< Return to Video

Autisme — wat we weten (en nog niet weten)

  • 0:01 - 0:02
    "Waarom?"
  • 0:02 - 0:04
    "Waarom?" is een vraag
  • 0:04 - 0:06
    die ouders me de hele tijd stellen.
  • 0:06 - 0:09
    “Waarom heeft mijn kind autisme?”
  • 0:09 - 0:14
    Als kinderarts, als geneticus en
    als onderzoeker
  • 0:14 - 0:16
    proberen we een antwoord te vinden.
  • 0:16 - 0:18
    Maar autisme
    is niet één enkele ziekte.
  • 0:18 - 0:21
    Het is een spectrum
    van aandoeningen
  • 0:21 - 0:23
    dat erg varieert.
  • 0:23 - 0:26
    Zo heb je Justin,
    een 13-jarige jongen
  • 0:26 - 0:29
    die niet kan spreken
  • 0:29 - 0:31
    en communiceert met behulp van een iPad
  • 0:31 - 0:33
    door te wijzen naar foto’s
  • 0:33 - 0:35
    om zijn gedachten
    en zorgen mee te delen.
  • 0:35 - 0:38
    Een kleine jongen die
    als hij boos wordt,
  • 0:38 - 0:39
    zal beginnen schommelen,
  • 0:39 - 0:41
    en als hij helemaal in de war geraakt,
  • 0:41 - 0:42
    zijn hoofd ergens tegenaan slaat,
  • 0:42 - 0:46
    zich verwondt en gehecht moet worden.
  • 0:46 - 0:49
    Diezelfde diagnose van autisme
  • 0:49 - 0:51
    geldt echter ook voor Gabriël,
  • 0:51 - 0:53
    een andere 13-jarige jongen
  • 0:53 - 0:55
    met heel andere problemen.
  • 0:55 - 0:57
    Hij is buitengewoon begaafd in wiskunde.
  • 0:57 - 1:01
    Hij vermenigvuldigt zonder moeite
    getallen van 3 cijfers
  • 1:01 - 1:02
    uit het hoofd met elkaar,
  • 1:02 - 1:06
    maar een gesprek voeren,
  • 1:06 - 1:08
    gaat zeer moeilijk.
  • 1:08 - 1:10
    Hij maakt geen oogcontact.
  • 1:10 - 1:12
    Hij heeft moeite om
    een gesprek aan te vatten,
  • 1:12 - 1:14
    voelt zich ongemakkelijk,
  • 1:14 - 1:16
    en als hij nerveus wordt,
  • 1:16 - 1:18
    klapt hij helemaal dicht.
  • 1:18 - 1:19
    Maar beide jongens krijgen
  • 1:19 - 1:23
    dezelfde diagnose van
    autismespectrumstoornis.
  • 1:23 - 1:26
    Een van de dingen
    die ons zorgen baren
  • 1:26 - 1:29
    is of er echt
    een epidemie van autisme bestaat.
  • 1:29 - 1:32
    Vandaag krijgt 1 op de 88 kinderen
  • 1:32 - 1:34
    de diagnose autisme,
  • 1:34 - 1:35
    en je kan je afvragen
  • 1:35 - 1:37
    waarom deze grafiek er zo uitziet.
  • 1:37 - 1:39
    Is dat aantal dramatisch toegenomen
  • 1:39 - 1:41
    in de loop van tijd?
  • 1:41 - 1:43
    Of is het omdat we nu
  • 1:43 - 1:47
    mensen het label autisme opplakken.
  • 1:47 - 1:49
    de diagnose autisme stellen.
  • 1:49 - 1:52
    Misschien waren die er vroeger ook
  • 1:52 - 1:55
    maar kregen ze dat label
    niet opgeplakt.
  • 1:55 - 1:58
    In de late jaren 80
    en de vroege jaren 90,
  • 1:58 - 2:00
    werd er een wetgeving aangenomen
  • 2:00 - 2:03
    waardoor mensen met autisme
    hulp werd geboden,
  • 2:03 - 2:06
    met toegang tot educatief materiaal
  • 2:06 - 2:08
    dat hen kon helpen.
  • 2:08 - 2:12
    Door die toegenomen bewustwording
    leerden meer ouders,
  • 2:12 - 2:14
    meer kinderartsen en meer opvoeders
  • 2:14 - 2:18
    de kenmerken van autisme herkennen.
  • 2:18 - 2:22
    Als gevolg daarvan werden
    meer individuen gediagnosticeerd
  • 2:22 - 2:25
    en kregen ze toegang
    tot de hulpverlening.
  • 2:25 - 2:28
    Ook onze definitie veranderde
    in de loop van de tijd.
  • 2:28 - 2:31
    We verruimden de definitie van autisme.
  • 2:31 - 2:35
    Ook daardoor
    zien we nu meer gevallen.
  • 2:35 - 2:38
