Ik ga het even hebben
over het bekijken van de wereld
vanuit een uniek oogpunt:
de microwereld.
Na jaren hiermee bezig te zijn,
heb ik gevonden
dat er een magische wereld schuilgaat
achter de werkelijkheid.
Die kan je zien
door een microscoop
en daarvan wil ik vandaag
wat laten zien.
We beginnen met iets
dat niet eens erg klein is,
iets dat we nog
met het blote oog kunnen zien:
een honingbij.
Een bij is ongeveer een centimeter groot.
Maar voor de details
moet je wat dichterbij gaan.
Hier het oog van de honingbij
door een microscoop.
Zo zie je dat bijen
duizenden aparte ogen
of ‘ommatidia’ hebben.
Door de sensorische haren in hun ogen
weten ze wanneer ze dichtbij iets zijn,
omdat ze niet in stereo kunnen zien.
Nog kleiner is een mensenhaar.
Een mensenhaar is zowat het kleinste ding
dat het oog kan zien.
Het is ongeveer
een tiende van een millimeter dik.
Nog kleiner,
ongeveer tien keer kleiner, is een cel.
10 menselijke cellen gaan
in de breedte van een haar.
Door cellen onder een microscoop te observeren,
Door cellen onder een microscoop te observeren,
werd ik bioloog.
De eerste keer dat ik levende cellen
door een microscoop zag,
was ik verkocht.
Kijk eens naar de cellen
van het immuunsysteem.
Ze bewegen de hele tijd.
Deze cel is op zoek
naar vreemde indringers,
bacteriën, dingen die ze kan vinden.
Als ze zo’n indringer vindt,
herkent ze die als vreemd,
vloeit errond en eet hem op.
Daar zie je zo’n kleine bacterie
die ze opeet.
Hartcellen van een dier
blijven in een schoteltje
gewoon doorgaan met kloppen.
Dat is hun taak.
Elke cel heeft een levensmissie
en deze cellen moeten
het bloed in ons lichaam laten rondgaan.
Dit zijn zenuwcellen.
Dezelfde cellen
waarmee we dit zien en begrijpen.
Onze hersenen en onze zenuwcellen
zijn daar nu mee bezig.
Ze zijn altijd aan het bewegen.
Ze maken nieuwe verbindingen
terwijl we leren.
Als je verder naar beneden gaat
op deze schaal,
komen we aan de micron of micrometer
en nog verder aan de nanometer
en de ångström.
Nu is één ångström de grootte
van de diameter van een waterstofatoom.
Zo klein is dat.
Onze microscopen kunnen vandaag
individuele atomen zien.
Dit zijn enkele beelden
van individuele atomen.
Elke bult is een individueel atoom.
Dit is een ring van kobaltatomen.
Dit gebied
noemen we de nanowereld.
In die hele microwereld
zit nog eens een nanowereld verpakt
Dat is de wereld
van moleculen en atomen.
Maar ik wil het hebben
over deze grotere wereld,
de microwereld.
Als je een klein beestje in een bloem was,
hoe zou die bloem er dan uitzien,
als die bloem zo groot was?
Helemaal niet
zoals wij die bloem zouden zien.
Een klein beestje
op die bloem
zou ze zo zien.
Voor een mier zou een bloemblad
er zo uitzien.
Vlak bij die porie en meeldraad
zie je de stijl van deze bloem.
Die kleine gelei-achtige dingen
heten we sporen.
Dit zijn nectarsporen.
Voor die kleine mier
is het een soort Willy Wonka-land.
Of Disneyland.
Niet zoals wij het zien.
Dit zijn enkele stuifmeelkorrels.
Dit zijn stuifmeelkorrels van graan.
Zo’n kleine gele stip van stuifmeel
bestaat, als je door een microscoop kijkt,
uit duizenden kleine stuifmeelkorrels.
Deze bijen verzamelen stuifmeel
bij deze kleine planten.
Ze stoppen die in hun pootjes
en nemen ze mee naar de korf.
Daaruit maken ze
de was in de bijenraat.
Ze verzamelen ook nectar
voor de honing die wij opeten.
Hier is een close-up beeld
of liever een gewone foto
van een waterhyacint.
Als je echt, echt goede ogen had,
kon je ze ook zo zien.
Daar is de meeldraad en de stamper.
Maar kijk hoe ze
eruitzien onder een microscoop.
Dat is de meeldraad.
Dat zijn duizenden kleine stuifmeelkorrels.
Daar de stamper
en deze kleine dingen heten trichomen.
Die geven de bloem haar geur.
Planten communiceren via hun geuren.
Planten communiceren via hun geuren.
Nu over iets echt alledaags: zand.
Nu over iets echt alledaags: zand.
Ik raakte ongeveer 10 jaar geleden
geïnteresseerd in zand,
door het zand van Maui,
een eiland van Hawaï.
Dit is wat zand van Maui.
Zandkorrels zijn ongeveer
een tiende van een millimeter groot.
Zandkorrels zijn ongeveer
een tiende van een millimeter groot.
Maar van dichterbij
zijn ze heel verbazingwekkend.
Je vindt microschelpen
en dingen als koraal.
Fragmenten van andere schelpen.
Olivijn.
Stukjes vulkaan. Daar zie je
zo’n stukje.
Ook buiswormen kom je tegen.
Een ongelooflijke waaier van dingen.
Dat komt omdat op dit eiland
veel van het zand
voortkomt van biologisch materiaal.
De riffen bieden een habitat
voor microscopische
of macroscopische dieren.
Na hun dood vergruizen
hun schelpen, tanden en botten.
