Ta-daa!
(Gelach)
Het is een eer om hier te zijn
en om over dit enorm belangrijke
onderwerp te mogen spreken.
Er is al veel gesproken
over de gruwelijke effecten van plastic
op de wereld en op andere diersoorten,
maar plastic kwetst ook mensen.
Met name arme mensen.
En zowel in de productie van plastic,
het gebruik van plastic,
als in de verwijdering ervan,
zijn de arme mensen
altijd weer het doelwit.
Mensen werden heel boos
ten tijde van het olielek van BP,
en terecht.
Mensen dachten: o God,
wat vreselijk, die olie in het water;
alle levende wezens daar zullen doodgaan;
het zal ook mensen raken;
dit is verschrikkelijk,
deze olie zal de mensen
in de Golf kwetsen.
Waar mensen niet aan denken is:
als de olie nu eens
veilig aan land was gekomen.
Als de olie nu eens
op zijn bestemming was aangekomen.
Dan was het verbrand in motoren,
wat bijdraagt aan de klimaatverandering,
maar er is ook een plaats
genaamd 'Cancer Alley'.
En waarom heet dat de 'Kankergang'?
Omdat de petrochemische industrie
die olie verwerkt tot plastic
en daarbij mensen doodt.
Het verkort het leven van de mensen
die daar in de Golf leven.
Olie en petrochemie zijn niet slechts
een probleem wanneer er een lek is;
ze zijn altijd een probleem.
En waar we niet altijd bij stilstaan
is dat arme mensen een prijs betalen
voor onze wegwerpproducten.
Nog iets waar we nooit bij stilstaan,
is dat arme mensen niet alleen
te lijden hebben van de productie.
Arme mensen lijden ook van het gebruik.
Degenen die genoeg inkomen genereren,
hebben zoiets als 'keuze'.
De reden waarom je
een baan hebt en hard wil werken,
in plaats van arm te zijn,
is om opties te hebben,
economische opties.
Wij kunnen daadwerkelijk kiezen
om producten te laten staan
die gevaarlijk giftig plastic bevatten.
Andere mensen, arme mensen,
hebben die keuze niet.
Dus zijn het vaak mensen
met een laag inkomen
die de producten kopen
die gevaarlijke chemicaliën bevatten
om aan hun kinderen te geven.
Deze mensen krijgen dus in het gebruik
relatief veel van dit soort
giftige stoffen binnen.
Men zegt: "Dan moeten ze
maar een ander product kopen."
Maar als je arm bent,
heb je die keuze dus niet.
Je zit vast aan de goedkoopste producten
en die zijn vaak het gevaarlijkst.
En alsof dat nog niet genoeg is ...
Alsof het niet genoeg is dat de productie
van plastic mensen kanker bezorgt
op plaatsen zoals de Cancer Alley
en levens verkort en kinderen
kwetst ten tijde van het gebruik ...
Als het om het weggooien gaat,
zijn het opnieuw de arme mensen
die de prijs betalen.
We denken vaak dat we het goed doen.
Je zit op kantoor, drinkt
een flesje water of wat ook,
en denkt bij jezelf: ik ga dit weggooien.
Nee, ik doe het netjes,
ik gooi het in de blauwe bak.
Je denkt: ik gooi hem in de blauwe bak.
Dan kijk je naar je collega en zegt:
"Wat doe je nou, eikel?
Je gooit hem in de witte bak."
We kietelen onszelf moreel.
En we zijn heel trots op onszelf.
Als we ... nou, OK,
misschien heb alleen ik dat ...
Niet jij, maar dat heb ik dan.
(Gelach)
We vinden dat gewoon
even goed van onszelf.
Maar als we dat flesje eens zouden volgen
op zijn weg,
zouden we geshockeerd zijn
als we erachter kwamen
dat die fles vaak op een boot terechtkomt,
dat hij helemaal
over de oceaan wordt vervoerd --
en dat kost wat --
om uiteindelijk uit te komen
in een ontwikkelingsland, vaak China.
Volgens mij denken we dat iemand
dat flesje aanneemt en zegt:
"O, flesje! We zijn zo blij je te zien!"
(Gelach)
"Je hebt goed gediend."
(Gelach)
Hij krijgt een flesjesmassage,
een flesjesmedaille
en wordt gevraagd
wat hij nu eens wil gaan doen.
Het flesje zegt: "Geen idee ..."
(Gelach)
Maar zo gaat het niet.
