Ik was hier vier jaar geleden,
en voor zover ik het me kan herinneren,
werden de toespraken toen niet online gezet.
Volgens mij werden ze aan TEDsters in een box meegegeven,
een box met dvd's,
die ze in hun verzameling plaatsten, waar ze nu nog zijn.
(Gelach)
En eigenlijk belde Chris me
een week nadat ik mijn toespraak had gegeven
en hij zei: "We gaan ze online zetten.
Kunnen we die van jouw ook online zetten?" En ik zei, "Natuurlijk."
en vier jaar later
zoals ik al zei, is het bekeken door vier...
Nou, het is vier miljoen keer gedownload.
I denk dat je dat wel met ongeveer 20 mag vermenigvuldigen
om aan het aantal mensen te komen die het bekeken hebben.
En zoals Chris zegt, er is een grote behoefte
aan video's van mij.
(Gelach)
(Applaus)
Denken jullie ook niet?
(Gelach)
Deze hele onderneming is dus één grote voorbereiding geweest
om mij nog een toespraak te laten geven, dus hier komt-ie dan.
(Gelach)
Al Gore sprak
op de TED conferentie waar ik vier jaar geleden ook sprak,
en hij sprak over de klimaatcrisis.
En ik wees daar ook op
aan het einde van mijn laatste toespraak.
Dus ik wil daar nu op doorgaan
want ik had toen maar 18 minuten, eigenlijk.
Dus, zoals ik zei...
(Gelach)
Weet je, hij heeft gelijk.
Ik bedoel, er is natuurlijk een grote klimaatcrisis.
En als mensen het niet geloven, zouden ze wat meer naar buiten moeten gaan.
(Gelach)
Maar ik geloof dat er een tweede klimaatcrisis is,
die even erg is,
en dezelfde oorzaak heeft,
en waar we met dezelfde mate van urgentie wat aan moeten doen.
En wat ik hiermee bedoel --
en je mag trouwens best zeggen "Zeg, ik ben er klaar mee.
Ik heb al één klimaatcrisis
ik heb echt geen tweede nodig."
Maar dit is geen crisis van natuurlijke bronnen,
hoewel ik geloof dat die bestaat,
maar een crisis van menselijke bronnen.
Ik ben fundamenteel van mening,
zoals vele sprekers de afgelopen dagen ook al hebben gezegd,
dat we zeer slecht gebruik maken
van onze talenten.
Heel veel mensen leven hun leven
zonder enig idee wat hun talent zou kunnen zijn,
of dat ze er überhaupt één hebben.
Ik kom allerlei soorten mensen tegen
die denken dat ze nergens echt goed in zijn.
Ik verdeel de wereld tegenwoordig eigenlijk in twee groepen.
Jeremy Bentham, de grote utilitaristische filosoof,
heeft ooit het volgende argument opgeworpen.
Hij zei, "Er zijn twee soorten mensen in deze wereld,
zij die de wereld opdelen in twee soorten
en zij die dat niet doen.¨
(Gelach)
Nou, ik doe dat dus wel.
(Gelach)
Ik ontmoet allerlei soorten mensen
die geen plezier hebben in wat ze doen.
Ze gaan simpelweg door het leven
om er doorheen te gaan.
Ze beleven niet veel plezier aan wat ze doen.
Ze ondergaan het, in plaats van dat ze er plezier in hebben,
en ze wachten tot het weekend is.
Maar ik ontmoet ook mensen
die plezier hebben in wat ze doen
en kunnen zich ook niet voorstellen dat ze wat anders zouden doen.
Als je tegen hen zegt, ¨Je kan dit niet meer doen", snappen ze niet waar je het over hebt.
Dat komt omdat het niet is wat ze doen, maar wat ze zijn. Ze zeggen dan,
"Maar dit bén ik,
het zou nogal raar voor mij zijn om dit niet meer te doen, omdat
het mijn meest authentieke zelf aanspreekt."
