Ik heb een vraag voor je: ben je religieus? Steek je hand op als je vindt dat je een religieus persoon bent. Eens kijken, ik schat 3 à 4%. Zoveel gelovigen op een TED-conferentie... (Gelach) Oké, hier is een andere vraag: vind je jezelf op enige wijze spiritueel? Steek je hand op. Oké, dat is de meerderheid. Mijn lezing vandaag gaat over de voornaamste reden waarom de meeste mensen zichzelf op een of andere manier als spiritueel beschouwen. Mijn talk gaat over zelftranscendentie. Het is een basaal feit over mens-zijn dat het zelf soms schijnt weg te smelten. Wanneer dat gebeurt is het gevoel extatisch en reiken we uit naar beeldspraak als 'omhoog' en 'omlaag' om deze gevoelens te verklaren. We praten over opgetild worden of opstijgen. Nu is het erg moeilijk om over iets abstracts als dit na te denken zonder goede beeldspraak. Daarom stel ik de volgende beeldspraak voor. Denk aan de geest als een huis met vele kamers, waarvan de meeste erg vertrouwd zijn. Maar soms is het alsof uit het niets een deuropening verschijnt, die toegang geeft tot een trap. We lopen de trap op en ervaren een staat van veranderd bewustzijn. In 1902 schreef de beroemde Amerikaanse psycholoog William James over de vele soorten religieuze ervaring. Hij verzamelde alle mogelijke casestudies. Hij citeerde alle mogelijke mensen met een verscheidenheid van dergelijke ervaringen. Een van de meest fascinerende, vind ik deze jongeman, Stephen Bradley, die in 1820 volgens hem Jezus ontmoette. Dit is wat Bradley daarover zei: (Muziek) (Video) Stephen Bradley: ik dacht dat ik de Verlosser een seconde lang in menselijke vorm in de kamer zag, met uitgestrekte armen. Hij scheen te zeggen: "Kom." De volgende dag trilde ik van geluk. Mijn blijdschap was zo groot dat ik zei te willen sterven. Deze wereld had geen plaats in mijn genegenheid. Voor deze tijd was ik erg egoïstisch en zelfingenomen. Maar nu verlangde ik naar geluk voor alle mensen en kon doorvoeld mijn ergste vijanden vergeven. JH: Merk op hoe Bradleys bekrompen, moralistische zelf sterft terwijl hij de trap beklimt. Op dat hogere niveau wordt hij liefdevol en vergevensgezind. Veel godsdiensten hebben talrijke manieren gevonden om mensen de trap op te helpen. Sommigen schakelen het zelf uit door meditatie. Andere gebruiken psychedelische drugs. Deze 16e-eeuwse Azteekse rol beeldt een man af die een psilocybine-paddenstoel gaat eten, en die tegelijkertijd de trap op getrokken wordt door een god. Anderen dansen of draaien rond om zelfoverstijging te bevorderen. Maar je hebt geen godsdienst nodig voor het beklimmen van de trap. Veel mensen vinden zelfoverstijging in de natuur. Anderen ontstijgen zichzelf tijdens dancefeesten. Maar hier is de vreemdste plaats van allemaal: ...oorlog. Zovele boeken over oorlog zeggen hetzelfde: niets brengt mensen nader tot elkaar dan oorlog. En dat bijeenkomen opent de mogelijkheid van buitengewone zelftranscendente ervaringen. Ik ga een fragment afspelen van dit boek van Glenn Gray. Gray was een Amerikaanse soldaat in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog interviewde hij vele andere soldaten en schreef over de ervaring van mannen in de strijd. Hier is een sleutelpassage waarin hij, als het ware, de trap beschrijft. (Video) Glenn Gray: Veel veteranen zullen toegeven dat de ervaring van gezamenlijke inzet in de strijd het hoogtepunt van hun leven was. 'Ik' verandert onmerkbaar in 'wij', 'mijn' wordt 'ons' en individueel geloof verliest zijn centrale belang. Ik geloof dat het niets minder is dan de verzekering van onsterfelijkheid, die zelfopoffering op deze momenten zo relatief makkelijk maakt. Ik val misschien, maar ik sterf niet, want datgene wat echt is in mij leeft verder in de kameraden voor wie ik mijn leven gaf. JH: Dus wat al deze gevallen gemeen hebben, is dat het zelf vervaagt, of wegsmelt, en het voelt goed, buitengewoon goed, op een totaal andere manier dan we ons normaliter voelen. Het voelt verheffend. Dit idee dat we stijgen, stond