Dit vind ik zo'n mooi feit
dat ik ooit ergens heb gelezen,
dat één van de dingen die bijdroegen
aan het succes van homo sapiens
als soort
is ons gebrek aan lichaamshaar --
dat onze onbehaardheid, onze naaktheid,
samen met onze uitvinding van kleding,
ons het vermogen geeft
onze lichaamstemperatuur te moduleren
en ons daardoor in staat stelt
in eender welk klimaat te overleven.
We kunnen inmiddels
niet zonder kleding meer.
Het is meer dan alleen nuttig,
nu is het communicatie.
Alles dat we kiezen om aan te trekken
is een vertelling,
een verhaal over waar we zijn geweest,
wat we aan het doen zijn,
wie we willen zijn.
Ik was een eenzaam kind.
Het was niet makkelijk vriendjes
te vinden om mee te spelen
en ik maakte daardoor
veel van mijn eigen spel.
Ik maakte veel van mijn speelgoed zelf.
Het begon met ijsjes.
Er was een Baskin-Robbins
in mijn thuisdorp,
ze serveerden er ijsjes van achter de toog
uit van die enorme,
20-liter kartonnen dozen.
Iemand vertelde me --
ik was acht jaar oud --
iemand vertelde me
dat als de dozen op waren,
ze die uitwasten en achterin bewaarden
en dat als je erom vroeg
ze je er een gaven.
Het kostte me weken om moed te verzamelen,
maar ik vroeg het en ze deden het --
ze gaven me er een.
Ik ging naar huis
met die mooie kartonnen doos.
Ik zocht een manier om iets te doen
met dit exotische materiaal --
metalen ring, boven en onder.
In gedachten speelde ik er wat mee
en ik dacht: wacht even --
mijn hoofd past in dit ding.
(Gelach)
Ja, ik knipte er een gat in,
deed er wat acetaat in
en maakte mezelf een ruimtehelm.
(Gelach)
Ik moest een plaats vinden
om die helm te dragen,
dus ik vond een koelbox
een eindje van huis.
Ik duwde hem naar huis
en in de logeerkamer van mijn ouders
bouwde ik hem om tot ruimteschip.
Ik begon met het controlepaneel in karton.
Ik knipte een gat voor een radarscherm
en zette een zaklamp eronder
om het te verlichten.
Ik zette er een scherm op
dat ik tegen de achtermuur zette --
en toen dacht ik dat ik echt slim was --
zonder toestemming verfde ik
de achterkant van de kast zwart
en zette er een sterrenveld op
dat ik verlichtte met kerstlichtjes
die ik op zolder vond
en ik vertrok op een aantal ruimtemissies.
Een paar jaren later
kwam de film 'Jaws' uit.
Ik was te jong om hem te mogen zien,
maar ging mee in de Jaws-koorts,
zoals heel Amerika in die tijd.
Er was een winkel in mijn stad
dat een Jaws-kostuum in de etalage had
en mama heeft me denk ik
horen vertellen tegen iemand
hoe fantastisch ik dat kostuum vond,
want een aantal dagen voor Halloween
blies ze me van mijn sokken
door me dat 'Jaws'-kostuum te geven.
Ik besef dat het eigenlijk niet kan
voor mensen van een bepaalde leeftijd
om te klagen dat kinderen tegenwoordig
geen idee hebben hoe goed ze het hebben,
maar laat me je een willekeurige set tonen
van instapmodel-kostuums
die je nu online kan kopen...
... en dit is het 'Jaws'-kostuum
dat mijn mama voor me kocht.
(Gelach)
Dit is een papierdun haaiengezicht
en een slabber van vinyl
met de poster van 'Jaws' erop.
(Gelach)
En ik vond het te gek.
Een aantal jaren later
nam mijn papa me mee
naar de film 'Excalibur'.
Ik kreeg hem zover me 2 keer mee te nemen
en dat was heel wat,
want het was een KNT-film.
Het was niet het bloed,
de ingewanden of borsten
waardoor ik hem nog eens wou zien.
Dat hielp wel --
(Gelach)
Het was het harnas.
De harnassen in 'Excalibur'
waren bedwelmend mooi voor mij.
Dit waren letterlijk ridders
in een glanzend gepolijst harnas.
Bovendien droegen de ridders
in 'Excalibur' hun harnas overal.
Altijd -- ze droegen het
bij het avondeten en in bed.
(Gelach)
Ik dacht: lezen ze mijn gedachten?
Ik wil ook altijd een harnas dragen!
(Gelach)
Dus ik nam mijn favoriete materiaal,
de ideale motivator,
gegolfd karton,
en maakte een harnas voor mezelf,
compleet met nekschild
en een wit paard.
Misschien vertel ik het te mooi:
hier is een foto van wat ik maakte.
(Gelach)
(Applaus)
Dit is het eerste harnas dat ik maakte
geïnspireerd door 'Excalibur'.
Een paar jaren later
overtuigde ik mijn pa
om een echt harnas voor me te maken.
