< Return to Video

Het zoeken naar dinosaurussen toonde me onze plaats in het universum

  • 0:01 - 0:03
    Hoe vind je een dinosaurus?
  • 0:04 - 0:06
    Klinkt onmogelijk, niet?
  • 0:07 - 0:08
    Dat is het niet.
  • 0:08 - 0:12
    Het antwoord is gebaseerd op een formule
    die alle paleontologen gebruiken.
  • 0:13 - 0:15
    Ik vertel je het geheim.
  • 0:15 - 0:18
    Zoek eerst rotsen van de juiste ouderdom.
  • 0:19 - 0:23
    Ten tweede moeten die rotsen
    sedimentair gesteente zijn.
  • 0:24 - 0:28
    En ten derde moeten de lagen
    van die rotsen natuurlijk dagzomen.
  • 0:29 - 0:30
    Dat is het.
  • 0:30 - 0:33
    Vind die drie dingen en ga er naartoe,
  • 0:33 - 0:36
    dan is de kans groot
    dat je er fossielen vindt.
  • 0:36 - 0:38
    Laat me deze formule wat beter uitleggen.
  • 0:39 - 0:43
    Organismen bestaan alleen
    in bepaalde geologische intervallen.
  • 0:43 - 0:46
    Dus moet je rotsen
    van de juiste ouderdom vinden,
  • 0:46 - 0:48
    afhankelijk van wat je interesses zijn.
  • 0:48 - 0:49
    Als je trilobieten wil,
  • 0:49 - 0:53
    moet je de heel, heel oude rotsen
    van het Paleozoïcum vinden -
  • 0:53 - 0:56
    rotsen tussen een half miljard
    en een kwart miljard jaar oud.
  • 0:56 - 0:58
    Wil je dinosauriërs,
  • 0:58 - 1:01
    zoek dan niet in het Paleozoïcum,
    daar zal je ze niet vinden.
  • 1:01 - 1:02
    Zij waren nog niet geëvolueerd.
  • 1:02 - 1:05
    Je moet dan de jongere rotsen
    van het Mesozoïcum vinden
  • 1:05 - 1:08
    en in het geval van de dinosaurussen
  • 1:08 - 1:11
    tussen 235 en 66 miljoen jaar geleden.
  • 1:11 - 1:15
    Nu is het vrij gemakkelijk om stenen
    van de juiste leeftijd te vinden,
  • 1:15 - 1:17
    omdat de Aarde, nogal ruwweg,
  • 1:17 - 1:19
    geologisch in kaart is gebracht.
  • 1:20 - 1:22
    Dit is hard verkregen informatie.
  • 1:22 - 1:25
    De geschiedenis van de Aarde
    ligt beschreven in de rotsen.
  • 1:25 - 1:27
    Hoofdstuk na hoofdstuk:
  • 1:27 - 1:31
    de oudste pagina’s onderaan,
    de jongste bovenaan.
  • 1:32 - 1:36
    Als het zo makkelijk was,
    zouden geologen blij zijn.
  • 1:36 - 1:37
    Dat is het niet.
  • 1:37 - 1:39
    De bibliotheek van de Aarde is oud.
  • 1:39 - 1:42
    Ze heeft geen bibliothecaris
    om ze te ordenen.
  • 1:42 - 1:45
    Werkend over lange tijdsperioden
  • 1:45 - 1:48
    gooien talloze geologische processen
  • 1:48 - 1:52
    die rotsen op alle mogelijke
    manieren door elkaar.
  • 1:52 - 1:55
    De meeste pagina's worden vernietigd
    kort nadat ze geschreven werden.
  • 1:55 - 1:57
    Sommige pagina’s werden overschreven
  • 1:57 - 2:00
    en werden moeilijk
    te ontcijferen palimpsesten
  • 2:00 - 2:02
    van lang vervlogen landschappen.
  • 2:02 - 2:07
    Pagina's opgeborgen
    onder het oprukkende zand van de tijd
  • 2:07 - 2:09
    zijn nooit echt veilig.
  • 2:09 - 2:13
    In tegenstelling tot de Maan --
    onze dode, rotsachtige metgezel --
  • 2:13 - 2:16
    leeft de Aarde, kloppend
    met creatieve en destructieve krachten
  • 2:16 - 2:19
    die haar geologische
    stofwisseling aandrijven.
