We zijn hier vandaag
omdat de Verenigde Naties
doelen hebben gesteld
voor de vooruitgang van de landen.
Ze heten Millenniumdoelen.
De reden waarom ik van deze doelen hou,
is dat er acht zijn.
Door acht verschillende doelen te specificeren,
hebben de Verenigde Naties gezegd
dat er zoveel dingen moeten
veranderen in een land
om een goed leven voor de mensen te krijgen.
Kijk hier, je moet een eind maken aan armoede,
onderwijs, geslacht,
gezondheid van kinderen en moeders,
je moet infecties controleren, het milieu beschermen
en de juiste globale verbanden tussen naties leggen,
op alle vlakken,
van hulp tot handel.
Er is een andere reden waarom ik van deze ontwikkelingsdoelen hou,
en dat is omdat ze allemaal gemeten worden.
Neem nu kindersterfte.
Het doel is om kindersterfte terug te dringen
met twee derden,
tussen 1990 en 2015.
Dat is een vermindering van vier procent per jaar.
En het wordt gemeten.
Dat is wat het verschil maakt
tussen politiek gepraat
en echt gaan voor het belangrijke ding,
een beter leven voor de mensen.
Waar ik zo blij om ben,
is dat we al gedocumenteerd hebben
dat er vele landen zijn
in Azië, in het Midden-Oosten,
in Latijns-Amerika en Oost-Europa,
die met dat percentage zakken.
Zelfs het machtige Brazilië daalt met 5 procent per jaar,
en Turkije met 7 procent per jaar.
Er is dus goed nieuws.
Maar dan zeggen mensen: "Er is geen vooruitgang in Afrika.
Er zijn zelfs geen statistieken over Afrika,
om te weten wat er gebeurt."
Ik zal bewijzen dat ze op beide punten ongelijk hebben.
Kom met mij mee naar de wonderlijke wereld van de statistiek.
Ik breng je naar de webpagina, ChildMortality.org,
waar je de kindersterfte kan krijgen
onder de 5 jaar, voor alle landen.
Ze wordt gemaakt door specialisten van de VN.
Ik zal Kenia als voorbeeld nemen.
Hier zie je de data.
Geen paniek. Ik help jullie hier doorheen.
Het ziet er lelijk uit, zoals op de universiteit,
toen je niet van statistiek hield.
Maar als je punten als deze ziet,
is het eerste dat je je moet afvragen:
waar komen de data vandaan?
Wat is de oorsprong van de data?
Is het zo dat er in Kenia
dokters en andere specialisten zijn
die een certificaat schrijven bij de dood van het kind,
dat dan naar het bureau voor statistiek gaat?
Nee. Lage-inkomenslanden zoals Kenia
hebben nog steeds niet dat niveau van organisatie.
Het bestaat, maar het is niet volledig
omdat zoveel mensen thuis sterven,
bij de familie.
Ze worden niet geregistreerd.
Waar we op vertrouwen is geen onvolledig systeem.
We hebben interviews, we hebben enquêtes.
Dit zijn zeer professionele
vrouwelijke interviewers
die een uur bij een vrouw zitten
en vragen naar haar geboortegeschiedenis.
Hoeveel kinderen heb je gekregen?
Zijn ze in leven?
Als ze gestorven zijn, op welke leeftijd en in welk jaar?
Dit gebeurt in een representatief staal
van duizenden vrouwen in het land,
en wordt verzameld in wat vroeger
een verslag van de demografische gezondheidsenquête werd genoemd.
Maar deze enquêtes zijn duur,
dus kunnen ze maar om de 3 tot 5 jaar gebeuren.
Maar ze zijn goed van kwaliteit.
Dit is dus een beperking.
Al deze gekleurde lijnen hier zijn resultaten.
Elke kleur is één enquête.
Maar dat is te ingewikkeld voor vandaag, dus zal ik het voor jullie vereenvoudigen.
Ik geef jullie één gemiddeld punt voor elke enquête.
Dit was 1977, 1988,
1992, 1997
en 2002.
En als de experts van de VN
deze enquêtes in hun database hebben opgenomen,
gebruiken ze geavanceerde wiskundige formules
om een trendlijn te produceren, en die ziet er zo uit.
Kijk hier. Dat is hun beste gissing voor dit punt.