En er zijn te weinig mensen voor wie dit het geval is.
Integendeel zelfs, ik denk
dat het zeker alleen bij een minderheid van mensen zo is.
En ik denk dat er vele
mogelijke verklaringen voor zijn.
En de hoogste op die lijst
is educatie,
omdat educatie op een bepaalde manier
heel veel mensen wegleidt
van hun natuurlijke talenten.
Menselijke bronnen zijn net als natuurlijke bronnen;
ze zijn veelal diep begraven.
Je moet naar ze op zoek gaan.
Ze liggen niet ergens aan de oppervlakte.
Je moet de omstandigheden creëren waardoor ze boven komen drijven.
En je zou verwachten
dat educatie datgene is dat dit zou moeten doen.
Maar te vaak is dit niet het geval.
Ieder educatiesysteem ter wereld
wordt momenteel hervormd.
Maar het is niet voldoende.
Hervorming voldoet niet meer,
omdat ze dan een onjuist model proberen te verbeteren.
Wat we nodig hebben --
en de woorden zijn al vaak gebruikt de afgelopen dagen --
is niet een evolutie,
maar een revolutie in educatie.
Het moet worden getransformeerd
in iets anders.
(Applaus)
Eén van de grootste uitdagingen
is om fundamenteel te innoveren
in educatie.
Innovatie is moeilijk
omdat het betekent dat mensen iets
moeten doen wat ze grotendeels niet heel erg makkelijk vinden.
Het betekent alles wat we vanzelfsprekend vinden onder de loep nemen
dingen die we heel normaal vinden.
Het grote probleem bij hervorming
of transformatie
is de tirannie van het gezonde verstand.
Ze denken dan,
"het kan niet op een andere manier omdat dit de manier is waarop het moet."
Ik kwam laatst een geweldige uitspraak tegen van Abraham Lincoln,
van wie ik denk dat jullie het wel fijn zouden vinden om op dit moment een uitspraak te horen.
(Gelach)
Hij zei het in december 1862
tegen de tweede jaarlijkse bijeenkomst van het Congres.
Ik moet wel even uitleggen dat ik geen idee had wat er op dat moment allemaal aan de hand was.
We geven geen les in Amerikaanse geschiedenis in Groot Brittannië.
(Gelach)
We onderdrukken het. Dat is ons beleid, weet je.
(Gelach)
Er was dus ongetwijfeld iets fascinerends aan de hand in december 1892,
wat de Amerikanen onder ons
vast zullen weten.
Maar dit is wat hij zei:
De dogma's
van het stille verleden
zijn ontoereikend voor het stormachtige heden.
De uitdaging
ligt vol met moeilijkheden,
en we moeten de uitdaging benutten."
Daar hou ik van.
Niet aangaan, maar benutten.
"Omdat onze zaak nieuw is,
moeten we nieuwe dingen bedenken
en nieuwe dingen doen.
We moeten onszelf van onze ketens bevrijden
en dan zullen we ons land redden."
Ik hou van dat begrip, "van onze ketens bevrijden."
Weten jullie wat dat betekend?
Dat er ideeën zijn die in ons vast geworteld zitten.
Die we gewoon vanzelfsprekend vinden
als de natuurlijke gang van zaken, de manier waarop dingen nu eenmaal zijn.
En veel van onze ideeën
zijn niet bedacht voor de omstandigheden van deze eeuw,
maar voor de omstandigheden van voorgaande eeuwen.
Maar onze hersenen zijn nog steeds door ze gehypnotiseerd.
En we moeten ons bevrijden van enkele van deze ideeën.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Het is erg lastig, trouwens, om te weten wat je vanzelfsprekend vindt.
En de reden is dát je het vanzelfsprekend vindt.
Laat me jullie eens iets vragen wat jullie waarschijnlijk vanzelfsprekend vinden.
Hoeveel van jullie zijn ouder dan 25?
