Ongeveer 365 miljoen mensen hebben
Engels als moedertaal.
Meer dan twee miljard anderen
leren en spreken Engels
als tweede of derde taal.
Als je Engels spreekt,
kan je je verstaanbaar maken
voor bijna 2,5 miljard mensen.
Waarom zou je dan een andere
vreemde taal moeten leren?
Is dat geen belachelijke tijdverspilling?
Nelson Mandela werd scherp bekritiseerd
door zwarte Zuid-Afrikanen
omdat hij Afrikaans sprak.
Hij antwoordde:
"Als je tot een man spreekt in
een taal die hij begrijpt,
bereik je zijn hoofd.
Als je tot hem spreekt in zijn eigen taal,
bereik je zijn hart."
Zaak is:
als je mensen voor je wil innemen,
moet je tot hun hart spreken.
Pausen weten dat.
Johannes Paulus II sprak een
stuk of tien talen vloeiend
en nog een dozijn andere
op elementair niveau.
Waar hij ook kwam,
begroette hij de mensen
met minstens enkele zinnen in
hun moedertaal.
Dat was een belangrijke sleutel
tot zijn populariteit.
Mensen met buitenlandse schoonmoeders
of toekomstige buitenlandse
schoonmoeders weten het ook.
Ze mogen dan al Engels praten
met hun vriendinnetje,
maar als ze op goede voet willen staan
met de moeder van hun meisje
zijn jonge mannen bereid
de gekste talen te leren,
zelfs Nederlands.
(Gelach)
Doorgaans werkt het.
Waarom?
Omdat onze moedertaal
volledig verstrengeld is
met onze persoonlijkheid,
met onze identiteit.
Onze persoonlijke geschiedenis
is diep geworteld en
gedrenkt in onze moedertaal.
Er zijn zoveel herinneringen en gevoelens
verbonden met woorden, uitdrukkingen,
zelfs met de grammatica waar
we mee opgegroeid zijn.
Als je de taal van een ander leert,
toon je dat je oprecht geinteresseerd bent
in haar leven, in haar persoonlijkheid.
Welke schoonmoeder zou
hierdoor niet gevleid zijn?
Als je je eigen taal hoort,
voel je je verbonden.
Als je op reis bent
en je hebt dagen- of wekenlang
een vreemde taal gesproken -
het ogenblik dat je in een vliegtuig stapt
waar het cabinepersoneel
je begroet in je eigen taal
weet je dat je op weg bent naar huis.
Als moedertalen een aroma hadden,
denk ik dat ze naar koekjes zouden ruiken,
en naar troostende kippensoep,
en naar grootmoeders reukwater -
en misschien zelfs
een beetje naar mottenballen.
Dit zou weleens de reden kunnen zijn
waarom kunstmatige talen,
zoals Esperanto, nooit zo goed aangeslagen
zijn als men had kunnen verwachten.
Hoe knap ze ook mogen ontworpen zijn,
en hoe eenvoudig, en makkelijk te leren -
geen enkel land heeft ooit een artificiële
taal aangenomen als officiële taal
of als vreemde taal die systematisch
moest onderwezen worden
op grote schaal, over langere tijd,
hoewel men dat uitgeprobeerd heeft.
Maar ondanks de moeilijkheden
met natuurlijke talen -
de frustrerende onregelmatigheden,
de kloof tussen spelling en uitspraak,
de soms absurde complexiteit
van de grammatica -
ondanks dat alles, geven wij er
de voorkeur aan talen te leren
die organisch gegroeid zijn met mensen.
Kunstmatig geconstrueerde talen
spreken tot het hoofd.
Natuurlijke talen ruiken naar koekjes.
Voor Nelson Mandela was Afrikaans leren
een kwestie van "je vijand kennen".
Hij zei: "Je moet hun taal
kennen en hun passies,
hun hoop en hun angsten
als je hen wil verslaan."
En dat deed hij. Het werkte.
Maar het gaat toch niet
altijd om vijanden?
Dit geldt voor alle
soorten menselijke relaties.
Ik zal de laatste zijn om te beweren
dat schoonmoeders vijanden zijn -
per definitie.
Zeven, acht jaar geleden
reed ik met mijn gezin door Polen.
Het was bijna sluitingstijd en we
moesten nodig eten kopen.
Uiteindelijk zagen we een supermarkt
aan de andere kant van de straat.
De enige manier om er op tijd
te geraken, was door te keren.
Dus dat deed ik dan maar.
Dat was waarschijnlijk gevaarlijk.
Het was in ieder geval onwettig.
Op de parking, voor ik ook maar
de kans had de motor uit te schakelen,
hoorde ik tok-tok.