  • 2:20 - 2:23
    Maanrotsen meegebracht
    door de Apollo-astronauten
  • 2:23 - 2:25
    zijn vrijwel zo oud als het zonnestelsel.
  • 2:26 - 2:28
    Maanrotsen zijn voor altijd.
  • 2:28 - 2:33
    Aarderotsen zijn daarentegen blootgesteld
    aan de gevaren van een levende lithosfeer.
  • 2:33 - 2:35
    Ze hebben allemaal te lijden
  • 2:35 - 2:38
    aan een combinatie
    van verminken, samendrukken,
  • 2:38 - 2:40
    plooien, scheuren, schroeien en bakken.
  • 2:41 - 2:44
    Daarom zijn de volumes
    van de geschiedenis
  • 2:44 - 2:47
    van de Aarde onvolledig
    en door elkaar gegooid.
  • 2:47 - 2:51
    De bibliotheek is enorm en prachtig --
  • 2:52 - 2:54
    maar vervallen.
  • 2:54 - 2:57
    Het was die uitgerafelde complexiteit
    in de rotsengeschiedenis
  • 2:57 - 3:00
    die de betekenis ervan
    tot voor kort verborgen hield.
  • 3:01 - 3:04
    De natuur hield geen catalogus bij
    voor geologen --
  • 3:04 - 3:06
    die moest worden uitgevonden.
  • 3:06 - 3:08
    Vijfduizend jaar nadat de Sumeriërs
  • 3:08 - 3:11
    hun gedachten leerden
    vastleggen op kleitabletten,
  • 3:11 - 3:14
    bleven de volumes van de Aarde
    ondoorgrondelijk voor de mens.
  • 3:14 - 3:17
    We waren geologisch analfabeet,
  • 3:18 - 3:21
    ons niet bewust van de ouderdom
    van onze eigen planeet
  • 3:21 - 3:24
    en onwetend van onze verbinding
    met de diepe tijd.
  • 3:25 - 3:28
    Het was pas in het begin
    van de 19e eeuw
  • 3:28 - 3:31
    dat onze oogkleppen werden verwijderd,
  • 3:31 - 3:35
    eerst door de publicatie
    van James Huttons 'Theorie van de Aarde'
  • 3:35 - 3:38
    waarin hij ons vertelde dat de Aarde
    geen spoor van een begin
  • 3:38 - 3:41
    of een einde laat zien.
  • 3:42 - 3:46
    Daarna, met het drukken van de kaart
    van Brittannië door William Smith,
  • 3:46 - 3:49
    de eerste geologische kaart
    voor het hele land,
  • 3:49 - 3:51
    die ons voor het eerst vertelde
  • 3:51 - 3:54
    waar je bepaalde
    gesteenten mocht verwachten.
  • 3:54 - 3:56
    Daarna kon je dingen zeggen als:
  • 3:56 - 3:59
    "Daar zitten we in het Juratijdperk",
  • 3:59 - 4:02
    of: "Over die heuvel
    zitten we in het Krijt."
  • 4:03 - 4:06
    Als je trilobieten wilt,
  • 4:06 - 4:08
    neem dan een goede geologische kaart
  • 4:08 - 4:10
    en ga naar de rotsen van het Paleozoïcum.
  • 4:11 - 4:13
    Als je dinosaurussen wilt, zoals ik,
  • 4:13 - 4:16
    moet je naar de rotsen van het Mesozoïcum.
  • 4:17 - 4:20
    Een fossiel kan zich alleen
    in sedimentair gesteente vormen,
  • 4:20 - 4:22
    een rots ontstaan uit zand en modder.
  • 4:22 - 4:24
    Je gaat geen fossiel vinden
  • 4:24 - 4:27
    in door magma gevormd
    stollingsgesteente, zoals graniet,
  • 4:27 - 4:30
    of in een metamorf gesteente
    dat verhit en geperst werd.
  • 4:31 - 4:33
    En je moet naar een woestijn.
  • 4:33 - 4:36
    Niet omdat de dinosaurussen
    vooral in woestijnen leefden.
