< Return to Video

Het endoplasmic reticulum en Golgi lichamen

  • 0:01 - 0:03
    We hebben het al gehad over het proces
  • 0:03 - 0:07
    van DNA naar messenger RNA
    (boodschapper RNA).
  • 0:07 - 0:09
    Dat proces noemen we transcriptie
  • 0:09 - 0:13
    wat gebeurt in de nucleus (celkern).
  • 0:13 - 0:16
    Het messenger RNA gaat dan
    naar de buitenkant van de nucleus
  • 0:16 - 0:20
    en hecht zich aan een ribosoom.
  • 0:20 - 0:24
    Het wordt daarna vertaald
    in een proteïne (eiwit)
  • 0:27 - 0:31
    Je zou kunnen zeggen dat dit deel
  • 0:31 - 0:33
    wordt gefaciliteerd door een ribosoom.
  • 0:33 - 0:36
    Of dat het gebeurt bij een ribosoom.
  • 0:36 - 0:38
    Vanaf dit hoge overzichtsniveau
  • 0:38 - 0:41
    wil ik nu wat verder in detail gaan
  • 0:41 - 0:44
    wat er echt gebeurt en de structuur
  • 0:44 - 0:47
    waar dit gebeurt in de cel.
  • 0:47 - 0:50
    Ik zal ook de nucleus een
    beetje meer inkleuren met detail
  • 0:50 - 0:52
    zodat we kunnen zien
  • 0:52 - 0:55
    wat er gebeurt op de membraan.
  • 0:55 - 0:59
    Hier hebben we de nucleus.
  • 0:59 - 1:02
    Of laat het me zo tekenen.
  • 1:02 - 1:06
    In plaats dat we de
    nucleus als een enkele lijn tekenen,
  • 1:06 - 1:08
    ga ik hem tekenen met twee lijnen.
  • 1:08 - 1:13
    Omdat het eigenlijk een dubbele
    bilipide membraan is.
  • 1:13 - 1:16
    Dus aan deze kant hebben we
    een enkele bilipide laag.
  • 1:16 - 1:19
    En hier is de andere bilipide laag.
  • 1:19 - 1:21
    Ik teken dit uiteraard niet
    op schaal.
  • 1:21 - 1:24
    Ik teken het zo, dat je begrijpt
  • 1:24 - 1:26
    hoe het in elkaar zit.
  • 1:26 - 1:30
    Ik kan inzoomen op elke lijn,
  • 1:30 - 1:32
    dus laten we inzoomen.
  • 1:32 - 1:38
    En als we een vierkant nemen
  • 1:38 - 1:44
    dan zie je een bilipide laag,
    die er zo uit ziet
  • 1:44 - 1:46
    De cirkels zijn de hydrofiele uiteinden
  • 1:46 - 1:51
    en de lijnen zijn de vette
    hydrofobe uiteinden
  • 1:51 - 1:52
    Dus dat is onze bilipide laag.
  • 1:52 - 1:57
    Dus elke laag die ik getekend heb,
  • 1:57 - 1:59
    is een bilipide laag.
  • 1:59 - 2:02
    De vraag is dus, hoe zit het met
    het mRNA?
  • 2:02 - 2:05
    Je hebt dus alle transcriptie gaande.
  • 2:05 - 2:07
    En je hebt het DNA
    en het mRNA
  • 2:07 - 2:09
    Het zit allemaal hier,
    deze grote kluwen
  • 2:09 - 2:12
    van chromatine in de nucleus.
  • 2:12 - 2:20
    Hoe komt het naar de buitenkant
    van deze dubbele bilipide laag?
  • 2:20 - 2:24
    Het gaat naar buiten door
    kernporiën.
  • 2:24 - 2:29
    Dus een kernporie is
    eigenlijk een tunnel.
  • 2:29 - 2:31
    En er zijn er duizenden van
  • 2:31 - 2:34
    Het is een tunnel door de bilipide laag.
  • 2:34 - 2:37
    En de tunnel is gevormd door een
    aantal proteïnen.
  • 2:37 - 2:39
    Zoals ik hier teken
  • 2:39 - 2:40
    en dit is een dwarsdoorsnede.
  • 2:40 - 2:42
    En als je het je voorstelt
  • 2:42 - 2:44
    in drie dimensies,
  • 2:44 - 2:45
    dan wordt het een tunnel.