Maar kijk uit.
Ze zetten de lijn verder
na het laatste punt
tot in het niets.
Ze schatten voor 2008
dat Kenia een kindsterfte van 128 had.
Ik was bedroefd,
omdat we
deze ommekeer konden zien in Kenia
met een verhoogde kindsterfte in de jaren '90.
Het was zo tragisch.
Maar in juni kreeg ik een bericht in mijn inbox
van de demografische gezondheidsenquêtes,
en het bracht goed nieuws uit Kenia.
Ik was zo gelukkig.
Dit was de schatting van de nieuwe enquête.
Toen duurde het nog eens drie maanden
voor de VN het op hun server hadden,
en vrijdag kregen we de nieuwe trendlijn.
Ze zat hier beneden.
Is dat niet fijn? Is dat niet fijn, toch?
Ik zat op vrijdag voor mijn computer
en ik zag dat de overlijdensratio daalde
van 128 naar 84 op die ene ochtend.
Dus vierden we.
Maar nu we die trendlijn eenmaal hebben,
hoe meten we nu vooruitgang?
Ik ga hier wat verder in detail,
omdat de VN het zo doen.
Ze beginnen in 1990 en meten tot 2009.
Ze zeggen: "0,9%, geen vooruitgang."
Dat is niet fair.
Als professor denk ik dat ik het recht heb iets anders voor te stellen.
Ik zou zeggen: doe minstens dit.
10 jaar is genoeg om de trend te volgen.
Dat zijn twee enquêtes, en je kan zien wat er nu gebeurt.
Ze krijgen 2,4 procent.
Als ik het Keniaanse Ministerie van Gezondheid was geweest,
dan had ik deze twee punten verbonden.
Wat ik jullie zeg
is dat we de kindersterfte kennen.
We hebben een degelijke trend.
Het wordt wat gevaarlijker
als we Millenniumdoelen meten.
De reden waarom is erg belangrijk voor Afrika,
omdat de jaren '90 een slecht decennium waren,
niet alleen in Kenia, maar doorheen Afrika.
De HIV-epidemie piekte.
Er was resistentie tegen de oude malariamedicijnen, tot we er nieuwe kregen.
Later kregen we de klamboes.
Er waren socio-economische problemen,
die nu worden opgelost op veel betere schaal.
Kijk naar het gemiddelde.
Dit is het gemiddelde voor heel de Afrikaanse Sub-Sahara.
De VN zegt:
dat is een daling met 1,8 procent.
Dat klinkt wat theoretisch,
maar het is het niet.
Economen, weet u,
houden van geld, willen er meer, willen het zien groeien.
Dus berekenen ze het jaarlijkse groeipercentage van de economie.
Wij van openbare gezondheid haten kindersterfte,
dus willen we minder en minder kindersterfte.
Wij berekenen dus de jaarlijkse procentuele daling.
Maar dat is hetzelfde soort percentage.
Als je economie groeit met 4 procent,
dan zou de kindersterfte met 4 procent moeten dalen,
als het goed besteed wordt en de mensen echt betrokken worden
en ze de middelen kunnen besteden zoals ze willen.
Is het fair om dit over 19 jaar te meten?
Een econoom zou dat nooit doen.
Ik heb het onderverdeeld in twee periodes.
In de jaren '90 slechts 1,2 procent,
slechts 1,2 procent.
Terwijl nu, tweede versnelling --
het lijkt alsof Afrika eerst in eerste versnelling stond
en nu naar tweede versnelling schakelt.
Maar zelfs dit
is geen eerlijke voorstelling van Afrika,
omdat het een gemiddelde is,
het is een gemiddelde afnamesnelheid in Afrika.
En kijk hier, als ik je meeneem naar mijn bubbelgrafieken.
Hier nog steeds
kindersterfte per 1.000 op die as.
Hier staat het jaar.
En nu geef ik jullie een breder beeld dan de Millenniumdoelen.
Ik start 50 jaar geleden,
toen Afrika in de meeste landen onafhankelijkheid vierde.
Ik geef jullie Congo, dat hoog was,
Ghana, lager, en Kenia, nog lager.
En wat is er sindsdien gebeurd door de jaren heen? Daar gaan we.