In ongeveer een maand
promoveerde hij me van karton
naar dak-aluminium genaamd 'flashing'
en één van mijn favoriete
bevestigingsmaterialen:
popnagels.
In die maand bouwden we voorzichtig
een pak van aluminium bepantsering
met complexe bochten.
We boorden gaten in de helm,
zodat ik kon ademen.
Het was net af voor Halloween
en ik droeg het naar school.
Dit is het enige ding in deze talk
waarvan ik geen slide heb om te tonen,
want er bestaat geen foto van dit harnas.
Ik droeg het naar school,
er wandelde een jaarboekfotograaf
door de gangen,
maar hij vond me nooit;
je zult dadelijk begrijpen waarom.
Er waren dingen die ik niet had voorzien
over het dragen van een compleet harnas
van aluminium op school.
Het derde uur wiskunde
stond ik achteraan in de klas
en ik stond daar omdat het harnas
me niet toeliet om te zitten.
(Gelach)
Dat was het eerste ding
waar ik niet aan had gedacht.
Toen de leraar me aankeek, nogal bezorgd,
halverwege het lesuur, en vroeg:
"Voel je je wel goed?",
dacht ik: "Ben je gek, voel ik me wel OK?
Ik draag een harnas!
ik heb hier de tijd van mijn --".
Ik wil haar net vertellen
hoe fantastisch ik me voel,
als de klas naar links begint te hellen
en verdwijnt in een lange tunnel,
en toen werd ik wakker
bij de verpleegster.
Ik was flauwgevallen van oververhitting
door dat harnas.
Toen ik bijkwam,
was ik niet beschaamd
omdat ik was flauwgevallen,
ik vroeg me alleen maar af:
waar is mijn harnas?
OK, een heleboel jaren later
mochten wat collega's en ik
een show maken voor Discovery Channel,
'MythBusters'.
En 14 jaar lang
leer ik al doende experimentele
methodologieën te bouwen
en hoe verhalen erover
te vertellen voor televisie.
Ook leer ik vrij snel
dat kostuums een belangrijke rol
kunnen spelen bij verhalen.
Ik gebruik ze om humor, komedie, kleur
en begrijpelijkheid toe te voegen
aan de verhalen die we vertellen.
We deden een aflevering
die 'Dumpster Diving' heet,
en ik leer weer wat meer
over de diepere implicaties
van wat kostumeren voor mij betekent.
In 'Dumpster Diving'
proberen we de vraag te beantwoorden:
is in een afvalcontainer springen
wel zo veilig als het in films lijkt?
(Gelach)
De aflevering zou
twee aparte delen hebben.
Een deel over een stuntman die ons leert
van gebouwen af te springen op een airbag.
Het tweede deel was de aanloop
naar het experiment:
we zouden een container
vullen en erin springen.
Ik wou visueel
die twee elementen verdelen
en ik dacht:
wel, voor het trainingsgedeelte
dragen we trainingspakken --
O! Laten we 'Stunt Stagiair'
op de rug ervan zetten.
Dat is voor de training.
Maar voor het tweede deel
wou ik iets visueel opvallends.
Ik weet het, ik spring als Neo
van 'The Matrix'.
(Gelach)
Ik ging naar Haight Street.
Ik kocht mooie,
kniehoge laarzen met gespen.
Ik vond een lange, vloeiende jas op eBay.
Ik vond een zonnebril,
waaronder ik lenzen moest dragen.
De dag van het experiment komt
en ik stap uit de auto in dit kostuum,
de crew kijkt naar me ...
en begint hun gegiechel te bedwingen.
Ze doen zo --
(Gedempt proesten).
Ik voel 2 aparte dingen op dat moment:
ik schaam me dood
over het feit dat het
voor mijn crew zo duidelijk is
dat ik als een kind zo blij ben
met dit kostuum.
(Gelach)
Maar de producer in mijn hoofd
herinnert me eraan
dat in het hogesnelheidsshot in slow-mo
die lange jas zo mooi
achter mij zal wapperen.
(Gelach)
Na vijf jaren 'MyhtBusters'
worden we uitgenodigd
op de San Diego Comic-Con.
Ik wist al jaren van Comic-Con
maar had nooit tijd om te gaan.
Dit waren de grote competities --
het mekka voor kostuums.
Mensen vliegen erheen van heel de wereld
om hun prachtige creaties
te tonen in San Diego.
En ik wou graag meedoen.
Ik besliste een groots kostuum
in elkaar te steken
dat me volledige bedekte.
Ik zou anoniem over de vloer
van San Diego Comic-Con wandelen.
Het kostuum dat ik koos?
Hellboy.
Dat is niet mijn kostuum,
dat is echt Hellboy.
(Gelach)
Maar ik werkte maanden
aan het meest schermechte
Hellboykostuum,
van de laarzen, naar de riem en de broek
tot de hand van ondergang.