  • 4:36 - 4:38
    Zij leefden op elke landmassa
  • 4:38 - 4:40
    en in elke denkbare omgeving.
  • 4:41 - 4:43
    Je moet naar een plek
    die vandaag een woestijn is,
  • 4:43 - 4:47
    een plaats waar de rotsen niet te zeer
    door planten overgroeid zijn,
  • 4:47 - 4:49
    en een plek waar de erosie altijd weer
  • 4:49 - 4:51
    nieuwe beenderen
    aan de oppervlakte brengt.
  • 4:51 - 4:53
    Dus zoek je die drie dingen:
  • 4:53 - 4:54
    rotsen van de juiste leeftijd,
  • 4:54 - 4:57
    die sedimentaire gesteenten
    zijn in een woestijn.
  • 4:58 - 5:00
    Eenmaal daar loop je rond
  • 5:01 - 5:03
    totdat je een bot
    uit een rots ziet steken.
  • 5:05 - 5:08
    Hier is een foto die ik nam
    in het zuiden van Patagonië.
  • 5:08 - 5:11
    Elk steentje dat je hier ziet
  • 5:11 - 5:13
    is een stukje dinosaurusbot.
  • 5:13 - 5:15
    Eenmaal op de juiste plek,
  • 5:15 - 5:18
    is het geen kwestie
    óf je fossielen zult vinden;
  • 5:18 - 5:20
    je zult fossielen vinden.
  • 5:20 - 5:24
    De vraag is: zal je iets
    wetenschappelijk belangrijks vinden?
  • 5:24 - 5:28
    Om je daarbij te helpen, voeg ik
    een vierde deel toe aan onze formule.
  • 5:28 - 5:29
    Dat is dit:
  • 5:29 - 5:33
    blijf zo ver mogelijk
    van andere paleontologen vandaan.
  • 5:33 - 5:35
    (Gelach)
  • 5:35 - 5:37
    Het is niet dat ik
    andere paleontologen haat.
  • 5:37 - 5:40
    Wanneer je gaat naar
    een relatief onontgonnen plek,
  • 5:40 - 5:43
    vind je niet alleen makkelijker fossielen,
  • 5:43 - 5:45
    maar ook eerder iets
    nieuws voor de wetenschap.
  • 5:45 - 5:48
    Dat is mijn formule voor
    het vinden van dinosaurussen,
  • 5:48 - 5:50
    en die heb ik
    over de hele wereld toegepast.
  • 5:50 - 5:52
    In de zuidelijke zomer van 2004
  • 5:52 - 5:54
    ging ik naar onderaan Zuid-Amerika,
  • 5:54 - 5:56
    naar Patagonië, Argentinië,
  • 5:56 - 5:59
    om te zoeken naar dinosaurussen:
  • 5:59 - 6:02
    een plek die terrestrische sedimentaire
    rotsen van de juiste leeftijd had,
  • 6:02 - 6:04
    in een woestijn,
  • 6:04 - 6:06
    op een plaats nauwelijks bezocht
    door paleontologen.
  • 6:07 - 6:08
    En we vonden dit.
  • 6:09 - 6:12
    Dit is een femur,
    een dijbeen van een gigantische,
  • 6:12 - 6:14
    plantenetende dinosaurus.
  • 6:14 - 6:17
    Dat bot is 2,2 meter lang.
  • 6:17 - 6:19
    Dat is meer dan zeven voet lang.
  • 6:20 - 6:21
    Maar het was een geïsoleerd geval.
  • 6:21 - 6:25
    We groeven en groeven en groeven,
    maar er was geen ander bot rondom.
  • 6:25 - 6:28
    Maar het scherpte onze honger
    om volgend jaar terug te komen.
  • 6:28 - 6:31
    En op de eerste dag
    van het volgende veldseizoen
  • 6:31 - 6:34
    vond ik dit: nog dijbeen van twee meter,
  • 6:34 - 6:35
    alleen dit keer niet geïsoleerd,
  • 6:35 - 6:38
    maar samen met 145 andere beenderen
  • 6:39 - 6:40
    van een gigantische planteneter.