    De volgende vraag
    die iedereen zich stelt,
  • 2:38 - 2:40
    is wat autisme veroorzaakt.
  • 2:40 - 2:43
    Een veel voorkomende misvatting is
  • 2:43 - 2:46
    dat vaccins autisme veroorzaken.
  • 2:46 - 2:49
    Laat ik heel duidelijk zijn:
  • 2:49 - 2:53
    vaccins veroorzaken geen autisme!
  • 2:53 - 3:00
    (Applaus)
  • 3:00 - 3:02
    Het oorspronkelijke onderzoek
  • 3:02 - 3:04
    dat dit suggereerde,
  • 3:04 - 3:07
    was helemaal frauduleus.
  • 3:07 - 3:10
    Het is teruggetrokken
    uit het tijdschrift The Lancet,
  • 3:10 - 3:12
    waarin het werd gepubliceerd.
  • 3:12 - 3:13
    De auteur, een arts,
  • 3:13 - 3:17
    verloor zijn medische licentie.
  • 3:17 - 3:20
    (Applaus)
  • 3:20 - 3:24
    Het Gezondheidsinstituut en
    de Centra voor Openbare Gezondheidszorg,
  • 3:24 - 3:26
    hebben dit herhaaldelijk onderzocht
  • 3:26 - 3:30
    en er is geen geloofwaardig bewijs
  • 3:30 - 3:32
    dat vaccins autisme veroorzaken.
  • 3:32 - 3:34
    Bovendien dachten ze
  • 3:34 - 3:37
    dat een van de ingrediënten in vaccins,
  • 3:37 - 3:39
    thimerosal,
  • 3:39 - 3:42
    de oorzaak van autisme was.
  • 3:42 - 3:46
    Dat zit sinds 1992
    niet meer in vaccins,
  • 3:46 - 3:49
    en je kunt zien
    dat het echt geen effect had
  • 3:49 - 3:52
    op het voorkomen van autisme.
  • 3:52 - 3:53
    Er is dus geen bewijs
  • 3:53 - 3:55
    dat dit het antwoord is.
  • 3:55 - 4:00
    Maar de vraag blijft:
    wat veroorzaakt autisme?
  • 4:00 - 4:02
    Waarschijnlijk is er
    niet één enkel antwoord.
  • 4:02 - 4:04
    Net zoals autisme een spectrum is,
  • 4:04 - 4:06
    is er een spectrum van etiologieën,
  • 4:06 - 4:08
    een spectrum van oorzaken.
  • 4:08 - 4:10
    Op basis van epidemiologische gegevens,
  • 4:10 - 4:12
    weten we dat een van de oorzaken
  • 4:12 - 4:14
    of een van de verbanden,
    moet ik zeggen,
  • 4:14 - 4:16
    de gevorderde vaderlijke leeftijd is.
  • 4:16 - 4:18
    Dat wil zeggen, als de vader
  • 4:18 - 4:20
    ouder is bij de conceptie.
  • 4:20 - 4:22
    Een andere kwetsbare
  • 4:22 - 4:25
    en kritieke periode
  • 4:25 - 4:27
    is de zwangerschap.
  • 4:27 - 4:30
    Tijdens de ontwikkeling
    van de foetale hersenen
  • 4:30 - 4:33
    weten we dat blootstelling
    aan bepaalde stoffen
  • 4:33 - 4:35
    het risico op autisme verhogen.
  • 4:35 - 4:38
    In het bijzonder is er
    een medicijn, valproïnezuur,
  • 4:38 - 4:41
    - moeders met epilepsie
    nemen het soms -
  • 4:41 - 4:44
    dat het risico op autisme verhoogt.
  • 4:44 - 4:47
    Ook een aantal besmettelijke stoffen
  • 4:47 - 4:49
    kunnen autisme veroorzaken.
  • 4:49 - 4:51
    Waar ik me een hele tijd
  • 4:51 - 4:53
    mee ga bezighouden,
  • 4:53 - 4:56
    zijn genen
    die autisme kunnen veroorzaken.
  • 4:56 - 4:57
    Niet omdat genen
  • 4:57 - 5:00
    de enige oorzaak van autisme zijn,
  • 5:00 - 5:02
    maar omdat ze
    een oorzaak van autisme zijn
  • 5:02 - 5:04
    die we gemakkelijk
    kunnen definiëren.
  • 5:04 - 5:06
    We willen meer inzicht
    in de biologie
  • 5:06 - 5:09
    en beter begrijpen
    hoe de hersenen werken
  • 5:09 - 5:11
    zodat we strategieën
    kunnen ontwikkelen
  • 5:11 - 5:13
    om te kunnen ingrijpen.
  • 5:13 - 5:16
    Een van de genetische factoren
    die we niet begrijpen,
  • 5:16 - 5:19
    is het verschil in voorkomen
  • 5:19 - 5:21
    bij mannen en vrouwen.
  • 5:21 - 5:24
