Er was eens, lang geleden, een machtige heremiet genaamd Lok Ta Moni Eysei. Hij had drie veelbelovende leerlingen: Moni Mekhala, de briljante godin der zeeën, Vorachhun, de prinselijke manifestatie van de aarde, en Ream Eyso, een demon in wiens hart een gepassioneerd vuur brandde. Lok Ta wenste zijn waardigste leerling een cadeau te geven. Om te bepalen wie dat was, hield hij een wedstrijd: degene die als eerste een glas met ochtenddauw terug zou brengen, zou de meester van dit mysterieuze cadeau worden. Toen de schemering inzette, waagden Vorachhun en Ream Eyso zich in het bos. Ze lieten geen enkel blad of grassprietje onberoerd en schudden de waardevolle vloeistof gretig in hun glazen. Toen ze bij de hut van de heremiet terugkwamen, troffen ze Moni Mehhala geduldig wachtend met een glas vol ochtenddauw aan. Ze had haar sjaal 's nachts buiten gelaten en ze won de wedstrijd door het weefsel simpelweg boven haar glas uit te wringen. Uit waardering en liefde voor zijn leerlingen, verraste Lok Ta alle drie met cadeaus. Hij veranderde de door Ream Eyso verzamelde dauw in een diamanten bijl, die van Vorachhun in een magische dolk, en die van Moni Mekhala in een kristallen bol die uniek in zijn soort was. Ream Eyso werd al snel begerig en besloot dat hij Mekhala's prijs moest hebben. Hij en Vorrachun probeerden de godin het hof te maken, zodat ze het kristal konden krijgen. Maar nadat ze de avances had afgewezen en was vertrokken, besloot Ream Eyso de kristallen bol met geweld te verkrijgen. Ream Eyso vloog door de lucht op zoek naar Moni Mekhale, voortgedreven door een manische jaloezie. Op zijn weg trof hij Vorrachun en viel hem aan, wetende dat de rechtgeaarde prins hem nooit zou toestaan het kristal te stelen. In het heetst van de strijd verkreeg de demon de bovenhand en smeet Vorachhun tegen de zijkant van een berg. Zeker over Vorachhuns dood zette Ream Eyso zijn zoektocht voort totdat hij Moni Mekhala uiteindelijk vond. Hij eiste dat zij en haar vrienden zich ofwel zouden onderwerpen aan hem, de briljantste van Lok Ta's leerlingen en rechtmatige eigenaar van het kristal, of zouden sterven zoals Vorachhun. Mekhala, zonder vrees, weigerde en vloog de wolken in, hopende dat ze de demon bij haar vrienden kon weglokken. Ream Eyso hapte toe en reet in zijn manische achtervolging nimbus na nimbus open. Eens ze op ruime afstand waren confronteerde Mekhala haar belager. Ream Eyso herhaalde zijn eis, maar de godin bleef bij haar standpunt. In zijn razernij maakte hij aanstalten om met zijn diamanten bijl uit te halen. Echter, voor hij het wapen kon gooien, gooide Mekhala haar bol in de lucht. Terwijl de bol de lucht in klom, stootte hij krachtige, de demon verblindende bliksemschichten uit. Ream Eyso liet in drieste radeloosheid zijn bijl los. Terwijl het wapen door de lucht vloog, sneed het door de wolken en creëerde een duistere, zich repeterende dondergalm. En toen de bliksem en donder zich mixten, vielen edele bolletjes water uit de hemel, oftewel regen. Mekhale naderde de blinde en zonder bijl machteloze Ream Eyso. Ze dacht na over wat ze met de moordenaar moest doen. Denkend aan de vriendelijkheid en liefde van haar leraar, koos Moni Mekhala voor compassie en ze vloog de lucht in. Korte tijd later herwon Ream Eyso zijn kracht, hij vond zijn bijl en volgde. Donder, bliksem en regen bleven rond de aarde cirkelen. Enkele druppels vielen op Vorachhun en deden hem herleven; zijn huid was goudgeel als een oogstrijp rijstveld. Hij greep zijn magische dolk en vloog de lucht in om Ream Eyso en Moni Mekhala te zoeken.