Ik ben bang dat ik ben een van de sprekers ben waarvan je hoopt dat je ze niet gaat tegenkomen bij TED. Om te beginnen heb ik niet eens een mobieltje, ik speel op veilig. Ten tweede is een politiek theoreticus die komt praten over de crisis van de democratie niet echt een sexy onderwerp. Daar komt nog bij dat ik geen antwoorden geef. Ik ga er eerder nog wat vragen aan toevoegen. Een van de dingen die ik in vraag wil stellen, is de erg populaire hoop van vandaag dat transparantie en openheid het vertrouwen in de democratische instellingen kunnen herstellen. Nog een reden om mij een beetje te wantrouwen. Jullie van de TED-kerk zijn een erg optimistisch gezelschap. (Gelach) Jullie geloven in complexiteit, niet in dubbelzinnigheid. Zoals jullie is verteld, ben ik een Bulgaar. Volgens de enquêtes zijn wij de meest pessimistische mensen ter wereld. (Gelach) In The Economist stond onlangs een artikel dat ging over de recente studies over geluk. De titel luidde: 'De gelukkigen, de ongelukkigen en de Bulgaren.' (Gelach) Nu je weet wat te verwachten, begin ik mijn verhaal. Een regenachtige verkiezingsdag in een klein land -- misschien mijn land, maar misschien ook jullie land. Doordat het bleef regenen tot vier uur in de middag, kwam er niemand opdagen bij de stembureaus. Maar toen de regen stopte, gingen de mensen stemmen. Toen de stemmen waren geteld, had drievierde blanco gestemd. De regering en de oppositie waren met verstomming geslagen. Omdat je weet hoe je protesten aanpakt. Je weet wie je moet arresteren, met wie je moet onderhandelen. Maar wat doe je met mensen die blanco stemmen? De regering besloot nieuwe verkiezingen in te richten. Dit keer stemde zelfs een groter aantal, 83 procent, blanco. In feite lieten ze via de stembus weten dat ze niemand hadden om voor te stemmen. Zo begint een mooie roman van José Saramago 'De stad der zienden'. Volgens mij geeft hij een heel goed beeld van de hedendaagse problemen van de democratie in Europa. Op één niveau stelt niemand in vraag dat democratie de beste vorm van regering is. Democratie is gewoon het enige dat er is. Maar veel mensen gaan geloven dat ze niet meer de moeite waard is. De laatste 30 jaar zien politieke wetenschappers een constante daling in electorale opkomst. Net die mensen zijn het minst geïnteresseerd waarvan je zou verwachten dat ze er het meeste voordeel uit zouden halen. Ik bedoel de werklozen, de kansarmen. Dit is een belangrijke kwestie. Omdat vooral nu, met de economische crisis, je kunt zien dat het vertrouwen in de politiek, in de democratische instellingen, echt werd verwoest. Volgens de meest recente enquête van de Europese Commissie, denkt 89 procent van de burgers van Europa dat er een groeiende kloof is tussen de mening van de beleidsmakers en de mening van het publiek. Slechts 18 procent van de Italianen en 15 procent van de Grieken geloven dat hun stem telt. Mensen beginnen te begrijpen dat ze wel regeringen kunnen wijzigen, maar niet het beleid. Daarom de volgende vraag: hoe komt het dat we in samenlevingen leven die veel vrijer zijn dan ooit tevoren -- we hebben meer rechten, gemakkelijker reizen, we beschikken over meer informatie -- maar tegelijkertijd het vertrouwen in onze democratische instellingen hebben verloren? Daarom vraag ik: wat liep er goed en wat liep er fout in deze vijftig jaar als we het hebben over democratie? Ik zal beginnen met wat er goed liep. Het eerste dat goed was, zijn deze vijf revoluties die onze manier van leven erg veranderden en onze democratische ervaring verdiepten. De eerste was de culturele en sociale revolutie van 1968 en 1970, die het individu tot centrum van de politiek maakte. Het ging om mensenrechten. Het was ook een grote doorbraak, een cultuur van dissidentie, een cultuur van non-conformisme, tot dan toe ongezien. Zo'n