centraal in het werk van de grote Franse socioloog Emile Durkheim. Durkheim noemde ons zelfs: Homo duplex, 'tweelagig mens'. Het lagere niveau noemde hij het profane niveau. Profaan is het tegenovergestelde van heilig. Het betekent 'gewoon'. In onze gewone levens zijn we individuen. We willen onze eigen verlangens vervullen. We jagen individuele doelen na. Maar soms gebeurt er iets dat een nieuwe fase inluidt. Individuen komen samen in een team, een beweging of een natie, die veel meer is dan de som van haar delen. Durkheim noemde dit het niveau van het heilige, want hij geloofde dat de functie van religie was om mensen te verenigen in een groep, in een morele gemeenschap. Durkheim gelooft dat alles wat ons samenbrengt iets heiligs krijgt. Als mensen zich verenigen rond een heilig object of heilige waarde, werken ze als een team en beschermen die. Durkheim schreef over een aantal intense collectieve emoties die het wonder van E pluribus unum verwezenlijken. Ze maken van individuen een groep. Denk aan de gemeenschappelijke Britse vreugde op de dag dat de Tweede Wereldoorlog voorbij was. Denk aan de gezamenlijke woede op het Tahrirplein, die een dictator ten val bracht. En denk aan de collectieve rouw in de Verenigde Staten die we voelden, en die ons allemaal samenbracht na 11 september. Laat ik samenvatten waar we zijn. Ik zeg dat de capaciteit voor zelftranscendentie een fundamenteel deel van de mens is. Ik geef de beeldspraak van een trap in de geest. Ik zeg dat we Homo Duplex zijn en dat deze trap ons van het profane niveau naar het niveau van het heilige brengt. Als we die trap beklimmen, vervaagt eigenbelang en zijn we minder geïnteresseerd in onszelf en we voelen ons beter, nobeler, en op een of andere manier verheven. Dus is hier de hamvraag voor sociaal wetenschappers als ik: is de trap een kenmerk van ons evolutionaire ontwerp? Is het een product van natuurlijke selectie, zoals onze handen? Of is het een fout in het systeem? Dit religieuze gedoe is gewoon kortsluiting in het brein. Jill heeft een hersenbloeding en een religieuze ervaring. Gewoon een fout. Veel wetenschappers die religie bestuderen, zien het zo. De Nieuwe Atheïsten bijvoorbeeld stellen dat religie een groep 'memes' is, min of meer parasitische memes die onze geesten binnendringen en ons allerlei religieuze dingen laten doen, zelfdestructieve dingen zoals zelfmoordaanslagen. Hoe zou het ooit goed voor ons kunnen zijn om onszelf te verliezen? Hoe zou een organisme zich ooit kunnen aanpassen door eigenbelang te overwinnen? Dat zal ik je laten zien. In "De afstamming van de mens", schreef Charles Darwin veel over de evolutie van moraliteit -- waar komt het vandaan, waarom hebben we het? Darwin merkte op dat veel van onze deugden ons weinig opleveren maar erg nuttig zijn voor onze groepen. Hij schreef over het scenario van rivaliteit tussen twee stammen oermensen. Hij zei: "Als de ene stam een hoop dappere, medelevende en trouwe leden zou hebben die altijd bereid waren elkaar te helpen en beschermen, zou deze stam succesvoller zijn en de andere overwinnen." Hij vervolgde: "Egoïstische en twistzieke mensen hechten zich niet, en zonder samenhang kan niets bewerkstelligd worden." Met andere woorden, Charles Darwin geloofde in groepsselectie. Dit idee is de afgelopen 40 jaar erg controversieel geweest, maar gaat dit jaar weer helemaal terugkomen, vooral na de publicatie van E.O. Wilsons boek in april, dat overtuigend beargumenteert dat wij, en verscheidene andere soorten, het product zijn van groepsselectie. Maar de manier om dit te begrijpen is als selectie op meerdere niveaus. Bekijk het zo: je hebt competitie binnen groepen en tussen groepen. Hier is een groep jongens van een roeiteam. Binnen het team heerst competitie. Er zijn jongens die met elkaar strijden. De zwakste roeiers worden uit het team gezet. Slechts een enkeling gaat verder in de sport. Misschien dat eentje ooit zal meedoen aan de Olympische Spelen. Dus binnen het