Ik ben een verhalenverteller.
Ik vertel jullie graag een paar persoonlijke verhalen
over wat ik 'het gevaar van het enkele verhaal' noem.
Ik ben opgegroeid op een universiteitscampus
in Oost-Nigeria.
Volgens mijn moeder begon ik met lezen toen ik twee was
ik denk dat vier dichter op de werkelijkheid zit.
Dus ik was een vroege lezer.
Ik las Britse en Amerikaanse kinderboeken.
Ik was ook een vroege schrijver.
Toen ik begon met schrijven,
op ongeveer zevenjarige leeftijd,
verhalen in potlood met illustraties in wasco
die mijn arme moeder moest lezen,
schreef ik precies de soort verhalen die ik ook las.
Al mijn personages waren blank met blauwe ogen.
Ze speelden in de sneeuw.
En aten appels.
(Gelach)
En ze spraken vaak over het weer.
hoe fijn het was dat de zon scheen.
(Gelach)
Dit ondanks het feit dat ik in Nigeria woonde.
Ik was nooit buiten Nigeria geweest.
We hadden geen sneeuw. We aten mango's.
En we hadden het nooit over het weer,
omdat daar geen reden toe was.
Mijn personages dronken ook veel gemberbier
omdat de personages in de Britse boeken die ik las,
ook gemberbier dronken.
Ik had geen idee wat gemberbier was.
(Gelach)
Gedurende velen jaren daarna, wilde ik dolgraag
gemberbier proeven.
Maar dat is een ander verhaal.
Wat dit laat zien, is
hoe beïnvloedbaar en kwetsbaar we zijn
als we worden blootgesteld aan een verhaal,
vooral als kind.
Want in alle boeken die ik had gelezen,
waren de personages vreemdelingen,
Ik was er van overtuigd dat boeken
altijd vreemdelingen als personages hadden,
en dat het over onderwerpen moest gaan
waarmee ik me niet kon identificeren.
Dat is veranderd toen ik
Afrikaanse boeken heb ondekt.
Er waren er niet veel van. En ze waren niet
zo makkelijk te vinden als buitenlandse boeken.
Maar door schrijvers als Chinua Achebe en Camara Laye
beleefde ik een mentale verandering
in mijn perceptie van literatuur
Ik realiseerde me dat mensen zoals ikzelf,
meisjes met een chocolade huidskleur,
wiens kinky haar niet in een paardenstaart te maken is,
ook in de literatuur konden voorkomen.
Ik begon te schrijven over dingen die ik herkende.
Ik hield van die Amerikaanse en Britse boeken die ik las.
Ze voedden mijn verbeelding.
Ze openden nieuwe werelden voor me.
Maar het onbedoelde gevolg
was dat ik niet wist dat mensen zoals ik
ook in literatuur konden bestaan.
Wat de ontdekking van Afrikaanse schrijvers
voor mij deed, was dit:
het heeft mij gered van het hebben
van een enkel verhaal
over wat boeken zijn.
Ik kom uit een conventioneel, Nigeriaans middenklassengezin.
Mijn vader was professor.
Mijn moeder was bestuurder.
Dus hadden wij, zoals gebruikelijk,
een inwonende hulp, meestal afkomstig
uit naburige landelijke dorpjes.
Het jaar dat ik acht werd,
kregen we een nieuwe huisjongen.
Zijn naam was Fide.
Het enige wat mijn moeder over hem vertelde,
was dat zijn familie erg arm was.
Mijn moeder stuurde hen yams en rijst,
en onze oude kleding.
En wanneer ik mijn bord niet leeg at, zei mijn moeder:
"Eet je bord leeg! Er zijn mensen
als Fide's familie die helemaal niks hebben."
Dus voelde ik enorm veel medelijden met Fide's familie.
Dan, op een zaterdag, bezochten we zijn dorpje.
En zijn moeder liet ons een mand
met prachtige patronen zien,
van gekleurd raffia, die zijn broer had gemaakt.
Ik was perplex.
Het kwam niet in mij op dat iemand in zijn familie
werkelijk iets kon maken.
