De Filipijnen: een idyllisch land met het helderste water en de blauwste hemel van de planeet. Het is ook het epicentrum van een van de snelst groeiende hiv-epidemieën ter wereld. Aan de oppervlakte lijkt het alsof we slechts een laatbloeier zijn. Maar de oorzaken van onze huidige epidemie zijn veel complexer en kunnen een voorbode zijn van een wereldwijde heropleving van hiv. Hoewel het aantal nieuwe gevallen van hiv in de wereld blijft dalen, kan deze tendens van korte duur zijn wanneer de volgende golf van agressievere en resistentere virussen aankomt. Hiv kan zich omvormen tot een nieuw en ander virus, elke keer dat het een cel infecteert. Ondanks onze opmerkelijke vooruitgang in het tegengaan van de epidemie, zijn we slechts een paar mutaties verwijderd van een ramp. Om duidelijk te maken hoe zeer hiv verandert wanneer het zich vermenigvuldigt, maak ik een genetische vergelijking. Als we naar de variaties in het DNA van mensen kijken van verschillende rassen en continenten, dan is het eigenlijke verschil in DNA maar 0,1 procent. Kijken we naar het genetische verschil tussen mensen, mensapen en resusapen, dan is dat getal zeven procent. Het genetische verschil tussen hiv-subtypes in verschillende patiënten kan echter wel 35 procent zijn. In een persoon die besmet is met hiv kan het genetische verschil tussen het moedervirus en de daaropvolgende dochtervirussen wel vijf procent zijn. Dit is het equivalent van een gorilla die een chimpansee baart, dan een orang-oetan, later een baviaan en dan eender welke mensaap, binnen zijn eigen levensduur. Er zijn bijna 100 hiv-subtypes en er worden regelmatig nieuwe subtypes ontdekt. In ontwikkelde landen beperkt hiv zich tot nagenoeg één subtype: subtype B. Bijna alles wat we weten en doen om hiv te behandelen, is gebaseerd op studies van subtype B. Terwijl dit subtype maar 12 procent van het totaal aantal hiv-besmettingen in de wereld uitmaakt. Maar vanwege het grote genetische verschil tussen de verschillende subtypes, worden sommige subtypes sneller resistent tegen medicijnen of ontwikkelen zich sneller tot aids. We kwamen erachter dat de explosie van het aantal hiv-gevallen in de Filipijnen een gevolg is van een verschuiving van het westerse subtype B naar het agressievere Zuidoost-Aziatische subtype AE. We krijgen jongere en ziekere patiënten bij wie vaak resistentie voorkomt. Dit subtype is al bezig zich uit te breiden in ontwikkelde landen zoals Australië, Canada en de Verenigde Staten. Mogelijk zien we binnenkort ook een explosie van gevallen in deze landen. We denken dat het gedaan is met hiv en dat het tij is gekeerd, maar net als met echte getijden kan het keren. Begin jaren 60 hadden we malaria bijna verslagen. Naar mate het aantal besmettingen daalde, besteedden mensen en regeringen er minder aandacht aan. Het resultaat was een dodelijke heropleving van resistente malaria. We mogen hiv niet beschouwen als een individueel virus waar we alles al van begrijpen, maar als een verzameling snel evoluerende en bijzonder unieke virussen, die elk de bron kunnen zijn van de volgende dodelijke epidemie. We zetten nieuwe en krachtiger middelen in om de volgende dodelijke hiv-stam te detecteren. Dit moet hand in hand gaan met urgent onderzoek naar het gedrag en de juiste behandeling van subtypes anders dan subtype B. We moeten onze overheden en financiers ervan overtuigen dat we nog niet van hiv verlost zijn. Meer dan 35 miljoen mensen zijn gestorven aan hiv. We staan aan de vooravond van een aids-vrije generatie. We moeten opletten. We moeten waakzaam blijven en doorzetten. Anders zullen er nog miljoenen mensen sterven. Bedankt. (Applaus)