Het wereldwijde web, waarop je deze video bekijkt, wordt dagelijks door miljoenen mensen voor van alles gebruikt - van het lezen van de weersverwachting, eten bestellen en chatten, tot collecteren, nieuws delen of revoluties beginnen. Op computers, telefoons, zelfs in auto's - het is er gewoon, overal en altijd om ons heen. Maar wat is het precies? Allereerst is het wereldwijde web niet het internet, ook al worden de termen vaak door elkaar gebruikt. Het internet is de wijze waarop computers contact maken zodat ze informatie kunnen uitwisselen. Toen het internet ontstond, belden computers elkaar letterlijk op. Tegenwoordig zijn er overal netwerken, dus kunnen computers naadloos communiceren. We kunnen het internet gebruiken voor veel soorten communicatie, zoals e-mail, vergaderen en bestanden versturen. Maar het wordt het meest gebruikt om naar het wereldwijde web gaan. Denk aan het web als een handvol wolkenkrabbers - elke staat voor een web-server, een computer die altijd met internet verbonden is en speciaal ontworpen is om informatie op te slaan en te delen. Iemand die een website begint, huurt een kamer in die wolkenkrabber en vult hem met informatie die zij zo heeft georganiseerd dat anderen er gemakkelijk bij kunnen. De eigenaars van de wolkenkrabbers die de ruimtes verhuren, worden webhosts genoemd. Iedereen kan een webserver starten, met de juiste spullen en wat kennis. Er komt nog iets kijken bij een website, opdat we niet in de stad verdwalen zonder te vinden wat we nodig hebben. Dat is het website-adres, dat bestaat uit domeinnamen. Net als met een straatadres kan je daarmee gaan naar waar je wilt. De informatie in websites is opgeslagen in web-talen, zoals HTML en JavaScript. Als we de site vinden die we zoeken, leest onze web browser de code op de site en vertaalt die in woorden, plaatjes en filmpjes. We hoeven geen computertaal te kennen, omdat de browser een grafische interface maakt. Dus op veel manieren is het wereldwijde web een grote virtuele stad waar we met elkaar communiceren in web-talen, terwijl browsers voor ons vertalen. En net zoals niemand eigenaar is van een stad, is ook het web eigendom van ons allemaal. Iedereen kan er iets beginnen. We moeten wel een serviceprovider betalen om toegang te krijgen, webruimte huren bij hosting-bedrijf, of een registrar betalen voor een adres. Net als nutsbedrijven in een stad verzorgen deze bedrijven dienstverlening, maar uiteindelijk is het web ook niet van hen. Wat het web ècht speciaal maakt, vind je in de naam. Voordat het web bestond, namen we informatie lineair tot ons. In een boek of krantenartikel las je de tekst zin voor zin, pagina voor pagina, in een vaste volgorde tot je aan het einde kwam. Maar zo werken onze hersenen niet. Elke gedachte is verbonden aan andere gedachten, herinneringen en emoties in een losjes verbonden netwerk, als een web. Tim Berners-Lee, de vader van het wereldwijde web, begreep dat we de informatie moesten ordenen op een manier die hierbij paste. Op het web doen we dat met hyperlinks. Door te verwijzingen naar andere pagina’s op de site of zelfs daarbuiten om dieper op informatie in te kunnen gaan zodra je haar tegenkomt, stellen hyperlinks het web in staat op dezelfde wijze te werken als onze gedachtepatronen. Het web is zo belangrijk voor ons omdat de inhoud en structuur zowel de samenleving alsook onze geest reflecteert. En het verbindt onze geesten over alle grenzen, niet alleen die van ras, sekse en leeftijd, maar zelfs die van ruimte en tijd.