-
Welkom bij deze eerste video, de eerste video
-
in de playlist over differentiaalvergelijkingen.
-
Ik weet dat we dit aangestipt hebben bij harmonische
-
bewegingm en ik denk dat ik het heb aangestipt
-
bij andere onderwerpen.
-
Maar nu, op verzoek, gaan we een hele
-
afspeellijst hier aan wijden.
-
Dat is goed bruikbaar, want differentiaal-
-
vergelijkingen zie je in een groot aantal
-
verschillende gebieden terug.
-
Iemand die aan een studie economie begint
-
vroeg me om dit te doen, sommige mensen
-
die natuurkunde gaan doen vroegen me dit
-
en sommigen die in de bouwkunde gaan.
-
Het is dus een breed studiegebied.
-
Dus laten we beginnen, voordat ik doorga over
-
onzinnige dingen.
-
Differentiaalvergelijkingen dus
-
De eerste vraag is: wat is een differentiaalvergelijking?
-
Je weet wat een vergelijking is,
-
Wat is een differentiaalvergelijking?
-
Een differentiaalvergelijking is een vergelijking waarbij
-
een onbekende functie en zijn afleidingen betrokken zijn.
-
Wat bedoel ik daarmee?
-
Nou, laten we zeggen dat y accent plus y gelijk is
-
aan x plus 3.
-
De onbekende functie hier is y.
-
We hadden het kunnen schrijven als y of x, of we hadden dit kunnen schrijven
-
als dy dx, de afleiding van y rekening houdend met x plus
-
deze onbekende functie y is gelijk aan x plus 3.
-
We hadden ook kunnen schrijven f accent van x plus f van x
-
is gelijk aan x plus 3.
-
Dit zijn allemaal geldige schrijfwijzen om
-
precies dezelfde differentiaalvergelijking te schrijven.
-
En dat is interessant, hoe is dit een vetrekpunt
-
van wat we eerder geleerd hebben over gewone vergelijkingen
-
Laat me een normale vergelijking noteren
-
om je eraan te herinneren hoe dat eruitziet.
-
Een normale vergelijking, als we één variabele hebben,
-
zou er ongeveer zo uit zien.
-
x kwadraat plus de cosinus van x is gelijk aan
-
de wortel van x.
-
Dat heb ik net verzonnen.
-
De oplossing hier is een cijfer, of soms een
-
stel cijfers.
-
Soms is er meer dan één, toch?
-
Als je een polynoom hebt, kan je meerdere
-
waarden van x hebben die de vergelijking oplossen.
-
Op deze plek, voor een differentaalvergelijking,
-
is de oplossing een functie.
-
Ons doel is om uit te zoeken welke functie van x
-
en hier heb ik expliciet f van x geschreven, maar welke functie van x
-
lost expliciet deze relatie op voor deze vergelijking.
-
Ik laat je zien wat ik daarmee bedoel.
-
En ik heb mijn differentaalvergelijkingenboek van de middelbare school,
-
dus dat ga ik onderweg gebruiken,
-
Dus laten we zeggen dat--ik schrijf even
-
Kijk, ze hebben dit als differntiaal vergelijking,
-
En ik ga je nog niet laten zien hoe je ze op moet lossen,
-
want we moeten eerst een paar trucs leren.
-
Ik denk dat een goed vertrekpunt is dat je begrijpt wat een
-
differentiaalvergelijking is, zodat je niet in de war raakt met
-
de traditionele vergelijking.
-
Dus, ze hebben deze differentiaal
-
y accent accent
-
Dus de tweede afgeleide van y naar x
-
plus twee keer de eerste ageleide van y naar x
-
min 3 y is gelijk aan 0.
-
En ze geven ons de oplossingen hier, en wat ze willen
-
dat wij doen is laten zien dat dit oplossingen zijn.
-
Ik denk dat dit een goede plek is om tenminste te
-
begrijpen wat een differentiaalvergelijking is,
-
en wat de oplossing betekent,
-
Dus ze zeggen y1 van x is gelijk aan e tot de macht -3x.
-
Dus ze claimen dat dit een oplossing is
-
van deze differentiaalvergelijking.
