Er woont een groep mensen in Kenia. Andere mensen steken oceanen over om ze te zien. Deze mensen zijn groot. Ze springen hoog. Ze dragen rode kleren. En ze doden leeuwen. Je zou kunnen afvragen wie deze mensen zijn? Het zijn de Maasai. Weet je wat zo cool is? Ik ben er ook een. De Maasai jongens worden opgevoed tot krijgers. De meisjes worden opgevoed tot moeders. Toen ik vijf jaar oud was, ontdekte ik dat ik al verloofd was om te trouwen zodra ik de puberteit bereikte. Mijn moeder, mijn grootmoeder, mijn tantes, herinnerden me er voortdurend aan dat mijn man daarnet voorbij kwam. (Gelach) Cool, niet? Al wat me vanaf dat moment te doen stond was me erop voor te bereiden om een perfecte vrouw te zijn als ik twaalf was. Mijn dag begon om 5 uur 's ochtends: koeien melken, het huis vegen koken voor mijn broers en zussen, water en brandhout bijhalen . Ik deed alles wat ik moest doen om een perfecte vrouw te worden. Ik ging naar school, niet omdat Maasai vrouwen of meisjes naar school gingen. Ik ging naar school, niet omdat Maasai vrouwen of meisjes naar school gingen, maar omdat mijn moeder nooit een opleiding had gekregen. Ze herinnerde er mij en mijn broers en zussen voortdurend aan dat ze voor ons een ander leven wilde. Waarom zei ze dat? Mijn vader werkte als politieman in de stad. Hij kwam eens per jaar thuis. Soms zelfs om de twee jaar. En wanneer hij thuis was, liepen de zaken anders. Mijn moeder werkte hard op de boerderij om gewassen te verbouwen, zodat wij konden eten. Ze fokte koeien en geiten om voor ons te zorgen. Als mijn vader thuis was, verkocht hij de koeien en de opbrengst, en ging met zijn vrienden op stap. Omdat mijn moeder een vrouw was, mocht ze geen eigen bezittingen hebben. In mijn familie was alles per definitie eigendom mijn vader, dus hij had het recht. In mijn familie was alles per definitie eigendom mijn vader, dus hij had het recht. Als mijn moeder daar iets over zei, sloeg hij haar, misbruikte hij haar, en maakte haar leven een hel. Toen ik naar school ging, had ik een droom. Ik wilde leraar worden. Leraressen zagen er mooi uit. Ze hadden mooie jurken en schoenen met hoge hakken. Ik ontdekte later dat ze ongemakkelijk waren, maar ik was er weg van. (Gelach) Maar meest van al hoefde een leraar alleen maar op het bord te schrijven - niet hard werken, vond ik, vergeleken met wat ik deed op de boerderij. Dus wilde ik leraar worden. Ik heb hard gewerkt op school, maar toen ik in de achtste klas zat, moest er een keuze worden gemaakt. In onze traditie is er een ceremonie die meisjes moeten ondergaan om vrouwen te worden. Het is een overgangsrite naar vrouwelijkheid. Ik was bezig aan mijn laatste jaar om naar de middelbare school te gaan. Dat was het keerpunt. Na dit ritueel zou ik echtgenote zijn. Van leraar worden zou niets in huis komen. Ik moest een plan vinden om mijn droom te verwezenlijken. Ik sprak met mijn vader. Ik deed iets wat de meeste meisjes nog nooit hadden gedaan. Ik zei: "Ik ga alleen door met dit ritueel als ik daarna terug naar school mag." Als ik zou weglopen, zou dat voor mijn vader een schande zijn. De mensen zouden hem de vader noemen van dat meisje dat de ceremonie niet had ondergaan. Hij zou voor de rest van zijn leven met die schande moeten leven. Hij ging akkoord: “Na de ceremonie mag je naar school." De ceremonie vond plaats. Een hele week lang opwinding. Het is een ceremonie. Mensen genieten ervan. De dag voor de werkelijke ceremonie waren we opgewonden, hebben we gedanst en ’s nachts konden we niet slapen. Op de dag zelf verlieten we al dansend het huis. Dansend, dansend. We liep naar de binnenplaats waar een heleboel mensen stonden te wachten. Ze stonden allemaal in een cirkel. En al dansend kwamen we in een cirkel van vrouwen, mannen, kinderen, iedereen was er. Een vrouw zat in het midden, gereed om ons vast te houden. Ik was de eerste. Mijn zussen waren er, en nog een paar meisjes. Terwijl