Vandaag ga ik het hebben over woede.
Toen ik 11 was,
zag ik hoe sommige vrienden
van school moesten,
omdat hun ouders geen
schoolboeken konden betalen.
Daar werd ik boos van.
Toen ik 27 was,
hoorde ik over het probleem
van een wanhopige vader, een slaaf,
wiens dochter aan een bordeel
verkocht zou worden.
Daar werd ik boos van.
Toen ik 50 was,
en op straat lag in een plas bloed,
samen met mijn eigen zoon,
werd ik boos.
Vrienden, ons is eeuwenlang voorgehouden
dat je niet boos mag worden.
Onze ouders, leraren, priesters --
iedereen leerde ons om
onze woede te onderdrukken.
Maar waarom?
Waarom kunnen we onze woede niet inzetten
om de maatschappij te verbeteren?
Waarom kunnen we onze woede
niet gebruiken om het kwaad
op deze wereld te lijf te gaan?
Dat is wat ik heb geprobeerd.
Vrienden,
veel van mijn beste ideeën
kwamen voort uit woede.
Zoals toen ik 35 was,
opgesloten in een kleine gevangenis.
Die hele nacht was ik boos.
Maar ik kreeg wel een nieuw idee.
Daar kom ik later op terug.
Laat ik beginnen met het verhaal
van hoe ik mezelf een naam heb gegeven.
Als kind was ik al een bewonderaar
van Mahatma Ghandi.
Ghandi was de leider
in de Indiase onafhankelijkheidsstrijd.
Maar wat belangrijker is,
hij leerde ons om jegens
de kwetsbaarste delen van de samenleving,
de mensen die werkelijk niets hebben,
waardigheid en respect te tonen.
Dus tijdens de viering in India
van Mahatma Ghandi's
100ste geboortedag in 1969 --
ik was toen 15 --
kreeg ik een idee.
Waarom kunnen we dat niet anders vieren?
Ik wist al, zoals jullie
misschien ook wel weten,
dat een groot aantal mensen in India
in de laagste kaste geboren wordt.
En ze worden als paria's behandeld.
Deze mensen --
ze mogen niet eens tempels binnen gaan,
ze mogen ook niet in de huizen
of de winkels van de hogere kasten komen.
Ik was erg onder de indruk
van de leiders in mijn stad
die zich ferm uitspraken tegen
het kastensysteem en het idee van paria's,
en de visie van Ghandi ondersteunden.
Daardoor geïnspireerd,
wilde ik een voorbeeld stellen
door deze mensen een maaltijd
te laten genieten die werd verzorgd
door deze Onaanraakbaren.
Ik ging langs bij mensen uit de lagere
kasten, de zogenaamde onaanraakbaren,
en probeerde hen te overtuigen,
maar ze konden zich dat niet voorstellen.
Ze zeiden: "Nee, dat is niet mogelijk.
Dat is nog nooit gebeurd."
Ik zei: "Kijk naar de leiders,
die zijn tegen het idee van paria's.
Die komen wel. Als niemand komt,
dan kunnen we een voorbeeld stellen."
Ze vonden dat ik te naïef was.
Maar uiteindelijk kon ik ze overtuigen.
Met mijn vrienden fietsten we langs
de politieke leiders om ze uit te nodigen.
Ik was zo opgewonden en zo voldaan,
toen ze allen toestemden om te komen.
Ik dacht: "Fantastisch idee.
We kunnen een voorbeeld stellen.
We kunnen onze maatschappij veranderen."
Dan is het zover.
Deze paria's, drie vrouwen
en twee mannen,
besloten toch te komen.
Ze hadden hun beste kleren aangetrokken.
Ze hadden nieuw keukengerei meegenomen.
Ze hadden zich herhaaldelijk gewassen,
want dit was een zeer
ongebruikelijke situatie.
Het was een moment van verandering.
Ze kwamen, ze kookten.
Het was 19:00 uur.
Om 20:00 wachtten we nog,
want onze leiders komen
wel vaker te laat,
meestal een uurtje.
Na 20:00 uur gingen we op de fiets
bij hun huizen langs,
om ze aan de afspraak te herinneren.
Een van de echtgenotes zei me:
"Sorry, maar hij heeft hoofdpijn,
hij kan misschien niet komen."