-
Ik laat je zien wat dat is,
-
y1, tja laat me
-
y1 opschrijven.
-
Wat is y1 accent?
-
Wat is de afgeleide hiervan?
-
Nou, volg gewoon de kettingregel.
-
De afgeleide van de hele functie
-
is alleen e tot de macht min 3x,
-
En dan neem je de afgeleide van het binnenste.
-
Dus dat is alleen de afgeleide van het buitenste
-
e to de macht -3x.
-
En de afgeleide van het binnenste is min 3.
-
En de tweede afgeleide van y1 is gelijk aan
-
--we nemen alleen de afgeleide hiervan, en dat is gelijk aan 9--
-
min 3 keer min 3 e tot de macht 3x.
-
Laten we nu controleren dat als we y1 substitueren en zijn
-
afgeleiden terug herleiden naar de differentiaalvergelijking,
-
dat het klopt.
-
Dus y accent accent, dat is deze.
-
Dus we krijgen negen e tot de macht 3x, plus 2y accent.
-
Plus twee keer y accent.
-
Dit is y accent.
-
Dus twee keer min 3e tot de macht min 3x
-
plus--oh, sorry,min-- drie keer y.
-
Nou, y is dit.
-
Dus min 3 keer e tot de macht -3x,
-
Nou, waar is dat aan gelijk?
-
We krijgen 9 e tot de macht 3x, min 6e tot de macht min 3 x,
-
min 3e tot de macht 3x.
-
Nou, waar is dat gelijk aan?
-
We hebben 9 keer iets
-
min 6 keer iets, min 3 keer iets.
-
Dus dat is gelijk aan 0.
-
Maakt niks uit van nul wat dan ook.
-
Dus dat is gelijk aan 0.
-
Dus we hebben gecontroleerd dat voor deze functie, voor y1 dat gelijk is aan
-
e tot de macht min 3x, de differentiaalvergelijking klopt.
-
Nu is er hier iets interessants, en dat hebben we
-
enigszins aangestipt bij normale vergelijkingen,
-
dat dit mogelijk niet de enige oplossing is,
-
We zullen leren, misschien in een stuk of twee video's. dat
-
de oplossing vaak niet alleen een functie is.
-
Het kan een klasse van functies zijn waar ze gewoonlijk
-
allemaal ongeveer dezelfde functie zijn, maar er een
-
verschil in constantes is,
-
Maar dat laat ik je straks zien,
-
Maar hier laten ze ons zien dat er een andere
-
oplossing is, dat gaat werken met,
-
we kunnen de vergelijking proberen y2 van x is gelijk aan
-
simpel e tot de macht x.
-
En dat zouden we kunnen controleren, toch?
-
Wat is de eerste en de tweede afgeleide van e tot de macht x?
-
Nou, ze zijn e tot de macht x.
-
Dus de tweede afgeleide van y2 is e tot de macht x
-
plus 2 keer de eerste afgeleide is wat?
-
Nou, de eerste afgeleide van e tot de macht x is nog steeds e tot de macht x,
-
2 e tot de macht x, min 3 keer een functie.
-
min 3e tot de macht x.
-
Nou, 1 plus 2 min 3, nou dat is weer gelijk aan 0.
-
Dus dit was ook een oplossing voor deze differentiaalvergelijking.
-
Voordat we doorgaan, laat ik je in de volgende show
-
een paar eenvoudige differentiaal-
-
vergelijkingen zien om op te lossen.
-
Ik denk dat dit een goed moment is, nu je hopelijk
-
een idee hebt wat een differentiaalvergelijking is,
-
en wat de oplossing is,
-
En de oplossing ervan is geen cijfer, de oplossing is
-
een functie, of een set van functies,
-
of een klasse van functies,
-
Het is tijd om een beetje terminologie
-
door te nemen.
-
Dus, er zijn twee grote classificaties,
-
Nou ja, er is een grote eerste, normale en gedeeltelijke
-
differentiaalvergelijkingen.
-
Ik denk dat je al geraden hebt wat dat betekent,
-
Een normale differentiaalvergelijking is wat ik heb opgeschreven.
