Ik ga beginnen met wat krantenkoppen te relativeren. 42 miljoen mensen zijn in 2010 op de vlucht geslagen voor natuurrampen. Er was niets bijzonders aan 2010, want elk jaar worden gemiddeld 31,5 miljoen mensen op de vlucht gejaagd door natuurrampen. Als mensen dit soort statistieken horen, denken ze meestal aan plekken als Haïti of andere exotische of verarmde regio's. Maar het gebeurt hier in de VS, elk jaar. Vorig jaar werden er 99 federale rampen aangegeven bij FEMA (federaal rampagentschap), van Joplin in Missouri en Tuscaloosa in Alabama tot de recente bosbranden in Midden-Texas. Hoe gaat het machtigste land ter wereld om met vluchtelingen? Ze proppen ze in slaapplaatsen, al je spullen in een vuilniszak, die stoppen ze eronder en jouw plek is de vloer van een sportarena of een turnzaal. Er is een grote woningnood. Dat vind ik vreselijk, want volgens wetenschappers is er na een grote ramp een tijdsvenster van 18 maanden om het herstelproces te starten, maar wat de meesten mensen niet beseffen, is dat het 45 tot 60 dagen of meer duurt voor de beruchte woonwagens van FEMA zelfs maar opdagen. Voor die tijd moeten mensen zichzelf redden. Ik raakte geobsedeerd door de zoektocht naar een manier om die kloof te dichten. Dat werd mijn creatieve obsessie. Ik stopte met al het freelance werk in mijn vrije tijd en focuste alleen nog op dit probleem. Ik begon schetsen te maken. Twee dagen na Katrina begon ik te schetsen en te brainstormen over oplossingen. Toen de dingen stilaan vorm kregen, ging ik digitaal schetsen op de computer. Het was een obsessie: ik kon het daar niet bij laten. Ik begon te experimenteren, modellen te maken, te praten met experts feedback te vragen en te verfijnen, steeds weer te verfijnen, avonden en weekends lang, vijf jaar lang. Mijn obsessie leidde tot de creatie van levensgrote prototypes in mijn tuin -- (Gelach). Al mijn spaarcenten gingen naar allerlei dingen, van gereedschap tot patenten en een hoop andere kosten. Het resultaat was een modulair woonsysteem dat kan inspelen op elke situatie of ramp. Het kan in elke omgeving worden opgezet, van een asfaltparking tot weiden of velden, want je hebt geen speciaal opzet of gereedschap nodig. De kern van het systeem is de Exo-wooneenheid, een individuele schuilmodule. Het is zo licht dat je het met de hand kan optillen en verplaatsen. Er kunnen 4 mensen in slapen. Je kan ze opstellen voor een kamp of meer als op een stadsplan, of je kan ze in een cirkel opstellen, en er cirkelvormige groepjes van maken, waardoor je een semi-private gemeenschapsruimte krijgt waar mensen naar kunnen uitwaaien, zodat ze niet vastzitten in hun eenheid. Dit is een fundamenteel andere manier om te reageren op rampen. Weg met de vreselijke omstandigheden in een sportarena of turnzaal, waar mensen in slaapeenheden zitten gepropt. We krijgen instant-buurten buiten. De Exo is ontworpen om simpel te zijn, zoals een kop koffie. Je kan ze stapelen, zodat je zeer efficiënt transport en opslag krijgt. 15 Exo's passen op één enkele vrachtwagen. Het transport en opzet van de Exo kan dus veel sneller dan elke andere vandaag beschikbare woonoptie. Maar het is een obsessie, dus ik kon het daar niet bij laten. Ik begon de stapelbedden aan te passen. Je kan de bedden eruitschuiven en er bureaus of laden inschuiven. Dezelfde unit kan nu gebruikt worden als kantoor of opslagplaats. De deuren kan je omwisselen en vervangen door een hard paneel met een raameenheid voor temperatuurcontrole, of een koppelmodule waardoor je meerdere eenheden aan elkaar kan koppelen, en je grotere, gecompartimentaliseerde leefruimtes krijgt. Deze ene kit van onderdelen kan dienen als leefruimte, slaapkamer, badkamer of kantoor, leefruimte of opslagruimte. Klinkt heel goed, maar hoe maak je het idee waar? Mijn eerste idee was om de federale en staatsoverheden op te zoeken en te zeggen: "Hier, gratis, voor niks." Ik kreeg al snel de reactie: "Jongen, zo werkt onze overheid niet!" (Gelach) Oké. Dan maar een vzw opstarten om consultancy te geven en dit idee te laten passeren bij de overheid? Nee, want "Jongen, onze overheid rekent op de privésector voor dit soort zaken." Misschien kan ik het idee verkopen aan privé-bedrijven, die er ook hun voordeel mee konden doen, maar ik hoorde al snel van enkele bedrijven dat mijn persoonlijke passie niet paste bij het merk: ze wilden niet dat hun logo's te zien waren in alle ghetto's van Haïti. Nu was ik niet alleen geobsedeerd. Ik was woest. Dus zei ik tot mezelf: "O ja? Let maar op. Ik doe het zelf." (Gelach) Toen moest ik voor mijn dagtaak enkele maanden vanuit het kantoor in Milaan werken. Dus plande ik slaapuren op mijn kalender en besteedde de 8 uren tijdsverschil aan conferentiegesprekken met leveranciers, producenten en potentiële afnemers. In dit hele proces vonden we een geweldige kleine producent in Virginia. Als zijn lichaamstaal een indicatie is, dat is de eigenaar -- (Gelach) -- van hoe directe samenwerking verloopt tussen producent en ontwerper, kijk dan even wat hier gebeurt. (Gelach) G.S. Industries was fantastisch. Ze bouwden met de hand 3 prototypes voor ons. Die prototypes tonen nu aan dat 4 mensen veilig en veel comfortabeler kunnen slapen dan ooit mogelijk was geweest in een tent. Ze verscheepten ze zelfs hierheen, naar Texas, voor ons. Toen gebeurde iets grappigs. Anderen begonnen te geloven in wat we deden en boden ons ruimte in een hangar aan, gratis. De luchthavenautoriteit van Georgetown werkte zich uit de naad om ons vooruit te helpen. Nu hadden we een hangar om in te werken, en prototypes om demo's mee te geven. Op één jaar tijd hebben we productiecontracten gesloten, een patent gekregen, een tweede ingediend, met vele mensen gesproken, een demo gegeven voor FEMA en haar consultants, met geweldige reviews, en met andere mensen gepraat die informatie wilden, een groepje genaamd de Verenigde Naties. Nu hebben we een massa anderen die zich hebben aangediend en met ons praten over mijnkampen, mobiele jeugdherbergen, tot en met de Wereldbeker en de Olympische Spelen. Kortom, één groot punt is dat we binnenkort hopelijk niet meer moeten antwoorden op pijnlijke telefoonoproepen na rampen, waar we moeten zeggen dat we nog niets te koop of weg te geven hebben. Hopelijk zijn we er binnenkort, want het is onze bestemming en onze obsessie om het waar te maken. Dankuwel. (Applaus)