Ik zoemde het raampje naar beneden
en twee paar ogen kwamen te voorschijn.
Aan elk paar ogen kleefde
een politieagent.
Ik kan niet beweren dat ik ooit echt
vloeiend Pools gesproken heb,
zelfs niet op mijn best,
maar ik placht wel in staat te zijn een
eenvoudig gesprek gaande te houden.
Onder deze omstandigheden echter,
met een slecht geweten,
oog in oog met twee mannen
van de wet in uniform
ebde elk zinnig Pools
woord uit mij weg.
Toch kwam het niet in mij op
om te proberen de situatie
in het Engels af te handelen.
Engels zou hoogstwaarschijnlijk taalkundig
in mijn voordeel geweest zijn,
maar dan hadden de agenten zich misschien
niet op hun gemak gevoeld.
Ik was vastberaden
het bij Pools te houden.
Maar hoe?
Het petieterige Poolse hoekje
van mijn hersenen was volledig gewist.
Met uitzondering van één ding.
Er was één ding dat ik zo
vaak herhaald had,
dat ik het in mijn slaap kon opzeggen.
Het was een kinderversje
over een zieke kikker.
(Gelach)
Dat herinnerde ik mij nog.
Ik weet dat het op zijn zachtst gezegd
bizar was, maar ik flapte eruit:
(Pools) Mevrouw De Kikker voelde zich slap.
Dus ging zij naar de dokter
en zei dat zij ziek was.
De dokter zette zijn bril op,
want hij was al wat ouder...
Ik wierp een blik op de politiemannen.
Zij staarden mij aan.
(Gelach)
Ik meen mij te herinneren
dat de ene zich in de haren krabde.
En toen glimlachten ze.
Ze glimlachten!
Dat stelde mij dan weer gerust -
of tenminste voldoende om
enkele relevantere woorden
in mijn hoofd te laten tuimelen.
Ik kon enkele halve
zinnen stamelen, zo van
"Spijt mij zeer - met vakantie - eten
nodig - zal het nooit meer doen!"
Ze lieten mij gaan.
Terwijl ik de winkel binnenrende,
riepen ze (Pools) “Szczęśliwej podróży!"
"Goede reis verder!"
Het is niet mijn bedoeling jullie
ertoe aan te zetten talen te leren
om de wereld af te reizen en ongestraft
wetten te gaan overtreden.
Deze kleine episode illustreert
hoe enkele woorden,
hoe dwaas ze ook mochten zijn,
hoe luttele woorden
recht naar het hart kunnen gaan -
en het doen smelten.
Trouwens, ik had een alternatief
voor de zieke kikker.
Er was één ding dat ik even goed kon:
een Pools drinklied.
(Gelach)
Dat zou mij nauwelijks een
glimlach opgeleverd hebben.
Eerder een ritje naar het
lokale politiestation
voor een bloedonderzoek.
Je hoeft niet veel talen te leren,
en je hoeft ze niet grondig te leren.
Je komt al ver met een klein beetje.
Tien woorden tot het hart kunnen
een krachtigere invloed hebben
dan duizend woorden tot het hoofd.
Je kan verkiezen altijd Engels te spreken
en elkaar in het midden te ontmoeten.
Of je kan er voor kiezen om diegene
te zijn die de middellijn overschrijdt
en je nieuwe kennis
of je tegenstander, of wie het ook is
op eigen terrein te ontmoeten.
De taal van de ander spreken,
maakt je niet zwak,
het bewijst dat je sterk bent.
Het is degene die de moed heeft en
de moeite doet om over de lijn te springen
die de slag thuishaalt.
Wees niet bang om fouten te maken.
Fouten maken je menselijk.
In dit geval is er zelfs een
bonus aan verbonden:
als je 'ginder' een fout maakt,
geef je de andere een kans je te helpen,
je tegemoet te komen.
Daardoor zal de verbinding
die jij gelegd hebt nog sterker worden.
Dus wat zal het zijn:
wil je je verstaanbaar maken
of wil je contact leggen?
Laat ons allen verder
Engels leren en gebruiken
voor interactie met gemengde
groepen, zoals hier bij TEDx.
Engels is het krachtigste werktuig
om kennis te delen
en voor internationale conferenties
over globale problemen.
En bovenal: Engels is de snelweg
naar 365 miljoen harten.
Voor 365 miljoen mensen ruikt
de Engelse taal naar koekjes!
Maar waarom het daarbij houden?
Waarom niet de extra inspanning leveren
en tenminste één vreemde taal leren?
Er bestaan veel verschillende smaken
van koekjes in de wereld.
Laat ons eens een nieuwe gaan proeven.
Dank u.
(Applaus)