    Mannen hebben 4 maal zo vaak
  • 5:24 - 5:25
    autisme als vrouwen,
  • 5:25 - 5:28
    en we begrijpen echt niet
    wat daarvan de oorzaak is.
  • 5:28 - 5:31
    Een van de manieren
    waarop we kunnen begrijpen
  • 5:31 - 5:33
    dat genetica speelt,
  • 5:33 - 5:34
    is door te kijken naar iets
  • 5:34 - 5:36
    dat concordantiegraad wordt genoemd.
  • 5:36 - 5:39
    Met andere woorden,
    als een broer of zus autisme hebben,
  • 5:39 - 5:41
    wat is dan de kans
    dat een andere broer
  • 5:41 - 5:44
    of zus in die familie
    autisme zal hebben?
  • 5:44 - 5:45
    We onderscheiden
  • 5:45 - 5:47
    drie types van broers en zussen:
  • 5:47 - 5:49
    identieke tweelingen,
  • 5:49 - 5:51
    dat zijn tweelingen die voor 100%
  • 5:51 - 5:53
    genetische informatie delen
  • 5:53 - 5:56
    en in de baarmoeder
    dezelfde omgeving deelden,
  • 5:56 - 5:58
    tegenover twee-eiige tweelingen,
  • 5:58 - 6:00
    tweelingen die voor 50%
  • 6:00 - 6:02
    dezelfde genetische
    informatie deelden,
  • 6:02 - 6:04
    en dan nog gewone broers en zussen,
  • 6:04 - 6:06
    broer-zus, zus-zus,
  • 6:06 - 6:08
    die ook voor 50% dezelfde
    genetische informatie delen,
  • 6:08 - 6:12
    maar in de baarmoeder
    niet dezelfde omgeving deelden.
  • 6:12 - 6:14
    Als je die concordantiegraden bekijkt,
  • 6:14 - 6:18
    valt op dat bij identieke tweelingen,
  • 6:18 - 6:21
    de concordantiegraad 77% is.
  • 6:21 - 6:25
    Opmerkelijk genoeg
    is het geen 100%.
  • 6:25 - 6:28
    Genen zijn niet alleen
    verantwoordelijk voor autisme,
  • 6:28 - 6:31
    maar toch voor een groot deel,
  • 6:31 - 6:33
    want als je kijkt
    naar twee-eiige tweelingen
  • 6:33 - 6:36
    is die concordantie slechts 31%.
  • 6:36 - 6:38
    Aan de andere kant is er een verschil
  • 6:38 - 6:41
    tussen die twee-eiige tweelingen
    en de broers en zussen.
  • 6:41 - 6:44
    Dat suggereert dat
    er gemeenschappelijke blootstelling
  • 6:44 - 6:46
    voor die twee-eiige tweelingen is
  • 6:46 - 6:47
    die niet even algemeen is
  • 6:47 - 6:49
    tussen andere broers en zussen.
  • 6:49 - 6:51
    Dit geeft toch aan
  • 6:51 - 6:53
    dat autisme genetisch bepaald is.
  • 6:53 - 6:55
    Maar hoe genetisch?
  • 6:55 - 6:58
    Wanneer we het vergelijken
    met andere gekende ziekten
  • 6:58 - 7:02
    zoals kanker,
    hart-en-vaatziekten, diabetes,
  • 7:02 - 7:06
    dan speelt genetica
    een veel grotere rol bij autisme
  • 7:06 - 7:08
    dan bij een
    van die andere aandoeningen.
  • 7:08 - 7:12
    Maar daarmee weten we nog niet
    welke genen het zijn.
  • 7:12 - 7:14
    We weten ook niet
    of bij enig kind
  • 7:14 - 7:18
    het één gen
    of mogelijk een combinatie van genen is.
  • 7:18 - 7:22
    Bij sommige personen met autisme
  • 7:22 - 7:24
    is het GENETISCH!
  • 7:24 - 7:27
    Dat betekent dat het één enkel,
  • 7:27 - 7:29
    krachtig, determinerend gen is
  • 7:29 - 7:31
    dat autisme veroorzaakt.
  • 7:31 - 7:33
    Maar bij anderen
  • 7:33 - 7:34
    is het ook genetisch,
  • 7:34 - 7:37
    maar een combinatie van genen
  • 7:37 - 7:40
    die samen met het ontwikkelingsproces
  • 7:40 - 7:44
    uiteindelijk het risico
    op autisme bepalen.
  • 7:44 - 7:46
    Tot nu toe kennen we voor niemand
  • 7:46 - 7:48
    het juiste antwoord.
  • 7:48 - 7:51
    Daarvoor moeten we dieper graven.
  • 7:51 - 7:52
    Dus de vraag is,
  • 7:52 - 7:56
