Een chip, een dichter en een jongen. Het is ongeveer 20 jaar geleden, juni 1994, toen Intel aankondigde dat er een fout zat in het hart van hun Pentiumchip. Diep in de code van het SRT-algoritme om de noodzakelijke tussenquotiënten te berekenen voor de iteratieve floating points van delingen -- ik weet niet wat dat wil zeggen, ik vond het op Wikipedia -- was er een gebrek en een fout waardoor er een zekere kans was dat het resultaat van de berekening fout zou zijn. De kans was één op elke 360 miljard berekeningen. Intel zei dus dat de gemiddelde spreadsheet eens om de 27.000 jaar fout zou zijn. Ze vonden het niet significant, maar de gemeenschap stond op haar kop. De techies zeiden dat dit gebrek moest aangepakt worden. Ze zouden niet lijdzaam toezien hoe Intel hen die chips gaf. Het was wereldwijd revolutie. Mensen betoogden om te eisen -- oké, niet echt helemaal zo -- maar ze verhieven hun stem om te eisen dat Intel het gebrek zou herstellen. Intel zette 475 miljoen dollar opzij om de vervanging van miljoenen chips te betalen, om het op te lossen. In onze maatschappij werden miljarden uitgegeven om een probleem op te lossen dat zich eens om de 360 miljard berekeningen zou voordoen. Nummer twee, een dichter. Dit is Martin Niemöller. Je kent zijn gedichten. Op het toppunt van de Naziperiode begon hij het vers te herhalen: "Eerst kwamen ze de communisten halen, en ik deed niets, ik verhief mijn stem niet omdat ik geen communist was. Dan kwamen ze de socialisten halen. Dan kwamen ze de vakbondslui halen. Dan kwamen ze de Joden halen. En dan kwamen ze mij halen. Maar er was niemand over om het voor me op te nemen." Niemöller biedt een zeker inzicht in het hart van de intelligentie. We zouden het doorzicht kunnen noemen. Het is een soort test: herken je een onderliggende dreiging en reageer je erop? Kan je jezelf of je soort redden? Blijkt dat mieren daar goed in zijn. Koeien niet bepaald. Zie je het patroon? Zie je een patroon, herken je het en doe je er iets aan? Nummer twee. Nummer drie: een jongen Dit is mijn vriend Aaron Swartz. Hij is een vriend van Tim. Hij is een vriend van velen in dit publiek. Zeven jaar geleden zocht Aaron me op met een vraag. Dit was kort voor ik mijn eerste TED Talk zou geven. Ik was zo trots. Ik vertelde hem over mijn talk, 'Wetten die creativiteit verstikken'. Aaron keek me aan en was wat ongeduldig. Hij zei: "Hoe ga je ooit de problemen oplossen waar je het over hebt? Auteursrechtenbeleid, internetbeleid, hoe ga je die problemen ooit aanpakken zolang er fundamentele corruptie is in de manier waarop onze overheid werkt?" Ik was wat van slag hierdoor. Hij deelde niet in mijn vreugde. Ik zei: "Weet je, Aaron, het is niet mijn domein." Hij: "Bedoel je 'niet je academische onderzoeksveld' "? Ik: "Ja, het is niet mijn academische onderzoeksveld." Hij: "Maar als burger?" Als burger. Zo zat Aaron in elkaar. Hij beweerde niet, hij stelde vragen. Maar zijn vragen waren even duidelijk als de knuffel van mijn kind van 4. Hij zei tegen mij: "Je moet er benul van krijgen. Je moet er benul van krijgen, want er zit een fout in het hart van het besturingssysteem van deze democratie. Het is geen fout die zich voordoet bij elke 360 miljardste beslissing, maar elke keer, bij elke belangrijke kwestie. We moeten de koeiigheid van de politiek een halt toeroepen. We moeten ons richten op de 'fourmi' - formatische houding -- dat leer ik op het internet -- de appreciërende houding van de mier waardoor we dit defect herkennen en onze soort en onze demonen redden. Als je Aaron Swartz kent, weet je dat we hem verloren, iets meer dan een jaar geleden. Het was ongeveer zes weken voor ik mijn TED Talk gaf. Ik was zo dankbaar dat Chris me had gevraagd om deze TED Talk te geven, niet omdat ik dan voor jullie kon praten, hoe leuk dat ook was, maar omdat het me redde uit een uitzonderlijke depressie. Ik kon de droefheid met geen woorden beschrijven. Ik moest focussen. Focussen op wat ik jullie zou zeggen. Dat was mijn redding. Maar na al de opwinding en kracht die van deze gemeenschap uitgaat, begon ik te verlangen naar een minder steriele, minder academische manier van omgaan met deze dingen, de dingen waar ik het over had. We gingen ons richten op New Hampshire als doel voor een politieke beweging, omdat de voorverkiezing in New Hampshire zo ongelooflijk belangrijk is. De groep 'New Hampshire Rebellion' begon te praten over hoe we van deze corruptie het hoofdthema van 2016 konden maken. Maar het was een andere ziel die mijn verbeelding prikkelde, een vrouw, Doris Haddock, alias Oma D. Op 1 januari 1999, 15 jaar geleden, op haar 88ste, begon Oma D. aan een tocht. Ze begon in Los Angeles en ging te voet op weg naar Washington, D.C., met een bord op haar borst, waarop 'Hervorming campagnefinanciering'. 