team staan hun belangen in feite haaks op elkaar. En soms zou het bevorderlijk zijn voor een van deze jongens om de anderen proberen te saboteren. Misschien maakt hij zijn grootste rivaal zwart bij de coach. Maar terwijl die strijd gevoerd wordt binnen de boot, is er competitie tussen boten. Zodra je deze jongens in een boot zet in strijd met een andere boot, hebben ze geen andere keus dan coöperatie want ze zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Ze kunnen slechts winnen als ze samenwerken als team. Het klinkt banaal, maar het zijn diepe evolutionaire waarheden. Het voornaamste argument tegen groepsselectie is altijd geweest: natuurlijk zou een samenwerkende groep mooi zijn, maar die wordt meteen overgenomen door klaplopers, individuen die het harde werk van de anderen uitbuiten. Ik zal dit illustreren. Stel we hebben een groep kleine organismen -- dat kunnen bacteriën zijn, of hamsters; geeft niet wat -- en stel dat deze kleine groep hier evolutionair heeft leren samenwerken. Dat is prachtig. Ze grazen, ze beschermen elkaar, ze werken samen, ze scheppen rijkdom. En zoals je ziet in deze simulatie, verdienen ze punten voor interactie, ze groeien en ze splitsen als ze verdubbelden in grootte en dat is hoe ze reproduceren en de populatie groeit. Maar stel dan dat een van hen muteert. Er is een mutatie in het gen en een van hen muteert, en volgt een egoïstische strategie. Hij buit anderen uit. Dus als een groene contact heeft met een blauwe, zie je de groene groter worden en de blauwe kleiner. Dit is wat er gebeurt. We starten met slechts één groene, en terwijl het interactief is wint het punten, of voedsel... Al vrij snel leggen de samenwerkenden het loodje. De klaplopers zijn de baas. Als een groep het klaploper-probleem niet kan oplossen kan ze de vruchten van samenwerking niet plukken en groepsselectie kan niet van start gaan. Maar er zijn oplossingen voor het klaploper-probleem. Het is niet zo'n heel groot probleem. In feite heeft de natuur het vele malen opgelost. De favoriete oplossing van de natuur is om iedereen in dezelfde boot te zetten. Bijvoorbeeld: waarom hebben mitochondriën in elke cel hun eigen DNA, volstrekt gescheiden van het DNA in de nucleus? Dat is omdat ze afzonderlijke, vrij levende bacteriën waren die samenkwamen om een superorganisme te vormen. Op een of andere manier -- misschien omdat de een de ander verzwolg -- kregen ze een membraan om zich heen, en deelden ze hetzelfde membraan. Nu blijft alle gecreëerde rijkdom, verdeling van arbeid, alle geweldigs geschapen door samenwerking, opgesloten binnen het membraan en hebben we een superorganisme. Laten we nu de simulatie nog eens draaien. We stoppen een van deze superorganismen in een populatie van klaplopers, overlopers, bedriegers en kijk wat er gebeurt. Een superorganisme kan nemen wat het wil. Het is zo groot en machtig en efficiënt dat het middelen kan nemen van de groenen, van de overlopers, de bedriegers. Vrij snel bestaat de hele populatie uit deze nieuwe superorganismen. Wat ik je heb laten zien, wordt soms een grote overgang genoemd in evolutionaire geschiedenis. Darwins wetten veranderen niet, maar er is nu een nieuw soort speler op het veld en de dingen gaan er heel anders uitzien. Deze overgang was geen eenmalige gril van de natuur die gebeurde met wat bacteriën. Het gebeurde nogmaals, ongeveer 120 of 140 miljoen jaar geleden, toen enkele solitaire wespen primitieve, kleine nesten of korven begonnen te bouwen. Zodra meerdere wespen samen in een nest zaten, hadden ze geen andere keus dan samenwerking, want vrij snel moesten ze concurreren met andere nesten. De best samenwerkende nesten wonnen zoals Darwin zei. Deze vroege wespen werden de bijen en mieren die zich over de wereld verspreidden en de biosfeer veranderden. En het gebeurde nogmaals, zelfs nog spectaculairder, in de laatste half miljoen jaren toen onze eigen voorvaderen culturele schepsels werden. Ze kwamen bijeen rond een haard of kampvuur, ze