    hoe we die genen
    kunnen identificeren.
  • 7:56 - 7:59
    Maar er kan ook een minder
    intuïtieve reden zijn.
  • 7:59 - 8:02
    Bij bepaalde individuen
  • 8:02 - 8:03
    kan autisme optreden
  • 8:03 - 8:06
    om een genetische reden
  • 8:06 - 8:09
    maar toch niet omdat autisme
    in de familie voorkomt.
  • 8:09 - 8:15
    Soms kunnen
    genetische veranderingen of mutaties
  • 8:15 - 8:18
    niet komen van de moeder
  • 8:18 - 8:19
    of van de vader,
  • 8:19 - 8:22
    maar bij de persoon zelf beginnen.
  • 8:22 - 8:26
    Dat zijn mutaties in de ei- of spermacel
    bij de conceptie.
  • 8:26 - 8:29
    Die zijn niet
    van generatie naar generatie
  • 8:29 - 8:31
    binnen de familie doorgegeven.
  • 8:31 - 8:34
    Die strategie kunnen we gebruiken
  • 8:34 - 8:36
    om de genen te begrijpen
    en te identificeren
  • 8:36 - 8:39
    die hun autisme veroorzaken.
  • 8:39 - 8:41
    In de Simons Foundation
  • 8:41 - 8:44
    onderzochten we 2.600 personen
  • 8:44 - 8:46
    zonder familiegeschiedenis van autisme.
  • 8:46 - 8:50
    Uitgaande van het kind
    en zijn ouders
  • 8:50 - 8:52
    proberen we te begrijpen
  • 8:52 - 8:56
    welke genen
    hun autisme veroorzaakten.
  • 8:56 - 8:59
    Daarvoor moeten we
    alomvattend kijken
  • 8:59 - 9:02
    naar al die genetische informatie
  • 9:02 - 9:04
    en bepalen wat de verschillen zijn
  • 9:04 - 9:08
    tussen moeder, vader en kind.
  • 9:08 - 9:10
    Mijn excuses,
  • 9:10 - 9:12
    maar ik gebruik een verouderde analogie
  • 9:12 - 9:14
    met encyclopedieën
    eerder dan met Wikipedia,
  • 9:14 - 9:17
    maar ik doe dit
    om duidelijk te maken
  • 9:17 - 9:20
    dat we bij deze inventarisatie
  • 9:20 - 9:23
    moesten kijken
    naar enorme hoeveelheden informatie.
  • 9:23 - 9:26
    Onze genetische informatie
    is georganiseerd
  • 9:26 - 9:28
    in een reeks van 46 volumes.
  • 9:28 - 9:30
    We moesten rekening houden
  • 9:30 - 9:32
    met elk van die 46 volumes.
  • 9:32 - 9:34
    In sommige gevallen van autisme
  • 9:34 - 9:37
    ontbreekt er één enkel volume.
  • 9:37 - 9:39
    We moesten meer in detail gaan,
  • 9:39 - 9:41
    die boeken openen,
  • 9:41 - 9:43
    en in bepaalde gevallen
  • 9:43 - 9:45
    was de genetische verandering subtieler.
  • 9:45 - 9:48
    Misschien ontbrak één enkele paragraaf,
  • 9:48 - 9:51
    of nog subtieler,
  • 9:51 - 9:53
    één enkele letter.
  • 9:53 - 9:56
    Eén op de 3 miljard letters
  • 9:56 - 9:57
    kon veranderd zijn,
  • 9:57 - 9:59
    en toch ingrijpende gevolgen hebben
  • 9:59 - 10:01
    op hoe het brein werkt
  • 10:01 - 10:03
    en het gedrag beïnvloedt.
  • 10:03 - 10:06
    Met deze families
  • 10:06 - 10:08
    waren we in staat om voor ongeveer
  • 10:08 - 10:10
    25% van de personen vast te stellen
  • 10:10 - 10:15
    dat één enkele krachtige genetische factor
  • 10:15 - 10:18
    in die families
    autisme veroorzaakte.
  • 10:18 - 10:23
    Maar voor 75%
    hebben we nog geen verklaring.
  • 10:23 - 10:24
    Terwijl we dit deden,
  • 10:24 - 10:26
    kwamen we
    tot de deemoedigende vaststelling
  • 10:26 - 10:29
    dat er niet zomaar
  • 10:29 - 10:31
    één enkel gen voor autisme bestond.
  • 10:31 - 10:32
    Volgens de huidige schattingen
  • 10:32 - 10:35
    zouden 200 tot 400
    verschillende genen
  • 10:35 - 10:37
    autisme kunnen veroorzaken.
  • 10:37 - 10:38
    Dat verklaart ten dele
  • 10:38 - 10:40