18 maanden later, ze was toen 90, kwam ze aan in Washington, met honderden in haar kielzog, waaronder vele congresleden die met de auto tot ongeveer 1,5 km buiten de stad waren gereden, om samen met haar naar binnen te stappen. (Gelach) Ik heb geen 13 maanden om door het land te stappen. Ik heb 3 kinderen die een hekel hebben aan wandelen, en een vrouw die, zo blijkt, het nog steeds niet leuk vindt als ik weg ben, mysterieus genoeg. Dit was dus geen optie. Maar mijn vraag was: kunnen we Oma D. wat remixen? Waarom geen tocht van niet van 5.200 kilometer, maar van 290 km doorheen New Hampshire in januari? Dus op 11 januari, de verjaardag van de dood van Aaron, begonnen we aan een tocht die eindigde op 24 januari, de geboortedatum van Oma D. In totaal stapten 200 mensen met ons mee van het bovenste naar het onderste punt van New Hampshire, om te praten over deze kwestie. Wat me verraste, wat ik helemaal niet dacht aan te treffen, was de passie en boosheid bij iedereen met wie we over deze kwestie praatten. Een enquête had ons geleerd dat 96 procent van de Amerikanen het belangrijk vindt om de invloed van geld op de politiek te beperken. Politici en goeroes zeggen je dat we er niets aan kunnen doen, dat Amerikanen er niet om malen. De reden is dat 91 procent van de Amerikanen denkt dat er niets aan te doen is. De kloof tussen 96 en 91 procent verklaart de politiek van berusting. Tenslotte wil minstens 96 procent van ons kunnen vliegen als Superman, maar omdat tenminste 91 procent van ons geloven dat dat niet kan, springen we niet van hoge gebouwen telkens we die drang voelen. Dat komt omdat we onze grenzen aanvaarden, en zo is het ook met deze hervorming. Maar als je mensen een gevoel van hoop geeft, dan gaat dat absolute gevoel van onmogelijkheid wegsmelten. Harvey Milk zei het al: als je ze hoop geeft, geef je ze een kans, een manier om te bedenken hoe verandering mogelijk is. Hoop. Hoop is dat ene waarin wij, Aarons vrienden, hem tekort deden, want we stonden toe dat hij zijn gevoel van hoop verloor. Ik hield van die jongen als van mijn zoon. Maar we hebben hem tekort gedaan. Ik hou van mijn land. Dat zal ik niet tekort doen. Dat zal niet gebeuren. Dat gevoel van hoop zullen we vasthouden. We zullen ervoor vechten, hoe onmogelijk het gevecht ook lijkt. Wat nu? We begonnen aan deze mars met 200 mensen. Volgend jaar zullen er 1000 zijn, langs verschillende wegen, die marcheren in januari en in Concord samenkomen om deze zaak te vieren. In 2016, voor de voorverkiezingen, zullen er 10.000 door de staat marcheren, en in Concord samenkomen om deze zaak te vieren. Tijdens onze mars begonnen mensen in het hele land te zeggen: "Kunnen wij hetzelfde doen in onze staat?" Dus startten we een platform, G.D.Walkers, Granny D. Walkers (Oma D.-Stappers). Over het hele land zullen Granny D.-stappers opstappen voor deze hervorming. Nummer één. Nummer twee: op deze mars was één van de stichters van Thunderclap, David Cascino, bij ons en zei: "Wat kunnen we doen?" Zij ontwikkelden een platform dat we vandaag aankondigen en waardoor we kiezers verzamelen die deze hervormingsidee genegen zijn. Waar je ook bent, binnen of buiten New Hampshire, je kan je opgeven en rechtstreeks informatie krijgen over de standpunten van kandidaten over dit punt, zodat je kan kiezen voor wie je stemt in functie van wie deze mogelijkheid realiteit zal laten worden. En dan nummer drie, het moeilijkste. We leven in de tijd van de Super PAC. Gisteren kondigde Merriam aan dat Super PAC in het Merriam-Webster-woordenboek zal staan. Het is nu een officieel woord in het woordenboek. Dus op 1 mei, op May Day, proberen we een experiment. We gaan proberen om een Super PAC te lanceren die een einde maakt aan alle Super PACs. Dat werkt ongeveer zo. Het afgelopen jaar werkten we samen met analisten en politieke experts om de kost te berekenen om genoeg stemmen te behalen in het Congres van de VS voor een fundamentele hervorming. Wat is dat getal? Een half miljard? Een miljard? Wat is het getal? Wat het ook is, we zorgen voor een soort kickstart -- want KickStarter mag je niet voor politiek gebruiken -- van een eerste campagne van onderuit, waarbij mensen kleine bedragen van een dollar geven die afhangen van heel ambitieuze doelen. Als die doelen zijn bereikt, richten we ons tot de grote dollarleveranciers en vragen hen om bij te dragen tot de vorming van een SuperPac die nodig is om dit pleit te winnen, om de manier te veranderen waarop geld politiek beïnvloedt, zodat op 8 november, en dat is, zo ontdekte ik gisteren, de dag waarop Aaron 30 zou zijn geworden, op 8 november zullen we vieren dat 218 volksvertegenwoordigers en 60 senatoren in de Senaat hun steun hebben gegeven aan dit idee van fundamentele hervorming. Gisteren hoorden we over wensen. Dit is mijn wens. Eén mei. Mogen de idealen van één jongen een natie verenigen rond een cruciaal idee dat we één volk zijn, het volk aan wie een overheid beloofd was, een overheid die, zo was beloofd, zou afhangen van de mensen alleen. De mensen, zo leerde Madison, dat waren de rijken niet méér dan de armen. Eén mei. Hopelijk word je lid van deze beweging, niet omdat je politicus bent, niet omdat je expert bent, niet omdat dit je domein is, maar omdat je een burger bent. Dat heeft Aaron mij gevraagd. Ik vraag het jullie nu. Zeer hartelijk dank. (Applaus)