Het enige wat ik over hen hoorde,
was hoe arm ze waren,
dus werd het voor mij onmogelijk
anders over hen te denken
dan dat ze arm waren.
Hun armoede was mijn enige verhaal over hen.
Jaren later dacht ik hieraan
toen ik Nigeria verliet
om te gaan studeren in de Verenigde Staten.
Ik was 19.
Mijn Amerikaanse kamergenote schrok van mij.
Ze vroeg waar ik zo goed Engels had leren spreken,
en ze was verbaasd toen ik zei dat Nigeria
Engels als officiële voertaal heeft.
Ze vroeg of ze naar muziek van mijn stam kon luisteren,
en was bijgevolg erg teleurgesteld
toen ik mijn Mariah Carey-cassette afspeelde.
(Gelach)
Ze ging er van uit dat ik niet wist hoe
een fornuis werkte.
Wat mij zo trof, was dit:
ze had medelijden met mij
zelfs voordat ze mij had ontmoet.
Haar vooringenomen standpunt tegenover mij, Afrikaanse,
was een neerbuigend, welbedoeld medelijden.
Mijn kamergenote had een enkel verhaal over Afrika.
Het enige verhaal van catastrofe.
In dit enkele verhaal was er geen mogelijkheid
dat Afrikanen waren zoals zij, hoe dan ook.
Geen mogelijkheid tot gevoelens
complexer dan medelijden.
Geen mogelijkheid van een band
als gelijkwaardige mensen.
Ik moet zeggen dat voordat ik naar de VS ging, ik me niet
bewust als Afrikaanse identificeerde.
Maar in de VS werd, telkens Afrika
ter sprake kwam, naar mij gekeken.
Ook al wist ik niets over plaatsen als Namibië.
Maar ik begon die nieuwe identiteit te omarmen.
En in veel opzichten bekijk ik mijzelf nu als Afrikaanse.
Maar het irriteert mij nog steeds wanneer
men denkt dat Afrika een land is.
Het meest recente voorbeeld:
tijdens de overigens prettige vlucht
vanuit Lagos, twee dagen geleden,
was er een bericht tijdens de vlucht met Virgin
over het liefdadigheidswerk
in "India, Afrika en andere landen."
(Gelach)
Na een aantal jaren in de VS te hebben
doorgebracht als Afrikaanse,
begon ik de reactie van mijn kamergenote
op mij te begrijpen.
Als ik niet in Nigerië was opgegroeid,
en als het enige wat ik van Afrika wist,
kwam van bekende beelden,
zou ik ook denken dat Afrika een plek was van
prachtige landschappen, prachtige dieren,
en onbegrijpelijke mensen,
die onzinnige oorlogen voeren,
doodgaan van armoede en AIDS,
die niet voor zichzelf kunnen spreken,
en die wachten op redding
door een vriendelijke, blanke vreemdeling.
Ik zou Afrikanen op dezelfde manier zien zoals ik
als kind, Fide's familie had gezien.
Dit enkel verhaal over Afrika komt,
uit Westerse literatuur.
Hier is een citaat van
een Londense handelaar, John Locke,
die in 1561 naar West-Afrika zeilde
en een fascinerend verslag deed over zijn reis.
Nadat hij zwarte Afrikanen beschreef
als 'beesten zonder huizen',
schreef hij: "Het zijn ook mensen zonder hoofden,
die hun mond en ogen in hun borst hebben."
Elke keer dat ik dit las, moest ik lachen.
Men moet de verbeeldingskracht
van John Locke bewonderen.
Maar wat belangrijk is aan zijn schrijven, is dat het
het begin vertegenwoordigt
van een traditie van verhalen over Afrika in het Westen.
Een traditie van Subsaharaans Afrika
als een plek van negatieven,
van verschillen, van duisternis,
van mensen die,
in de woorden van de geweldige dichter,
Rudyard Kipling.
'half duivel, half kind' zijn.
En zo begon ik te beseffen
dat wat mijn Amerikaanse kamergenote
haar hele leven moet hebben
gezien en gehoord, verschillende versies waren
van dit enkel verhaal.
net zoals een professor
die mij eens vertelde dat mijn roman
niet 'authentiek Afrikaans' was.