dingen zijn eigen aan de kinderen van '68 -- alhoewel de meesten van ons toen nog niet geboren waren. Maar daarna kwam de marktrevolutie van de jaren tachtig. Alhoewel linksvoelende mensen ze proberen te haten, was het toch de marktrevolutie die met de boodschap kwam: "De regering weet het niet beter." Je krijgt meer op keuze gebaseerde samenlevingen. Ook 1989: het einde van het communisme, het einde van de koude oorlog. de geboorte van de geglobaliseerde wereld. Dan komt Internet. Ik hoef dit publiek niet uit te leggen in welke mate het Internet mensen mondig maakte. Het veranderde de manier waarop we communiceren en waarop we de politiek zijn gaan bekijken. Het idee van politieke gemeenschap is volledig veranderd. Ik vernoem ook de revolutie in de neurowetenschappen. Die veranderde volledig ons begrip van hoe mensen beslissingen nemen. Dit is wat er goed liep. Maar als we willen weten wat er is misgegaan, komen we uit bij de dezelfde vijf revoluties. In de jaren zestig en zeventig had je de culturele en sociale revolutie die in zeker zin het idee van een collectief doel overboord gooide. Al die collectieve naamwoorden waarover we leerden -- natie, klasse, familie. We zijn scheiden normaal gaan vinden, als we al getrouwd zijn. Dit alles werd zeer aangevochten. Het is zo moeilijk om mensen bij de politiek te betrekken wanneer zij geloven dat waar ze persoonlijk staan het enige is dat van belang is. Je hebt de marktrevolutie van de jaren tachtig en de enorme toename van de ongelijkheid in de samenleving. Denk eraan dat tot de jaren 70, de verspreiding van de democratie altijd gepaard is gegaan met een daling van de ongelijkheid. Hoe democratischer onze samenlevingen werden, hoe gelijker ze werden. Nu zien we de omgekeerde tendens. De verspreiding van democratie gaat nu veel meer gepaard met een toename van de ongelijkheid. Ik vind dit zeer verontrustend wanneer we praten over wat goed en fout gaat met de democratie van vandaag. Over 1989 -- iets waarvan je verwacht dat niemand het gaat bekritiseren -- zul je vaak horen: "Het was het einde van de koude oorlog die het sociaal contract tussen de elites en de gewone man opblies." Toen de Sovjet-Unie er nog was, hadden de rijken en de machtigen de gewone man nog nodig omdat ze hem vreesden. Nu hebben elites in principe vrij spel. Ze zijn erg mobiel. Je kan ze niet belasten. Ze hebben van de gewone man niets meer te vrezen. Daardoor krijg je een merkwaardige situatie waarbij de elites niet meer door de kiezers worden gecontroleerd. Dus is het geen toeval dat de kiezers niet meer geïnteresseerd zijn in stemmen. En dan het Internet. Het is waar dat we allemaal verbonden zijn door het Internet, maar we weten ook dat het Internet echokamers en politieke getto's crëerde waardoor je levenslang alleen maar contact houdt met je eigen politieke stroming. Daardoor wordt het steeds moeilijker om andersdenkenden te begrijpen. Ik weet dat velen hier prachtig hebben gesproken over de digitale wereld en de mogelijke samenwerking, maar heb je de impact van de digitale wereld op de Amerikaanse politiek gezien? Dat is ook een gevolg van de internetrevolutie. Dat is de andere kant van de medaille. Wat de politieke adviseurs leerden van de neurowetenschappers is dat je niet meer moet praten over ideeën of beleidsprogramma's. Het gaat erom hoe je de emoties van mensen manipuleert. Dat gaat zelfs zover dat, als we vandaag over revoluties praten, het niet meer over ideologieën of ideeën gaat. Vroeger droegen revoluties ideologische namen. Ze konden communistisch, liberaal, fascistisch of islamitisch zijn. Nu worden ze genoemd naar het meest gebruikte medium. Je hebt nu Facebook- of Twitterrevoluties. De inhoud telt niet meer, het gaat om de media. Ik zeg dit omdat een van mijn belangrijkste punten is dat