Ik vond iemand die een
Hellboy hoofd en borst maakte
en ik deed het aan.
Ik liet zelfs lenzen op sterkte maken.
Ik droeg het op Comic-Con
en ik kan je niet vertellen
hoe heet het was in dat kostuum.
(Gelach)
Zweten! Ik had het kunnen weten.
Ik zweet me onnozel,
de lenzen doen pijn aan mijn ogen,
maar het maakt niet uit,
want ik ben smoorverliefd.
(Gelach)
Niet alleen op het proces
van het kostuum daar te dragen,
maar op al de anderen in hun kostuums.
Het heet ook niet kostumeren op Cons,
het heet 'cosplay'.
Ogenschijnlijk betekent cosplay
mensen die zich verkleden
als hun favoriete karakter
uit film of televisie
en vooral uit anime,
maar het is zoveel meer dan dat.
Dit zijn niet gewoon mensen
die een kostuum vinden en dragen --
Ze maken het zich eigen.
Ze buigen het naar hun wil.
Ze veranderen ze naar karakters
die zij in die producties willen zijn.
Ze zijn super slim en geniaal.
Ze laten zich gaan en het is prachtig.
(Gelach)
Maar meer dan dat,
ze oefenen met hun kostuums.
Op Comic-Con of een andere Con,
neem je niet zomaar foto's
van de rondwandelende mensen.
Je gaat erheen en zegt:
"Hey, leuk kostuum,
mag ik een foto nemen?"
Dan geef je hen tijd
om een pose aan te nemen.
Ze hebben daar hard aan gewerkt
om hun kostuum er goed te laten uitzien.
Het is zo mooi om te zien.
En ik neem dit ter harte.
Op volgende Cons
leer ik Heath Ledgers' schuifelende loopje
van de Joker uit 'The Dark Knight'.
Ik leer hoe een enge Ringwraith te zijn
uit 'Lord of the Rings',
en ik maak zelfs enkele kinderen bang.
Ik leerde die "hrr hrr hrr" --
die hoofdlach van Chewbacca.
Daarna verkleedde ik me
als No-Face van 'Spirited Away'.
Als je 'Spirited Away' niet kent
en zijn regisseur, Hayao Miyazaki,
ten eerste: graag gedaan.
(Gelach)
Dit is een meesterwerk
en een van mijn favoriete films.
Het gaat over een klein meisje,
Chihiro genaamd, die verdwaalt
in de geestenwereld
van een Japans pretpark.
Ze vindt haar weg eruit
met de hulp van een paar vrienden
die ze maakt --
een gevangen draak, Haku,
en een eenzame demon, No-Face.
No-Face is eenzaam
en wil graag vrienden maken.
Hij denkt dat de beste manier is
ze naar hem toe te lokken
en goud in zijn hand te tonen.
Maar dat werkt niet zo goed,
dus uiteindelijk gaat hij
als een dolle tekeer
tot Chihiro hem vindt
en hem redt.
Ik maakte dus een No-Facekostuum
en droeg het op Comic-Con.
Ik oefende heel specifiek op zijn gebaren.
Ik nam me voor om in het kostuum
helemaal niet te spreken.
Als mensen me zouden vragen voor een foto
zou ik knikken
en verlegen naast hen gaan staan.
Ze zouden een foto nemen
en ik zou geniepig een gouden munt
uit mijn mantel toveren,
een chocolade gouden munt.
Op het einde van het fotoproces
zou ik het doen verschijnen.
Ah, ah, ah! -- Zo.
De mensen flipten.
"Wow! Goud van No-Face!
Mijn god, dit is zo cool!"
Ik wandel daar rond
en ik voel me fantastisch.
Na ongeveer 15 minuten gebeurt er iets.
Iemand grijpt mijn hand
en geeft het muntje terug.
Ik denk even dat ze me
een geschenk teruggeven,
maar nee, het is één van mijn
weggegeven muntjes.
Ik weet niet waarom.
Ik ga verder, neem nog wat foto's.
En dan gebeurt het opnieuw.
Begrijp wel, ik zie niets
binnenin dit kostuum.
Ik zie door de mond --
ik kan mensen hun schoenen zien.
Ik hoor wat ze zeggen
en ik zie hun voeten.
De derde keer dat ze me
een muntje teruggeven,
wil ik weten hoe of wat.
Dus ik hef mijn hoofd om beter te zien
en wat ik zie is iemand die dit doet.
Dan begrijp ik het:
het brengt ongeluk om goud
aan te nemen van No-Face.
In de film 'Spirited Away'
loopt het slecht af met mensen
die goud aannemen van No-Face.
Dit is geen toneelspeler-publiekrelatie;
dit is cosplay.
Wij allen, op die vloer,
injecteren ons in een verhaal
dat iets betekent voor ons.
En we maken het ons eigen.
We maken contact
met iets belangrijks binnenin ons.
De kostuums zijn hoe we onszelf onthullen
aan elkaar.
Dankjewel.
(Applaus)