  • 2:45 - 2:48
    Een tunnel gemaakt uit proteïnen.
  • 2:48 - 2:56
    Proteïnen die dwars door de dubbele
    bilipide membraan gaan.
  • 2:56 - 3:07
    En zo kan het mRNA naar de buitenkant
    komen naar een vrije ribosoom,
  • 3:07 - 3:10
    en worden getransleerd in een proteïne.
  • 3:14 - 3:18
    Maar dit is niet het complete plaatje.
  • 3:18 - 3:22
    Wanneer namelijk een proteïne wordt
    getransleerd door een vrije ribosoom,
  • 3:22 - 3:26
    dan is dit alleen voor proteïnen die
    worden gebruikt in de cel.
  • 3:26 - 3:30
    Laat me de hele cel tekenen.
  • 3:30 - 3:32
    Dit is de cel.
  • 3:32 - 3:37
    Hier hebben we het cytosol
    van de cel.
  • 3:37 - 3:38
    Je kan verward raken
  • 3:38 - 3:42
    door de term cytosol en cytoplasma.
  • 3:42 - 3:45
    Cytosol is de vloeistof tussen de
    celorganellen.
  • 3:45 - 3:48
    Cytoplasma is alles wat zich in de cel
    bevindt.
  • 3:48 - 3:51
    Dus het cytosol en de organellen
  • 3:51 - 3:54
    en het spul in de organellen is
    het cytoplasma.
  • 3:54 - 3:57
    Het cytoplasma is alles wat in
    de cel zit.
  • 3:57 - 4:02
    Cytosol is alleen de vloeistof tussen
    de organellen.
  • 4:02 - 4:06
    Hier hebben we het vrije ribosoom,
    en de translatie
  • 4:06 - 4:09
    is geschikt voor proteïnen die in de
    cel zelf gebruikt worden.
  • 4:09 - 4:12
    De proteïnen kunnen zich vrij rondbewegen
    in het cytocol
  • 4:12 - 4:14
    en worden gebruikt waar maar nodig.
  • 4:14 - 4:18
    Maar hoe krijg je een proteïne aan de
    buitenkant van de cel?
  • 4:18 - 4:20
    Of in de cellulaire membraan?
  • 4:20 - 4:23
    Niet in de cel, maar ingevoegd,
  • 4:23 - 4:25
    in de celmembraan aan de buitenkant
    van de cel zelf.
  • 4:25 - 4:27
    Cellen communiceren
  • 4:27 - 4:29
    met proteïnen naar andere cellen
  • 4:29 - 4:31
    of proteïnen worden gebruikt in het
  • 4:31 - 4:33
    bloed, of op allerlei andere manieren.
  • 4:33 - 4:36
    En dat is het onderwerp in deze video.
  • 4:36 - 4:40
    We gaan door met deze ruimte, de
    perinucleaire ruimte.
  • 4:40 - 4:42
    Dat is de ruimte tussen deze twee
    membranen
  • 4:42 - 4:46
    De perinucleaire ruimte bevindt zich
  • 4:46 - 4:49
    tussen de binnenste
    en buitenste kernmembraan.
  • 4:49 - 4:50
    Laat me het benoemen
  • 4:50 - 4:52
    Dat is de binnenste
    kernmembraan
  • 4:52 - 4:55
    Dat is de buitenste
    kernmembraan.
  • 4:55 - 5:00
    Als je de buitenste kernmembraan volgt,
  • 5:00 - 5:06
    dan kom je deze flappen en vouwen tegen.
  • 5:06 - 5:08
    Dit gedeelte wordt beschouwd
  • 5:08 - 5:10
    als een apart organel.
  • 5:10 - 5:13
    Dan krijg je dit ding dat er zo uitziet,
  • 5:13 - 5:16
    ik probeer het zo goed mogelijk te
    tekenen.
  • 5:16 - 5:17
    En dit gebied wordt
  • 5:17 - 5:20
    het endoplasmatisch reticulum
    genoemd.
  • 5:20 - 5:26
    Dit hier is het endoplasmatisch reticulum,
  • 5:26 - 5:30
    waarvan ik denk dat het een goede
    naam is voor een band.
  • 5:30 - 5:35
    Het endoplasmatisch reticulum is
    noodzakelijk voor
  • 5:35 - 5:38
    het produceren en later verpakken van
    proteïnen
  • 5:38 - 5:42
    die ingevoegd moeten worden in de
    celmembraan,
  • 5:42 - 5:46
    of gebruikt worden aan de buitenkant
    van de cel.