verdeelden het werk, ze begonnen hun lichamen te beschilderen, spraken eigen dialecten, en uiteindelijk aanbaden ze hun eigen goden. Binnen dezelfde stam konden ze de voordelen van samenwerking delen. En ze ontsloten de machtigste kracht die de planeet gekend heeft, namelijk menselijke samenwerking -- een kracht van constructie of van destructie. Uiteraard zijn menselijke groepen lang niet zo samenhangend als bijenkorven. Menselijke groepen lijken soms kortstondig op bijenkolonies maar dan raken ze weer verdeeld. We hebben geen permanent samenwerkingsverband zoals bijen en mieren In feite lopen, zoals we zagen tijdens veel van de Arabische Lente-opstanden, deze kloven langs religieuze grenzen. Niettemin, als mensen samenkomen en zich allemaal achter dezelfde beweging scharen, kunnen ze bergen verzetten. Kijk naar de mensen in de foto's die ik je liet zien. Denk je dat ze hun eigen belangen najagen? Of jagen ze gemeenschappelijke belangen na, waardoor ze zichzelf moeten verliezen en deel moeten worden van een geheel? Oké, dat was mijn talk gebracht op de standaard TED-manier. Nu ga ik de hele talk nog eens geven in drie minuten, op een full-spectrum-manier. (Muziek) (Video) Jonathan Haidt: Wij mensen hebben vele soorten religieuze ervaringen, zoals William James uitlegde. Een van de gebruikelijkste is het beklimmen van de geheime trap en het verliezen van onszelf. De trap leidt ons van de ervaring van het leven als profaan of doorsnee omhoog naar de ervaring van het leven als heilig of diep onderling verbonden. We zijn Homo duplex, zoals Durkheim uitlegde. We zijn Homo duplex omdat we evolueerden via selectie op meerdere niveaus, zoals Darwin uitlegde. Ik kan niet met zekerheid zeggen of de trap een aanpassing of een fout is, maar als het een aanpassing is, zijn de implicaties enorm. Als dit een aanpassing is, evolueerden we om religieus te zijn. Ik bedoel niet dat we evolueerden om gigantische georganiseerde religies te vormen. Die dingen ontstonden geleidelijk. Ik bedoel dat we evolueerden om heiligheid om ons heen te zien en teams te vormen met anderen en ons te bewegen rond heilige objecten, mensen en ideeën. Daarom is politiek zo tribaal. Politiek is deels profaan, gaat deels over eigenbelang, maar politiek gaat ook over heiligheid. Het gaat over samengaan met anderen om morele ideeën na te streven. Het gaat over de eeuwige strijd tussen goed en kwaad, en we geloven allemaal dat we bij het goede team zitten. Het belangrijkste: als de trap echt is, verklaart ze de voortdurende onderstroom van ontevredenheid in het moderne leven. Want mensen zijn tot op zekere hoogte groepswezens zoals bijen. We zijn bijen. We braken uit onze korf tijden de Verlichting. We haalden de oude instituten neer en brachten vrijheid naar de verdrukten. We ontketenden wereldveranderende creativiteit en genereerden enorme rijkdom en comfort. Tegenwoordig vliegen we rond als individuele bijen die hun vrijheid vieren. Maar soms vragen we ons af: is dit alles...? Wat moet ik doen met mijn leven? Wat ontbreekt? Wat ontbreekt, is dat wij Homo duplex zijn, maar de moderne, seculiere maatschappij is gebouwd op bevrediging van onze lagere, profane zelven. Het is hier heel comfortabel op het lagere niveau. Kom, neem plaats in mijn home entertainment center. Een grote uitdaging in het moderne leven is om de trap te vinden tussen alle dingen, en om dan iets goeds en nobels te doen als je naar boven klimt. Ik zie deze behoefte bij mijn studenten op de Universiteit van Virginia. Ze willen allemaal een doel of roeping waarachter ze zichzelf kunnen scharen. Ze zoeken allemaal naar hun trap. Dat geeft me hoop want mensen zijn niet puur egoïstisch. De meesten willen kleingeestigheid overwinnen en deel worden van iets groters. Dit verklaart de buitengewone weerklank van deze simpele beeldspraak van 400 jaar geleden. "Geen mens is een eiland, in zichzelf besloten; Elk mens is een stukje continent, deel van het geheel." JH: Dank je wel. (Applaus)