-
Lang, lang geleden was er een mooi
koninkrijk vol geluk
-
En daar woonden de koning en koningin
-
Ze hadden maar één wens, en de wens was
om een kindje te hebben
-
Ze waren goede mensen
-
In hun hart wisten ze dat hun wens
uit zou komen
-
En ze hadden gelijk,
op een dag kregen ze een dochter
-
Zij was zo helder als de zon
dus ze noemden haar Zonnestraal
-
De koning en koningin wilden
een groot feest geven.
-
Om hun vreugde en
geboorte van Zonnestraal te vieren
-
Iedereen wordt uitgenodigd
-
Zelfs de feeën uit de geheimzinnige bos
-
Maar de koning met de koningin
maakten een grote fout.
-
Ze vergaten één bijzondere fee.
-
Iedereen van het hele koninkrijk,
ook koninginnen en koningen van anderen
-
brachten cadeautjes en gefeliciteerden hen
-
De twaalf feeën kwamen ook
-
Ze gaven Zonnestraal geweldige
en unieke gaven
-
Met hun magische toverstaffen
gaven ze haar alles wat je kan wensen
-
Er bleven alleen drie feeën
die nog cadeautjes wilden geven
-
En ze gaven Zonnestraal alles wat beste
-
-Laat de schoonheid van de wereld altijd
bij je zijn!
-
-Kleine prinses, mijn geschenk
is eeuwig geluk.
-
-Je zal nooit verdrietig zijn, je zal
altijd gelukkig zijn!
-
Toen de laatste fee aan de beurt was,
gebeurde er iets heel onverwachts
-
De hele balzaal was plotseling gevuld
met groene rook.
-
En toen de rook verdween,
verscheen er een zwarte fee.
-
De koning vroeg: “Wie is de fee
die deze prachtige ceremonie bederft?”
-
De andere feeën herkenden haar meteen.
-
Het was een slecht fee met een kwaad hart.
-
-Dus ik zie dat iedereen is uitgenodigd.
-
-Iedereen in het koninkrijk.
-
-Uw vrienden, koningen, koninginnen
en feeën.
-
-Helaas was ik niet uitgenodigd.
-
De koning excuseerde voor zijn gedrag.
-
-Nou, ik zal deze mooie kleine prinses
niet achterlaten
-
-zonder een echt speciaal cadeau.
-
-De mooiste prinses zal opgroeien omringd
door geluk, liefde en bewondering.
-
-Maar... De zestiende verjaardag!
-
-Net voor de zonsondergang
zal ze zich met een naald prikken
-
-En zal voor altijd verdwijnen.
-
-Vang haar!
schreeuwde de koning
-
Maar de zwarte fee verdween
met haar kwade lach.
-
Er was nog één fee
-
Die Zonnestraal een cadeautje wilde geven.
-
Ze was niet zo machtig als de zwarte fee,
-
maar ze wilde iets doen
om de kwade vloek te verlichten.
-
-Ik kan de vloek niet stoppen,
maar wel de uitkomst beïnvloeden.
-
-Je zal niet sterven
zei ze.
-
-Je zal diep slapen. En wakker worden
door een kus van echte liefde.
-
Om de kwade vloek te voorkomen,
-
beval de koning dat elke naald,
elke naaimachine en alles
-
wat op een naald leek, te verzamelen
en te verbranden op de binnenplaats
-
van het kasteel.
-
De prinses Zonnestraal groeide op
tot een mooi en goed kind
-
En iedereen hield van haar.
-
Op een dag vroeg haar vader,
de koning, aan de drie feeën
-
om voor Zonnestraal te zorgen
-
Dit bleek een moeilijke taak te zijn,
want Zonnestraal zou met niemand
-
contact hebben, behalve met de drie feeën.
-
Zonnestraal is dus bij
haar feeënverzorgers opgegroeid
-
tot een heel mooi jong meisje
-
Eindelijk kwam de grote dag aan.
-
Het was de zestiende verjaardag
van de prinses.
-
Bij zonsondergang zou de vloek
van de zwarte fee uitkomen.
-
De koning en koningin deden hun best
om de vloek te voorkomen,
-
maar ze waren nog steeds bezorgd
dat er iets zou gebeuren.
-
Ze sloten haar op in een kamer
om haar te beschermen.
-
Maar Zonnestraal begreep het niet.
-
Ze voelde zich verdrietig.
-
Plotseling verscheen er een deur
in de muur.
-
Ze was als onder hypnose
toen ze een deur zag
-
die ze nog nooit eerder had gezien.
-
Ze hoorde vreemde geluiden
achter de deur.
-
Nieuwsgierig en zich niet bewust
van het gevaar, liep ze door de deur.
-
In de kamer was een vrouw aan het naaien.
-
Ze zat met haar rug naar de deur.
-
Zonnestraal liep betoverd
naar de naaimachine.
-
Toen de zon onderging,
kwam de vloek van de zwarte fee uit.
-
Zonnestraal raakte de naald aan.
-
En op dat moment gebeurde het.
-
Door het aanraken van de naald
viel ze in de eeuwige slaap.
-
Ze kleedden haar in haar mooiste kleren
en legden haar op een bed van bloemen.
-
Vanaf die dag wordt Zonnestraal bekend
als de Slapende Prinses.
-
De koning en koningin
wilden de pijn stoppen.
-
Ze besloten om iedereen in het kasteel
in slaap te laten vallen
-
tot het ontwaken van Zonnestraal.
-
Honderd jaar zijn verstreken.
-
Op een dag kwam er een knappe prins
in de buurt
-
Hij zag het kasteel maar het was
met doornstruiken en klimop overgroeid.
-
Zijn volk vertelde hem een verhaal
over het kasteel en de Slapende Prinses.
-
Dit maakte de prins erg nieuwsgierig,
-
Hij besloot om binnen te komen.
-
Maar de struiken waren te dik.
-
Hij nam zijn zwaard op en vocht zich
een weg door de stekelige struiken.
-
Hij bereikte eindelijk de deur
en zag twee slapende bewakers.
-
Hij opende de deur
en schrok van wat hij zag.
-
Iedereen sliep.
-
Hij begon rond het kasteel te lopen
en ging naar de kamer van de koning.
-
De koning en koningin sliepen
op hun tronen.
-
Dan zag hij een kamer
met een halfopen deur.
-
Hij ging naar binnen.
-
Het was de kamer waar de prinses sliep
-
Op een prachtig bed van bloemen.
-
De prins liep naar het bed
en keek naar de mooie prinses.
-
Hij boog zich over haar heen en fluisterde
-
-Je bent de beroemde slapende prinses.
Je bent zo mooi
-
Vol liefde kuste hij haar
op haar voorhoofd.
-
Op dat moment opende ze haar ogen
en zag de knappe prins.
-
Samen met haar werden ook
alle inwoners van het kasteel wakker.
-
De koning en koningin
waren in grote shock.
-
Ze renden naar Zonnestraal
om te zien wat er gebeurd was.
-
Toen ze hun mooie dochter zagen,
waren ze echt blij.
-
De prins vroeg om haar hand.
-
Zij glimlachte
en accepteerde de verloving.
-
En de koning zegende natuurlijk
de prins die zijn dochter
-
en zijn hele koninkrijk had gered.
-
Ze gaven het mooiste feest
dat iemand ooit heeft gezien.
-
En ze leefden nog lang en gelukkig.