Elke science fiction schrijver heeft een verhaal over een tijd toen de toekomst er te snel was. Ik heb een hoop dergelijke verhalen. Zoals bijvoorbeeld: jaren geleden schreef ik een verhaal waarin de regering drones begon te gebruiken om mensen te doden. Ik vond dit een echt heftig, futuristisch idee, maar toen het verhaal gepubliceerd werd, gebruikte de regering al drones om mensen te doden. Onze wereld verandert zo snel en er is een soort versnellende terugkoppeligslus waarbij technologische verandering en sociale verandering elkaar versterken. Toen ik in de jaren 80 een kind was, wisten we hoe de toekomst er ging uitzien. Het ging de een of andere versie van 'Judge Dredd' of 'Blade Runner' zijn. We zouden neon megasteden en vliegende auto's krijgen. Maar nu weet niemand nog hoe de wereld er gaat uitzien binnen zelfs maar enkele jaren en zovele doembeelden dagen op aan de horizon. Van klimaatcatastrofe tot autoritarisme, iedereen is geobsedeerd door apocalypsen, zelfs als de wereld de hele tijd vergaat, blijven we toch doorgaan. Durf te denken over de toekomst, te dromen over de toekomst, te schrijven over de toekomst. Ik vond het echt bevrijdend en plezant om net dat te doen. Zo vaccineer je jezelf tegen de ergste toekomstschok. Het maakt je sterker, want je kan je niet voorbereiden op iets dat je je al niet hebt verbeeld. Maar iets moet je wel weten. Je voorspelt de toekomst niet. Je verbeeldt je de toekomst. Als science fiction-schrijfster wier verhalen plaatsvinden jaren of zelfs eeuwen na nu, ondervond ik dat mensen echt hongeren naar visies van de toekomst die zowel kleurrijk als doorleefd zijn, maar ik ondervond ook dat opzoekingswerk alleen niet genoeg was om er te komen. Daarom gebruik ik een mengsel van actief dromen en kennis van geavanceerde trends in wetenschap en technologie en ook inzichten in menselijke geschiedenis. Ik denk veel na over wat ik weet over de menselijke natuur en hoe mensen in het verleden reageerden op grote veranderingen, omwentelingen en transformaties. Ik koppel dat aan aandacht voor details, omdat we juist leven in die details. We vertellen het verhaal van onze wereld met de tools die we scheppen en de ruimtes waar we in leven. Daarom vertel ik nu wat meer over enkele termen die SF-schrijvers altijd gebruiken: 'toekomstige geschiedenis' en 'tweede-orde effecten'. Nu is toekomstige geschiedenis net hoe het klinkt. Het is een chronologie van dingen die nog niet gebeurd zijn, zoals Robert A. Heinlein's bekende verhalencyclus met een gedetailleerde kaart van toekomstige gebeurtenissen tot in het jaar 2100. Of in mijn recentste roman met een echt gecompliceerde tijdlijn die loopt tot in de 33ste eeuw en eindigt met mensen die leven op een andere planeet. Een tweede-orde effect is wat er gebeurt als gevolg van een nieuwe technologie of een grote verandering. Er is een citaat, meestal toegeschreven aan schrijver en uitgever Frederik Pohl: "Een goed science fiction verhaal moet niet alleen de uitvinding van de auto voorspellen, maar ook de file." Over file gesproken, ik stak veel tijd in de beeldvorming van de stad van de toekomst. Hoe ziet ze eruit? Waarvan is ze gemaakt? Voor wie is ze? Ik zie een groene stad met verticale boerderijen en structuren die gedeeltelijk gegroeid in plaats van gebouwd zijn en wandelwegen in plaats van straten, want niemand rijdt nog auto -- een stad die leeft en ademt. en ik begin te dagdromen over de gekste dingen waar ik kan opkomen, waarna ik weer in onderzoeksmodus ga en het zo aannemelijk als ik kan maak door te kijken naar een mengsel van stedelijk futurisme, ontwerpporno en technologische speculaties. Dan ga ik weer terug en ik probeer me in te denken hoe het echt zou zijn om in zo'n stad te leven. Het begint en eindigt dus met verbeelding en mijn verbeelding is dus als twee sneetjes brood rond een beleg van onderzoek. Als verhalenverteller probeer ik in de eerste plaats mij in te leven in de wereld van mijn personages en te zien hoe ze hun eigen persoonlijke uitdagingen bemeesteren in de context van de ruimte die ik creëerde. Wat ruiken ze? Wat raken ze aan? Hoe is het om verliefd te worden in een slimme stad? Wat zie je als je uit het raam kijkt en hangt dat af van hoe de software van je raam interageert met je stemming? En uiteindelijk vraag ik me af hoe een toekomstige briljante stad ervoor kan zorgen dat niemand dakloos wordt en niemand zonder vangnet is. En dan komt toekomstige geschiedenis van pas, omdat steden niet plots oprijzen als onkruid. Ze groeien en transformeren. Ze vertonen de littekens en ornamenten van oorlogen, migraties, economische booms en culturele inzichten. Een toekomstige stad moet ook zijn monumenten hebben, maar ook lagen van voorbije architectuur, herbestemde gebouwen en alle tekenen van hoe we er geraakten. En dan de tweede-orde effecten, van hoe dingen fout -- of goed -- kunnen lopen op een manier die niemand ooit verwachtte. Zoals wanneer de muren