    waarom we zo een breed spectrum
  • 10:40 - 10:43
    van effecten zien.
  • 10:43 - 10:45
    Ondanks die vele genen
  • 10:45 - 10:47
    zit er enige orde in de chaos.
  • 10:47 - 10:49
    Het zijn niet zomaar willekeurig
  • 10:49 - 10:51
    200 à 400 verschillende genen,
  • 10:51 - 10:53
    maar in feite passen ze in elkaar.
  • 10:53 - 10:55
    Ze passen samen in een traject.
  • 10:55 - 10:56
    Ze passen samen in een netwerk
  • 10:56 - 10:58
    dat nu zin begint te krijgen
  • 10:58 - 11:01
    in termen van hoe het brein werkt.
  • 11:01 - 11:03
    Het wordt stilaan een aanpak
    van onderuit,
  • 11:03 - 11:05
    waar we de genen, de eiwitten
  • 11:05 - 11:06
    en de moleculen identificeren.
  • 11:06 - 11:09
    We beginnen te begrijpen
    hoe ze met elkaar interageren
  • 11:09 - 11:11
    om dat neuron te laten werken.
  • 11:11 - 11:13
    We beginnen te begrijpen
    hoe die neuronen samen
  • 11:13 - 11:15
    circuits laten werken,
  • 11:15 - 11:17
    en hoe die circuits werken
  • 11:17 - 11:18
    om gedrag te controleren.
  • 11:18 - 11:21
    We beginnen dat te begrijpen,
    zowel bij mensen met autisme
  • 11:21 - 11:25
    als bij individuen
    met een normale cognitie.
  • 11:25 - 11:28
    Vroege diagnose
    is erg belangrijk voor ons.
  • 11:28 - 11:29
    Tijdig die diagnose stellen
  • 11:29 - 11:31
    voor iemand die vatbaar is,
  • 11:31 - 11:33
    opent een venster
  • 11:33 - 11:35
    met de mogelijkheid om
  • 11:35 - 11:37
    een gunstige invloed te hebben
  • 11:37 - 11:40
    op de zich ontwikkelende hersenen.
  • 11:40 - 11:44
    Mensen als Ami Klin
    hebben methoden ontwikkeld
  • 11:44 - 11:46
    om voor kleine kinderen
  • 11:46 - 11:49
    biomarkers te gebruiken,
  • 11:49 - 11:52
    in dit geval oogcontact
    en ogen volgen,
  • 11:52 - 11:54
    om een kind met risico
    te identificeren.
  • 11:54 - 11:56
    Dit kind, dat zeer goed oogcontact
  • 11:56 - 11:58
    maakt met deze vrouw,
  • 11:58 - 12:01
    terwijl ze ‘Itsy, Bitsy Spider’ zingt,
  • 12:01 - 12:04
    gaat geen autisme ontwikkelen.
  • 12:04 - 12:07
    Van deze baby weten we
    dat het in orde komt.
  • 12:07 - 12:11
    Maar dit kind
    gaat autisme ontwikkelen.
  • 12:11 - 12:16
    Je kan zien
    dat het geen goed oogcontact maakt.
  • 12:16 - 12:18
    In plaats van zich
    op de ogen te richten
  • 12:18 - 12:20
    en een sociaal contact te leggen,
  • 12:20 - 12:23
    kijkt het naar de mond,
    naar de neus
  • 12:23 - 12:25
    en kijkt het weg,
  • 12:25 - 12:27
    maar maakt geen sociaal contact.
  • 12:27 - 12:30
    In staat zijn om dit
    op zeer grote schaal te doen,
  • 12:30 - 12:33
    baby’s en kinderen
    screenen op autisme,
  • 12:33 - 12:36
    op een robuuste, betrouwbare manier,
  • 12:36 - 12:39
    gaat zeer nuttig zijn
  • 12:39 - 12:41
    om in een vroeg stadium
    tussenbeide te komen
  • 12:41 - 12:44
    als we de grootste impact
    kunnen hebben.
  • 12:44 - 12:47
    Hoe gaan we ingrijpen?
  • 12:47 - 12:49
    Het gaat waarschijnlijk
    een combinatie van factoren zijn.
  • 12:49 - 12:53
    Voor sommigen
    gaan we medicijnen gebruiken.
  • 12:53 - 12:56
    Het identificeren
    van de genen voor autisme
  • 12:56 - 12:58
    is voor ons belangrijk
  • 12:58 - 13:00
    om gewenste medicijnen
    te identificeren,
  • 13:00 - 13:02
    om dingen te vinden
    die we zouden kunnen beïnvloeden
  • 13:02 - 13:04