Je ziet dat met de onafhankelijkheid de geletterdheid toenam,
vaccinaties werden gestart, de pokken werden uitgeroeid,
de hygiëne verbeterde en de dingen beter werden.
Maar kijk dan uit in de jaren '80.
Congo raakte in een burgeroorlog verstrikt
en bleef hier steken.
Ghana ging erg snel.
Dit was de weerslag in Kenia, en Ghana werd voorbijgestoken,
maar dan gaan Kenia en Ghana samen naar beneden --
nog steeds stilstand in Congo.
Daar staan we vandaag.
Je ziet dat het geen zin heeft
om een gemiddelde te maken van deze nulverbetering
en deze snelle verbetering.
De tijd is gekomen
om de Afrikaanse Sub-Sahara niet langer als één plek te zien.
De landen zijn zo verschillend
en ze verdienen het om te worden erkend net zoals
we niet over Europa spreken als één plek.
Ik kan je zeggen dat de economie van Griekenland erg verschilt van de Zweedse.
Iedereen weet dat.
En elk land wordt beoordeeld op hoe ze het doen.
Laat me jullie dus het bredere plaatje geven.
Mijn land, Zweden.
In 1800 stonden we daarboven.
Wat een rare persoonlijkheidsstoornis moeten we hebben
om kinderen zo zorgvuldig te tellen bij een zo hoge kindersterfte.
Het is erg vreemd. Het is wat gênant.
Maar wij hadden die gewoonte in Zweden
om alle kindersterfte te meten
zelfs als we er niets aan deden.
Deze jaren hier was er hongersnood.
Dit waren slechte jaren en mensen raakten Zweden beu.
Mijn voorouders verhuisden naar de Verenigde Staten.
Uiteindelijk, al snel, deden ze het beter en beter.
Hier krijgen we beter onderwijs, gezondheidsdiensten,
en de kindersterfte daalde.
We waren nooit in oorlog, Zweden leefde al die tijd in vrede.
Maar kijk, de dalingsgraad
in Zweden
was niet snel.
Zweden bereikte een lage kindersterfte
omdat we vroeg begonnen zijn.
We hadden al een lagere school
vanaf 1842.
En dan krijg je dat heerlijke effect
van de vrouwelijke geletterdheid,
een generatie later.
Je moet beseffen dat investeringen in vooruitgang
langetermijninvesteringen zijn.
Het gaat niet om slechts 5 jaar.
Het zijn langetermijninvesteringen.
Zweden bereikte nooit de ratio van de Millenniumdoelen:
3,1%, tijdens mijn berekeningen.
We zijn dus niet op schema. Daar staat Zweden.
Maar daarover praten we weinig.
We willen dat anderen het beter doen dan wij destijds. En dat doen ze inderdaad.
Laat me jullie Thailand tonen.
Kijk, wat een succesverhaal, Thailand sinds de jaren '60,
hoe ze hier gedaald zijn
en bijna hetzelfde kindersterfteniveau als Zweden haalden.
Ik geef je nog een verhaal, Egypte,
het best verborgen, glorieuze succes van de openbare gezondheid.
Egypte zat hierboven in 1960,
hoger dan Congo.
De Nijldelta was een ellende voor kinderen,
met diarree
en malaria en een hoop problemen.
En toen kregen ze de Aswandam. Ze kregen elektriciteit in huis.
Ze kregen meer onderwijs.
En ze kregen basisgezondheidszorg.
En ze gingen naar beneden.
Ze kregen veiliger water. Ze roeiden malaria uit.
Als dat geen succesverhaal is.
De Millenniumdoelen voor kindersterfte
zijn echt haalbaar.
Het goede is
dat Ghana vandaag met dezelfde ratio daalt
als Egypte op haar snelste.
Kenia is aan het versnellen.
Hier hebben we een probleem.
We hebben een ernstig probleem in landen die stilstaan.
Laat me jullie nu een breder plaatje geven,
een breder plaatje van kindersterfte.
Ik zal jullie het verband tonen
tussen kindersterfte op deze as --
deze as hier is kindersterfte --
en hier heb ik de gezinsgrootte.
Het verband tussen kindersterfte en gezinsgrootte.
1, 2, 3, 4 kinderen per vrouw.
6, 7, 8 kinderen per vrouw.
Dit is nog eens 1960,
50 jaar geleden.
Elke bubbel is een land.
