Nu je hebt geleerd hoe je Sprite Lab
moet gebruiken, ga je
je programma laten reageren
als iemand ermee speelt.
Om dat te doen, ga je gebeurtenissen gebruiken.
Een gebeurtenis vertelt je programma
te luisteren
tot er iets gebeurt en
dan meteen te reageren.
Enkele voorbeelden van gebeurtenissen zijn
het luisteren naar een muis, het klikken
op een pijltjestoets, drukken
of tikken op de scherm-
blokken zoals wanneer erop geklikt wordt,
worden gebeurtenisblokken genoemd.
De code die gekoppeld is aan
een gebeurtenisblok loopt
wanneer de juiste actie wordt gedetecteerd.
Bijvoorbeeld,
als ik dit zeg-blok vastmaak aan de
wanneer geklikt-gebeurtenis,
zal mijn sprite zal iets zeggen
als de gebruiker erop klikt
of erop tikt.
Je ziet dat gebeurtenisblokken
niet in je hoofdprogramma klikken.
In plaats daarvan maken ze
hun eigen kleine programma's.
Als je meerdere sprites hebt,
kun je u extra gebeurtenissen gebruiken
om een interactief verhaal te vertellen.
Hallo, Pizza!
Avocado, mijn vriend!
Je zult snel leren hoe je nog
meer kunt doen in Sprite lab,
inclusief het veranderen van de
grootte of het uiterlijk van een sprite,
het instellen van verschillende achtergronden,
geluiden afspelen en meer.
Wat wil je dat je sprites doen als iemand
ermee communiceert?
Het is aan jou.