ik naar haar toe ging, keek ze me aan. Ik ging zitten. Ik ging zitten en opende mijn benen. Toen ik mijn benen opende, kwam een andere vrouw met een mes. Toen ik mijn benen opende, kwam een andere vrouw met een mes. Met het mes liep ze naar me toe, pakte mijn clitoris en sneed hem af. Zoals u zich kunt voorstellen, bloedde ik. Daarna viel ik flauw. Het overkomt zoveel meisjes. Ik had geluk dat ik het overleefde, maar velen gaan eraan. Het gebeurt zonder verdoving, met een oud roestig mes. Het was moeilijk. Ik had ook geluk omdat mijn moeder iets deed dat de meeste vrouwen niet doen. Drie dagen later, toen iedereen weg was, haalde mijn moeder er een verpleegster bij. We werden verzorgd. Drie weken later was ik genezen en terug op de middelbare school. Ik was nu vastbesloten om leraar te worden en een verschil te maken voor mijn familie. Op de middelbare school gebeurde er iets. Ik ontmoette een jongeman uit ons dorp die naar de Universiteit van Oregon was geweest. Hij had een wit T-shirt, jeans, een camera, witte sneakers – en ik heb het over ‘witte’ sneakers. Kleding en schoenen doen iets met je, denk ik. Hij droeg sneakers en dit dorp heeft niet eens verharde wegen. Het was betoverend. Ik vertelde hem: "Nou, ik wil ook naar waar jij bent." Die man zag er zo gelukkig uit. Ik bewonderde dat. Hij zei: “Wat bedoel je daarmee?” Hij zei: “Wat bedoel je daarmee? Is er geen man die op je wacht?" Ik zei: "Trek je daar maar niets van aan, vertel me gewoon hoe ik daar kom." Die jongeman heeft me geholpen. Terwijl ik nog op de middelbare school zat, werd mijn vader ziek. Hij kreeg een beroerte. Hij was echt, echt ziek, zodat hij me echt niet kon vertellen wat te doen. Het probleem is dat mijn vader niet mijn enige vader is. In de gemeenschap is elke man van de leeftijd van mijn vader ook mijn vader. Al mijn ooms hebben hun zeg over mijn toekomst. Het antwoord kwam, ik solliciteerde en werd aanvaard aan het Randolph-Macon Woman's College in Lynchburg, Virginia. Ik kon er echter niet naartoe zonder de steun van het dorp, omdat ik geld voor mijn vliegreis nodig had. Ik kreeg een beurs, maar ik moest er zelf zien te geraken. Maar ik had de steun van het dorp nodig. En weer, toen de mannen hoorden dat een vrouw een kans had gekregen om naar school te gaan, klonk het: "Wat een gemiste kans. Dit hadden ze een jongen moeten geven. Dit doen we niet." Het moest dus maar weer via de traditie. Wij geloven dat de ochtend goed nieuws brengt. Daarom moest ik een verband met de ochtend zoeken, want 's ochtends is er goed nieuws. Als het dorpshoofd ermee akkoord gaat, volgen de anderen. Als het dorpshoofd ermee akkoord gaat, volgen de anderen. Dus stond ik er al van bij het ochtendgloren. Ik ben het eerste wat hij ziet wanneer hij zijn deur opent. "Mijn kind, wat doe je hier?" "Nou, vader, ik heb hulp nodig. Kunt u mij steunen om naar Amerika te gaan?" Ik beloofde hem dat ik het beste meisje zou zijn, dat ik terug zou komen, ik beloofde hen wat ze maar wilden. Hij zei: "Goed, maar ik kan dit niet alleen." Hij gaf me een lijst van 16 andere mannen waarvan ik er elke ochtend een ging opzoeken. waarvan ik er elke ochtend een ging opzoeken. Ze kwamen allen samen. Het dorp, de vrouwen, de mannen, iedereen kwam samen om mij te steunen om een opleiding te krijgen. Ik kwam aan in Amerika. En wat vond ik daar? Sneeuw! Ik vond Wal-Marts, stofzuigers, en veel eten in de cafetaria. Ik was in een land van overvloed. Ik genoot, maar terwijl ik hier verbleef, ontdekte ik een heleboel dingen. Ik leerde dat die ceremonie die ik onderging toen ik 13 jaar oud was, genitale verminking van vrouwen heette. Ik leerde ook dat het tegen de wet was in Kenia. Ik leerde dat ik geen stuk van mijn lichaam moest verkopen om een opleiding te krijgen. Ik had rechten. Op dit eigenste moment lopen drie miljoen meisjes in Afrika dit gevaar. Op dit eigenste moment lopen drie miljoen meisjes in