-
In deze video ga ik een tal van voorbeelden behandelen over het vinden
-
In deze video ga ik een tal van voorbeelden behandelen over het vinden
-
van de vergelijkingen van lijnen in helling-ordinaat vorm.
-
Even als kleine terugblik, dat betekent; vergelijkingen van lijnen
-
in de vorm van y is gelijk aan mx plus b waar m is de helling
-
en b is de y-ordinaat.
-
Laten we een aantal van deze vraagstukken doen. Dus hier
-
vertellen ze ons dat een lijn een helling van min 5 heeft, dus m is
-
gelijk aan min 5.
-
En het heeft een y-ordinaat van 6.
-
Dus b is gelijk aan 6.
-
Dus dit spreekt redelijk voor zich.
-
De vergelijking van deze lijn is y is gelijk aan
-
min 5x plus 6.
-
Dat was best te doen.
-
Laten we nu deze volgende doen.
-
De lijn heeft een helling van min 1 en bevat het
-
punt 4/5 komma 0.
-
Dus ze vertellen ons de helling, helling van -1.
-
Dus we weten dat m gelijk is aan -1, maar we weten nog niet 100%
-
zeker waar de y-ordinaat zich bevindt.
-
Dus we weten dat deze vergelijking is van de vorm y
-
is gelijk aan de helling -1x plus b, waar b de
-
y-ordinaat is.
-
Nu kunnen we deze coördinaat informatie gebruiken,
-
het feit dat het dit punt bevat, deze informatie kunnen we
-
gebruiken om voor b op te lossen.
-
Het feit dat de lijn dit punt bevat betekent dat
-
de waarde x is gelijk aan 4/5, y is gelijk aan 0 moet voldoen aan
-
deze vergelijking.
-
Dus laten we die substitueren. y is gelijk aan 0 wanneer x is
-
gelijk aan 4/5.
-
Dus 0 is gelijk aan -1 keer 4/5 plus b.
-
Ik scroll wel een beetje naar beneden.
-
Laten we eens kijken, we krijgen een 0 is gelijk aan -4/5 plus b.
-
We kunnen 4/5 aan beide kanten van deze vergelijking optellen.
-
Dus we tellen hier 4/5 bij op.
-
We kunnen aan die kant ook 4/5 erbij optellen.
-
De reden dat ik dat doe is zodat dat wordt teniet gedaan met dat.
-
Je krijgt b is gelijk aan 4/5.
-
Je krijgt b is gelijk aan 4/5.
-
Dus nu we hebben een vergelijking van de lijn.
-
y is gelijk aan -1 keer x, dit schrijven we als
-
-x+b, dat is 4/5, zodoende.
-
Nu hebben we deze.
-
De lijn bevat het punt 2 komma 6 en 5 komma 0.
-
Dus ze hebben ons niet expliciet de helling of y-ordinaat
-
gegeven.
-
Maar we kunnen beide vinden uit deze
-
coördinaten.
-
Dus het eerste wat we kunnen doen is de helling vinden.
-
We weten dat de helling m gelijk is aan de verander in y boven
-
de verandering in x, dit is gelijk aan --Wat is de verandering in y?
-
Laten we met deze hier beginnen.
-
Dus we doen 6 min 0.
-
Dus we doen 6 min 0.
-
Laat ik het op deze manier doen.
-
Dus dat is een 6 --Ik wil het kleurgecodeerd maken--min 0.
-
Dis 6 min 0, dat is onze verandering in y.
-
Onze verandering in x is 2 min 2 min 5.
-
De reden waarom ik het kleurcodeer is omdat ik wil laten zien
-
wanneer ik deze y term als eerst gebruikte, gebruikte ik de 6 hierboven, dat ik
-
deze x term ook als eerst moet gebruiken.
-
Dus ik wilde je laten zien, dat dit de coördinaat 2 komma 6 is.
-
Dit is de coördinaat 5 komma 0.
-
Ik kon de 2 en 5 dan niet hebben omgewisseld.
-
Dan zou ik het negatieve van het antwoord hebben gekregen.
