-
In juni 2001 ben ik
geboren in de Filipijnen.
-
Ik had twee geweldige ouders
-
Mijn beide ouders en hun
familie zijn daar opgegroeid
-
en hebben daar het grootste
deel van hun leven gewoond.
-
Mijn zus is daar ook geboren.
-
Nadat mijn ouders getrouwd waren,
-
wilden ze al langere tijd naar
de Verenigde Staten immigreren.
-
Mijn vaders kant van de familie
begonnen daarheen te verhuizen
-
in de hoop op een beter leven.
-
De Verenigde Staten waren bekend
voor het land van kansen en vrijheid,
-
en mijn ouders zouden meer
kansen hebben voor zichzelf
-
en hun toekomstige kinderen.
-
Ze wisten dat als ze daarheen verhuisden,
we zouden comfortabeler kunnen leven.
-
Bij mijn ouders heeft het jaren geduurd
om groen licht te krijgen
-
over het kunnen immigreren
naar de Verenigde Staten.
-
Er waren veel eisen en
testen die ze moesten doorstaan
-
om ervoor te zorgen dat ze
niet gevaarlijk waren,
-
of ziek,
-
en voldoende opgeleid om daar te wonen.
-
We hadden geluk
-
en zijn eindelijk verhuisd
naar Californië in 2004.
-
We woonden bij mijn oom en zijn gezin
die hier al logeerden
-
terwijl we zochten naar een nieuw huis
om permanent te betrekken.
-
De eerste jaren dat we daar waren
was alles oké.
-
En toen moest ik naar school.
-
De kleuterschool was moeilijk,
-
Ik herinner het me heel levendig.
-
Ik kon geen Engels spreken,
en het was moeilijk om vrienden te maken
-
Ze wisten echt niet
hoe met mij te praten.
-
Ik huilde altijd omdat
niemand mijn vriend wilde zijn,
-
en ik begreep nooit
wat de leraar zei.
-
Ik begon eraan te wennen
en heb op natuurlijke wijze Engels geleerd.
-
Ik begon vrienden te maken en alles was goed.
-
In 2007 werd mijn zusje Louine geboren.
-
Dat maakte ons gezien compleet.
-
Mijn ouders hebben mij opgevoed
alsof we nog op de Filipijnen woonden.
-
Ze hadden strikte regels
en traditionele Filippijnse moraal.
-
Ze waren erg conservatief
en erg religieus.
-
De meeste van mijn lessen als kind
waren meestal gebaseerd op
-
religie en wat God zou
hebben gewild dat ik het deed.
-
Snel doorspoelend naar de zesde klas:
Ik ben naar een andere school verhuisd,
-
dus ik moest afscheid nemen
van mijn vrienden die ik al lang kende
-
en aanpassen aan een nieuwe omgeving,
met nieuwe mensen.
-
Ik begon dingen op te merken die me
anders maakten dan alle anderen.
-
Ik begon een lunchpakket
mee naar school te brengen
-
en het bestond meestal uit rijst
en eieren, rijst en worst,
-
of alles wat mijn vader
bij de rijst kon doen.
-
Iedereen vond het eerst raar
-
dat ik altijd rijst had
en willekeurig Filipijns eten.
-
Het had een aparte geur.
-
Ik schaamde me altijd
-
omdat ik geen lunch had
-
of een PB&J zoals al mijn andere klasgenoten.
-
Andere mensen lachte me uit
-
omdat ik dingen anders uit sprak
-
zoals comfortabel,
zoals comFORtabel.
-
Dat is hoe mijn ouders me leerde het uit te spreken.
-
Elke keer als ik ze corrigeer,
-
zeggen ze me dat Engels
niet hun eerste taal is
-
en dat ik geduld moet hebben.
-
Ik schaamde me ook als ik ergens
heen ging met mijn vader
-
omdat hij een heel dik Filipijns accent had
en mensen begrepen hem niet.
-
Ik moest dan vertalen.
-
Ook al waren er tijden
dat we er niet bij hoorden
-
houd ik nog steeds zo veel van ze
-
en ik zal altijd alles waarderen wat
ze voor ons deden en doormaakten voor ons.