  • 6:41 - 6:45
    En na nog drie harde,
    echt brute veldseizoenen,
  • 6:45 - 6:47
    zag de vindplaats er zo uit.
  • 6:48 - 6:52
    En daar zie je mij met de staart
    van dat grote beest om me heen gedrapeerd.
  • 6:52 - 6:55
    De reus die in dit graf lag,
    de nieuwe soort dinosaurus,
  • 6:55 - 6:59
    noemden we 'Dreadnoughtus schrani'.
  • 7:00 - 7:03
    Dreadnoughtus mat
    26 m van snuit tot staart.
  • 7:03 - 7:06
    Zijn schofthoogte was tweeënhalve etage,
  • 7:06 - 7:10
    en nog levend zou hij
    65 ton hebben gewogen.
  • 7:11 - 7:15
    Mensen vragen me wel eens:
    "Was Dreadnoughtus groter dan een T-rex?”
  • 7:15 - 7:18
    Antwoord: acht of negen keer een T-rex.
  • 7:19 - 7:21
    Een van de echt leuke dingen
    aan paleontoloog zijn,
  • 7:21 - 7:25
    is dat je een nieuw gevonden soort
    zelf een naam mag geven.
  • 7:25 - 7:27
    Ik vond het altijd al een schande
  • 7:27 - 7:29
    dat deze enorme,
    plantenetende dinosaurussen
  • 7:29 - 7:31
    te vaak werden afgeschilderd
  • 7:31 - 7:34
    als passieve, logge vleesbergen
    in het landschap.
  • 7:34 - 7:35
    (Gelach)
  • 7:36 - 7:37
    Dat zijn ze niet.
  • 7:37 - 7:40
    Grote herbivoren kunnen
    agressief en territoriaal zijn --
  • 7:40 - 7:44
    met een nijlpaard, een neushoorn
    of een waterbuffel speel je niet.
  • 7:45 - 7:50
    Bizons in Yellowstone verwonden veel
    meer mensen dan grizzly beren.
  • 7:50 - 7:55
    Kan je je een grote stier,
    een Dreadnoughtus van 65 ton,
  • 7:55 - 7:57
    voorstellen in het broedseizoen
  • 7:57 - 7:59
    terwijl hij zijn territorium verdedigt?
  • 7:59 - 8:02
    Dat dier zou ongelooflijk
    gevaarlijk zijn geweest,
  • 8:02 - 8:06
    een bedreiging voor alles errond,
    en zelf niets te vrezen hebben gehad.
  • 8:07 - 8:09
    Vandaar de naam: 'Dreadnoughtus'
  • 8:09 - 8:10
    of 'vreest niets'.
  • 8:12 - 8:13
    Om zo groot te worden,
  • 8:13 - 8:15
    moet een dier als Dreadnoughtus
  • 8:15 - 8:18
    een toonbeeld
    van efficiëntie zijn geweest.
  • 8:18 - 8:21
    Die lange nek en lange staart hielpen
    warmte kwijtraken aan het milieu,
  • 8:21 - 8:24
    om de temperatuur passief te regelen.
  • 8:24 - 8:27
    En die lange hals was ook
    een superefficiënte eetmachine.
  • 8:27 - 8:30
    Dreadnoughtus kon op één plek
    staan en met die nek
  • 8:30 - 8:32
    een grote hoeveelheid vegetatie bereiken,
  • 8:32 - 8:36
    tienduizenden calorieën innemen,
    en er heel weinig verbruiken.
  • 8:37 - 8:41
    Deze dieren evolueerden naar
    een buldog-achtige wijdbeense houding,
  • 8:41 - 8:44
    waardoor ze een enorme
    stabiliteit verkregen,
  • 8:44 - 8:48
    want als je 65 ton weegt en letterlijk
    zo groot bent als een huis,
  • 8:48 - 8:51
    wordt omvallen bestraft met de dood.
  • 8:51 - 8:53
    Ja, deze dieren zijn groot en sterk,
  • 8:53 - 8:55
    maar zo’n klap komen ze niet te boven.
  • 8:55 - 8:58
    Als D. omvalt, breken
    zijn ribben en doorboren ze zijn longen.
  • 8:58 - 9:00
    Organen barsten.
