • 3:48 - 3:54
    standaarddeviatie uit de steekproef.
  • 3:54 - 4:03
    En dit mag als je steekproef groter is dan 30.
  • 4:03 - 4:06
    Of, op een andere manier gezegd, je kunt aannemen dat de steekproef normaal verdeeld is
  • 4:06 - 4:14
    als hij groter is dan 30.
  • 4:14 - 4:16
    En zelfs deze benadering is ongeveer normaal
  • 4:16 - 4:18
    verdeeld
  • 4:18 - 4:21
    Als je steekproef kleiner is dan 30, in het bijzonder als
  • 4:21 - 4:23
    het een heleboel kleiner is dan 30, dan zal dit
  • 4:23 - 4:26
    niet normaal verdeeld zijn.
  • 4:26 - 4:28
    Dus ik schrijf hem hier opnieuw.
  • 4:28 - 4:32
    Steekproefgemiddelde min je steekproeven-gemiddelde
  • 4:32 - 4:36
    gedeeld door de standaarddeviatie van de steekproef
  • 4:36 - 4:39
    gedeeld door de wortel van de steekproefgrootte.
  • 4:39 - 4:44
    We zeiden net al dat dit hier groter is dan 30, of gelijk aan 30.
  • 4:44 - 4:48
    Dan zal deze waarde hier
  • 4:48 - 4:50
    normaal verdeeld zijn
  • 4:50 - 4:53
    Als dat niet zo is, als dit klein is, dan zal dit een
  • 4:55 - 4:59
    T-verdeling zijn.
  • 5:00 - 5:03
    En dan ga je hetzelfde doen hier
  • 5:03 - 5:04
    maar nu neem je aan dat de verdeling
  • 5:04 - 5:06
    niet meer normaal verdeeld is,
  • 5:06 - 5:08
    dus in dit voorbeeld was het normaal.
  • 5:09 - 5:12
    alles van Z is normaal verdeeld.
  • 5:12 - 5:14
    Bij de t-verdeling, en dit zal
  • 5:14 - 5:16
    een normale t-verdeling zijn omdat
  • 5:16 - 5:19
    we het gemiddelde hebben afgetrokken.
  • 5:19 - 5:22
    Dus in een normale t-verdeling,
  • 5:22 - 5:25
    zal je een gemiddelde van 0 hebben.
  • 5:25 - 5:26
    En wat je gaat doen, is je wil weten wat de
  • 5:26 - 5:28
    waarschijnlijkheid is van het krijgen van
  • 5:28 - 5:31
    een t-waarde tenminste zo extreem.
  • 5:31 - 5:34
    Dus dit is de t-waarde die je zou krijgen,
  • 5:34 - 5:37
    en dan bereken je het gebied onder de lijn
  • 5:38 - 5:40
    hier.
  • 5:40 - 5:42
    Dus een makkelijke vuistregel is:
  • 5:42 - 5:45
    Bereken deze hoeveelheid hoe dan ook.
  • 5:47 - 5:49
    Als je meer dan 30 steekproeven hebt,
  • 5:49 - 5:53
    als je meer dan 30 steekproeven hebt,
  • 5:54 - 5:56
    Dan is de standaard deviatie van je steekproef
  • 5:56 - 5:58
    een goede schatter voor je
  • 5:58 - 6:00
    populatie standaard deviatie.
  • 6:00 - 6:01
    En dus zal dit hele ding
  • 6:01 - 6:03
    ongeveer normaal verdeeld zijn,
  • 6:03 - 6:05
    en kan je een Z tabel gebruiken
  • 6:05 - 6:07
    om de waarschijnlijkheid van een resultaat
  • 6:07 - 6:09
    zo extreem te vinden.
  • 6:09 - 6:13
    Als je steekproef klein is,
  • 6:13 - 6:15
    dan deze statistiek, deze hoeveelheid,
  • 6:16 - 6:18
    zal een t verdeling hebben,
  • 6:19 - 6:23
    en dan moet je een t tabel gebruiken,
  • 6:23 - 6:24
    om de waarschijnlijkheid van de t-waarde
  • 6:24 - 6:27
    te vinden ten minste zo extreem.
  • 6:28 - 6:29
    En we gaan dit zien in een voorbeeld
  • 6:29 - 6:30
    een paar videos verder dan nu,
  • 6:30 - 6:32
    in ieder geval, hopelijk heeft dit geholpen,
  • 6:32 - 6:33
    om wat dingen te verduidelijken in je hoofd
  • 6:33 - 6:35
    over hoe de Z-toets gebruikt moet worden
  • 6:35 - 6:38
    of wanneer je t-statistiek gebruikt.
Title:
Het verschil tussen de Z-toets en de T-toets
Description:

Z-statistics vs. T-statistics

more » « less
Video Language:
English
Duration:
06:39
susannedemooij edited Dutch subtitles for Z-statistics vs. T-statistics
Voleuse edited Dutch subtitles for Z-statistics vs. T-statistics
Voleuse added a translation

Dutch subtitles

Revisions