  • 5:46 - 5:47
    Hoe gebeurt dit?
  • 5:47 - 5:51
    Het endoplasmatisch reticulum heeft twee
    gebieden.
  • 5:51 - 5:54
    Het bestaat uit het ruw endoplasmatisch
    reticulum,
  • 5:54 - 5:58
    en dit ruw endoplasmatisch reticulum
  • 5:58 - 5:59
    heeft een heel aantal ribosomen.
  • 5:59 - 6:01
    Dit is een vrij ribosoom.
  • 6:01 - 6:04
    En dit is een aangehecht ribosoom.
  • 6:04 - 6:06
    Dit zijn ribosomen die zijn vastgehecht
  • 6:06 - 6:10
    aan het membraan van het endoplasmatisch
    reticulum.
  • 6:10 - 6:12
    Dit gebied waar ribosomen
  • 6:12 - 6:17
    zijn vastgehecht, dat is
  • 6:17 - 6:20
    het ruw endoplasmatisch reticulum.
  • 6:20 - 6:22
    In het kort ook wel het ruw ER genoemd.
  • 6:22 - 6:25
    Misschien wel een betere band naam.
  • 6:25 - 6:27
    En dan is er het andere gebied
  • 6:27 - 6:29
    en dat is het gladde endoplasmatisch
    reticulum
  • 6:29 - 6:33
    Dit speelt een rol in proteïne synthese
  • 6:33 - 6:35
    en het vervoer van proteïnen naar de
    buitenkant
  • 6:35 - 6:41
    van de cel.
  • 6:41 - 6:43
    Het messenger RNA, in groene kleur,
  • 6:43 - 6:47
    vindt een ribosoom
  • 6:47 - 6:50
    in het ruw endoplasmatisch reticulum.
  • 6:51 - 6:54
    Als het proteïne wordt getransleerd,
  • 6:54 - 6:57
    gebeurt dat niet in het cytosol,
  • 6:57 - 6:59
    het wordt getransleerd aan de andere kant
  • 6:59 - 7:03
    van het ruw endoplasmatisch reticulum.
  • 7:03 - 7:06
    Anders gezegd, aan de binnenkant,
  • 7:06 - 7:10
    in het lumen van het ruw
    endoplasmatisch reticulum.
  • 7:12 - 7:13
    Laat me dat wat verduidelijken.
  • 7:13 - 7:16
    Dit gebied
  • 7:16 - 7:20
    is het membraan van het
    endoplasmatisch reticulum.
  • 7:20 - 7:23
    En als een stuk mRNA wordt
  • 7:23 - 7:26
    getransleerd in een proteïne,
  • 7:26 - 7:29
    dan hecht het ribosoom zich eraan.
  • 7:29 - 7:34
    En dit is het mRNA
  • 7:34 - 7:38
    dat wordt getransleerd.
  • 7:38 - 7:41
    Stel je voor dat dat in deze
    richting gaat.
  • 7:41 - 7:43
    Hier is het membraan van het ER.
  • 7:49 - 7:52
    Wat ik hier heb getekend,
  • 7:52 - 7:54
    is eigenlijk een enkele bilipide laag.
  • 7:54 - 7:57
    Laat me het zo tekenen.
  • 7:59 - 8:02
    Deze bilipide laag is doorlopend.
  • 8:02 - 8:06
    Het loopt door naar de buitenste
    kernmembraan.
  • 8:06 - 8:11
    Ik teken het zo dat je je er iets
    bij kan voorstellen.
  • 8:11 - 8:16
    En op een bepaald punt van het
    translatie proces,
  • 8:16 - 8:21
    wordt het proteïne uitgespuugd
    naar de binnenkant.
  • 8:21 - 8:24
    Terwijl het wordt getransleerd, kan
    het uitgespuugd worden
  • 8:24 - 8:27
    naar de binnenkant van het
    endoplasmatisch reticulum.
  • 8:27 - 8:30
    Dit is het lumen.
  • 8:30 - 8:32
    Dit is het lumen van het endoplasmatisch
    retuculum.
  • 8:32 - 8:35
    En dit is de binnenkant van
    het endoplasmatisch reticulum.
  • 8:35 - 8:40
    Dit is de buitenkant in het cytosol
  • 8:46 - 8:50
    Het proteïne wordt gevormd
    binnenin het ER.