-
Maar wat krijgen we hier?
-
Dit is gelijk aan 6 min 0 is 6.
-
2 min 5 is min 3.
-
Dus dit wordt min 6 boven 3, dat is hetzelfde
-
als min 2.
-
Dus dat is onze helling.
-
Dus, tot nu toe weten we dat lijn moet zijn, y is gelijk aan
-
de helling --Ik doe dat wel in het oranje-- min 2 keer x
-
plus onze y-ordinaat.
-
Nu kunnen we exact hetzelfde doen als wat we in het vorige probleem deden.
-
We kunnen een van deze punten gebruiken om voor b op te lossen.
-
We kunnen elk van ze gebruiken.
-
Beiden zitten op de lijn, dus beide moeten aan
-
deze vergelijking voldoen.
-
Ik zal de 5 komma 0 coordinaat gebruiken, het is altijd fijn wanneer
-
je daar een 0 hebt.
-
De wiskunde is iets makkelijker.
-
Dus laten we de 5 komma 0 daar neerzetten.
-
Dus y is gelijk aan 0 wanneer x gelijk is aan 5.
-
Dus y is gelijk aan 0 wanneer je min 2 keer 5 hebt, wanneer
-
x is gelijk aan 5 plus b.
-
Dus je krijgt 0 is gelijk aan -10 plus b.
-
Als je 10 aan beide kanten van de vergelijking optelt, laten we 10 optellen
-
aan beide kanten, deze twee worden teniet gedaan.
-
Je krijgt b is gelijk aan 10 plus 0 of 10.
-
Dus je krijgt b is gelijk aan 10.
-
Nu weten we de vergelijking voor de lijn.
-
De vergelijking is y --laat ik dit in een nieuwe kleur doen-- y is gelijk
-
aan min 2x plus b plus 10.
-
We zijn klaar.
-
Laten we nog zo eentje doen.
-
Laten we nog zo eentje doen.
-
Goed, de lijn bevat de punten 3 komma 5 en
-
min 3 komma 0.
-
Net zoals het laatste probleem, beginnen we met het vinden van de
-
helling, dit zullen we m noemen.
-
Het is hetzelfde als "the rise over the run", dit is
-
hetzelfde als de verandering in y boven de verandering in x.
-
Als je dit als huiswerk aan het doen zou zijn, zou je
-
dit niet allemaal op hoeven schrijven.
-
Ik wil er alleen zeker van zijn dat je begrijpt dat dit allemaal
-
dezelfde dingen zijn.
-
Wat is dan onze verandering in y boven onze verandering in x?
-
Dit is gelijk aan, laten we beginnen met deze kant. Het is om
-
te laten zien dat ik elk van deze punten zou kunnen kiezen.
-
Dus laten we zeggen dat het 0 min 5 is zodoende.
-
Dus ik gebruik dit coördinaat als eerst. Ik bekijk het als een soort van
-
eindpunt.
-
Ik herinner me dat toen ik dit leerde, ik er altijd toe
-
neigde om de x in de teller te doen.
-
Nee, je gebruikt de y's in de teller.
-
Dus dat is de tweede van de coördinaten.
-
Dat gaat boven -3 min 3.
-
Dat gaat boven -3 min 3.
-
Dit is de coördinaat -3, 0.
-
Dus is de coördinaat 3, 5.
-
We zijn dat aan het aftrekken.
-
Dus wat krijgen we?
-
Dit wordt gelijk aan --Ik doe het wel in een neutrale
-
kleur-- dit wordt gelijk aan de teller is
-
-5 boven -3 min 3 is -6.
-
Dus de negatieven worden teniet gedaan.
-
Je krijgt 5/6.
-
Dus we weten dat de vergelijking wordt van de vorm y
-
is gelijk aan 5/6x plus b.
-
Nu kunnen we een van deze coördinaten substitueren voor b.
-
Dus laten we dat doen.
-
Ik begin altijd graag met degene die een 0 bevat.
-
Dus y is 0 wanneer x is -3 plus b.
