O. Zal ik uw jas aannemen? Nee, bedankt. Is er iemand in de lerarenkamer? Ik weet het niet. Zal ik thee brengen om u op te warmen? Nee, bedankt. Ik wil even alleen zijn. Miss Eyre, eindelijk bent u terug. U zei dat ik naar het dorp kon gaan. Ja. En ik stond toe dat je daar gisteren heenging en eergisteren en elke dag sinds ik er ben. Hopelijk schiet ik niet tekort in m'n plichten. Je verricht ze zo goed als ik verwachtte toen ik directrice werd in plaats van Miss Temple. Ze sprak zeer positief over je. Ik had u niet graag teleurgesteld, Miss Watts. Het is verontrustend als een lerares van wie ik alle steun had verwacht het gebouw zo gehaast verlaat en ook onrustig is, elke middag. Men vraagt zich af waarom. Het zal niet meer gebeuren, Miss Watts. Hopelijk niet. Je weet waar ze heengaat. Het postkantoor. Hoe weet je dat? Mensen praten. Zeker die directrice van het kantoor. Maar zij zegt van alles. Bijna elke middag deze week komt Miss Eyre langs om te vragen of er een brief is voor J.E. En als die er niet is, loopt ze bedroefd weer weg. Volgens mij is het uw beurt om het studie-uur vanavond te overzien. Ja en dan lees ik gebeden en breng ik ze naar bed. Zorg dat je niet te laat komt voor het avondmaal. 'Als J.E. goede aanbevelingen heeft kan een functie worden aangeboden met slechts één leerling een meisje, voor een salaris van 30 pond per jaar. Richt alle vragen aan mevrouw Fairfax in Thornfield, nabij Millcote.' Prima, Barbara, maar laat het niet nog eens gebeuren. Dat is alles. Je kunt gaan. Ja, mevrouw. Miss Watts? Wilt u me spreken, Miss Eyre? Als dat kan, Miss Watts. Het betreft iets dat erg belangrijk voor me is. Ik heb het erg druk, Miss Eyre maar als het dringend is, zeg het dan.