  • 8:50 - 8:51
    In het endoplasmatisch reticulum
  • 8:51 - 8:53
    kan het bewegen.
  • 8:53 - 8:55
    Op een bepaald punt kan het
    zich afsplitsen.
  • 8:55 - 8:58
    Stel je voor dat het proteïne hier is.
  • 8:58 - 9:02
    En het gladde endoplasmatisch
    reticulum heeft veel functies,
  • 9:02 - 9:06
    ik zal niet op alle details ingaan.
  • 9:06 - 9:10
    Maar op een bepaald moment kan
    het proteine zich gaan afsplitsen
  • 9:10 - 9:12
    Ik zal het afsplitsen hier tekenen.
  • 9:12 - 9:16
    Laten we zeggen dat dit het membraan is
  • 9:16 - 9:19
    van het endoplasmatisch reticulum.
  • 9:19 - 9:25
    En een proteïne komt hier terecht.
  • 9:25 - 9:27
    Dan kan het zich afsplitsen.
  • 9:27 - 9:31
    Ik teken het in dezelfde kleur.
  • 9:31 - 9:37
    Het kan van hier dit naar dit,
  • 9:37 - 9:42
    ik denk dat je wel ziet waar het
    naartoe gaat, naar dit
  • 9:42 - 9:44
    en dan naar dit.
  • 9:44 - 9:48
    En dan kan het naar zoiets als
    dit gaan.
  • 9:48 - 9:50
    En nu heeft het zich afgesplitst.
  • 9:50 - 9:53
    Wanneer je een proteïne hebt,
    of iets dat gewoon
  • 9:53 - 9:55
    getransporteerd moet worden
  • 9:55 - 9:59
    in de cel in zijn eigen
    mini membraan,
  • 9:59 - 10:01
    dan noemen we dat een vesikel.
  • 10:01 - 10:06
    De membraan komt bij elkaar, en nu
    is het een vesikel.
  • 10:06 - 10:08
    Dit vesikel,
  • 10:08 - 10:12
    ik teken een vesikel met
    wat proteïnes,
  • 10:12 - 10:20
    kan naar het Golgi apparaat gaan.
  • 10:20 - 10:24
    Ik teken dit in het blauw, zo goed
    als ik kan.
  • 10:24 - 10:26
    Het Golgi apparaat,
  • 10:26 - 10:28
    dit kan absoluut beter getekend worden,
  • 10:28 - 10:32
    in het Golgi apparaat,
  • 10:32 - 10:34
    kan dit proces omgekeerd worden.
  • 10:34 - 10:38
    Het vesikel kan zichzelf hechten aan het
    Golgi apparaat,
  • 10:38 - 10:41
    of het Golgi lichaam, vernoemd naar
    Mr. Golgi die het ontdekt heeft.
  • 10:41 - 10:44
    En dan kunnen de proteïnes
  • 10:44 - 10:47
    uitstromen in het Golgi lichaam.
  • 10:47 - 10:51
    Ze ondergaan daar een rijpings proces,
  • 10:51 - 10:54
    om klaargemaakt te worden voor
    transport naar de buitenkant,
  • 10:54 - 10:57
    of om misschien in het cellulaire membraan
    geplaatst te worden.
  • 10:57 - 10:59
    Dus dit is het Golgi lichaam.
  • 10:59 - 11:01
    Of het Golgi apparaat
  • 11:08 - 11:12
    En wanneer het klaar is met dat proces,
  • 11:12 - 11:16
    Dan is dit het volledig gefabriceerde
    proteïne
  • 11:16 - 11:19
    klaar voor gebruik.
  • 11:24 - 11:26
    Dit is het complete proteïne.
  • 11:26 - 11:30
    Het nu kan het getransporteerd worden
    naar de cel membraan.
  • 11:30 - 11:33
    En het proteïne kan getransporteerd worden
  • 11:33 - 11:36
    naar de buitenkant van de cel,
  • 11:36 - 11:39
    of het kan in de membraan zelf
    geplaatst worden.
Title:
Het endoplasmic reticulum en Golgi lichamen
Description:

Hoe messenger RNA vervoerd wordt naar en door het endoplasmatisch reticulum, de functie van het Golgi apparaat en hoe proteïnen in de celwand terecht kunnen komen.

more » « less
Video Language:
English
Duration:
11:40

Dutch subtitles

Revisions