Ik ging naar het huis van een ander
en zijn echtgenote zei:
"Ga maar terug, hij komt er echt aan."
Dus ik dacht dat het wel door zou gaan,
ook al zou het op kleinere schaal zijn.
Ik ging terug naar het terrein,
een nieuw Mahatma Gandhipark.
Het werd 22:00 uur.
Geen van de leiders is gekomen.
Ik werd erg boos.
Ik leunde tegen het beeld
van Mahatma Gandhi.
Ik was emotioneel uitgeput,
doodvermoeid.
Toen ging ik bij het voedsel zitten.
Ik onderdrukte mijn gevoelens.
Toen ik uiteindelijk ik de eerste hap nam,
barstte ik in tranen uit.
En plotseling voelde ik
een hand op mijn schouder.
Het was de helende, moederlijke
aanraking van een pariavrouw.
Ze vroeg me:
"Kailash, waarom huil je?
Jij hebt je werk gedaan.
Je hebt de maaltijd genuttigd
die door paria's is bereid,
iets wat we nog nooit hebben meegemaakt.
Vandaag heb jij gewonnen", zei ze.
En vrienden, ze had gelijk.
Iets na middernacht kwam ik thuis,
en zag tot mijn schok dat meerdere
ouderen uit de hogere kasten
in onze voortuin zaten.
Ik zag dat mijn moeder en
andere oudere vrouwen huilden
en smeekten bij deze oudere mensen
omdat zij hadden gedreigd
om mijn hele familie uit te stoten.
Een familie uit de kaste stoten
is de hoogste sociale straf
die je kan bedenken.
Uiteindelijk besloten ze alleen mij te
straffen, en mijn straf was purificatie.
Dit betekende 1000 kilometer reizen
van mijn woonplaats
om een heilige duik in de Ganges te nemen.
Daarna moest ik een feest organiseren
voor priesters, 101 priesters,
hun voeten wassen
en dat water dan drinken.
Dat was de grootste onzin,
en ik weigerde die straf te ondergaan.
Hoe werd ik gestraft?
Ik mocht mijn keuken en
eetkamer niet meer in,
mijn keukengerei werd gescheiden.
Op de avond dat ik boos werd,
wilden ze mij uit de kaste gooien.
Maar ik besloot het hele
kastensysteem eruit te gooien.
(Applaus)
Dat kon ik doen,
omdat je dan eerst
je je achternaam moest veranderen,
omdat achternamen in India
meestal kastennamen zijn.
Dus ik gebruikte
mijn achternaam niet meer.
Later gaf ik mezelf een nieuwe
achternaam: Satyarthi.
Dat betekent: 'waarheidszoeker'.
(Applaus)
Dat was het begin van mijn
verandering door woede.
Vrienden, weet iemand van jullie
wat ik deed voordat ik
een kinderrechtenactivist werd?
Weet iemand dat?
Nee.
Ik was ingenieur,
elekrotechnisch ingenieur.
Ik leerde hoe de energie
van verbranding, kolen,
nucleaire reacties,
kolkende rivieren,
sterke wind,
omgezet kon worden in licht
en levenskracht voor miljoenen.
Ik leerde ook hoe de moeilijkst
te controleren vorm van energie
gebruikt kon worden om goed te doen
en de maatschappij te verbeteren.
Daarmee kom ik terug bij het verhaal
van toen ik in de gevangenis zat:
ik was dolblij dat ik een tiental kinderen
van slavernij had bevrijd
en ze bij hun ouders had teruggebracht.
Ik kan niet zeggen hoe blij ik ben
als ik een kind bevrijd.
Ik was zo blij.
Maar toen ik op mijn trein naar huis,
Delhi, stond te wachten,
zag ik tientallen kinderen arriveren;
die door iemand werden verhandeld.
Ik hield die mensen aan.
Ik gaf ze aan bij de politie.
Maar de politie hielp me niet,
maar gooide me in
een kleine cel, als een dier.
Dat was mijn nacht van woede,
waarop ik een van mijn
beste ideeën ooit kreeg.
Ik dacht als ik 10 kinderen kan bevrijden,
en er 50 tot slaaf worden gemaakt,
dan werkt dat niet.
Ik geloofde in de kracht van consumenten.
Op dat moment startte ik
de allereerste campagne in de wereld
om consumenten te informeren
en ertoe te bewegen
alleen kinderarbeidvrije
tapijten kopen.