Ik was best bereid toe te geven
dat een aantal dingen
niet klopte aan mijn roman,
dat het op verschillende vlakken niet voldoende was.
Maar ik had niet kunnen bedenken
dat het had gefaald
in zoiets als het authentiek Afrikaans zijn.
Ik wist eerlijk gezegd niet
wat authentiek Afrikaans was.
De professor vertelde mij dat mijn personages
te veel zoals hij waren,
een goed opgeleide man uit de middenklasse.
Mijn personages reden met de auto.
Ze vergingen niet van de honger.
Daardoor waren ze niet authentiek Afrikaans.
Maar ik moet er snel aan toevoegen
dat ik net zo schuldig ben
wat het enkele verhaal betreft.
Een aantal jaren geleden
bezocht ik Mexico vanuit de VS.
Het politieke klimaat in de VS was destijds gespannen.
Er waren discussies aan de gang over immigratie.
En, zoals dat in Amerika vaak gebeurt,
werd immigratie synoniem met Mexicanen.
Er waren eindeloze verhalen over Mexicanen:
dat het mensen waren die
het gezondheidssysteem zaten te flessen,
stiekem de grens overstaken,
gearresteerd werden aan de grens, dat soort dingen.
Ik herinner me een wandeling
op mijn eerste dag in Guadalajara.
Ik bekeek mensen die naar hun werk gingen,
die tortillas aan het rollen waren op de markt,
die rookten en lachten.
Ik voelde eerst een lichte verbazing.
En toen werd ik overvallen door schaamte.
Ik realiseerde me dat ik zo was ondergedompeld
in de verslaggeving door de media over Mexicanen
dat ze in mijn gedachten maar één ding waren:
de verachtelijke immigrant.
Ik was gevallen voor het enkel verhaal
over de Mexicanen
en ik schaamde me dood voor mezelf.
Dit is hoe je het enkele verhaal creëert:
laat mensen als één ding zien,
als één enkel ding,
telkens weer,
en dat is wat ze worden.
Het is onmogelijk om het
over het enkele verhaal te hebben
zonder het te hebben over macht.
Er is een woord, een Igbo-woord;
ik denk eraan telkens ik denk over
de machtsstructuren van de wereld,
en het is 'nkali'.
Het is een naamwoord dat, vrij vertaald, betekent
'groter zijn dan een ander'.
Net zoals onze economische en politieke werelden,
zijn ook verhalen bepaald
door het principe van nkali.
Hoe ze verteld worden, wie ze vertelt,
wanneer ze verteld worden,
hoeveel er verteld worden,
dit alles is werkelijk afhankelijk van macht.
Macht is het vermogen niet alleen
een verhaal over een ander te vertellen,
maar dat verhaal tot het definitieve verhaal
over die persoon te maken.
De Palestijnse dichter Mourid Barghouti schrijft
dat, als je bezit wil nemen van een volk,
de meest eenvoudige manier is
om hun verhaal te vertellen,
en te beginnen met 'ten tweede'.
Begin het verhaal over de Indianen met speren,
en niet met de aankomst van de Britten,
en je hebt een totaal ander verhaal.
Begin het verhaal met
het falen van de Afrikaanse staat,
en niet met de koloniale creatie
van de Afrikaanse staat,
en je hebt een totaal ander verhaal.
Kort geleden sprak ik
op een universiteit
waar een student mij vertelde
dat het zo'n zonde was
dat Nigeriaanse mannen fysieke misbruikers zijn
zoals het vader-personage uit mijn roman.
Ik vertelde hem dat ik onlangs een roman had gelezen
die heette 'American Psycho' --
(Gelach)
-- en dat het zo'n zonde was
dat jonge Amerikanen seriemoordenaars waren.
(Gelach)
(Applaus)
Natuurlijk zei ik dit in een staat van milde irritatie.
(Gelach)
Het zou nooit in mij opkomen om te denken
dat omdat ik net een roman had gelezen
waarin een personage een seriemoordenaar was,
dit representatief zou zijn
voor alle Amerikanen.