van je appartement van een soort zwam zouden zijn gemaakt die kan hergroeien om schade te herstellen, of wat als mensen nu eens begonnen te eten van die muren? (Gelach) Nu het toch over eten gaat: wat soort rioleringssysteem zou zo'n stad hebben? Het is een strikvraag. Er is geen riolering. Er is iets ongelooflijks bizars aan ons huidige systeem in de Verenigde Staten, waar je afval in een tunnel wordt gespoeld, gemengd wordt met regenwater en vaak in de zee belandt. Om nog niet te spreken van toiletpapier. Wat technische knobbels zijn samen met Bill Gates het toilet aan het heruitvinden, en het kan dat het toilet van de toekomst er ongelooflijk vreemd zou kunnen uitzien voor iemand van nu. Hoe leidt de geschiedenis van de toekomst, al dat gissen en missen, naar een betere manier om naar het toilet te gaan? Er zijn nu bedrijven aan het experimenteren met een soort reinigende toverstaf als vervanging van toiletpapier met gebruik van perslucht of reinigende nevels om je te wassen. Wat als die dingen meer op bloemen dan op technologie zouden lijken? Wat als je toilet je afval kon analyseren en je liet weten dat je microbioom moest worden bijgesteld? Wat als die experimenten menselijk afval konden omzetten in brandstof en leiden tot een slimme batterij die je huis van energie kon voorzien? Terug naar de stad van de toekomst. Hoe bereizen mensen die ruimte? Als er geen straten zijn, hoe kunnen mensen er dan de weg vinden? Ik denk graag aan een plaats met ruimtes die gedeeltelijk slechts in virtuele realiteit bestaan met misschien speciale hardware om ze te ontdekken. In een verhaal gebruikte ik de 'cloudscape interface' -- een soort 'chrome spider' die in je hoofd plugde met 'temporal nodes'. Dit is het niet; ik fotografeerde dit in een bar. (Gelach) En ik was weg van het idee van bars, restaurants en cafés waarin je alleen maar de weg kon vinden met de juiste hardware voor verhoogde realiteit. Maar weer tweede-orde effecten. In een wereld met verhoogde realiteit: wat voor nieuwe gemeenschappen vinden we daar of soorten misdaden waar we nog niet aan dachten? Stel dat jij en ik naast elkaar staan en jij denkt dat we in een lawaaierige sportbar staan en ik in een chique salon met een strijkkwartet en pratend over Baudrillard. Ik kan me niet voorstellen wat daarbij fout kan gaan. Zoals, ach -- ik ben zeker dat het lukt. En de sociale media. Ik kan me wel enige verdomd dystopische scenarios voor de geest halen waar zaken als internetquizzen, dating apps, horoscopen, bots, je dieper en dieper in de put van slechte relaties en nog slechtere politiek duwen. Maar dan denk ik aan de gesprekken die ik had met mensen die aan AI werken en wat ik hen altijd hoor zeggen, is dat hoe slimmer AI wordt des te beter het verbanden zal kunnen leggen. Dus worden de sociale media van de toekomst misschien beter. Misschien zullen ze ons helpen om gezondere, minder destructieve relaties aan te gaan. Misschien met toestellen die samenzijn en serendipiteit mogelijk maken. Ik hoop het echt. Ik wil ook graag denken dat als sterke AI ooit mocht bestaan, ze wellicht kan genieten van onze rare relatiedrama's op dezelfde manier dat jullie en ik geobsedeerd zijn door 'Real Housewives' of wat dan ook. En ten laatste de geneeskunde. Ik denk veel aan hoe ontwikkelingen in de genetische geneeskunde de resultaten voor mensen met kanker of dementie zou kunnen verbeteren, en onze 100ste verjaardag wordt misschien ooit alleen maar weer eens een mijlpaal op de weg naar nog eens 20, 30 jaar van gezond, actief leven. Misschien zal dat toilet van de toekomst de gezondheid van veel mensen verbeteren, ook van de mensen in delen van de wereld waar ze die ingewikkelde rioleringssystemen nog niet hebben. Maar ook wil ik als transgender graag denken: wat als we vooruitgang zouden maken in het begrijpen van het endocriene systeem, wat de opties voor transmensen zou verbeteren op dezelfde manier als hormonen en operaties de opties van de vorige generatie verruimden? Ten laatste: ik kom jullie hier vertellen dat mensen praten over de toekomst alsof ze ofwel een technologisch wonderland of een of andere apocalyptische strontbarbecue gaat worden. (Gelach) Maar de waarheid is dat het geen van beide wordt. De waarheid ligt in het midden. Het gaat beide zijn. Het gaat alles zijn. Wat we zeker weten is dat de toekomst ongelooflijk raar gaat worden. Denk alleen maar hoe raar de 21ste eeuw zou lijken voor iemand van de vroege 20ste eeuw. We maken allemaal een soort logische fout door te verwachten dat de toekomst een uitbreiding van het heden wordt. Zoals de mensen in 1980 dachten dat de Sovjet Unie er vandaag nog zou zijn. De toekomst gaat veel raarder zijn dan we mogelijks kunnen dromen. Maar we kunnen het proberen. Ik weet dat er angstige, angstige dingen gaan gebeuren, maar er zullen ook wonderen en reddingen zijn. En de eerste stap op onze weg vooruit is je verbeelding de vrije hand geven. Bedankt. (Applaus)