-
Mario heeft een aquarium dat een rechthoekig
prisma is met een basis van 15.6 bij 7.2 cm.
-
laten we dat inbeelden.
Een rechthoekig prisma, een aquarium.
-
Een van de afmetingen is 15.6 cm
en de andere afmeting is 7.2 cm.
-
Dit is dus de basis.
Laat me het met iets meer perspectief tekenen.
-
En het is natuurlijk een rechthoekig prisma.
Dit aquarium van Mario.
-
Het ziet er dus ongeveer zo uit.
-
Zo, dit is het aquarium.
Ik probeer het zo goed mogelijk te tekenen.
-
Hier zit de bovenkant.
Ik vind dat ik het best goed gedaan heb.
-
Daar is Mario's aquarium.
-
Ik kan het nog op glas laten lijken.
Dat ziet er goed uit.
-
Oké, de bodem is gevuld met knikkers,
daarna wordt het gevuld met water.
-
Het water wordt gevuld tot een hoogte
van 6.4 cm.
-
Dit is het water, gevuld tot 6.4 cm.
Ik zal het even tekenen.
-
Dit geeft je een beeld.
Dus de hoogte van het water,
-
de hoogte van het water is 6.4 cm.
-
Dat betekent dus, dat de hoogte van de
bodem tot de bovenkant van het water 6.4 cm is.
-
Zo, dat is de bovenkant van het water.
-
Wanneer de knikkers weggehaald worden,
laten we beginnen met wat knikkers op de bodem.
-
Ze vertellen ons niet hoeveel knikkers.
-
Als de knikkers weggehaald worden, daalt
de hoogte van het water naar 5.9 cm.
-
Dus nadat ze weggehaald zijn,
daalt het waterniveau naar 5.9 cm.
-
Het daalt, naar 5.9 cm.
Van 6.4 naar 5.9 cm.
-
Wat is het volume dat verplaatst
wordt door de knikkers?
-
Dus toen je de knikkers weghaalde,
daalde het water van 6.4 cm naar 5.9 cm.
-
Hoeveel daalde het dus?
Nou, 0.5 cm.
-
Het daalde 0.5 cm. Wat zegt dit over het
volume van het water verplaatst door de knikkers?
-
Het volume van het water dat verplaatst wordt,
moet hetzelfde zijn als dit volume.
-
Ik denk dat dit ook
een rechthoekig prisma is.
-
Waarvan de bovenkant
gelijk is aan de basis van het aquarium.
-
En de hoogte, is het verschil in
de hoogtes van het water.
-
Als je de knikkers er weer in doet,
duwt dat de waterhoogte terug met dat volume.
-
Als je het er uit haalt, wordt het
vervangen door dit volume
-
en daalt de waterstand naar 5.9 cm.
-
Dus we proberen eigenlijk het volume
van een rechthoekig prisma te vinden.
-
Dat gelijk is aan,
15.6 bij 7.2 bij 0.5.
-
Ik heb het nog niet op schaal getekend
want ik wil alle afmetingen zien.
-
Het wordt 15.6 cm.
In deze richting wordt het 7.2 cm.
-
En het wordt 0.5 in deze richting.
0.5 cm hoog.
-
Dus hoe vinden we het volume?
-
We vermenigvuldigen gewoon de lengte
keer de breedte keer de hoogte.
-
Het volume is kubieke cm.
Het is cm keer cm keer cm, dus kubieke.
-
Laat me het opschrijven.
-
Het volume wordt 15.6 keer 7.2
keer 0.5 kubieke cm.
-
Laten we eerst 7.2 keer 0.5 vermenigvuldigen.
Dit kunnen we uit ons hoofd.
-
Dit rechtse deel wordt 3.6.
Eigenlijk gewoon de helft van 7.2
-
Dus dit wordt dan 15.6 keer 3.6.
Laat me dat hier vermenigvuldigen.
-
Dus 15.6 keer 3.6.
Ik negeer de decimalen even.
-
6 keer 6 is 36.
5 keer 6 is 30.
-
Plus 3 is 33.
1 keer 6 is 6.
-
Plus 3 is 9.
-
En dan zetten we hier een 0.
Dan zijn we bij de tientallen.
-
Maar ik negeer de decimalen voor nu.
3 keer 6 is 18.
-
3 keer 5 is 15.
Plus 1 is 16.
-
3 keer 1 is 3.
Plus 1 is 4.
-
Dan krijgen we 6.
3 plus 8 is 11.
-
16.
5.
-
Als dit 156 keer 36 was, zou dit 5616
zijn, maar dat is het niet.
-
We hebben twee getallen aan de
rechterkant van de decimaal.
-
Dus wordt het 56.16.
-
Het volume is 56.16 kubieke cm.