-
Dus alles wat ik deed is ik substitueerde -3 voor x, 0 voor y.
-
Ik weet dat ik dat kan doen omdat dit op de lijn ligt.
-
Dit moet de aan vergelijking van de lijn voldoen.
-
Laten we voor b oplossen.
-
Dus we krijgen 0 is gelijk aan, nou als we -3 delen
-
door 3, dat wordt een 1.
-
Als je 6 door 3 deelt, dat wordt een 2.
-
Dus het wordt min 5/2 plus b.
-
We kunnen 5/2 aan beide kanten van de vergelijking optellen,
-
plus 5/2, plus 5/2.
-
Ik verander mijn notatie zodat je
-
vertrouwd raakt met beide notaties.
-
Dus de vergleijking wordt 5/2 is gelijk aan -- dat is een 0-- is
-
gelijk aan b.
-
b is 5/2.
-
Dus de vergelijking van onze lijn is y is gelijk aan 5/6x plus b,
-
dit hebben we net gevonden is 5/2, plus 5/2.
-
We zijn klaar.
-
Laten we er nog een doen.
-
We hebben hier een grafiek.
-
Laten we de vergelijking van deze grafiek vinden.
-
Dit is eigenlijk, op een bepaald niveau, een beetje makkelijker.
-
Wat is de helling?
-
Helling is de verandering in y boven de verandering in x.
-
Dus laten we zien wat er gebeurt.
-
Als ik beweeg in x, wanneer onze verandering in x 1 is, dus dat is
-
onze verandering in x.
-
Dus verandering in x is 1.
-
Ik beslis gewoon om mijn x met 1 te veranderen, toenemen met 1.
-
Wat is de verandering in y?
-
Het lijkt erop dat y met precies 4 verandert.
-
Het lijkt erop dat mijn delta y, mijn verandering in y, gelijk is aan 4
-
wanneer mijn delta x gelijk is aan 1.
-
Dus verandering in y boven verandering in x, verandering in y is 4 wanneer
-
verandering in x is 1.
-
Dus de helling is gelijk aan 4.
-
Wat is nu de y-ordinaat?
-
Nou, hier kunnen we gewoon naar de grafiek kijken.
-
Het lijkt erop dat het met de y-as snijdt wanneer y gelijk is aan
-
-6, of op het punt 0, -6.
-
Dus we weten dat b gelijk is aan -6.
-
Dus we weten dat b gelijk is aan -6.
-
Dus we weten de vergelijking van de lijn.
-
De vergelijking van de lijn is gelijk aan de helling keer x
-
plus de y-ordinaat.
-
Ik zou dat op moeten schrijven.
-
Dus -6, dat is plus min 6. Dus dat is de
-
vergelijking van onze lijn.
-
Laten we er nog zo eentje doen.
-
Dus ze vertellen ons dat van 1.5 is -3, f van
-
-1 is 2.
-
Wat is dat?
-
Nou, dit is gewoon een deftige manier van zeggen dat het
-
punt wanneer x is 1.5, wanneer is 1.5 in de functie stopt, de
-
functie evalueert als -3.
-
Dus dit vertelt ons dat de coordinaat 1.5, -3 op
-
de lijn is.
-
Dit vertelt ons dat het punt wanneer x is -1,
-
f van x is gelijk aan 2.
-
Dit is dus een deftige manier van zeggen dat deze beide
-
punten op de lijn liggen, niets ongebruikelijks.
-
Ik denk dat de bedoeling van dit probleem is om je vertrouwd te maken
-
met de functie notatie, zodat je niet geïntimideerd raakt
-
als je zoiets ziet.
-
Als je de functie op 1.5 evalueert, dan krijg je -3.
-
Dus dat is het coördinaat als je je voorstelt dat y
-
is gelijk aan f van x.
-
Dus dit zou de y-coördinaat zijn.
-
Het zou gelijk zijn aan -3 wanneer x 1.5 is.
-
In ieder geval, ik heb het al meerdere keren herhaald.
-
Laten we de helling van deze lijn vinden.