  • 9:00 - 9:01
    Als je een grote 65-ton D. bent,
  • 9:01 - 9:04
    mag je tijdens je leven niet omvallen
    -- niet ééns.
  • 9:06 - 9:09
    Toen dit Dreadnoughtuskarkas
    hier werd begraven
  • 9:09 - 9:14
    en ontvleesd door een groot aantal
    bacteriën, wormen en insecten,
  • 9:14 - 9:16
    ondergingen zijn botten
    een korte metamorfose,
  • 9:16 - 9:18
    wisselden moleculen uit met grondwater
  • 9:18 - 9:21
    en gingen ze steeds meer
    op het omringende gesteente lijken.
  • 9:22 - 9:24
    Naarmate zich laag na laag
    sediment opstapelde,
  • 9:24 - 9:28
    nam de druk van alle kanten toe,
    als een stenige handschoen
  • 9:28 - 9:30
    wiens stevige en duurzame grip
  • 9:30 - 9:33
    elk bot omsloot
    in een stabiliserende omhelzing.
  • 9:34 - 9:35
    En dan kwam het lange ...
  • 9:36 - 9:37
    niets.
  • 9:38 - 9:40
    Tijdperk na het tijdperk van hetzelfde,
  • 9:40 - 9:43
    een schier oneindig
    aantal niet-gebeurtenissen.
  • 9:44 - 9:47
    Al die tijd lag het skelet
    eeuwig en onveranderlijk
  • 9:47 - 9:51
    in perfect evenwicht in zijn stenen graf.
  • 9:51 - 9:54
    Ondertussen ontvouwde zich
    de geschiedenis van de Aarde.
  • 9:54 - 9:57
    De dinosaurussen zouden nog eens
    12 miljoen jaar regeren
  • 9:57 - 10:01
    voordat hun hegemonie werd vernietigd
    in een vurige apocalyps.
  • 10:02 - 10:04
    De continenten dreven af.
    De zoogdieren kwamen op.
  • 10:04 - 10:06
    De IJstijd kwam.
  • 10:07 - 10:09
    En dan evolueerde in Oost-Afrika
  • 10:09 - 10:15
    een weinig belovende soort apen
    het rare kunstje van bewust denken.
  • 10:16 - 10:19
    Deze intelligente primaten
    waren niet bijzonder snel of sterk.
  • 10:20 - 10:22
    Maar ze blonken uit in rondtrekken
  • 10:22 - 10:24
    en in een opmerkelijke diaspora
  • 10:24 - 10:27
    die zelfs de territoriale verovering
    van de dinosauriërs overtreft,
  • 10:27 - 10:30
    verspreidden ze zich over de hele planeet,
  • 10:30 - 10:32
    elk ecosysteem dat ze tegenkwamen
    onder de voet lopend.
  • 10:33 - 10:36
    Maar onderweg vonden ze cultuur,
    metaalbewerking, schilderkunst,
  • 10:36 - 10:37
    dans, muziek
  • 10:38 - 10:39
    en wetenschap uit.
  • 10:40 - 10:43
    Raketten zouden uiteindelijk
    twaalf bijzonder uitmuntende apen
  • 10:43 - 10:46
    naar het oppervlak van de Maan brengen.
  • 10:49 - 10:52
    Met 7 miljard rondlopende
    Homo sapiens op de planeet,
  • 10:52 - 10:54
    was het misschien wel onvermijdelijk
  • 10:54 - 10:57
    dat één van hen uiteindelijk
    terecht zou komen
  • 10:57 - 10:59
    bij het graf van deze prachtige titaan
  • 10:59 - 11:02
    onder de badlands van Zuid-Patagonië.
  • 11:03 - 11:04
    Ik was die aap.
  • 11:05 - 11:08
    En daar, alleen in de woestijn,
  • 11:09 - 11:10
    ontging het me niet
  • 11:10 - 11:13
    dat de kans van één individu
    om te belanden in het fossiele verslag
  • 11:13 - 11:15
    verwaarloosbaar klein is.
  • 11:16 - 11:18
    Maar de Aarde is heel erg oud.
  • 11:18 - 11:20
    En gegeven genoeg tijd
  • 11:20 - 11:22
    wordt het onwaarschijnlijke
    waarschijnlijk.