dat wat goed liep, tegelijk ook fout liep. Wanneer we nu willen zien hoe we de situatie kunnen veranderen, als we willen weten wat we kunnen doen voor de democratie, moeten we deze dubbelzinnigheid voor ogen houden. De dingen waar we het meest van houden, kunnen ons ook het meest beschadigen. Het is tegenwoordig erg 'in' om te geloven dat het streven naar transparantie, de connectie tussen actieve burgers, nieuwe technologieën en transparantie-vriendelijker wetgeving, het vertrouwen in de politiek kunnen herstellen. Je denkt dat met deze nieuwe technologieën en mensen die ze willen gebruiken, het voor de regeringen veel moeilijker zal worden om te liegen, te stelen en waarschijnlijk zelfs te doden. Dit is waarschijnlijk waar. Maar ik geloof dat we ook duidelijk moeten zeggen dat transparantie centraal maken in de politiek, erg dom is. Transparantie gaat niet over het herstellen van vertrouwen in de instellingen. Transparantie is het middel waarmee de politiek het wantrouwen beheert. Wij gaan ervan uit dat onze samenlevingen gebaseerd zullen zijn op wantrouwen. Wantrouwen was trouwens al altijd erg belangrijk voor de democratie. Daarom is er een scheiding der machten. Daarom is er creatief wantrouwen tussen de vertegenwoordigers en vertegenwoordigden. Maar wanneer politiek alleen gaat over beheer van wantrouwen, -- ik ben zeer blij dat '1984' werd genoemd -- dan krijgen we '1984' in omgekeerde richting. Het gaat niet om Big Brother die jou in de gaten houdt, maar wij worden de Big Brother die kijkt naar de politieke klasse. Maar is dit het idee van een vrije samenleving? Kan je je voorstellen dat fatsoenlijke, burgerlijke, getalenteerde mensen kiezen voor de politiek als ze denken dat politiek ook gaat over het beheren van wantrouwen? Ben je niet bang van al deze technologieën die elke verklaring van politici over bepaalde kwesties altijd weer kunnen opsporen? Ben je niet bang dat dit een zeer krachtig signaal is aan politici om vast te houden aan hun standpunten, ook al zijn ze fout, omdat consistentie belangrijker wordt dan gezond verstand? En voor de Amerikanen in de zaal: zijn jullie niet bang dat jullie presidenten gaan regeren op basis van wat ze in de voorverkiezingen zeiden? Ik vind dit heel belangrijk, omdat democratie gaat over mensen die hun standpunten wijzigen op basis van rationele argumenten en discussies. Dit kunnen we kwijtraken door het zeer nobele idee om mensen ter verantwoording te roepen, om de mensen te laten zien dat we politiek opportunisme van politici niet zullen tolereren. Dit is voor mij uiterst belangrijk. Als we het vandaag over politiek hebben, is het waarschijnlijk zinvol dit soort verhaal er ook in te betrekken. Vergeet niet dat elke onthulling ook een verhulling is. Hoe transparant onze regeringen ook zullen zijn, ze zullen selectief transparant zijn. In een klein land dat mijn land kon zijn, maar ook jullie land, namen ze een besluit -- dit keer echt gebeurd -- dat alle regeringsbeslissingen, discussies in de ministerraad, op het Internet moesten worden gepubliceerd binnen de 24 uur nadat de discussies hadden plaatsgevonden. Het publiek was er erg voor. Ik kreeg de kans om de eerste minister te vragen waarom hij dit besluit had genomen. Hij zei: "Dit is de beste manier om mijn ministers het zwijgen op te leggen. Het gaat zeer moeilijk voor hen worden om niet akkoord te gaan als ze weten dat dit 24 uur later al publiek gaat zijn, en het op een of andere manier tot een politieke crisis kan leiden." Als we dus over transparantie spreken, of over openheid, moeten we in gedachten houden dat wat goed liep ook fout kan lopen. Dit komt van Goethe, geen Bulgaar en evenmin een politieke wetenschapper. Enkele eeuwen geleden zei hij: "Er valt een grote schaduw waar er veel licht is." Hartelijk dank. (Applaus)