Afrika dit gevaar. Ik leerde dat mijn moeder recht had op eigendom. Ik leerde dat ze niet misbruikt hoefde te worden omdat ze een vrouw was. Die dingen maakten me boos. Ik wilde iets doen. Telkens ik terugging, waren er buurmeisjes die gingen trouwen. Ze werden verminkt. Nadat ik hier was afgestudeerd, werkte ik bij de VN. Ik ging terug naar school voor mijn afstudeerwerk. Maar het gehuil van die meisjes bleef me in de oren klinken. Ik moest iets doen. Toen ik terugging, ging ik praten met de mannen, het dorp en de moeders. Ik zei: Toen ik terugging, ging ik praten met de mannen, het dorp en de moeders. Ik zei: "Ik heb beloofd dat ik zou terugkomen en jullie helpen. Wat kan ik voor jullie doen?" "Ik heb beloofd dat ik zou terugkomen en jullie helpen. Wat kan ik voor jullie doen?" De vrouwen zeiden: "Weet je wat we nodig hebben? Een school voor meisjes." Omdat er nog geen meisjesschool was. De reden waarom ze een school voor meisjes wilden, was omdat wanneer een meisje op weg naar school verkracht werd, de moeder daar de schuld van kreeg. Als ze zwanger was voordat ze trouwde, werd dat de moeder verweten en werd ze ervoor gestraft. Ze kreeg slagen. Ze zeiden: "We willen onze meisjes op een veilige plaats brengen." Je kan je voorstellen wat de vaders toen wilden: Je kan je voorstellen wat de vaders toen wilden: een school voor jongens. Ik zei: "Enkele mannen uit mijn dorp hebben een opleiding gekregen. Waarom kunnen zij bouwen geen school voor jongens bouwen, terwijl ik een school voor meisjes bouw?" Dat was logisch. Ze gingen akkoord. Ik wilde dat ze me een teken van betrokkenheid zouden geven. Ze schonken me de grond voor onze meisjesschool. We hebben ze gebouwd. Dit is een van de meisjes van die school. Angeline meldde zich aan op de school. Ze voldeed aan geen enkel van onze criteria. Ze was wees. Dat was in orde. Maar ze was te oud. Ze was 12 jaar, en wij namen meisjes aan in de vierde klas. Angeline had zowat overal gezeten - omdat ze wees is, ze heeft geen moeder, geen vader - ze woonde bij de grootmoeders, verhuisde van tante naar tante. Ze had geen stabiliteit in haar leven. Ik herinner me die dag dat ik haar zag, en ik zag iets diepers in Angeline. Ja, ze was te oud voor de vierde klas. Toch werd ze toegelaten. Vijf maanden later is dat Angeline. Ze was iemand anders geworden. Angeline wil nu piloot worden zodat ze rond de wereld kan vliegen en een verschil maken. Ze was niet de beste student toen we haar aannamen. Nu is ze de beste leerling, niet alleen in onze school, maar in onze hele afdeling. Dat is Sharon. Dat is ze vijf jaar later. Dat is Evelyn. Vijf maanden later is dat het verschil dat we maken. Elke nieuwe dag in mijn school is een nieuwe start. 125 meisjes zullen niet meer verminkt worden. 125 meisjes zullen niet trouwen op hun twaalfde. 125 meisjes maken zullen hun dromen kunnen waarmaken. Dat is het wat we doen, hen kansen geven. Dat is het wat we doen, hen kansen geven. Vrouwen worden niet meer geslagen in onze veranderde gemeenschap. (Applaus) Ik wil jullie vandaag uitdagen. Jullie luisteren naar mij omdat jullie optimistisch zijn. Jullie zijn zo enthousiast. Jullie willen een betere wereld zonder oorlog of armoede. Jullie willen een verschil maken zodat we een betere toekomst krijgen. Ik daag jullie uit om de eersten te zijn omdat anderen jullie zullen volgen. Wees de eerste. Mensen zullen je volgen. Wees moedig. Sta op. Wees onverschrokken en zelfzeker. Kom in beweging, want je verandert de wereld en je gemeenschap, als we geloven dat we invloed hebben op één meisje, één familie, één dorp, één land per keer. We maken een verschil, als je jouw wereld verandert, verander je je gemeenschap en je land. Denk erover na. Als jullie en ik dat doen, gaan we dan geen betere toekomst creëren voor onze kinderen, voor jullie kinderen, voor onze kleinkinderen? Een wereld die veel vredevoller zal zijn. Hartelijk dank. (Applaus)