  • 11:22 - 11:25
    Dat is de magie
    van het geologische verslag.
  • 11:25 - 11:29
    Daarom laten talrijke wezens die leven
    en sterven op een oude planeet
  • 11:29 - 11:30
    een immens aantal fossielen na,
  • 11:30 - 11:32
    elk een klein wonder,
  • 11:33 - 11:35
    maar collectief, onvermijdelijk.
  • 11:37 - 11:39
    Zesenzestig miljoen jaar geleden
    trof een asteroïde de aarde
  • 11:40 - 11:42
    en veegde de dinosaurussen weg.
  • 11:42 - 11:44
    Dit kon evengoed niet gebeurd zijn.
  • 11:44 - 11:47
    Maar we hebben maar één geschiedenis,
    en wel degene die we hebben.
  • 11:47 - 11:50
    Maar deze bepaalde werkelijkheid
    was niet onvermijdelijk.
  • 11:50 - 11:53
    De kleinste verstoring van die asteroïde
    ver van de Aarde
  • 11:53 - 11:56
    zou haar onze planeet
    met een ruime marge hebben doen missen.
  • 11:57 - 12:00
    Deze lotsbepalende rampdag
    waarop de dinosauriërs werden uitgewist
  • 12:00 - 12:03
    en het podium klaargemaakt
    voor onze moderne wereld,
  • 12:03 - 12:05
    had niet hoeven plaatsvinden.
  • 12:05 - 12:07
    Het kon gewoon
    een andere dag zijn geweest -
  • 12:07 - 12:09
    een donderdag, misschien -
  • 12:10 - 12:15
    een van de 63 miljard dagen
    die de dinosauriërs reeds hadden genoten.
  • 12:15 - 12:17
    Maar in de loop van de geologische tijd,
  • 12:17 - 12:20
    zullen onwaarschijnlijke,
    bijna onmogelijk evenementen
  • 12:20 - 12:21
    zich zeker voordoen.
  • 12:21 - 12:24
    Langs het pad van onze wormachtige,
    Cambrische voorouders
  • 12:24 - 12:26
    naar opgetutte primaten,
  • 12:26 - 12:31
    leidden ontelbare splitsingen ons
    naar deze zeer bijzondere realiteit.
  • 12:32 - 12:36
    De botten van Dreadnoughtus lagen
    77 miljoen jaar lang onder de grond.
  • 12:37 - 12:38
    Wie had gedacht
  • 12:38 - 12:40
    dat één enkel spitsmuisachtig zoogdier
  • 12:40 - 12:43
    wonend in de spleten
    van de dinosauruswereld
  • 12:43 - 12:45
    zou uitgroeien tot levende wezens
  • 12:45 - 12:48
    in staat tot karakteriseren en begrijpen
  • 12:48 - 12:51
    van de dinosaurussen
    die ze moeten gevreesd hebben?
  • 12:53 - 12:56
    Ik stond eens bij de bron
    van de Missouristroom...
  • 12:57 - 12:58
    wijdbeens eroverheen.
  • 12:59 - 13:01
    Daar is ze niets meer
    dan een kabbelend beekje
  • 13:01 - 13:05
    dat ontspringt
    uit een rots in een weiland,
  • 13:05 - 13:08
    hoog in de Bitterroot Mountains.
  • 13:08 - 13:11
    De beek ernaast
    loopt een paar honderd meters
  • 13:11 - 13:13
    en mondt uit in een kleine vijver.
  • 13:14 - 13:17
    Die twee stromen --
    ze zien er identiek uit.
  • 13:18 - 13:20
    Maar een is een anoniem stroompje water
  • 13:20 - 13:23
    en de andere is de Missouri.
  • 13:23 - 13:25
    Daal nu af naar
    de monding van de Missouri,
  • 13:25 - 13:27
    in de buurt van St. Louis,
  • 13:27 - 13:30
    en het is vrij duidelijk
    dat die stroom iets betekent.
  • 13:30 - 13:33
    Maar ga omhoog in de Bitterroots
    en kijk naar de Missouri.
  • 13:33 - 13:38
    Vooruitblikkend zal de mens
    hier niets bijzonders in zien.