Dat worden zandkorrels,
dingen zoals koraal enzovoort.
Hier een afbeelding van zand uit Maui.
Dit is van Lahaina.
Op zo’n strand lopen we
langs miljoenen jaren van biologische
en geologische geschiedenis.
We realiseren het ons niet,
maar hier ligt een verslag
van die hele ecologie.
Hier zien we
een skeletnaald van een spons,
hier twee stukjes koraal,
dat is een stekel van een zee-egel.
Echt een aantal fantastische dingen.
Ik had het gevoel
een schat te hebben gevonden.
Ik kon het niet geloven.
Ik wilde de stukjes eruit halen
en er foto's van maken.
Zo ziet het meeste zand
van onze wereld eruit.
Kwartskristallen en veldspaat.
Daar is het meeste zand
op het vasteland van gemaakt.
Het is het erosieproduct van graniet.
Bergen worden opgebouwd
en water, regen, ijs, enzovoort
eroderen ze weg
tot zandkorrels.
Sommige zandsoorten zijn kleurrijker.
Dit is zand van bij de Grote Meren.
Het bevat mineralen
zoals roze granaat en groene epidoot,
allemaal prachtige dingen.
Zanden van verschillende plaatsen,
van verschillende stranden,
zijn allemaal anders.
Deze van Big Sur zijn net kleine juwelen.
Waar ze in Afrika
edelstenen opdelven,
kan je in de rivierzanden
onder de microscoop
letterlijk kleine edelstenen zien.
Elke zandkorrel is uniek.
Elk strand is anders.
Er zijn geen twee dezelfde korrels
in de wereld.
Er zijn geen twee dezelfde korrels
in de wereld.
Elke zandkorrel komt ergens vandaan
en gaat ergens heen.
Ze zijn een momentopname in de tijd.
Zand vind je niet alleen op aarde,
maar overal in het universum.
In feite vind je in de ruimte
overal zand.
Het is het bouwmateriaal
voor de planeten en de Maan.
Je vindt het in micrometeorieten.
Dit is een micrometeoriet
die ik van het leger kreeg.
Ze vinden ze in waterputten
op de Zuidpool.
Ze zien er verbazingwekkend uit.
Het zijn kleine bestanddelen
van de wereld waarin we leven,
de planeten en de Maan.
NASA vroeg me wat foto's
van zand van de Maan te nemen.
Ze bezorgden me zanden
van de verschillende landingsplaatsen,
van de Apollo-missies
van 40 jaar geleden.
Ik gebruikte mijn 3D-microscopen.
Dit was de eerste afbeelding.
Geweldig.
Ik vond het een beetje op de Maan lijken,
toch interessant.
In mijn microscopen
zie je maar weinig in één keer.
Je moet de hele tijd
opnieuw scherpstellen,
foto's nemen
en dan met een computerprogramma
al die foto's combineren
tot één beeld in 3D.
tot één beeld in 3D.
Daar zie je de beelden
voor het linker- en het rechteroog.
Daar zie je de beelden
voor het linker- en het rechteroog.
Nu iets interessants.
Dit ziet er heel anders uit
dan enig zand
dat ik ooit op Aarde heb gezien.
En ik heb een heleboel zand
van de Aarde gezien, geloof me. (Gelach)
Kijk naar dit gat in het midden.
Dat werd veroorzaakt
door een micrometeoriet
die insloeg op de Maan.
De Maan heeft geen atmosfeer.
Het hele oppervlak van de Maan
is bedekt met poeder,
omdat het al vier miljard jaar lang
wordt gebombardeerd met micrometeorieten.
Die slaan in met snelheden
van 30 tot 100.000 km per uur.
Ze verdampen bij de inslag.
Hier kan je dat zien.
Het is verdampt en dat materiaal houdt
een klompje zandkorrels samen.
Dit hele ding
is een zeer kleine zandkorrel
en heet een agglutinaatring.
Veel zandkorrels op de Maan zien er zo uit.
Op aarde kom je dat nooit tegen.
Het meeste zand op de Maan
ziet er zo uit,
vooral dan in de donkere gebieden.
Dat zijn basaltische lavastromen.
Dat zand doet erg denken
aan het zand van de Haleakala
(vulkaan op het eiland Maui).
Andere zanden verdampen
door deze micrometeorieten
en vormen fonteinen.
Deze microscopische fonteinen gaan --
ik zei bijna "de lucht in",
maar er is geen lucht op de Maan --
omhoog en vormen ogenblikkelijk
microscopische glasparels.
Die vallen terug op de Maan.
Het zijn prachtig gekleurde glazen ‘sferulen’.
Je hebt een microscoop nodig
om ze te kunnen zien.
Op deze zandkorrel van de Maan
kan je de hele kristalstructuur
nog steeds waarnemen.
Deze zandkorrel is waarschijnlijk ongeveer
3,5 tot 4 miljard jaar oud
en werd nooit geërodeerd zoals het zand
op aarde door water, tuimelen,
lucht, enzovoort.
Alleen hier beneden een beetje erosie door de zon
door zonnestormen.
Dus erosie door zonnestraling.
Ik heb vandaag proberen duidelijk te maken
dat zelfs dingen als een ordinaire zandkorrel
buitengewoon zijn
als je ze met nieuwe ogen bekijkt.
Ik denk dat dit best door William Blake
werd verwoord toen hij zei:
"Een wereld zien in een korrel zand
en een hemel in een wilde bloem,
vang oneindigheid in de palm van je hand
en eeuwigheid in een uur."
Bedankt. (Applaus)