-
-
Rond 1.585 af naar het dichtsbijzijnde tiental.
-
Ik zal het getal even overschrijven.
-
1.585 naar het dichtsbijzijnde tiental.
-
We willen onze aandacht dus richten op de tientallen.
-
-
Als we naar boven zouden afronden, zouden we naar 1.500 gaan- laat ik
-
het in kleur aanduiden.
-
We zouden naar boven afronden naar 1.590.
-
De acht zou naar boven afronden naar een 9.
-
En 90, als we naar beneden zouden afronden, zouden we naar 1.500 gaan,
-
en we zouden naar beneden afronden naar 80.
-
We hebben dus twee keuzes.
-
Nu hebben we de twee vorige voorbeelden gezien.
-
Als de plaats rechts er van een 5 of
-
hoger is, ronden we af naar boven.
-
Wel, de plaats rechts ervan is
-
zeker 5 of hoger.
-
Het is een 5, dus we ronden af naar boven.
-
We krijgen dus 1.590.
-
En we zijn klaar!