  • 13:39 - 13:41
    Ga nu terug naar het Krijt
  • 13:41 - 13:43
    en kijk naar onze kleine,
    poezelige voorouders.
  • 13:43 - 13:45
    Je zou nooit raden
  • 13:45 - 13:47
    dat ze ooit iets speciaals zouden worden,
  • 13:47 - 13:50
    en waarschijnlijk zouden ze
    het ook niet zijn geworden
  • 13:50 - 13:51
    zonder die vervelende asteroïde.
  • 13:52 - 13:55
    Maak nu duizend keer
    meer werelden en zonnestelsels
  • 13:55 - 13:56
    en laat ze hun gang gaan.
  • 13:57 - 13:59
    Je zal nooit hetzelfde resultaat krijgen.
  • 13:59 - 14:01
    Zonder twijfel
    zouden die werelden geweldig,
  • 14:01 - 14:03
    verbazingwekkend onwaarschijnlijk zijn,
  • 14:03 - 14:06
    maar zij zouden niet onze wereld
    en onze geschiedenis zijn.
  • 14:06 - 14:09
    We hadden een oneindig
    aantal geschiedenissen kunnen hebben.
  • 14:09 - 14:12
    We kregen er één, en wow,
    was dat nu even een goede.
  • 14:12 - 14:14
    Dinosaurussen
    zoals Dreadnoughtus bestonden echt.
  • 14:15 - 14:18
    Zeemonsters
    zoals de Mosasaurus waren er echt.
  • 14:19 - 14:21
    Libellen met de spanwijdte
    van een adelaar
  • 14:21 - 14:23
    en pissebedden met de lengte van een auto
  • 14:23 - 14:25
    hebben echt bestaan.
  • 14:27 - 14:30
    Waarom de studie van dat oude verleden?
  • 14:31 - 14:32
    Want het geeft ons perspectief
  • 14:33 - 14:35
    en brengt ons nederigheid bij.
  • 14:35 - 14:38
    De dinosaurussen stierven
    in 's werelds vijfde massa-extinctie,
  • 14:38 - 14:42
    uitgeroeid in een kosmisch ongeluk
    zonder eigen schuld.
  • 14:43 - 14:47
    Ze zagen het niet aankomen,
    en ze hadden geen keus.
  • 14:48 - 14:51
    Wij, aan de andere kant, kunnen kiezen.
  • 14:52 - 14:54
    En de aard van de fossiele vondsten
    vertelt ons
  • 14:54 - 14:56
    dat onze plaats op deze planeet
  • 14:56 - 14:59
    zowel precair als potentieel vluchtig is.
  • 14:59 - 15:03
    Op dit moment veroorzaakt
    onze soort een milieuramp
  • 15:03 - 15:07
    van geologische proporties,
    die zo breed en ernstig is
  • 15:07 - 15:10
    dat we haar met recht
    het zesde uitsterven noemen.
  • 15:10 - 15:12
    Maar in tegenstelling
    tot de dinosaurussen,
  • 15:13 - 15:15
    kunnen wij het zien aankomen.
  • 15:15 - 15:17
    En in tegenstelling
    tot de dinosaurussen,
  • 15:18 - 15:20
    kunnen we er iets aan doen.
  • 15:20 - 15:23
    Die keuze is aan ons.
  • 15:23 - 15:25
    Dank je.
  • 15:25 - 15:27
    (Applaus)
Title:
Het zoeken naar dinosaurussen toonde me onze plaats in het universum
Speaker:
Kenneth Lacovara
Description:

Wat gebeurt er als je een dinosaurus ontdekt? Paleontoloog Kenneth Lacovara vertelt over zijn opgraving van Dreadnoughtus - een 77 miljoen jaar oude sauropode die zo groot was als een huis van twee verdiepingen en zo zwaar als een jumbojet -- en bedenk hoe ongelooflijk onwaarschijnlijk het is dat een klein zoogdier dat leefde in de spleten van de dinosauruswereld kon evolueren tot een denkend wezen dat in staat is deze prachtige dieren te begrijpen. Vier samen met hem de geologische geschiedenis van de aarde en denk na over onze plaats in de diepe tijd.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
15:49

Dutch subtitles

Revisions