    en er zeker van te zijn
  • 13:04 - 13:05
    wat we moeten doen bij autisme.
  • 13:05 - 13:08
    Maar dat zal niet
    het enige antwoord zijn.
  • 13:08 - 13:11
    Naast medicatie gaan we
    educatieve strategieën gebruiken.
  • 13:11 - 13:13
    Mensen met autisme zitten soms
  • 13:13 - 13:15
    een beetje anders in elkaar.
  • 13:15 - 13:17
    Ze leren op een andere manier.
  • 13:17 - 13:19
    Ze nemen hun omgeving anders waar
  • 13:19 - 13:22
    en we moeten ze onderwijzen
  • 13:22 - 13:25
    op een manier
    die het beste bij hen past.
  • 13:25 - 13:27
    Hier zijn een heleboel mensen
  • 13:27 - 13:29
    die goede ideeën hebben
  • 13:29 - 13:31
    over nieuwe technologieën
    die we kunnen gebruiken,
  • 13:31 - 13:34
    gaande van apparaten
    om de hersenen te trainen
  • 13:34 - 13:36
    om ze efficiënter te maken
  • 13:36 - 13:38
    en te compenseren op gebieden
  • 13:38 - 13:39
    waar ze het wat moeilijk hebben,
  • 13:39 - 13:42
    tot zelfs dingen
    als Google Glass.
  • 13:42 - 13:43
    Je zou je kunnen indenken
    dat Gabriël,
  • 13:43 - 13:45
    met zijn sociale onhandigheid,
  • 13:45 - 13:47
    een Google Glass zou kunnen dragen
  • 13:47 - 13:48
    met een oortje in zijn oor,
  • 13:48 - 13:50
    en een coach om hem te helpen,
  • 13:50 - 13:53
    en in staat zijn om mee te denken
    over de gesprekken
  • 13:53 - 13:54
    en gesprek-aanzetten.
  • 13:54 - 13:56
    Misschien zou hij zelfs ooit
  • 13:56 - 13:59
    een meisje uitnodigen voor een date.
  • 13:59 - 14:01
    Al deze nieuwe technologieën
  • 14:01 - 14:03
    bieden enorme mogelijkheden
  • 14:03 - 14:05
    om impact te hebben
  • 14:05 - 14:07
    op mensen met autisme,
  • 14:07 - 14:10
    maar toch hebben we
    nog een lange weg te gaan.
  • 14:10 - 14:11
    Hoeveel we ook weten,
  • 14:11 - 14:14
    er is zo veel meer
    dat we niet weten,
  • 14:14 - 14:16
    en dus ik nodig jullie allen uit
  • 14:16 - 14:19
    om met ons mee te denken
  • 14:19 - 14:20
    hoe dit beter te doen,
  • 14:20 - 14:23
    om samen onze collectieve
    wijsheid te benutten
  • 14:23 - 14:25
    om een verschil te maken.
  • 14:25 - 14:29
    Vooral mensen uit families
    met autisme nodig ik uit
  • 14:29 - 14:32
    om bij het interactieve
    autismenetwerk aan te sluiten,
  • 14:32 - 14:34
    om zelf een deel
    van de oplossing te zijn.
  • 14:34 - 14:37
    We moeten met velen zijn
  • 14:37 - 14:39
    om na te denken
    over wat belangrijk is,
  • 14:39 - 14:41
    wat een betekenisvol
    verschil gaat uitmaken.
  • 14:41 - 14:43
    Als we aan iets denken
  • 14:43 - 14:44
    als een mogelijke oplossing,
  • 14:44 - 14:46
    hoe goed werkt het dan?
  • 14:46 - 14:48
    Gaat het echt
    een verschil maken
  • 14:48 - 14:50
    in je leven als enkeling
  • 14:50 - 14:52
    of voor een gezin met autisme?
  • 14:52 - 14:55
    We gaan mensen
    van alle leeftijden nodig hebben,
  • 14:55 - 14:56
    van jong tot oud,
  • 14:56 - 14:58
    en met alle verschillende vormen en maten
  • 14:58 - 15:00
    van de autismespectrumstoornis
  • 15:00 - 15:02
    om impact te kunnen hebben.
  • 15:02 - 15:06
    Dus nodig ik allen uit
    om hieraan mee te doen
  • 15:06 - 15:09
    van mensen met autisme
  • 15:09 - 15:11
    beter en rijker te maken.
  • 15:11 - 15:14
    Dankjewel.
  • 15:14 - 15:18
    (Applaus)
Title:
Autisme — wat we weten (en nog niet weten)
Speaker:
Wendy Chung
Description:

In deze op feiten gebaseerde talk deelt geneticus Wendy Chung mee wat we weten over de autismespectrumstoornis - bijvoorbeeld dat autisme meerdere, misschien wel met elkaar verbonden, oorzaken heeft. Chung en haar team kijken verder dan de zorgen en problemen die een diagnose met zich meebrengt, naar wat we geleerd hebben uit studies, behandelingen en goed luisteren.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
15:35
  • 3:20 Ik heb de Amerikaanse instellingen vertaald, anders is dit niet duidelijk voor Nederlandstaligen.

    3:41 Wat er staat en wat je hoort, ligt in de tijd uit elkaar. Deze ondertitels kan je beter samenvoegen.

    4:04 Ik heb de Engelse ondertitels verbeterd, die ideologie en etiologie met elkaar verwarden.

    4:44 Infectious agents: is besmettelijke stoffen ook oké? infectieuze agentia lijkt me onbegrijpelijk voor de leek.

    Rik, laat maar weten wat je ervan denkt!

  • Els,

    Met alles akkoord. Ik vond het ook al raar wat 'ideologie' daar kwam doen, maar kwam niet op het lumineuze idee om eens naar het origineel te luisteren. Mijn belletje rinkelde niet hard genoeg. 'Etiologie' was voor mij een onbekend begrip.

    Bedankt,

    Rik

Dutch subtitles

Revisions