Dat is niet hetgene waarvan ik denk dat jullie het vanzelfsprekend vinden.
Ik weet zeker dat jullie daar wel aan gewend zijn.
Zijn er ook mensen hier die jonger zijn dan 25?
Geweldig. Nou, degene die ouder zijn dan 25,
willen jullie je hand opsteken als je een horloge draagt?
Dat zijn er best wel veel, vinden jullie niet?
Stel een kamer vol tieners dezelfde vraag.
Tieners dragen geen horloges.
Ik bedoel niet dat ze het niet kunnen of niet mogen,
ze kiezen er meestal gewoon niet voor.
En de reden is dat wij opgegroeid zijn
in een pre-digitale cultuur, wij die ouder dan 25 zijn
en dus voor ons, als wij de tijd willen weten,
dan moeten we iets dragen dat het ons vertelt.
De hedendaagse jeugd leeft in een gedigitaliseerde wereld,
en de tijd is voor hun overal aanwezig.
Zij hebben geen reden om dit te doen.
En, trouwens, jullie hoeven het ook niet meer te doen;
Je hebt het echter altijd gedaan, en je gaat er gewoon mee door.
Mijn dochter Kate, die 20 is, draagt nooit een horloge.
Ze ziet het nut er niet van in.
Zoals zij zegt, "Het is een apparaat met maar één functie."
(Gelach)
"Nou, hoe krom is dat?"
En ik zei. "Nee, nee, het vertelt je ook de datum."
(Gelach)
"Het heeft meerdere functies."
Maar goed, er zijn zaken waaraan we in educatie aan vastgeketend zitten.
Laat me jullie een aantal voorbeelden geven.
Het eerste voorbeeld is het idee van lineariteit,
dat het hier begint, en dat je door een traject gaat,
en dat als je alles goed doet, dat je uiteindelijk
klaar bent voor de rest van je leven.
Iedereen die op TED gesproken heeft, vertelt ons impliciet,
of soms expliciet, een ander verhaal.
Dat het leven niet lineair maar organisch is.
We leven onze levens symbiotisch
terwijl we onze talenten verkennen
in relatie tot de omstandigheden die ze ons helpen creëren.
Maar weet je, we zijn geobsedeerd geworden
door deze lineaire aanpak.
En het hoogtepunt van educatie is wel
naar de universiteit te kunnen gaan.
Ik denk dat we geobsedeerd zijn om mensen naar een universiteit te krijgen,
bepaalde soorten universiteiten.
Ik zeg niet dat je niet naar de universiteit moet gaan, maar niet iedereen hoeft er heen te gaan.
en niet iedereen hoeft er nu heen te gaan.
Misschien gaan ze later, niet meteen.
Ik was een tijd geleden in San Fransisco
voor een signeersessie.
Daar was deze jongen die een boek kocht, hij was een dertiger.
En ik zei, "Wat doe je voor werk?"
En hij zei, "Ik ben brandweerman."
En ik zei, "Hoe lang ben je al brandweerman?"
Hij zei, "Altijd, ik ben altijd al een brandweerman geweest."
En ik zei, "Wel, wanneer besloot je het te worden?"
Hij zei: "Toen ik een kind was." Hij zei, "Eigenlijk was het een probleem voor me op school,
omdat iedereen op school brandweerman wilde worden."
Hij zei, "Maar ik wilde écht brandweerman worden."
En hij zei, "Toen ik in het laatste schooljaar zat,
namen mijn docenten het niet serieus.
Eén docent nam het vooral niet serieus.
Hij zei dat ik mijn leven weggooide
als dat het enige was wat ik ermee zou willen doen,
dat ik naar de universiteit zou moeten gaan, dat ik een professioneel persoon zou moeten worden,
dat ik veel potentieel had,
en dat ik mijn talent aan het weggooien was, als ik het zou doen."
En hij zei, "Het was vernederend omdat
hij het zei tegenover de hele klas, en ik voelde me echt vreselijk.