Dit is niet omdat ik een beter persoon
ben dan die student,
maar vanwege Amerika's culturele en economische macht
had ik vele verhalen over Amerika.
Ik heb Tyler en Updike en Steinbeck en Gaitskill gelezen.
Ik had niet een enkel verhaal over Amerika.
Toen ik enkele jaren geleden vernam
dat van schrijvers werd verwacht
dat ze een zeer ongelukkige jeugd hebben gehad
om succesvol te zijn,
begon ik te bedenken wat ik kon verzinnen,
verschrikkelijke dingen die mijn ouders
me hadden aangedaan.
(Gelach)
Maar de werkelijkheid is
dat ik een zeer gelukkige jeugd had,
vol met pret en liefde,
in een zeer hechte familie.
Maar ik had ook grootvaders
die overleden waren in vluchtelingenkampen.
Mijn neef Polle overleed omdat hij
geen adequate zorg kon krijgen.
Een goede vriend, Okoloma,
kwam om in een vliegtuigongeluk
omdat onze brandweerwagens geen water hadden.
Ik ben opgegroeid onder
een repressieve militaire overheid
die onderwijs niet naar waarde schatte,
zodat mijn ouders soms
hun salarissen niet kregen uitbetaald.
En dus zag ik als kind de jam
van de ontbijttafel verdwijnen,
dan verdween de margarine,
dan werd het brood te duur,
dan werd de melk gerantsoeneerd.
Maar vooral, een vanzelfsprekende politieke angst
nam plaats in onze levens.
Al deze verhalen maken mij tot wie ik ben.
Maar alleen de nadruk leggen
op deze negatieve verhalen
vlakt mijn ervaringen uit,
en ziet de vele andere verhalen over het hoofd
die mij hebben gevormd.
Het enkele verhaal creëert stereotypen.
En het probleem met stereotypen
is niet dat ze onwaar zijn,
maar dat ze onvolledig zijn.
Ze maken een verhaal tot het enige verhaal.
Inderdaad, Afrika is een continent vol catastrofes.
Immense catastrofes, zoals de verkrachtingen in Congo.
En deprimerende catastrofes, zoals het feit dat
5.000 mensen solliciteren voor één vacature in Nigeria.
Maar er zijn andere verhalen,
die niet over catastrofes gaan.
Het is net zo belangrijk
om het daarover te hebben.
Ik heb altijd gedacht
dat het onmogelijk is
om een goed contact te hebben
met een plek of persoon
zonder verbondenheid met alle verhalen
over die plek en die persoon.
De consequentie van het enkele verhaal
is dit: het ontdoet mensen van hun waardigheid.
Het belemmert onze erkenning
van menselijke gelijkwaardigheid.
Het benadrukt hoe verschillend we van elkaar zijn
eerder dan hoe gelijkaardig.
Wat als ik voor mijn Mexicaanse reis
het immigratiedebat van beide kanten had gevolgd,
de Amerikaanse en de Mexicaanse?
Wat als mijn moeder ons had verteld
dat Fide's familie arm was
en hardwerkend?
Wat als we een Afrikaans televisienetwerk hadden
dat verschillende Afrikaanse verhalen
over de hele wereld verspreidde?
Wat de Nigeriaanse schrijver Chinua Achebe
'een balans van verhalen' noemt.
Wat als mijn kamergenote wist
van mijn Nigeriaanse uitgever,
Mukta Bakaray,
een bijzondere man,
die zijn baan bij een bank liet staan
om zijn droom te volgen
en een uitgeverij te beginnen?
De conventionele gedachte was
dat Nigerianen geen literatuur lezen.
Hij was het er niet mee eens. Hij vond
dat mensen die konden lezen, zouden lezen,
als je literatuur voor hen betaalbaar en beschikbaar maakte.
Kort nadat hij mijn eerste roman publiceerde,
ging ik naar een televisiezender in Lagos voor een interview.
Een vrouw die daar als boodschapper werkte,
kwam naar me toe en zei:
"Ik heb echt genoten van je roman.
Maar ik vond het einde niet goed.