-
Het bevat één variabele met een ander, of
-
een functie met, zeg x en zijn afgeleiden.
-
Gedeeltelijke differentiaalvergelijkingen zullen we later oppakken.
-
Dat is ingewikkelder.
-
Dat is wanneer een functie een functie kan zijn
-
van meer dan één variabele.
-
En dan kan je de afgeleide hebben tot x,
-
en y, en z.
-
Maar daar maken we ons nu nog geen zorgen over,
-
Als je functies en hun afgeleiden een functie zijn
-
van maar één variabele, hebben we te maken met een
-
normale differentiaalvergelijking.
-
Dat is waar deze afspeellijst over gaat,
-
gewone differentiaalvergelijkingen.
-
Nu heb je binnen de normale differentiaalvergelijkingen,
-
twee manieren van classificeren,
-
en ze overlappen enigszins.
-
Je hebt de orde, dus wat is de orde van mijn
-
differentiaalvergelijking?
-
En dan heb je nog het begrip of het lineair
-
of non-lineair is.
-
En ik denk dat de beste manier om dit uit te zoeken
-
gewoon een aantal voorbeelden opschrijven is.
-
Dus laat ik er een opschrijven.
-
En ik haal dit uit mijn middelbare school
-
diferentiaalvergelijkingen boek.
-
x kwadraat maal de tweede afgeleide van y tot x
-
plus x maal de eerste afgeleide van y tot x
-
plus 2y is gelijk aan de sinus van x.
-
Dus de eerste vraag is: wat is de orde?
-
De orde zit in de hoogste afgeleide die in
-
je vergelijking bestaat.
-
De hoogste afgeleide van de functie
-
waar het over gaat, toch?
-
De oplossing hiervan wordt een y tot x die
-
deze vergelijking oplost.
-
En de orde is de hoogste afgeleide van die functie.
-
Nou, de hoogste afgeleide hier is de tweede afgeleide.
-
Dus deze heeft orde 2.
-
Of, je zou het een "gewone" differentiaalvergelijking
-
van de tweede orde kunnen noemen.
-
Het tweede ding dat we moeten uitzoeken: is dit een lineaire
-
of een non-lineaire differentiaalvergelijking?
-
Een differentiaalvergelijking is dus lineair als alle functies
-
en hun afgeleiden in essentie, nou ja,
-
bij gebrek aan een beter woord, lineair zijn.
-
Wat bedoel ik daarmee?
-
Ik bedoel je hebt geen y kwadraat,
-
of je hebt geen dy over dx kwadraat,
-
of je hebt geen y maal de tweede afgeleide van y.
-
Dus dit voorbeeld dat ik hier heb opgeschreven,
-
dit is een tweede orde, lineaire vergelijking, want je hebt de tweede afgeleide,
-
de eerste afgeleide, en y, maar ze worden niet vermenigvuldigd
-
met de functie van de afgeleiden.
-
Als nou de vergelijking --- als ik het zou herschrijven als x kwadraat, d
-
de tweede afgeleide van y tot x kwadraat,
-
is gelijk aan de sinus van x, en laten we zeggen dat ik hier een kwadraat van maak.
-
Nu heb ik plotseling een non-lineaire
-
differentiaalvergelijking.
-
Dit is non-linair.
-
Dit is lineair.
-
Omdat ik gekwadrateerd heb, heb ik de tweede
-
afgeleide van y vermenigvuldigd, ik heb het vermenigvuldigd met zichzelf.
-
Een ander voorbeeld van een non-lineaire vergelijking is
-
als ik zou schrijven: y maal de tweede afgeleide van y tot x
-
is gelijk aan de sinus van x.
-
Dit is ook nonlinair, omdat ik de functie heb vermenigvuldigd
-
met zijn tweede afgeleide.
-
Let op, ik heb vermenigvuldigd "iets" maal de tweede afgeleide
-
maar het was de onafhankelijke variabele x
-
die ik heb vermenigvuldigd.
-
Maar hoe dan ook, de tijd is op, en hopelijk geeft het je
-
een goed idee over wat een
-
differentiaalvergelijking is.
-
In de volgende video, gaan we beginnen met daadwerkelijk oplossen.
-
Tot gauw