Maar het is wat ik wilde, en meteen toen ik school verliet,
heb ik gesolliciteerd bij de brandweer en werd ik aangenomen."
En hij zei, "Weet je, ik moest recentelijk aan die man denken,
aan die docent, een paar minuten geleden, toen je je praatje hield."
Hij zei, "Want zes maanden geleden,
heb ik zijn leven gered."
(Gelach)
Hij zei, "Hij zat in een autowrak,
en ik heb hem eruit gehaald, heb hem hartmassage gegeven,
en ik heb het leven van zijn vrouw ook gered."
Hij zei, "Ik denk dat hij nu beter over me denkt."
(Gelach)
(Applaus)
Weet je, volgens mij
zijn menselijke gemeenschappen afhankelijk van
een diversiteit van talenten,
niet een enkelvoudig concept van vermogens.
En de grootste uitdaging --
(Applaus)
de grootste uitdaging
is om ons gevoel van kunnen opnieuw te definiëren
en dat van intelligentie.
Die lineaire aanpak is een probleem.
Toen ik in L.A. arriveerde,
ongeveer negen jaar geleden,
kwam ik een beleidsnotitie tegen,
zeer goedbedoeld,
die stelde, "De universiteit begint in de kleuterschool."
Nee hoor.
(Gelach)
Echt niet.
Als we er de tijd voor hadden, zou ik hier verder over kunnen uitweiden, maar dat hebben we niet.
(Gelach)
Kleuterschool begint in de kleuterschool.
(Gelach)
Een vriend van mij zei eens,
"Weet je, een kind van drie is niet de helft van een kind van zes."
(Gelach)
(Applaus)
Ze zijn drie.
Maar zoals we zojuist hoorden in de laatste sessie,
er is tegenwoordig zo'n competitie om op de kleuterschool te komen,
om op de juíste kleuterschool te komen,
dat ze worden geinterviewd op hun derde.
Kinderen die voor een commissie zitten die niet onder de indruk is,
weet je, met hun CV,
(Gelach)
bladerend zeggen ze dan, "Is dit het?"
(Gelach)
(Applaus)
"Je bent er al 36 maanden, en dit is alles?"
(Gelach)
"Je hebt niets bereikt, niets!
De eerste zes maanden alleen aan borstvoeding besteed, zo te zien."
(Gelach)
Zie je, het is buitensporig als idee, maar het trekt mensen aan.
Het andere probleem is conformiteit.
We hebben ons educatieve systemen gebouwd
volgens het fastfoodmodel.
Dit is iets waar Jamie Oliver gisteren nog over heeft gesproken.
Je weet dat er twee modellen zijn voor kwaliteitsbewaking in de catering.
De ene is fast food,
waar alles is gestandaardiseerd.
De andere zijn zaken als Zagat en Michelin restaurants,
waar niets is gestandaardiseerd,
ze zijn aangepast aan locale omstandigheden.
We hebben onszelf opgezadeld met educatie volgens het fastfoodmodel.
Het verarmt onze geest en onze energie
evenveel als fast food ons fysieke lichaam afbreekt.
(Applaus)
Ik denk dat we hier een paar dingen moeten erkennen.
Het eerste is dat menselijk talent ongelooflijk divers is.
Mensen hebben hele verschillende bekwaamheden.
Ik bedacht me laatst dit:
ik kreeg als kind een gitaar
zo ongeveer in dezelfde tijd dat Eric Clapton zijn eerste gitaar kreeg.
Weet je, voor Eric werd het een succes, dat is alles.
(Gelach)
Voor mij werd het niets.
Ik kreeg het niet voor elkaar
ongeacht hoe vaak en hoe hard ik erin blies.
Het lukte me gewoon niet.
Maar het gaat niet alleen daarover.
Het gaat over passie.
Vaak zijn mensen goed in dingen waar ze niet echt om geven.
Het gaat over passie,
en wat onze geest en energie opwindt.