Je moet een vervolg schrijven,
waarin het volgende gaat gebeuren..."
(Gelach)
En ze vertelde me
wat ik in het vervolg moest schrijven.
Ik was niet alleen gecharmeerd,
ik was erg ontroerd.
Hier was een vrouw, die deel uitmaakte
van het gewone Nigeriaanse volk,
dat niet verondersteld werd boeken te lezen.
Zij had niet alleen het boek gelezen,
maar eigende het zich toe
en voelde zich geroepen mij te vertellen
wat ik in het vervolg moest schrijven.
Wat als mijn kamergenote wist
van mijn vriend Fumi Onda,
een onverschrokken vrouw,
een tv-presentatrice in Lagos,
die vastberaden is de verhalen te vertellen
die wij liever vergeten?
Wat als mijn kamergenote wist
van de hartoperatie
die vorige week werd uitgevoerd
in een ziekenhuis in Lagos?
Wat als mijn kamergenote wist
van hedendaagse Nigeriaanse muziek?
Getalenteerde mensen
die zingen in het Engels en het Pidgin,
en het Igbo en het Yoruba en het Ijo,
terwijl ze invloeden mengen van Jay-Z tot Fela
tot Bob Marley, tot hun voorvaderen.
Wat als mijn kamergenote wist
van de vrouwelijke advocaat
die onlangs in het gerechtshof in Nigeria
een belachelijke wet aanvocht
die vrouwen verplicht
de goedkeuring van hun man te hebben
om hun paspoorten te vernieuwen?
Wat als mijn kamergenote wist van Nollywood,
vol innovatieve mensen die films maken
ondanks grote technische problemen?
Films die zo populair zijn
dat ze werkelijk het beste voorbeeld zijn van het feit
dat Nigerianen consumeren wat ze produceren.
Wat als mijn kamergenote wist
van mijn geweldig ambitieuze haarvlechtster,
die net een eigen zaak in haarextensies is begonnen?
Of over die miljoenen andere Nigerianen
die ondernemingen beginnen en soms falen,
maar door blijven gaan met die ambitie te koesteren?
Telkens ik thuis ben, word ik geconfronteerd met
de gebruikelijke oorzaken van irritatie
voor de meeste Nigerianen:
onze gebrekkige infrastructuur,
onze mislukte regering.
Maar ook met de ongelofelijke veerkracht
van de mensen
die opbloeien ondanks de overheid,
eerder dan dankzij.
Elke zomer geef ik schrijfworkshops in Lagos.
Het is ongelofelijk hoeveel mensen zich ervoor opgeven,
hoeveel mensen popelen om te schrijven,
om verhalen te vertellen.
Mijn Nigeriaanse uitgever en ik
hebben net een stichting opgezet
die Farafina Trust heet.
We hebben grootse plannen om bibliotheken te bouwen
en bestaande bibliotheken te renoveren,
en boeken te voorzien voor openbare scholen
die niks in hun bibliotheken hebben staan,
en ook heel veel workshops te organiseren,
over lezen en schrijven,
voor alle mensen die hongerig zijn
om onze vele verhalen te vertellen.
Verhalen doen ertoe.
Veel verhalen doen ertoe.
Verhalen zijn gebruikt om te onteigenen
en kwaad te doen.
Maar verhalen kunnen ook worden gebruikt
als aanmoediging en humanisering.
Verhalen kunnen de waardigheid van mensen breken.
Maar verhalen kunnen ook
gebroken waardigheden herstellen.
De Amerikaanse schrijfster Alice Walker schreef dit
over haar Zuidelijke familieleden
die naar het Noorden waren verhuisd.
Ze leerde hen een boek kennen over
het Zuidelijke leven dat ze achter hadden gelaten.
"Ze zaten samen, lazen het boek zelf,
luisterend naar hoe ik voorlas,
en een soort paradijs was herwonnen."
Ik zou graag eindigen met deze gedachte:
wanneer wij het enkele verhaal afwijzen,
wanneer wij beseffen dat er
nooit een enkel verhaal is
over geen enkele plek,
herwinnen wij een soort paradijs.
Dank je wel.
(Applaus)