-
De helling, dat is de verandering in y boven de verandering in x, is gelijk aan
-
laten we beginnen met 2 min deze kerel, min 3 --dit zijn
-
de y-waardes -- boven, dat allemaal boven,
-
-1 min deze kerel.
-
Laat ik het zo opschrijven, -1 min
-
deze kerel, min 1.5.
-
Ik gebruik deze kleuren omdat ik wil laten zien dat de negatieve
-
1 en de 2 beide hier vandaan komen, daarom gebruik ik
-
deze beide als eerst. Ik als ik deze kerels eerst had gebruikt, had ik
-
de x en de y beide als eerst moeten gebruiken.Als ik de 2 als eerst gebruik,
-
moet ik de -1 als eerst gebruiken. Daarom
-
kleurcodeer ik het.
-
Dus dit wordt gelijk aan 2 min -3.
-
Dat is hetzelfde als 2 plus 3.
-
Dus dat is 5.
-
Dus dat is 5.
-
-1 min 1.5 is -2.5.
-
-1 min 1.5 is -2.5.
-
5 gedeeld door 2.5 is gelijk aan 2.
-
Dus de helling van deze lijn is -2.
-
Ik zal eigenlijk even laten zien
-
dat het niet uitmaakt in welke volgorde ik dit doe.
-
Als ik als eerst dit coördinaat gebruik, dat moet ik dat
-
coördinaat als eerst gebruiken. Laten we het op de andere manier doen.
-
Als ik deed -3 min 2 boven 1.5 min
-
-1, dit zou min de 2 boven 1.5 min de
-
-1 zijn.
-
-1 zijn.
-
Dit zou me hetzelfde antwoord moeten geven.
-
Dit is gelijk aan wat?
-
-3 min 2 is -5 boven 1.5 min -1.
-
Dat is 1.5 plus 1.
-
Dat is boven 2.5.
-
Dus wederom, dit is gelijk aan -2.
-
Dus ik wilde even laten zien dat het niet uitmaakt welke
-
je kiest, als je begin -of eindpunt, zolang je maar
-
consistent bent.
-
Als dit het beginpunt y is, dan is dit het beginpunt x.
-
Als dit het eindpunt van y is, dan moet dit
-
het eindpunt van x zijn.
-
Maar in ieder geval, we weten dat de helling -2 is.
-
Dus we weten dat de vergelijking is y is gelijk aan -2x plsu
-
een y-ordinaat.
-
Laten we een van deze coördinaten gebruiken.
-
Ik zal deze gebruiken aangezien dit geen decimaal bevat.
-
Dus we weten dat y is gelijk aan 2.
-
Dus y is gelijk aan 2 wanneer x is gelijk aan -1.
-
Dus y is gelijk aan 2 wanneer x is gelijk aan -1.
-
Natuurlijk heb je je plus b.
-
Dus 2 is gelijk aan -2 keer -1 is 2 plus b.
-
Als je van beide kanten van deze vergelijking 2 aftrekt, min 2,
-
min 2, je trekt dit van beide kanten van deze vergelijking
-
af, dan krijg je een 0 aan de linker kant
-
is gelijk aan b.
-
Dus b is 0.
-
Dus de vergelijking van onze lijn is y is
-
gelijk aan -2x.
-
gelijk aan -2x.
-
Eigenlijk, als je dit in functie notatie zou willen schrijven,
-
dan zou het zijn f van x is gelijk aan -2x.
-
Ik heb soort van aangenomen dat y gelijk is aan f van x.
-
Maar dit is echt de vergelijking.
-
Ze hebben hier nooit y's genoemd.
-
Dus je zou gewoon kunnen schrijven f van x is gelijk aan 2x hier.
-
Elk van deze coördinaten zijn de coördinaten
-
van x en f van x.
-
van x en f van x.
-
Dus je zou zelf de definitie van helling kunnen zien als verandering
-
van f van x boven verandering in x.
-
Dit zijn allemaal gelijkwaardige manieren om eenzelfde ding te bekijken.
-
Dit zijn allemaal gelijkwaardige manieren om eenzelfde ding te bekijken.