En als je de dingen doet waar je van houdt, waar je goed in bent,
krijgt tijd een compleet andere betekenis.
Mijn vrouw is net klaar met het schrijven van een boek,
en ik denk dat het een geweldig boek is geworden,
maar ze verdween voor uren achter elkaar.
Je weet het, als je iets doet waar je van houdt,
voelt een uur als vijf minuten.
Als je iets doet dat niet met je geest resoneert,
voelt vijf minuten als een uur.
En de reden dat zoveel mensen stoppen met educatie
is omdat het hun geest niet voedt,
het voedt hun energie of hun passie niet.
Dus ik denk dat we de metaforen moeten veranderen.
We moeten weg van wat in essentie een industrieel model van educatie is,
een fabricagemodel,
dat is gebaseerd op lineariteit
en het maken van gestandaardiseerde mensen.
We moeten naar een model
dat is gebaseerd op de principes van landbouw.
We moeten erkennen dat menselijke groei
niet een mechanisch proces is,
maar een organisch proces.
Je kunt de uitkomst van menselijke ontwikkeling niet voorspellen;
alles wat je kunt doen, net als een landbouwer dat doet,
is de condities creëren waaronder
ze beginnen te groeien.
Dus als we kijken naar het hervormen en transformeren van educatie,
dan is het niet als het klonen van een systeem.
Er zijn er geweldige, zoals KIPPs, het is een geweldig systeem.
Er zijn vele geweldige systemen.
Waar het om gaat is de aanpassing aan jouw omstandigheden,
en het personaliseren van educatie
voor de mensen die je daadwerkelijk doceert.
En dat is, denk ik,
het antwoord op de toekomst
omdat het niet gaat over het schalen van een nieuwe oplossing;
het gaat om het creëren van een beweging in educatie
waarbij mensen hun eigen oplossingen ontwikkelen,
maar met externe ondersteuning gebaseerd op een persoonlijk curriculum.
In deze zaal
zijn er mensen die buitengewoon
talentvol zijn in de zakenwereld,
in multimedia, in het internet.
Deze technologieën,
gecombineerd met de buitengewone talenten van docenten,
leveren een kans om een revolutie in educatie veroorzaken.
En ik dring er bij jullie op aan om hierin betrokken te raken
omdat het vitaal is, niet alleen voor onszelf,
maar voor de toekomst van onze kinderen.
We moeten veranderen van het industriële model
naar een landbouwmodel,
waarbij iedere school morgen al kan opbloeien.
Dat is waar kinderen het leven ervaren.
Of thuis, als dat de plaats is waar zij willen worden onderwezen
met hun families of hun vrienden.
Er is veel gesproken over dromen
gedurende deze dagen.
En ik wilde nog even heel snel --
Ik was erg geraakt door de liedjes van Natalie Merchant gisteravond,
die oude gedichten in ere herstelde.
Ik wil jullie snel nog een zeer kort gedicht voorlezen
van W.B. Yeats, iemand die jullie wellicht kennen.
Hij schreef dit aan zijn geliefde,
Maud Gonne,
hij had het moeilijk met het feit dat
hij haar niet echt datgene kon geven waarvan hij dacht dat ze dat van hem wilde.
En hij zegt, "Ik heb iets anders, maar het is wellicht niet iets voor jou."
Hij zegt dit:
"Als ik hemels geborduurde kleren had,
doorwrocht met goud
en zilver licht,
het blauwe en de schemer
en de donkere kleding
van nacht en licht en schemer,
zou ik de kleren onder je voeten uitspreiden;
Maar ik, arm als ik ben
heb alleen mijn dromen;
Ik heb mijn dromen uitgespreid onder je voeten;
Loop zacht
want je loopt op mijn dromen."
En elke dag, overal,
zullen onze kinderen hun dromen onder onze voeten uitspreiden.
En we zouden er zacht op moeten lopen.
Dank u.
(Applaus)
Dank u wel.