-
We moeten 9.005 min 3.6 berekenen, of we kunnen het bekijken als
-
9 en 5 duizendsten min 3 en 6 tienden
-
Wanneer je decimalen van elkaar af wilt trekken, is het
-
belangrijkste, en dit geldt ook voor het optellen van decimalen,
-
dat de decimalen op dezelfde plek staan.
-
Dus dit is 9.005 min 3.6.
-
De decimalen staat nu op dezelfde plek, dus nu zijn we klaar om
-
ze af te trekken.
-
Nu kunnen we ze van elkaar af trekken.
-
We beginnen hier boven.
-
We hebben 5 min niets.
-
We kunnen bij deze 3.6, of 3 en 6 tienden,
-
twee nullen toevoegen, en dat zou het zelfde zijn als
-
3 en 600 duizendsten, en dat is weer hetzelfde als 6 tienden.
-
Als je het zo bekijkt, kun je zeggen, OK, 5 min 0
-
doet niets, dus zet je er gewoon een 5 neer.
-
Je kunt ook zeggen, als er niks is,
-
dan is het 5 min niets is 5.
-
Dan heb je 0 min 0, dat is gewoon 0.
-
En dan heb je 0 min 6.
-
En je kunt niet 6 van 0 af trekken.
-
Dus we moeten iets op deze plaats krijgen,
-
en wat we gaan doen is hergroeperen.
-
We gaan een 1 van de 9 af halen, dus laten we dat doen.
-
Dus we halen een 1 van de 9 af, dus dat wordt een 8.
-
En we moeten nu iets doen met die 1.
-
We gaan het op de plaats van de tienden zetten.
-
Onthoud dat een 1 hetzelfde is als 10 tienden.
-
De tienden zitten op deze plaats.
-
Dus dit wordt een 10.
-
Soms leren mensen dat je een 1 leent, maar
-
je pakt het eigelijk weg, en je pakt eigenlijk 10 weg van
-
de plaats links van je.
-
Dus een 1 is 10 tienden, we zitten op de plaats van de tienden.
-
Dus je hebt 10 min 6.
-
Ik pak even een andere kleur.
-
10 min 6 is 4.
-
Je hebt je komma hier, en dan je 8
-
min 3 is 5.
-
Dus 9.005 min 3.6 is 5.405