-
Het Antwerps is volgens Becanus
de oudste taal ter wereld.
-
Het Limburgs is het Chinees
van West-Europa.
-
Het West-Vlaams is
de taal van de toekomst..
-
..want het is een vereenvoudiging
van het Nederlands.
-
Wat zijn de geheimen van het sappige dialect
dat ze daar spreken?
-
Het is er heel leuk en je kunt er heel goed
zwemmen aan de Blaarmeersen.
-
Een zoektocht naar de geheimen
van 't Gents.
-
Ik heet Roger Van Bockstaele.
-
Ik ben deken van de wijk Patershol
en lid van de Gentsche Sosseteit.
-
We zijn in de mooiste stad
van Vlaanderen.
-
We hebben prachtige monumenten,
gezellige pleintjes en waterlopen.
-
Maar belangrijker is onze taal.
-
We hebben een mooie taal en
de Gentenaars spreken dat graag.
-
Ze spreken van: "Pruimentrekker."
-
"Nen boterham met huuflakke. Biezebeize."
-
"Pletshuufd. Altemets. Vree wijs."
-
Maar buiten de stad
spreken ze boers.
-
Ik ga dat niet negatief benaderen,
maar ik moet zeggen:
-
Gents is Gents en al de rest is anders.
-
Professor, is het waar wat Roger zegt?
-
Is Gents echt zo uniek,
of is hij wat aan het opscheppen?
-
Een Gentenaar durft al eens op te scheppen,
maar het is echt waar.
-
Uit allerlei onderzoek blijkt dat Gents
een uniek dialecteiland is..
-
..tegenover het platteland.
Het is uniek in West-Europa.
-
Vergelijk het met Antwerpen.
-
Wie in Antwerpen gaat wonen,
past zich aan aan het Antwerps.
-
En tegelijkertijd breidt
het stads-Antwerps uit..
-
..over de Kempen enzovoort.
-
Het stads-Brugs daarentegen krimpt ineen
en bestaat nog amper.
-
Gents zit daar mooi tussenin.
-
Het verovert geen centimeter grond..
-
..buiten, laten we zeggen, de stadsgrenzen.
-
Het is heel leuk als je Gents kunt praten.
-
Een niet-Gentenaar heeft er wel
problemen mee.
-
Een Gentenaar neemt zijn tijd.
Al zijn klinkers zijn lang.
-
"Zuipen. Drumen. Bougeren."
-
"Vermusen. Veloraajen."
-
Het langgerekt en luid praten is ontstaan
in de fabrieken.
-
Vooral in de weverijen
waar het lawaai oorverdovend was.
-
De mensen waren half doof.
-
Daarom moest je naar elkaar roepen
en zongen ze meer:
-
"Hoe loate ès't?"
-
"Wadde?"
-
"Huurde 't nie, dan? Nieje."
-
Dus langgerekt en luid praten.
-
Bedankt. Het is een zeer sappig verhaal.
-
Maar professor, is het waar?
-
Sappig is het in elk geval,
dat moet ik beamen.
-
En het is in elk geval zo
dat in het platste Gents..
-
..die klinkers extra lang gerekt worden.
-
Het is een mooi verhaal,
maar het is een stadslegende.
-
Gents is zo mooi dat onze inwijkelingen..
-
..de nieuwe Gentenaars, de taal overnemen.
-
Hoor onze Turk Bayram.
- Maatje, alles goed?
-
Hoe is het met uw mooie vrouw?
- Het is eten en drinken.
-
Alsteblieft. Dank u.
-
Het is hier de ideale plaats..
-
..om een bijzonder kenmerk
van het Gents te aanhoren:
-
De hoge r.
-
"Rebarber. Erweten."
-
"Een grute ruuie kule.
Prinsessebunen. Broccoli."
-
De overgang van het Gents dialect
naar het boers, met alle respect..
-
..wordt aan de Zwijnaardse Steenweg
gemarkeerd.
-
Hier spreken ze Gents, daar Zwijnaards.
-
Ik blijf hier,
jullie gaan naar het platteland.
-
Op naar Zwijnaarde, waar de zwijnen wonen.
-
Het is nog een heel eind.
Maar we zullen een staplied zingen.
-
Liefst een staplied over de boeren.
-
Zie de boerinnekes de rokskes zwaaien
-
Van achter en van voor,
ge ziet er lossendoor
-
Laat ze maar zwaaien, laat ze maar gaan
-
Dus vanaf hier spreken ze dus boers.
- Normaal wel.
-
Dus die man daar bijvoorbeeld
zou boers spreken.
-
Goeiemiddag. Hoe maakt u het?
-
Heel goed. Goeiemiddag.
-
We zijn hier in Zwijnaarde.
-
Wat mij opvalt...
We komen van de andere kant..
-
..en daar praten ze Gents.
- Ja.
-
Jij praat geen Gents.
- Geen Gents meer.
-
Jij praat Zwijnaards.
- Wij kunnen maar één taal: Zwijnaards.
-
Daarjust in Gent heb ik horen zeggen:
"luupen, luupen." (= lopen)
-
Maar jullie zeggen dat anders.
- Wij "luppen" hier. Wij "luppen".
-
Wij kwamen naar hier "geluupen".
-
..en op het einde waren we meer
aan het "luppen".
-
Wij "luppen".
- Die taal verandert, hè.
-
Dat verandert een beetje.
-
En zitten. "Zi:te" in het Gents.
En bij jullie is dat...
-
Wij "zidden". "Zidden".
-
"Zidden". En de t wordt een d.
-
We "zidden" hier op een stoel.
Zet u maar op een stoel.
-
Ik heb nog geen stoel gekregen.
Dan kan ik moeilijk "zidden"..
-
De tweeklanken zijn ook
een groot verschil..
-
..tussen het Gents
en hier op het platteland.
-
In Gent spreken ze van "fèène".
Het is "ne fèène".
-
Maar hier zeggen jullie..
-
Het is "ne fèn". "Ne fèn."
-
"Fèène" tegenover "fèn".
- Het is "ne fèn".
-
Mag ik je iets vragen?
-
Die Gentenaars noemen jullie taal boers.
-
Wat hebben jullie daarop te zeggen?
-
Dat we een goed gezegde hadden.
-
Hadden de boeren niet gescheten,
de Gentenaars hadden geen eten.
-
Roger, mijn vriend.
-
Dan gaan we nu de afsluiter doen
zoals afgesproken. Goed.
-
Recht in de camera. Ja. Actie.
-
Bedankt om te kijken.
-
Volgende week zijn we hier weer
bij 'Man over woord'.
-
En dan ga ik praten over een "koeketiene".
-
Het is heel leuk, maar volgende week gaat
het niet meer over het Gents.
-
Oké? Actie.
- Maar er is nog zoveel te vertellen.
-
Er zijn nog zoveel zaakjes te doen.