-
Zoek het gemiddelde, de mediaan en
de modus in deze reeks getallen.
-
Deze getallen zijn gegeven.
-
Als iemand het over "het gemiddelde" heeft,
-
is dat hetzelfde als het rekenkundig gemiddelde.
-
het rekenkundig gemiddelde.
-
Je zult meer manieren leren om dit uit te rekenen,
-
Maar de eenvoudigste manier:
alle getallen bij elkaar optellen.
-
En dan deel je door het aantal getallen.
-
En op die manier bereken je
-
Of gewoon het gemiddelde.het gemiddelde.
-
Dus dit is ons gemiddelde.
-
We willen het gemiddelde nemen van 23 plus 29.
-
Wel eigenlijk willen ofwel de som van 23 plus 29 plus 20 plus 32 plus 23 plus 21 plus 33 plus 25
-
en dan delen we het resultaat door het aantal getallen.
-
Dus 1,2,3,4,5,6,7,8 getallen.
-
Dus moeten we de som delen door 8.
-
Dus laten we dit berekenen.
-
Ik zal snel de rekenmachine pakken om het op te lossen
-
Ik zou het ook met de hand kunnen,
maar hiermee sparen we tijd.
-
Dus de som van 23 plus 29 plus 20 plus 20 plus 32 plus 23 plus 21 plus 33 plus 25.
-
Het resultaat is 206.
-
Dan delen we 206 door 8.
-
Dus 206 gedeeld door 8 is 25.75.
-
Dus het gemiddelde is 25.75
-
Dus dit is een manier om een cetrummaat
te berekenen.
-
Een andere maat is de mediaan:
-
wat is het "middelste getal"of deel,
-
Om deze te berekenen, sorteren we
de getallen van groot naar klein.
-
Dus het kleinste getal is 20.
-
De volgende is 21.
-
Er is geen 22,
-
dus, hier is 23.
-
En nog een 23.
-
Geen 24, wel een 25.
-
Er is geen 26, 27, 28, maar
wel een 29.
-
En dan een 32 en een 33.
-
Dus wat is het middelste getal nu we
alles geordend hebben?
-
Dus we hebben 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
getallen, dat wisten we al.
-
En dus zijn er twee "middelste"getallen.
-
Als je een even aantal hebt
zijn er dus twee getallen
-
Om de mediaan te krijgen,
moeten we deze middelen
-
Dus een er van is 23.
-
Maar die kan zelf de mediaan niet zijn.
-
want er zijn 3 getallen
kleiner en 4 getallen groter dan 23.
-
Maar ook 25 niet, want er zijn 3 getallen
groter en 4 getallen kleiner dan 25.
-
Dus wat we doen is het gemiddelde
van beiden getallen nemen voor de mediaan.
-
Dus 23 plus 25 gedeeld d0or 2,
dat is 48 gedeeld door 2, dus 24.
-
Dus, hoewel 24 geen van deze getallen
is, is de mediaan wel 24.
-
Dus 24 is het middelste getal.
-
Dus de mediaan is ook een centrum maat.
-
Als je dus een getal wilt hebben dat
het "midden" voorstelt,
-
Dan is daar niet maar één manier voor.
-
Dit is één manier, ik zet die
tussen aanhalingstekens.
-
"het gemiddelde".
-
De tweede manier is de mediaan.
-
Tot slot is er nog de modus.
-
En dat getal is het getal dat het meest vaak
voorkomt in de verzameling getallen.
-
Elk getal behalve 23 komt maar één
keer voor.
-
En dus is 23, omdat dit getal het
vaakst voorkomt,
-
twee keer, terwijl de rest ieder één keer
voorkomt,
-
is 23 onze modus.