Die fles wordt uiteindelijk verbrand.
Het hergebruik van plastic
betekent in veel ontwikkelingslanden
het verbranden van plastic,
waarbij ongelooflijk
giftige stoffen vrijkomen,
en wat, opnieuw, mensen doodt.
Dus, arme mensen maken deze producten
in petrochemische centra als Cancer Alley;
arme mensen krijgen er
relatief veel van binnen;
en dan zien arme mensen
hun leven ook nog eens ingekort
door het recyclingsproces.
Ze lijden enorm
onder onze verslaving aan wegwerpspullen.
Nu denk je natuurlijk --
ik weet hoe jullie zijn --
je denkt: wat vreselijk ....
voor die arme mensen.
Verschrikkelijk. Die arme mensen.
Ik hoop dat iemand
iets doet om ze te helpen.
Maar wat we niet begrijpen ...
We zijn hier in Los Angeles.
We hebben hard gewerkt
om hier de smog te verminderen.
Maar wat dacht je?
Omdat ze het vuile werk
nu zoveel in Azië doen,
omdat de milieuwetten
de mensen daar niet beschermen,
is bijna alle vooruitgang
in luchtkwaliteit
die we hier in Californië hebben geboekt,
tenietgedaan door de vuile lucht
die ons bereikt uit Azië.
Dus het raakt ons allemaal.
We hebben er allemaal last van.
Alleen treft het arme mensen
wel eerst en vooral.
Maar de vuile productie,
de giftige verbrandingsprocessen,
het ontbreken van
milieustandaarden in Azië,
zorgt feitelijk
voor zoveel luchtvervuiling
dat het de oceaan overkomt
en onze verbeteringen
in Californië tenietdoet.
We zijn terug op jaren 70-niveau.
We zitten gewoon op één planeet
en we zullen deze problemen
bij de wortel moeten aanpakken.
De wortel, in mijn optiek,
is het wegwerp-concept zelf.
Als je het verband begrijpt
tussen hoe we onze planeet
vervuilen en vergiftigen,
en wat we arme mensen aandoen,
komt je tot een pijnlijk
maar behulpzaam inzicht:
Als je de planeet wilt vernielen,
zul je mensen moeten vernielen.
Maar als je een wereld schept
waarin je geen mensen vernielt,
verniel je ook de planeet niet.
We zijn nu feitelijk op een moment gekomen
waarop sociale
rechtvaardigheid als concept
en ecologie als concept samenkomen,
en we eindelijk kunnen zien
dat ze feitelijk
één en hetzelfde concept zijn.
Het punt is dat er geen
wegwerp-wat-dan-ook bestaat.
Er bestaan geen wegwerpgrondstoffen.
Er bestaan geen wegwerpdiersoorten.
En er bestaan ook geen wegwerpmensen.
We hebben geen wegwerpplaneet
en geen wegwerpkinderen;
het is ons allemaal dierbaar.
Wanneer we allemaal terugkeren
naar dat fundamentele inzicht,
beginnen zich alternatieve
handelswijzen aan te dienen.
Biomimetica,
een opkomende wetenschap,
blijkt een zeer belangrijk concept
voor sociale rechtvaardigheid.
Voor mensen die het niet kennen:
biomimetica betekent de wijsheid
van alle soorten respecteren.
Democratie betekent
de wijsheid van alle mensen
respecteren, daar kom ik op terug.
Biomimetica betekent de wijsheid
van alle soorten respecteren.
We blijken een hele slimme soort te zijn.
We hebben een grote cortex,
we zijn daar heel trots op.
Maar als we iets hards willen maken,
zeggen we: "Dat kan ik!
Ik ga iets heel hards maken.
Kan ik! Ik ga dingen vacuum zuigen
en ik gebruik ovens,
en ik ga dingen uit de grond halen
en dingen verhitten,
en vervuilen en vergiftigen ...
Maar ik maak iets hards!"
(Gelach)
"Ik ben zo slim!"
Maar je kijkt om
en je hebt van alles vernield.
Maar weet je wat?
Je bent zo slim,
maar niet zo slim als een mossel.
Die heeft een harde schelp.
Zonder vacuum, zonder ovens.
Niks gifstoffen, niks vervuiling.
Het blijkt dat andere soorten
lang geleden al hadden uitgevogeld
hoe ze dingen moesten maken
die ze nodig hadden
door biologische processen te gebruiken
waarin de natuur voorziet.