De kleuren zijn een continent.
Het donkerblauwe hier is de Afrikaanse Sub-Sahara.
De grootte van de bubbel is de bevolking.
Dit zijn
de zogenaamde "ontwikkelingslanden".
Ze hadden hoge of zeer hoge kindersterfte
en een gezinsgrootte van 6 tot 8.
En deze hier
zijn de zogenaamde Westerse landen.
Ze hadden lage kindersterfte
en kleine gezinnen.
Wat is er gebeurd?
Wat ik jullie nu met eigen ogen wil laten zien,
is het verband tussen de daling in kindersterfte
en de afname van de gezinsgrootte.
Ik vraag het iedereen.
Je moet het zelf zien.
Dit is wat er gebeurde. Nu start ik de wereld.
Hier dalen we met onderwijs,
pokken, beter onderwijs,
gezondheidszorg.
Het daalde hier -- China komt hier het Westerse vak binnen.
En hier is Brazilië in het Westerse vak.
India nadert. De eerste Afrikaanse landen bereiken het Westerse vak.
We krijgen een hoop nieuwe buren.
Welkom bij een fatsoenlijk leven.
Komaan. We willen iedereen hier beneden.
Dit is onze visie, niet?
En kijk nu, de eerste Afrikaanse landen komen aan.
Hier zijn we vandaag.
Er is niet zoiets als
een "Westerse wereld" en een "ontwikkelingswereld".
Dit is het rapport van de VN,
dat vrijdag verscheen.
Het is heel goed -- "Niveaus en trends in kindersterfte" --
behalve deze bladzijde.
Deze bladzijde is erg slecht.
Het is de categorisering van de landen.
Het noemt als "ontwikkelingslanden" -- ik lees de lijst voor --
ontwikkelingslanden: Zuid-Koreaanse Republiek.
Pardon?
Ze hebben Samsung, hoe kunnen ze een ontwikkelingsland zijn?
Hier staat Singapore.
Singapore heeft de laagste kindersterfte ter wereld.
Ze staken Zweden vijf jaar geleden voorbij,
en ze krijgen het etiket ontwikkelingsland.
Hier staat Qatar.
Het is het rijkste land ter wereld, met Al Jazeera.
Hoe kan dat verdorie een ontwikkelingsland zijn?
Dit deugt niet.
(Applaus)
De rest is goed. De rest is goed.
We hebben een modern concept nodig,
dat past bij de data.
En we moeten beseffen
dat we hier allemaal inzitten, tot hier.
Wat is nu belangrijk, met de relaties?
Kijk, zelfs als we naar Afrika kijken.
Dit zijn de Afrikaanse landen.
Je kan duidelijk het verband zien tussen dalende kindersterfte
en afnemende gezinsgrootte,
zelfs binnen Afrika.
Het is heel duidelijk dat dit gebeurt.
Vrijdag is een heel belangrijk onderzoek verschenen
van het Instituut voor Meting en Evaluatie van Gezondheid in Seattle.
Het toont dat bijna 50 procent
van de daling in kindersterfte
kan worden toegeschreven aan vrouwelijk onderwijs.
Dat betekent dat als we meisjes naar school krijgen,
we 15 tot 20 jaar later een impact zien.
Dat is een zeer sterke trend.
Daarom moeten we dat langetermijnperspectief hebben,
maar we moeten de impact meten
van een tienjarige periode.
Het is echt mogelijk
om kindersterfte te doen dalen in al deze landen
en om ze in de benedenhoek te krijgen
waar we graag allemaal samen zouden leven.
En natuurlijk is het doen dalen van kindersterfte
een zaak van het allergrootste belang
vanuit humanitair standpunt.
Het is een fatsoenlijk leven voor kinderen
waar we over spreken.
Maar het is ook een strategische investering
in de toekomst van de hele mensheid,
omdat het over het milieu gaat.
We zullen niet in staat zijn het milieu te beheren
en een vreselijke klimaatcrisis te vermijden
als we de wereldbevolking niet stabiliseren.
Laten we daar duidelijk over zijn.
De manier om dat te doen
is kindersterfte doen dalen, toegang tot gezinsplanning,
en als drijvende kracht vrouwelijk onderwijs.
Dat is zeker haalbaar. Laten we het doen.
Hartelijk dank.
(Applaus)