We hebben veel succes
in Amerika en Europa.
En de kinderarbeid is verminderd
met 80 procent in Zuid-Aziatische landen.
(Applaus)
Dat niet alleen,
maar deze eerste consumentenactie
heeft zich uitgebreid naar
andere landen en bedrijfstakken,
zoals chocolade, kleding, schoenen --
het wordt steeds breder.
Toen ik met 11 jaar kwaad werd,
toen ik begreep hoe belangrijk
scholing is voor ieder kind,
kreeg ik het idee om gebruikte boeken
te verzamelen voor de armste kinderen.
Ik opende een boekenbank,
ook al was ik pas 11.
Maar ik hield niet op.
Later was ik medeoprichter
van 's werelds grootste maatschappelijke
burgercampagne voor onderwijs,
de Global Campaign for Education.
Die hielp een omslag in het denken
over scholing teweeg te brengen:
geen liefdadigheid,
maar mensenrechten.
We hebben daarmee concreet
het aantal kinderen dat niet op school zit
in 15 jaar gehalveerd.
(Applaus)
Toen ik met 27 boos werd,
omdat ik een meisje wilde bevrijden
dat aan een bordeel verkocht zou worden,
kreeg ik het idee
voor een nieuwe aanpak om
kinderen uit de slavernij te halen.
Ik kan met trots zeggen
dat het hier niet gaat om 10 of 20,
maar dat mijn collega's en ik
daadwerkelijk 83.000 kinderslaven
hebben bevrijd en teruggebracht
naar hun moeders en familie.
(Applaus)
Ik begreep dat er
wereldwijd beleid nodig was.
We organiseerden wereldwijde marsen
tegen kinderarbeid,
die hebben geleid tot een
nieuw internationaal verdrag
ter bescherming van kinderen
in de slechtste omstandigheden.
Met als concreet resultaat dat
het aantal kindarbeiders wereldwijd
in 15 jaar met een derde is gedaald.
(Applaus)
In al deze gevallen
is het begonnen met woede,
die tot een idee leidde
en tot actie.
Dus woede en dan?
Een idee en --
Publiek: actie.
Kailash Satyarthi: woede, idee, actie.
Dat heb ik geprobeerd.
Woede is een kracht, kracht is energie.
Het is een natuurwet dat energie
nooit kan worden gemaakt
en nooit kan worden vernietigd.
Dus waarom kunnen we de energie
van woede niet vertalen en benutten
om een betere, mooiere wereld te maken,
een rechtvaardigere wereld?
Jullie hebben allemaal die woede in je.
Ik zal een geheim met jullie delen:
als we vast blijven zitten
in de huls van onze ego's
en in de kring van egoïsme,
dan leidt die woede tot haat,
geweld, wraak en vernietiging.
Maar als we die cirkel kunnen doorbreken,
dan kunnen we die woede
omzetten in een grote kracht.
We kunnen de cirkel doorbreken
door met onze diepgewortelde compassie,
ons met de wereld te verbinden
en er een betere plek van te maken.
Die woede kan zo omgevormd worden.
Dus goede vrienden, zusters en broeders,
als Nobelprijswinnaar
roep ik jullie op
om vaker kwaad te worden.
Word vaker kwaad.
Diegenen die van ons het kwaadst is,
is degene die zijn woede kan omzetten
in ideeën en actie.
Dankjewel.
(Applaus)
Chris Anderson: Je bent al jaren een bron
van inspiratie voor anderen.
Door wie of wat wordt jij geïnspireerd?
KS: Goede vraag.
Chris, ik zal je de waarheid vertellen:
telkens als ik een kind bevrijd,
een kind dat alle hoop heeft verloren
om ooit nog zijn moeder te zien,
dan is het die eerste lach in vrijheid
en de moeder die alle hoop is verloren
dat haar zoon of dochter ooit nog
bij haar op schoot zal zitten,
dan worden ze zo emotioneel
en rollen de eerste tranen
van blijdschap over haar wangen.
Daarin zie ik een glimp van God
en dat is mijn grootste inspiratie.
En ik heb het geluk gehad dat ik
niet eenmaal, maar al duizenden keren
mijn God hebben kunnen zien
op de gezichten van die kinderen
en zij zijn mijn grootste inspiratie.
Dank je zeer.
(Applaus)