Dat inzicht van biomimicry,
onze wetenschappers die eindelijk inzien
dat we net zoveel
van andere soorten kunnen leren ...
Ik bedoel niet een muis
volstoppen met van alles en nog wat.
Ik heb het niet over
kleinere soorten misbruiken.
Ik heb het over respecteren,
respecteren wat ze bereikt hebben.
Dat heet biomimetica
en dat wijst de weg
naar produceren zonder afval;
produceren zonder vervuiling;
het daadwerkelijk genieten
van een hoge kwaliteit van leven,
een hoge levensstandaard,
zonder de planeet te vernielen.
Het biomimetica-concept,
het respecteren van de wijsheid
van alle soorten,
gecombineerd met het concept van
democratie en sociale rechtvaardigheid,
het respecteren van de wijsheid
en waarde van alle mensen,
zou een andere gemeenschap opleveren.
Met een andere economie.
We zouden een groene gemeenschap hebben
waar dr. King trots op zou zijn.
Dat zou het doel moeten zijn.
En we komen daar
door ons eerst te realiseren
dat het wegwerp-concept
niet alleen de soorten kwetst
waar we het over hadden,
maar het tast zelfs
onze eigen gemeenschap aan.
We zijn zo trots op Californië.
Er is net een verkiezing geweest
en iedereen zegt:
"Ja, nou ... niet hier!
(Gelach)
Ik weet niet wat die
andere staten dachten, maar ..."
(Gelach)
Zo trots.
En ja, dat ben ik ook.
Maar ...
Hoewel Californië een leider is
in de groene beweging,
leiden we de wereld helaas ook
op minder fraaie gebieden.
Californië heeft een van de
hoogste opsluitingsratio's
van alle 50 staten.
Dat is een moreel probleem.
We redden hartstochtelijk
dood materiaal van de vuilnisbelt,
maar zijn soms minder gedreven
om levende wezens,
levende mensen te redden.
En we leven in een land
met 5% van de wereldbevolking,
25% van de broeikasgassen
maar ook 25% van 's werelds gevangenen.
Een op de vier mensen
die vastzit in de wereld,
zit ergens hier in de VS.
Het is consistent met ons idee
dat je weg kunt gooien wat je niet zint.
Toch,
als een beweging
die aanhangers moet winnen,
die moet groeien,
die buiten zijn comfortzone moet reiken,
een van de problemen voor deze beweging,
die plastic kwijt wil
en een andere economie,
is dat mensen er
met wantrouwen naar kijken.
Ze stellen de volgende vraag:
Waar komt die hartstocht vandaan?
Een arme persoon, laag inkomen,
iemand uit Cancer Alley,
iemand uit Watts,
iemand uit Harlem,
of iemand van een Indianenreservaat,
die zegt misschien wel --
en terecht --
"Hoe kunnen die mensen
zo hartstochtelijk zijn
om te regelen
dat een plastic fles
een tweede kans krijgt,
of dat een aluminium blikje
een tweede kans krijgt,
terwijl wanneer mijn kind
naar de gevangenis moet,
die daarna geen tweede kans krijgt.
Hoe kan deze beweging
die zo hartstochtelijk beweert
dat we geen wegwerpvoorwerpen,
geen wegwerpdingen hebben,
wel wegwerplevens accepteren
en wegwerpgemeenschappen,
zoals Cancer Alley?"
We krijgen dus nu de kans
om echt trots te zijn op onze beweging.
Als we dit soort onderwerpen oppakken,
geeft het ons die extra push om connecties
te leggen met andere bewegingen,
breder te worden en te groeien,
zodat we eindelijk dit tergende dilemma
achter ons kunnen laten.
De meesten van jullie
zijn zachtaardige mensen.
Toen je jonger was,
nam je het op voor de hele wereld,
tot er iemand zei dat je je
op iets specifieks moest richten,
dat je je liefde tot één kwestie
moest beperken.
"Je kunt niet alles doen ...
Je werkt of voor de bomen,
of aan immigratiekwesties.
Je moet je concentreren op één zaak."
Wat ze je eigenlijk vertelden, was:
"Ga je een boom omarmen?
Of een kind? Kiezen!
Ga je een boom omarmen?
Of een kind? Kiezen!"
Als je begint te werken
aan kwesties als plastic,
kom je erachter dat alles verbonden is.
Gelukkig hebben de meesten
van ons twee armen ...
We kunnen ze beide omarmen.
Dankjewel.
(Applaus)